direct naar inhoud van 2.3 Plangebied en directe omgeving
Plan: Kom Liessel, 2e herziening
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0762.BP201201-D001

2.3 Plangebied en directe omgeving

De bestaande toestand van het plangebied en de directe omgeving is weergegeven op kaart Bestaande toestand, bijlage 1 en de hiernavolgende afbeeldingen en foto's. De bestaande toestand wordt nader toegelicht volgens de lagenbenadering, zoals weergegeven op afbeelding 2.6. Achtereenvolgens de onderlaag / ondergrond (paragraaf 2.3.1), de tussenlaag / infrastructuur (paragraaf 2.3.2) en de bovenlaag / occupatielaag (paragraaf 2.3.3).

afbeelding "i_NL.IMRO.0762.BP201201-D001_0011.jpg" 2.6 lagenbenadering

afbeelding "i_NL.IMRO.0762.BP201201-D001_0012.jpg"

2.7 directe omgeving 

2.3.1 Onderlaag

Liessel ligt in het Brabants-Limburgse grensgebied. Dit gebied wordt doorsneden door een zuidoost-noordwest gericht breukenstelsel, waarvan de Peelrandbreuk de belangrijkste is. De Peelrandbreuk vormt de grens tussen de westelijke Centrale Slenk of Roerslenk en de oostelijk gelegen Peelschollen. Zie afbeelding 2.8. De breuk is nog steeds in beweging.

afbeelding "i_NL.IMRO.0762.BP201201-D001_0013.jpg"

2.8 breuken in oostelijk Noord-Brabant en Midden-Limburg

Op afbeelding 2.9 is de geomorfologische kaart van Deurne weergegeven. Liessel ligt in de Slenk op een dekzandvlakte. Aan de oostzijde van het plangebied tekenen de Peelrandbreuk en het voormalige veengebied zich duidelijk af.

wijstgronden

In het noordoosten van het plangebied zijn wijstgronden gelegen, zoals op afbeelding 2.14 aangegeven. Wijst betreft een unieke combinatie van hydrologische, aardkundige, landschappelijke en ecologische verschijnselen die zich voordoen langs de genoemde breuken. Voor zover gelegen in het plangebied liggen deze ten zuiden van de Biezendreef die een doorsnijding van de wijstgronden tot gevolg heeft gehad. Voorts ligt de aanduiding 'wijstgronden' binnen de vigerende bestemmingen 'Bedrijf' en 'Wonen - VAB' in het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Willige Laagt'. Deze bestemmingen blijven inhoudelijk onveranderd. De aanduiding 'wijstgronden' heeft daarom geen doorwerking in dit bestemmingsplan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0762.BP201201-D001_0014.jpg"

2.9 geomorfologische kaart

2.3.1.1 Natuurlijke onderlegger

De bodem binnen het plangebied en directe omgeving bestaat uit leemarm en zwak-lemig zand ((enk)eerdgronden, podzolgronden).

De hoogten zijn weergegeven op afbeelding 2.10 en variëren van ca. 26,50 m +NAP (aan de westkant) tot ca. 29,30 m +NAP (aan de oostkant).

afbeelding "i_NL.IMRO.0762.BP201201-D001_0015.jpg"

2.10 actuele hoogtekaart Nederland (bron: www.ahn.nl)

De gemiddelde hoogste grondwaterstand bedraagt:

0,60 m -mv in de lagere delen en 2 m -mv in de hogere delen (bron: www.ahn.nl).

2.3.1.2 Cultuurlijke onderlegger

Voor vrijwel het gehele plangebied is de archeologische verwachtingswaarde hoog. Aangezien het hogere gronden zijn die sinds de Middeleeuwen bewoond worden, wekt dit gegeven weinig verwondering.

Het gebied ten oosten van de breuklijn, het oude natte veengebied, heeft logischerwijs een lage archeologische verwachtingswaarde.

Archeologisch is op de gronden met middelhoge en hoge verwachtingswaarden is de "Nota archeologische monumentenzorg gemeente Deurne, 2008" van toepassing. Cultuurhistorisch zijn de oude linten belangrijke stedenbouwkundige elementen, zie afbeeldingen 2.1 tot en met 2.4.

De archeologie en cultuurhistorie worden nader toegelicht in hoofdstuk 6.

2.3.2 Infrastructuur

2.3.2.1 Verkeersstructuur

De verkeersstructuur van Liessel (vastgelegd in het beleidsplan Verkeer en Vervoer) kent een heldere opzet. Zie afbeelding 2.11.

De ontsluiting van het dorp valt samen met de historisch gegroeide dorpsstructuur. Gelegen op de hoge rug bij de Astense Aa, vormen Loon - Hoofdstraat - Neerkantseweg onderdeel van de oude doorgaande route Deurne - Meijel. De doorgaande route verloopt nu via de Biezendreef en Snoertsebaan. Via de Mgr. Berkvensstraat is er de verbinding met Asten.

De aan de noordoostzijde van het dorp aangelegde randweg Biezendreef met aansluiting op de Snoertsebaan heeft de omvang van het doorgaand verkeer door de kern verkleind. Deze randweg is aangemerkt als een gebiedsontsluitingsweg categorie B.

afbeelding "i_NL.IMRO.0762.BP201201-D001_0016.jpg"

2.11 wegenstructuur

30 km/u-gebied

Alle overige straten binnen het plangebied zijn aangeduid als 30 km/u-gebied en opgenomen als erftoegangsweg categorie B. Een onderscheid tussen verzamelstraten en woonstraten is door de beperkte omvang van de buurt niet aan de orde. Zie ook afbeelding 2.12.

Buiten de komgrenzen is grotendeels sprake van 60 km/u-wegen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0762.BP201201-D001_0017.jpg"

2.12 30 km/u-gebied

Fietspaden 

Aan weerszijden van het traject Loon-Hoofdstraat-Neerkantseweg liggen fietsstroken. Dit geldt ook voor de Mgr. Berkvensstraat tot aan de kruising met de Molenweg. Daarna gaan de fietsstroken over in een gescheiden fietspad voor tweerichtingsverkeer en daarna weer fietsstroken op de Leenselweg. Op afbeelding 2.13 is een uitsnede weergegeven van het fietspadennetwerk zoals opgenomen in het gemeentelijk verkeers- en vervoerplan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0762.BP201201-D001_0018.jpg"

2.13 fietspadenstructuur

Paden

Oude paden vormen een kenmerkend element in de dorpsstructuur van veel Brabantse dorpen. In Liessel lopen een aantal paden vanuit het dorp naar het buitengebied, in enkele gevallen in combinatie met een fietspad. Het creëren van mogelijkheden voor de aanleg van meer paden, verhoogt de kwaliteit van de dagelijkse leefomgeving.

Openbaar vervoer 

Het openbaar vervoer in Liessel is beperkt. Buslijn 26 Deurne - Meijel v.v. gaat via Liessel en rijdt in 2012 eenmaal per uur op werkdagen.

Analyse en waardering

Na vele jaren van verkeersoverlast heeft Liessel nu met de noordelijke randweg beduidend minder verkeersbewegingen door de kern gekregen. Uit een oogpunt van zowel verkeersveiligheid als verkeerslawaai en luchtverontreiniging is dit een aanmerkelijke vooruitgang.

Het openbaar vervoer is beperkt. Door de ligging van Liessel op relatief korte afstand (ca 5 km) van Deurne, biedt de fiets echter veelal uitkomst.

2.3.2.2 Waterhuishouding

Liessel ligt geheel binnen het beheergebied van het waterschap Aa en Maas. Zie afbeelding 2.14.

afbeelding "i_NL.IMRO.0762.BP201201-D001_0019.jpg"

2.14 waterstructuur

afbeelding "i_NL.IMRO.0762.BP201201-D001_0020.jpg"

2.15 foto Astense Aa aan de Zandstraat

Grondwater

Met betrekking tot het grondwater is de Peelrandbreuk van belang. De breuklijn lligt oostelijk van Liessel, globaal ter plaatse van de Rodegraafweg.

De grondwaterstroming is hoofdzakelijk oost-west gericht. De gemiddeld laagste grondwaterstand (GLG) is aan de oostzijde van de kom circa 26,70 m +NAP en aan de westzijde 25,00 m +NAP.

De gemiddeld hoogste grondwaterstand (GHG) is aan de oostzijde van de kom circa 27,50 m +NAP en aan de westzijde 26,40 m +NAP.

In verband met het bouwrijp maken zijn in het verleden de gronden binnen het bedrijventerrein Willige Laagt opgehoogd, en recentelijk nog gronden in het plan Molenweg-West.

Oppervlaktewater

Aan de oostzijde wordt de begrenzing van het plangebied mede gevormd door de leggerwatergang Rode Graaf. Deze is opgenomen in het bestemmingsplan Buitengebied. In het zuidelijke plangebied valt deze leggerwatergang over relatief korte afstand binnen het plangebied, en watert af op de Astense Aa. De Astense Aa (zie afbeelding 2.15) grenst direct aan de zuidzijde van het plangebied. De Astense Aa is in de provinciale Verordening ruimte opgenomen als ecologische verbindingszone. Dit heeft een doorwerking in onderhavig bestemmingsplan, met een 25 meter brede aanduiding 'ecologische verbindingszone'.

Aan de westzijde van de kom ligt ook een leggerwatergang, de Leijsingloop. Een zijtak hiervan begint ten zuiden van het tennispaviljoen en loopt vervolgens in noordwestelijke richting.

Voor de afvoer van het stedelijke water zijn de watergangen aan de westzijde van Liessel van belang. Deze voeren af in noordelijke richting en komen uit in de Vreewijkse Loop.

N.B.

De leggerwatergangen in de directe omgeving van de kom Liessel zijn opgenomen in het bestemmingsplan Buitengebied, met uitzondering van de twee gedeelten die door voorliggend bestemmingsplan lopen, te weten:

  • het gedeelte langs de Molenweg, tussen de Neerkantseweg en de Astense Aa;
  • de zijtak van de Leijsingloop tot aan het tennispaviljoen.

Riolering

In 2011 is een basisrioleringsplan voor de kern Liessel vastgesteld. Daarbij is bepaald dat:

  • het functioneren van het huidige stelsel niet leidt tot het treffen van urgente maatregelen;
  • de bodem in geheel Liessel goede mogelijkheden biedt voor de infiltratie van regenwater;
  • aanbevolen wordt de afkoppeling van verharding af te stemmen op regulier onderhoud.

Analyse en waardering

Het rioolstelsel in Liessel kent geen waterhuishoudkundige problemen. Het oppervlaktewater is van ondergeschikte betekenis.

In paragraaf 6.3 Waterparagraaf wordt nader op de waterhuishouding ingegaan.

2.3.2.3 Overige infrastructuur

Bijzondere kabels en leidingen, zoals ondergrondse transportleidingen of hoogspanningsleidingen, komen binnen het plangebied niet voor.

2.3.3 Occupatie

2.3.3.1 Bebouwing

Op afbeelding 2.16 is de ontwikkeling van de bebouwingsstructuur van Liessel schematisch weergegeven. De bebouwingsstructuur kan worden onderverdeeld in historisch gegroeide linten en planmatig ontwikkelde woonbuurten.

Liessel ontwikkelde zich tot circa 1950 op organische wijze: op particulier initiatief groeide er pand voor pand geleidelijk een langgerekte lintstructuur. In de periode na 1960 zijn, in de oksels van deze linten, planmatig nieuwe woonbuurten ontwikkeld.
afbeelding "i_NL.IMRO.0762.BP201201-D001_0021.jpg"

2.16 ontwikkeling bebouwingsstructuur

bebouwingslinten

Loon, Hoofdstraat, Neerkantseweg en Mgr. Berkvensstraat zijn de historisch gegroeide bebouwingslinten binnen Liessel. Zonder enige vorm van bestemmingsregeling is deze structuur in de loop der tijd verdicht. Hierdoor is een organische, fijnschalige bebouwingsstructuur ontstaan van veelal vrijstaande woningen met variërende goot- en nokhoogte, verspringende rooilijn en wisselende nokrichting. Het merendeel van de woningen is opgebouwd uit één laag met een zadeldak.

In de linten staan de nodige voormalige agrarische boerderijgebouwen, die nog verwijzen naar de oorspronkelijke agrarische functie van Liessel.

De Hoofdstraat, met onder andere de kerk, het gemeenschapshuis, café’s en winkelvoorzieningen, wordt als dorpscentrum van Liessel aangemerkt.

woonbuurten

Na 1960 heeft de ontwikkeling van Liessel een planmatiger karakter gekregen. In de ruimte tussen de Zandstraat en de Hoofdstraat - Neerkantseweg is de eerste woonbuurt ontwikkeld, de Sintenbuurt. Ook de Zandstraat is als jong lint in hoge mate planmatig ontwikkeld. In de jaren ‘70 is vervolgens vanuit de Nieuwstraat de Buntsche Akkers ontwikkeld, een kleinschalige woonbuurt, met beperkte open ruimtes en een woonerfstructuur. De laatste grotere planmatig opgezette woonbuurt is de Wel en van recentere datum de buurt Overloop.

Woonservicezone

Een nieuwe stedenbouwkundige invulling vormt het project Woonservicezone (WSZ). In het plan is de nieuwbouw van het verzorgingshuis opgenomen, met daaraan gelieerde functies als artsenpraktijkruimten, peuterspeelzaal, buitenschoolse opvang en woningen.

bebouwingstypologie

De bebouwingstypologie in de linten wordt gekenmerkt door individuele panden met gevarieerde leeftijd, grootte, vorm en functie . Naast enkele grotere gebouwen (de kerk, het tot gemeenschapshuis verbouwde patronaatsgebouw) staan er voornamelijk vrijstaande en halfvrijstaande woningen in één en twee lagen met kap.

De bebouwingstypologie in de woonbuurten is in de Sintenbuurt en de Buntsche Akkers voornamelijk homogeen van karakter.

De Woonservicezone heeft een eigen karakteristiek met een voor Liessel grote maat.

hoogten

Het merendeel van de bebouwing in Liessel bestaat uit één of twee lagen met kap. In de linten is veelal sprake van per pand verschillende hoogten , terwijl de hoogten in de woonbuurten eerder per straat(deel) variëren.

De kerk vormt door zijn afwijkende hoogte en massa een accent binnen de bebouwingsstructuur en fungeert als oriëntatiepunt binnen de kern Liessel.

De nieuwbouw van de Woonservicezone met hoogten tot vier lagen vertegenwoordigt de nieuwe tijd in het dorp.

kapvormen

De bebouwing in Liessel is overwegend afgedekt met schuine kappen. Een uitzondering hierop vormen de bedrijfsgebouwen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0762.BP201201-D001_0022.jpg"

2.17 monumenten

Monumenten

De monumenten binnen het plangebied zijn aangegeven op afbeelding 2.17.

Binnen het plangebied staan twee gebouwen met de beschermde status van rijksmonument. Het betreft:

  • St. Willibrorduskerk, Hoofdstraat 66;
  • windmolen "De Volksvriend", Hoofdstraat 30. Deze molen is nog bedrijfsvaardig.

Verder zijn binnen het plangebied twee gebouwen aangemerkt als gemeentelijk monument:

  • voormalig postkantoor "D'n Posthoorn", Hoofdstraat 49;
  • voormalig schoolmeestershuis, Hoofdstraat 56.

Ook kent Liessel een aantal waardevolle bouwwerken die een positieve invloed hebben op het dorpsbeeld, zoals de:

  • Sint Hubertuskapel, Molenweg.

Analyse en waardering

De verschijningsvorm van Liessel is in stedenbouwkundig en architectonisch opzicht redelijk gevarieerd.

De bebouwingsstructuur van Liessel kent een duidelijke driedeling tussen:

  • de oude, ‘organisch’ gegroeide linten met individuele panden;
  • de planmatig opgezette woonbuurten die later achter de bestaande bebouwingslinten zijn toegevoegd;
  • de moderne complexen van na 2000.

Binnen het plangebied staan vier monumenten. Daarnaast is op diverse plaatsen in de bebouwingslinten waardevolle c.q. beeldbepalende bebouwing aanwezig. Deze bebouwing heeft geen officiële status maar draagt wel bij aan het aantrekkelijke dorpsbeeld van Liessel.

Een beperkt aantal panden valt op in negatieve zin.

Een en ander leidt tot de volgende waardering:

  • de bebouwing van Liessel als geheel is aantrekkelijk door de variatie, de beeldbepalende monumenten en overige waardevolle bebouwing;
  • de gebouwen met een collectieve/openbare functie alsmede de Woonservicezone hebben een grotere maat en schaal;
  • de kenmerkende bouwvorm van de individuele woningen voor Liessel is één of twee lagen met kap.

De monumenten worden beschermd op basis van de Monumentenwet. Ten behoeve van de bescherming c.q. het respecteren van beeldbepalende panden, zijn in de juridische regeling "nadere eisen" opgenomen in artikel 19.4. Deze nadere eisenregeling is gekoppeld aan de in de Welstandsnota 2011 opgenomen "categorie 3 Historische dorpslinten".

2.3.3.2 Functies in het plangebied

De functies in het plangebied zijn weergegeven op afbeelding 2.18 en op de kaart Bestaande toestand, bijlage 1, alsmede en opgenomen in het overzicht gevestigde bedrijven, bijlage 2.

Liessel is een echt dorp met een menging van wonen, werken en voorzieningen.

De voorzieningen die binnen het dorp aanwezig zijn, zijn voornamelijk gericht op de eigen bevolking. In de oudere dorpslinten is sprake van een menging van wonen, detailhandel en bedrijvigheid. Historisch lagen er de nodige agrarische bedrijven, waarvan er thans nog één in bedrijf is. De woonbuurten hebben een overwegend monofunctioneel karakter. Wel zijn hier een aantal beroepen aan huis aanwezig.

afbeelding "i_NL.IMRO.0762.BP201201-D001_0023.jpg"

2.18 functionele structuur

Bedrijvigheid

De bedrijvigheid is onderscheiden in:

  • agrarische bedrijven;
  • bedrijven op het bedrijventerrein Willige Laagt;
  • bedrijven op percelen groter dan 750 m²;
  • bedrijven aan huis op percelen kleiner dan 750 m2;
  • beroepen aan huis;
  • detailhandel;
  • horeca;
  • dienstverlening;
  • maatschappelijke voorzieningen.

Een overzicht van de gevestigde bedrijven is in bijlage 2 opgenomen.

Voorzieningen

De binnen het plangebied aanwezige voorzieningen zijn weergegeven in de navolgende tabel. Ter vergelijking is ook de situatie in 1999 en 2008 weergegeven. Het blijkt dat het aantal voorzieningen in de afgelopen jaren stabiel is gebleven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0762.BP201201-D001_0024.jpg"

Sport en recreatie

In 2011 is het bestemmingsplan "Sportpark en omgeving, Liessel" vastgesteld, met ruimten voor voetbalvelden, een nieuwe sporthal, alsmede reserveruimten voor tennis en handbal. Vooralsnog blijven de tennis- en handbalvelden gevestigd aan de Molenweg. Voor beide locaties geldt de bestemming "Sport". Ingeval van verhuizing kunnen de vrijkomende tennis- en handbalvelden na een planwijziging de bestemming "Woongebied" krijgen.

Analyse en waardering

Liessel heeft een voorzieningfunctie voor de eigen bevolking. Voor aanvullende winkelmogelijkheden wordt uitgeweken naar Deurne, dat op relatief korte afstand ligt.

Het in stand houden van een acceptabel voorzieningenniveau is zoals in alle dorpen, een punt van zorg.

Alle bestaande functies worden positief bestemd, zoals nader toegelicht in paragraaf 4.4 Werken.

2.3.3.3 Groenstructuur

Voor de ruimtelijke kwaliteit van een dorp op de Brabantse zandgronden zoals Liessel is de groenstructuur van essentieel belang. De kwaliteit van de bebouwing is in het dorpscentrum mede bepalend, maar overigens "moet het groen het doen".

Buiten de kom ligt het relatief grootschalige landschapselement van de Liesselse Bossen, een bosgebied met een gemengd bomenbestand (loofbomen en dennen). Door de ligging nabij de kern vormt het een aantrekkelijk uitloopgebied. Voor het overige wordt Liessel omgeven door weilanden en landerijen, met op enige afstand aan de oostzijde de Deurnese Peel.

Binnen het plangebied liggen verspreid agrarische kavels, met name aan de zuidelijke rand. Een bijzonder element vormt de Astense Aa die in de Verordening ruimte als 'zoekgebied ecologische verbindingszone' en 'zoekgebied behoud en herstel waterststemen' is opgenomen.

Binnen de kom zijn voorts gevarieerde groenelementen aanwezig, zoals het Processiepark, buurtplantsoenen, en groen langs de straten.

Analyse en waardering

Liessel heeft nog steeds een herkenbare relatie met de basisstructuur van het landschap. Daaraan dankt Liessel de duidelijke identiteit van een dorp.

De verweving tussen dorp en landschap is met name aan de zuidwest-, west- en zuidoostzijde van Liessel aanwezig. Behoud hiervan staat voorop. Aan de noordoostzijde van de kern wordt de overgang tussen bebouwing en landschap mede bepaald door de nieuwe randweg en het zicht op het bedrijventerrein Willige Laagt.

Binnen de kern Liessel is er weinig onderlinge afstemming tussen het groen. De groenvoorzieningen in de uitbreidingsbuurten zijn 'blijven steken' in hun eigen tijd. Het groen in buurten moet doorontwikkelen van pioniersgroen naar meer duurzaam groen, hetgeen overigens een natuurlijk proces is.

afbeelding "i_NL.IMRO.0762.BP201201-D001_0025.jpg"

2.19 groenstructuurplan Deurne 2009

Groenstructuurplan Deurne 2009

Belangrijk voor de ontwikkeling van de groenstructuur van Liessel, is het gemeentelijk Groenstructuurplan Deurne 2009. Het groenplan voor Lieesel is weergegeven op afbeelding 2.19. Dit plan bevat de volgende aanbevelingen:

Groen naast wegen en op pleinen

  • De Hoofdstraat moet duidelijk onderscheidend zijn in het dorp. Gestreefd wordt naar een ononderbroken rij bomen van de eerste grootte.
  • De grotere zijwegen Oude Molen, Nieuwstraat, Mgr. Berkvensstraat, Zandstraat en Eikenlaan moeten eveneens begeleid worden door een bomenstructuur van de tweede grootte.
  • De markante plekken naast de Hoofdstraat vragen bijzondere groene accenten. Het plein voor De Kastanje is al door bomen omlijst.
  • Het voorheen stenige voorerf van de Willibrorduskerk is verzacht met een boom(groep).

Grotere groene gebieden

  • Het grootste groene gebied is het processiepark in combinatie met het kerkhof.
  • Ook het groengebied ten zuiden van de tennisbanen is als belangrijk groengebied aangemerkt. Dit is particulier groen.
  • De omgeving van het Mortierpad heeft een belangrijke groene uitstraling.
  • Streven is de kleinere groengebieden te behouden en waar mogelijk te verbinden. Met name ook van belang voor de flora en fauna (dorpsecologie).

Dorpsentrees

  • Dorpsentrees zijn gesitueerd aan het Loon, de Hoofdstraat, de Mgr. Berkvensstraat en de Eikenlaan.
  • De dorpsentrees markeren met markante bomen, zo mogelijk in combinatie met verkeersmaatregelen.
  • De entree bedrijventerrein Willige Laagt (vanaf de Biezendreef) vraagt een apart karakter ten opzichte van de overige dorpsentrees.

Molen De Volksvriend

  • In verband met de molenbiotoop moet de omgeving van de molen vrij zijn van hoge obstakels. De aanwezige dierenweide versterkt de dorpssfeer ter plaatse.

De groengebieden worden in dit plan beschermd door de bestemmingen:

  • Groen;
  • Verkeer (tevens groenvoorzieningen);
  • Agrarisch (geen bebouwing toegestaan).

Bomen

De bestaande waardevolle en monumentale bomen in Liessel, zoals opgenomen in het rapport "Groene Parel", zijn op afbeelding 2.20 aangegeven. Deze bomen zijn beschermd door een kapvergunning. Reden waarom in dit bestemmingsplan geen omgevingsvergunning is opgenomen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0762.BP201201-D001_0026.jpg"

2.20 groene parels

2.3.4 Openbare ruimten

De inrichting en verschijningsvorm van de openbare ruimte zijn bepalend voor de algemene stedenbouwkundige kwaliteit van een dorp of stad. In Liessel zijn in de voorbije jaren de Mgr. Berkvensstraat en de Hoofdstraat heringericht. De aanleg van de Biezendreef en de herinrichting van de Hoofdstraat tussen de Nieuwstraat en het pleintje voor De Kastanje, hebben de verblijfskwaliteit van het dorpscentrum belangrijk verbeterd.

Voor de openbare ruimten zijn groenplekken van groot belang, in het bijzonder:

  • processiepark
  • dierenweide bij molen De Volksvriend
  • plantsoen oorlogsmonument.

Daarom hebben deze locaties expliciet de bestemming "Groen" gekregen.

Een mooi groen gegeven vormt de straat Oude Molen, in het verlengde waarvan het onverharde pad naar de Liesselse bossen ligt. Oude Molen met pad vormt thans de enige herkenbare en bruikbare relatie tussen dorp en omgevend landschap, en is daarom aangemerkt als groene dorpspoort.

Sterk is ook de weide met de St. Joriskapel op de hoek Molenweg - Mgr. Berkvensstraat.