Plan: | Bedrijvenpark Oudeland |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1621.BP0087-VAST |
De voor "Bedrijf" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en overige tot de bovengenoemde bestemmingen behorende voorzieningen, met de daarbij behorende gebouwen en andere bouwwerken een en ander met inachtneming van het bepaalde in lid 3.2.
Binnen de in lid 3.1.1 bedoelde bestemming zijn recreatie-inrichtingen uitsluitend toegestaan na afwijking door burgemeester en wethouders (zie ook lid 3.2.7 onder b).
Binnen de bestemming zijn toegestaan:
Binnen de bestemming zijn uitsluitend detailhandelsactiviteiten toegestaan, indien het betreft:
Binnen de bestemming is de vestiging van maatschappelijke doeleinden uitsluitend toegestaan indien:
Bij de bedrijven dient binnen het perceel te worden voorzien in de noodzakelijke parkeervoorzieningen, waarbij als uitgangspunt de volgende parkeernorm dient te worden aangehouden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken
De afwijkingen onder a mogen slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefmilieu in het referentiegebied.
Alvorens af te wijken winnen burgemeester en wethouders ten aanzien van de milieuplanologische aspecten advies in bij een ter zake deskundige instantie, zoals de dienst DCMR.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in lid 3.2.2 voor de vestiging van recreatie-inrichtingen, categorie I en III, waarbij de gezamenlijke bedrijfsvloeroppervlakte ten hoogste 1.000 m2 mag bedragen.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in lid 3.2.4 voor de vestiging van:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in lid 3.2.5 ten behoeve de vestiging van maatschappelijke doeleinden, ook voor vestigingen die in de in de bijlage bij deze regels opgenomen “Staat van Bedrijfsactiviteiten” zijn doorgehaald, op voorwaarde, dat: de vestiging, mede gelet op de milieuplanologische aspecten, waaronder begrepen externe veiligheid, geen (onevenredige) afbreuk doet aan het functioneren van het bedrijventerrein;
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in lid 3.2.6, indien:
op voorwaarde, dat voldoende parkeermogelijkheden aanwezig blijven met betrekking tot toekomstige bedrijfsontwikkelingen.
Op de in lid 3.1.1 bedoelde gronden mogen, met inachtneming van het bepaalde in lid 3.2, en het bepaalde in lid 3.3.1 onder h, uitsluitend bouwwerken ten dienste van de genoemde bestemmingen worden gebouwd, met dien verstande,dat:
de hoogte van gebouwen mag worden overschreden door andere bouwwerken, niet zijnde reclame-uitingen, waarbij de hoogte van de gebouwen met ten hoogste 3 m mag worden overschreden;
Burgemeester en wethouders zijn, met inachtneming van het bepaalde in lid 3.2, bevoegd af te wijken van het bepaalde in lid 3.3.1:
voor het verhogen van het bebouwingspercentage met ten hoogste 10 % op voorwaarde, dat binnen het perceel voldaan kan worden aan de geldende parkeernorm als aangegeven in lid 3.2.6;
voor het plaatsen van gebouwen op een kortere afstand dan wel op een zijdelingse perceelsgrens dan wel achterperceelsgrens;
tot een bouwhoogte van ten hoogste 10 m, op voorwaarde, dat:
Burgemeester en wethouders zijn, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1 onder d van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd tot het stellen van de hieronder geformuleerde nadere eisen, indien op grond van een nadere belangenafweging met betrekking tot onder meer:
het stellen van genoemde eisen redelijk gewenst of noodzakelijk geacht wordt;