Plan: | Kom Liessel, 2e herziening |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0762.BP201201-D001 |
De bestaande toestand van het plangebied en de directe omgeving is weergegeven op kaart Bestaande toestand, bijlage 1 en de hiernavolgende afbeeldingen en foto's. De bestaande toestand wordt nader toegelicht volgens de lagenbenadering, zoals weergegeven op afbeelding 2.6. Achtereenvolgens de onderlaag / ondergrond (paragraaf 2.3.1), de tussenlaag / infrastructuur (paragraaf 2.3.2) en de bovenlaag / occupatielaag (paragraaf 2.3.3).
2.6 lagenbenadering
2.7 directe omgeving
Liessel ligt in het Brabants-Limburgse grensgebied. Dit gebied wordt doorsneden door een zuidoost-noordwest gericht breukenstelsel, waarvan de Peelrandbreuk de belangrijkste is. De Peelrandbreuk vormt de grens tussen de westelijke Centrale Slenk of Roerslenk en de oostelijk gelegen Peelschollen. Zie afbeelding 2.8. De breuk is nog steeds in beweging.
2.8 breuken in oostelijk Noord-Brabant en Midden-Limburg
Op afbeelding 2.9 is de geomorfologische kaart van Deurne weergegeven. Liessel ligt in de Slenk op een dekzandvlakte. Aan de oostzijde van het plangebied tekenen de Peelrandbreuk en het voormalige veengebied zich duidelijk af.
wijstgronden
In het noordoosten van het plangebied zijn wijstgronden gelegen, zoals op afbeelding 2.14 aangegeven. Wijst betreft een unieke combinatie van hydrologische, aardkundige, landschappelijke en ecologische verschijnselen die zich voordoen langs de genoemde breuken. Voor zover gelegen in het plangebied liggen deze ten zuiden van de Biezendreef die een doorsnijding van de wijstgronden tot gevolg heeft gehad. Voorts ligt de aanduiding 'wijstgronden' binnen de vigerende bestemmingen 'Bedrijf' en 'Wonen - VAB' in het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Willige Laagt'. Deze bestemmingen blijven inhoudelijk onveranderd. De aanduiding 'wijstgronden' heeft daarom geen doorwerking in dit bestemmingsplan.
2.9 geomorfologische kaart
De bodem binnen het plangebied en directe omgeving bestaat uit leemarm en zwak-lemig zand ((enk)eerdgronden, podzolgronden).
De hoogten zijn weergegeven op afbeelding 2.10 en variëren van ca. 26,50 m +NAP (aan de westkant) tot ca. 29,30 m +NAP (aan de oostkant).
2.10 actuele hoogtekaart Nederland (bron: www.ahn.nl)
De gemiddelde hoogste grondwaterstand bedraagt:
0,60 m -mv in de lagere delen en 2 m -mv in de hogere delen (bron: www.ahn.nl).
Voor vrijwel het gehele plangebied is de archeologische verwachtingswaarde hoog. Aangezien het hogere gronden zijn die sinds de Middeleeuwen bewoond worden, wekt dit gegeven weinig verwondering.
Het gebied ten oosten van de breuklijn, het oude natte veengebied, heeft logischerwijs een lage archeologische verwachtingswaarde.
Archeologisch is op de gronden met middelhoge en hoge verwachtingswaarden is de "Nota archeologische monumentenzorg gemeente Deurne, 2008" van toepassing. Cultuurhistorisch zijn de oude linten belangrijke stedenbouwkundige elementen, zie afbeeldingen 2.1 tot en met 2.4.
De archeologie en cultuurhistorie worden nader toegelicht in hoofdstuk 6.
De verkeersstructuur van Liessel (vastgelegd in het beleidsplan Verkeer en Vervoer) kent een heldere opzet. Zie afbeelding 2.11.
De ontsluiting van het dorp valt samen met de historisch gegroeide dorpsstructuur. Gelegen op de hoge rug bij de Astense Aa, vormen Loon - Hoofdstraat - Neerkantseweg onderdeel van de oude doorgaande route Deurne - Meijel. De doorgaande route verloopt nu via de Biezendreef en Snoertsebaan. Via de Mgr. Berkvensstraat is er de verbinding met Asten.
De aan de noordoostzijde van het dorp aangelegde randweg Biezendreef met aansluiting op de Snoertsebaan heeft de omvang van het doorgaand verkeer door de kern verkleind. Deze randweg is aangemerkt als een gebiedsontsluitingsweg categorie B.
2.11 wegenstructuur
30 km/u-gebied
Alle overige straten binnen het plangebied zijn aangeduid als 30 km/u-gebied en opgenomen als erftoegangsweg categorie B. Een onderscheid tussen verzamelstraten en woonstraten is door de beperkte omvang van de buurt niet aan de orde. Zie ook afbeelding 2.12.
Buiten de komgrenzen is grotendeels sprake van 60 km/u-wegen.
2.12 30 km/u-gebied
Fietspaden
Aan weerszijden van het traject Loon-Hoofdstraat-Neerkantseweg liggen fietsstroken. Dit geldt ook voor de Mgr. Berkvensstraat tot aan de kruising met de Molenweg. Daarna gaan de fietsstroken over in een gescheiden fietspad voor tweerichtingsverkeer en daarna weer fietsstroken op de Leenselweg. Op afbeelding 2.13 is een uitsnede weergegeven van het fietspadennetwerk zoals opgenomen in het gemeentelijk verkeers- en vervoerplan.
2.13 fietspadenstructuur
Paden
Oude paden vormen een kenmerkend element in de dorpsstructuur van veel Brabantse dorpen. In Liessel lopen een aantal paden vanuit het dorp naar het buitengebied, in enkele gevallen in combinatie met een fietspad. Het creëren van mogelijkheden voor de aanleg van meer paden, verhoogt de kwaliteit van de dagelijkse leefomgeving.
Openbaar vervoer
Het openbaar vervoer in Liessel is beperkt. Buslijn 26 Deurne - Meijel v.v. gaat via Liessel en rijdt in 2012 eenmaal per uur op werkdagen.
Analyse en waardering
Na vele jaren van verkeersoverlast heeft Liessel nu met de noordelijke randweg beduidend minder verkeersbewegingen door de kern gekregen. Uit een oogpunt van zowel verkeersveiligheid als verkeerslawaai en luchtverontreiniging is dit een aanmerkelijke vooruitgang.
Het openbaar vervoer is beperkt. Door de ligging van Liessel op relatief korte afstand (ca 5 km) van Deurne, biedt de fiets echter veelal uitkomst.
Liessel ligt geheel binnen het beheergebied van het waterschap Aa en Maas. Zie afbeelding 2.14.
2.14 waterstructuur
2.15 foto Astense Aa aan de Zandstraat
Grondwater
Met betrekking tot het grondwater is de Peelrandbreuk van belang. De breuklijn lligt oostelijk van Liessel, globaal ter plaatse van de Rodegraafweg.
De grondwaterstroming is hoofdzakelijk oost-west gericht. De gemiddeld laagste grondwaterstand (GLG) is aan de oostzijde van de kom circa 26,70 m +NAP en aan de westzijde 25,00 m +NAP.
De gemiddeld hoogste grondwaterstand (GHG) is aan de oostzijde van de kom circa 27,50 m +NAP en aan de westzijde 26,40 m +NAP.
In verband met het bouwrijp maken zijn in het verleden de gronden binnen het bedrijventerrein Willige Laagt opgehoogd, en recentelijk nog gronden in het plan Molenweg-West.
Oppervlaktewater
Aan de oostzijde wordt de begrenzing van het plangebied mede gevormd door de leggerwatergang Rode Graaf. Deze is opgenomen in het bestemmingsplan Buitengebied. In het zuidelijke plangebied valt deze leggerwatergang over relatief korte afstand binnen het plangebied, en watert af op de Astense Aa. De Astense Aa (zie afbeelding 2.15) grenst direct aan de zuidzijde van het plangebied. De Astense Aa is in de provinciale Verordening ruimte opgenomen als ecologische verbindingszone. Dit heeft een doorwerking in onderhavig bestemmingsplan, met een 25 meter brede aanduiding 'ecologische verbindingszone'.
Aan de westzijde van de kom ligt ook een leggerwatergang, de Leijsingloop. Een zijtak hiervan begint ten zuiden van het tennispaviljoen en loopt vervolgens in noordwestelijke richting.
Voor de afvoer van het stedelijke water zijn de watergangen aan de westzijde van Liessel van belang. Deze voeren af in noordelijke richting en komen uit in de Vreewijkse Loop.
N.B.
De leggerwatergangen in de directe omgeving van de kom Liessel zijn opgenomen in het bestemmingsplan Buitengebied, met uitzondering van de twee gedeelten die door voorliggend bestemmingsplan lopen, te weten:
Riolering
In 2011 is een basisrioleringsplan voor de kern Liessel vastgesteld. Daarbij is bepaald dat:
Analyse en waardering
Het rioolstelsel in Liessel kent geen waterhuishoudkundige problemen. Het oppervlaktewater is van ondergeschikte betekenis.
In paragraaf 6.3 Waterparagraaf wordt nader op de waterhuishouding ingegaan.
Bijzondere kabels en leidingen, zoals ondergrondse transportleidingen of hoogspanningsleidingen, komen binnen het plangebied niet voor.
Op afbeelding 2.16 is de ontwikkeling van de bebouwingsstructuur van Liessel schematisch weergegeven. De bebouwingsstructuur kan worden onderverdeeld in historisch gegroeide linten en planmatig ontwikkelde woonbuurten.
Liessel ontwikkelde zich tot circa 1950 op organische wijze: op particulier initiatief groeide er pand voor pand geleidelijk een langgerekte lintstructuur. In de periode na 1960 zijn, in de oksels van deze linten, planmatig nieuwe woonbuurten ontwikkeld.
2.16 ontwikkeling bebouwingsstructuur
bebouwingslinten
Loon, Hoofdstraat, Neerkantseweg en Mgr. Berkvensstraat zijn de historisch gegroeide bebouwingslinten binnen Liessel. Zonder enige vorm van bestemmingsregeling is deze structuur in de loop der tijd verdicht. Hierdoor is een organische, fijnschalige bebouwingsstructuur ontstaan van veelal vrijstaande woningen met variërende goot- en nokhoogte, verspringende rooilijn en wisselende nokrichting. Het merendeel van de woningen is opgebouwd uit één laag met een zadeldak.
In de linten staan de nodige voormalige agrarische boerderijgebouwen, die nog verwijzen naar de oorspronkelijke agrarische functie van Liessel.
De Hoofdstraat, met onder andere de kerk, het gemeenschapshuis, café’s en winkelvoorzieningen, wordt als dorpscentrum van Liessel aangemerkt.
woonbuurten
Na 1960 heeft de ontwikkeling van Liessel een planmatiger karakter gekregen. In de ruimte tussen de Zandstraat en de Hoofdstraat - Neerkantseweg is de eerste woonbuurt ontwikkeld, de Sintenbuurt. Ook de Zandstraat is als jong lint in hoge mate planmatig ontwikkeld. In de jaren ‘70 is vervolgens vanuit de Nieuwstraat de Buntsche Akkers ontwikkeld, een kleinschalige woonbuurt, met beperkte open ruimtes en een woonerfstructuur. De laatste grotere planmatig opgezette woonbuurt is de Wel en van recentere datum de buurt Overloop.
Woonservicezone
Een nieuwe stedenbouwkundige invulling vormt het project Woonservicezone (WSZ). In het plan is de nieuwbouw van het verzorgingshuis opgenomen, met daaraan gelieerde functies als artsenpraktijkruimten, peuterspeelzaal, buitenschoolse opvang en woningen.
bebouwingstypologie
De bebouwingstypologie in de linten wordt gekenmerkt door individuele panden met gevarieerde leeftijd, grootte, vorm en functie . Naast enkele grotere gebouwen (de kerk, het tot gemeenschapshuis verbouwde patronaatsgebouw) staan er voornamelijk vrijstaande en halfvrijstaande woningen in één en twee lagen met kap.
De bebouwingstypologie in de woonbuurten is in de Sintenbuurt en de Buntsche Akkers voornamelijk homogeen van karakter.
De Woonservicezone heeft een eigen karakteristiek met een voor Liessel grote maat.
hoogten
Het merendeel van de bebouwing in Liessel bestaat uit één of twee lagen met kap. In de linten is veelal sprake van per pand verschillende hoogten , terwijl de hoogten in de woonbuurten eerder per straat(deel) variëren.
De kerk vormt door zijn afwijkende hoogte en massa een accent binnen de bebouwingsstructuur en fungeert als oriëntatiepunt binnen de kern Liessel.
De nieuwbouw van de Woonservicezone met hoogten tot vier lagen vertegenwoordigt de nieuwe tijd in het dorp.
kapvormen
De bebouwing in Liessel is overwegend afgedekt met schuine kappen. Een uitzondering hierop vormen de bedrijfsgebouwen.
2.17 monumenten
Monumenten
De monumenten binnen het plangebied zijn aangegeven op afbeelding 2.17.
Binnen het plangebied staan twee gebouwen met de beschermde status van rijksmonument. Het betreft:
Verder zijn binnen het plangebied twee gebouwen aangemerkt als gemeentelijk monument:
Ook kent Liessel een aantal waardevolle bouwwerken die een positieve invloed hebben op het dorpsbeeld, zoals de:
Analyse en waardering
De verschijningsvorm van Liessel is in stedenbouwkundig en architectonisch opzicht redelijk gevarieerd.
De bebouwingsstructuur van Liessel kent een duidelijke driedeling tussen:
Binnen het plangebied staan vier monumenten. Daarnaast is op diverse plaatsen in de bebouwingslinten waardevolle c.q. beeldbepalende bebouwing aanwezig. Deze bebouwing heeft geen officiële status maar draagt wel bij aan het aantrekkelijke dorpsbeeld van Liessel.
Een beperkt aantal panden valt op in negatieve zin.
Een en ander leidt tot de volgende waardering:
De monumenten worden beschermd op basis van de Monumentenwet. Ten behoeve van de bescherming c.q. het respecteren van beeldbepalende panden, zijn in de juridische regeling "nadere eisen" opgenomen in artikel 19.4. Deze nadere eisenregeling is gekoppeld aan de in de Welstandsnota 2011 opgenomen "categorie 3 Historische dorpslinten".
De functies in het plangebied zijn weergegeven op afbeelding 2.18 en op de kaart Bestaande toestand, bijlage 1, alsmede en opgenomen in het overzicht gevestigde bedrijven, bijlage 2.
Liessel is een echt dorp met een menging van wonen, werken en voorzieningen.
De voorzieningen die binnen het dorp aanwezig zijn, zijn voornamelijk gericht op de eigen bevolking. In de oudere dorpslinten is sprake van een menging van wonen, detailhandel en bedrijvigheid. Historisch lagen er de nodige agrarische bedrijven, waarvan er thans nog één in bedrijf is. De woonbuurten hebben een overwegend monofunctioneel karakter. Wel zijn hier een aantal beroepen aan huis aanwezig.
2.18 functionele structuur
Bedrijvigheid
De bedrijvigheid is onderscheiden in:
Een overzicht van de gevestigde bedrijven is in bijlage 2 opgenomen.
Voorzieningen
De binnen het plangebied aanwezige voorzieningen zijn weergegeven in de navolgende tabel. Ter vergelijking is ook de situatie in 1999 en 2008 weergegeven. Het blijkt dat het aantal voorzieningen in de afgelopen jaren stabiel is gebleven.
Sport en recreatie
In 2011 is het bestemmingsplan "Sportpark en omgeving, Liessel" vastgesteld, met ruimten voor voetbalvelden, een nieuwe sporthal, alsmede reserveruimten voor tennis en handbal. Vooralsnog blijven de tennis- en handbalvelden gevestigd aan de Molenweg. Voor beide locaties geldt de bestemming "Sport". Ingeval van verhuizing kunnen de vrijkomende tennis- en handbalvelden na een planwijziging de bestemming "Woongebied" krijgen.
Analyse en waardering
Liessel heeft een voorzieningfunctie voor de eigen bevolking. Voor aanvullende winkelmogelijkheden wordt uitgeweken naar Deurne, dat op relatief korte afstand ligt.
Het in stand houden van een acceptabel voorzieningenniveau is zoals in alle dorpen, een punt van zorg.
Alle bestaande functies worden positief bestemd, zoals nader toegelicht in paragraaf 4.4 Werken.
Voor de ruimtelijke kwaliteit van een dorp op de Brabantse zandgronden zoals Liessel is de groenstructuur van essentieel belang. De kwaliteit van de bebouwing is in het dorpscentrum mede bepalend, maar overigens "moet het groen het doen".
Buiten de kom ligt het relatief grootschalige landschapselement van de Liesselse Bossen, een bosgebied met een gemengd bomenbestand (loofbomen en dennen). Door de ligging nabij de kern vormt het een aantrekkelijk uitloopgebied. Voor het overige wordt Liessel omgeven door weilanden en landerijen, met op enige afstand aan de oostzijde de Deurnese Peel.
Binnen het plangebied liggen verspreid agrarische kavels, met name aan de zuidelijke rand. Een bijzonder element vormt de Astense Aa die in de Verordening ruimte als 'zoekgebied ecologische verbindingszone' en 'zoekgebied behoud en herstel waterststemen' is opgenomen.
Binnen de kom zijn voorts gevarieerde groenelementen aanwezig, zoals het Processiepark, buurtplantsoenen, en groen langs de straten.
Analyse en waardering
Liessel heeft nog steeds een herkenbare relatie met de basisstructuur van het landschap. Daaraan dankt Liessel de duidelijke identiteit van een dorp.
De verweving tussen dorp en landschap is met name aan de zuidwest-, west- en zuidoostzijde van Liessel aanwezig. Behoud hiervan staat voorop. Aan de noordoostzijde van de kern wordt de overgang tussen bebouwing en landschap mede bepaald door de nieuwe randweg en het zicht op het bedrijventerrein Willige Laagt.
Binnen de kern Liessel is er weinig onderlinge afstemming tussen het groen. De groenvoorzieningen in de uitbreidingsbuurten zijn 'blijven steken' in hun eigen tijd. Het groen in buurten moet doorontwikkelen van pioniersgroen naar meer duurzaam groen, hetgeen overigens een natuurlijk proces is.
2.19 groenstructuurplan Deurne 2009
Groenstructuurplan Deurne 2009
Belangrijk voor de ontwikkeling van de groenstructuur van Liessel, is het gemeentelijk Groenstructuurplan Deurne 2009. Het groenplan voor Lieesel is weergegeven op afbeelding 2.19. Dit plan bevat de volgende aanbevelingen:
Groen naast wegen en op pleinen
Grotere groene gebieden
Dorpsentrees
Molen De Volksvriend
De groengebieden worden in dit plan beschermd door de bestemmingen:
Bomen
De bestaande waardevolle en monumentale bomen in Liessel, zoals opgenomen in het rapport "Groene Parel", zijn op afbeelding 2.20 aangegeven. Deze bomen zijn beschermd door een kapvergunning. Reden waarom in dit bestemmingsplan geen omgevingsvergunning is opgenomen.
2.20 groene parels
De inrichting en verschijningsvorm van de openbare ruimte zijn bepalend voor de algemene stedenbouwkundige kwaliteit van een dorp of stad. In Liessel zijn in de voorbije jaren de Mgr. Berkvensstraat en de Hoofdstraat heringericht. De aanleg van de Biezendreef en de herinrichting van de Hoofdstraat tussen de Nieuwstraat en het pleintje voor De Kastanje, hebben de verblijfskwaliteit van het dorpscentrum belangrijk verbeterd.
Voor de openbare ruimten zijn groenplekken van groot belang, in het bijzonder:
Daarom hebben deze locaties expliciet de bestemming "Groen" gekregen.
Een mooi groen gegeven vormt de straat Oude Molen, in het verlengde waarvan het onverharde pad naar de Liesselse bossen ligt. Oude Molen met pad vormt thans de enige herkenbare en bruikbare relatie tussen dorp en omgevend landschap, en is daarom aangemerkt als groene dorpspoort.
Sterk is ook de weide met de St. Joriskapel op de hoek Molenweg - Mgr. Berkvensstraat.