Plan: | Kom Vrouwenpolder |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0717.0031BPVrpAp-VG01 |
Agrarisch (A) (artikel 3)
De bestemming Agrarisch is opgenomen voor agrarische percelen waarvan de gronden uitsluitend mogen worden gebruikt voor grondgebonden agrarische bedrijven. Voor verschillende gronden is sprake van een specifieke functie deze zijn aangeduid met aparte aanduidingen, namelijk: 'landschapswaarden', 'natuurwaarden', 'specifieke vorm van agrarisch - randzone' en 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - open nagenoeg onbebouwd gebied'.
Aan de Fort den Haakweg is een overloopterrein aanwezig. Aan deze gronden is de aanduiding 'parkeerterrein' toegekend.
Op de agrarische percelen bevindt zich één huiskavel met agrarische bedrijfsgebouwen (Noorddijk). Daar is een agrarisch bouwvlak aan toegekend.
Voor het behoud van de landschapswaarden en natuurwaarden is voor het beplanten met houtgewassen een omgevingsvergunning nodig.
Binnen de bestemming zijn verschillende afwijkings- en wijzigingsbevoegdheden toegestaan.
Bedrijf (B) (artikel 4)
De aanwezige bedrijven (niet zijnde agrarische bedrijven, detailhandels- en horecabedrijven) in het plangebied (maar buiten het centrumgebied) zijn bestemd tot "Bedrijf". Om eventuele hinder van bedrijven zo veel mogelijk te voorkomen, is de toelaatbaarheid van (nieuwe) bedrijven in de regels gekoppeld aan een Staat van Bedrijfsactiviteiten "functiemenging". De Staat maakt deel uit van de regels. In het plangebied (hoofdzakelijk een woonomgeving) zijn alleen bedrijven uit categorie A en B1 rechtstreeks toelaatbaar. (Zie ook paragraaf 3.1). De twee aannemers aan de Dorpsdijk passen vanwege de oppervlakte van het bedrijf niet (> 1.000 m²) binnen de Staat van bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'. Beide bedrijven veroorzaken echter geen problemen en zijn dan ook positief bestemd. Beide bedrijven zijn voorzien van een aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 1'.
Dit betekent dat na bedrijfsbeëindiging zich hier uitsluitend een bedrijf kan vestigen met dezelfde bedrijfsactiviteiten, dan wel een bedrijf dat wel past binnen de in het plan aangegeven toelaatbare categorieën van bedrijfsactiviteiten. De bestaande rechten van het aanwezige bedrijf worden hiermee gerespecteerd.
Het is toegestaan dat de gevestigde bedrijven worden vervangen door andere bedrijven uit categorie A en B1.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - rioolgemaal' is uitsluitend een rioolgemaal toegestaan. Voor de zend- en ontvanginstallatie aan de Fort den Haakweg is eveneens een aparte aanduiding opgenomen.
Bij een omgevingsvergunning afwijken van de categorieën is mogelijk voor bedrijven die één categorie hoger voorkomen dan toelaatbaar of voor bedrijven die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten voorkomen. Hiervoor dient echter advies ingewonnen te worden bij een milieudeskundige.
Binnen de bedrijfsbestemming zijn detailhandelsactiviteiten als ondergeschikte neventak toegestaan. Daarnaast is per bedrijf één bedrijfswoning toegestaan.
Geluidshinderlijke (Wgh-inrichtingen) en risicovolle inrichtingen (Bevi-inrichtingen) zijn niet toegestaan. In artikel 1 zijn hiervan begripsbepalingen opgenomen. Evenmin is de (ondergeschikte) verkoop van consumentenvuurwerk en de opslag daarvan toegestaan.
Beroepsmatige en/of bedrijfsmatige activiteiten in een woning zijn mogelijk, evenals het gebruik van een aan- of uitbouw of een bijgebouw voor recreatief nachtverblijf. Voor mantelzorg is een bevoegdheid tot afwijken opgenomen.
Detailhandel (artikel 5)
De supermarkt aan de Fort den Haakweg ligt buiten het centrumgebied. Winkels in het centrumgebied hebben een gemengde bestemming gekregen (zie toelichting hierna op artikel 6). Aan de supermarkt is de bestemming Detailhandel toegekend. Binnen deze bestemming mogen goederen bedrijfsmatig te koop worden aangeboden, verkocht en geleverd. Daarnaast is in de specifieke gebruiksregels bepaald dat ondergeschikte horeca-activiteiten uit categorie 1a van de Staat van Horeca-activiteiten zijn toegestaan. Deze activiteiten zijn gebonden aan een maximum oppervlaktemaat. Deze regeling is opgenomen om winkeliers de mogelijkheid te geven om aan hun klanten een hapje of een drankje aan te kunnen bieden. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een koffiehoekje.
De verkoop en opslag van consumentenvuurwerk is overeenkomstig het gemeentelijke spreidingsbeleid op dit punt niet in Vrouwenpolder toegestaan. Dit geldt ook voor detailhandel in volumineuze goederen. Wat hieronder wordt verstaan is verklaard in artikel 1 (Begrippen).
Per bedrijf is één bedrijfswoning toegestaan waarvoor een inhouds- en een oppervlaktemaat zijn opgenomen. Beroepsmatige en/of bedrijfsmatige activiteiten in een woning zijn mogelijk, evenals het gebruik van een aan- of uitbouw of een bijgebouw voor recreatief nachtverblijf. Voor mantelzorg is een bevoegdheid tot afwijken opgenomen.
Binnen de bestemming Detailhandel is door middel van het aanwijzen van een bouwvlak waarbinnen hoofdgebouwen zijn toegestaan de indeling van het bestemmingsvlak op de kaart tot uitdrukking gebracht.
Gemengd (GD) (artikel 6)
Voor het centrumgebied langs de Dorpsdijk is de bestemming 'Gemengd' opgenomen. De begrenzing van het centrumgebied is afgestemd op de grens uit de in 2002 door de gemeenteraad vastgestelde structuurvisie Vrouwenpolder.
Voor de Dorpsdijk 19-29 en 31(a) is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor herontwikkeling van de percelen en herprofilering op dit gedeelte van de Dorpsdijk van het straatprofiel. In paragraaf 2.3 wordt hier nader op ingegaan.
Binnen de bestemming Gemengd zijn uiteenlopende functies toegestaan, waaronder wonen, detailhandel en dienstverlening, maatschappelijke voorzieningen, kantoren, bedrijven uit categorie A en B1 en horeca.
Om eventuele hinder van horecabedrijven zo veel mogelijk te voorkomen, is de toelaatbaarheid gekoppeld aan de Staat van Horeca-activiteiten en is het gebruik van achtererven van horecabedrijven als terras en / of speeltuin niet toegestaan. De Staat van Horeca-activiteiten maakt deel uit van de regels. Horeca-activiteiten uit categorie 1a en 1b van de Staat (lichte vormen van horeca of zogenaamde 'zachte' horeca) zijn rechtstreeks toegestaan. Reeds aanwezige zwaardere vormen van horeca (bijvoorbeeld hotels) zijn bevestigd. Vergelijkbaar met de regeling binnen de bestemming Bedrijf zijn deze bedrijven voorzien van aanduidingen 'horeca tot en met horecacategorie 1c'.
Op basis van het geformuleerde beleid in de Kadernotitie horeca en detailhandel (2006) zijn ten hoogste 5 horecabedrijven in het centrumgebied rechtstreeks toegestaan. Met een afwijkingsmogelijkheid kunnen daar ten hoogste drie bedrijven aan worden toegevoegd. Het kan daarbij uitsluitend gaan om horecabedrijven uit ten hoogste categorie 1b van de Staat van Horeca-activiteiten. Daarnaast moeten de winkels passen in het huidige karakter van het centrum. Dat houdt onder andere in dat het bedrijfsvloeroppervlak van een detailhandelsvestiging niet groter mag zijn dan 500 m².
Terrassen en/of speeltuinen op achtererven zijn alleen mogelijk met toepassing van een in het plan opgenomen afwijkingsbevoegdheid Ook verblijfsrecreatie boven horeca en detailhandel kan worden toegestaan met toepassing van een in het plan opgenomen afwijkingsbevoegdheid. Daarnaast kan worden afgeweken voor het toepassen van een hoger bebouwingspercentage op gronden met de aanduiding 'erf' (e).
Per bedrijf/kantoor/instelling is één bedrijfswoning toegestaan waarvoor een inhouds- en een oppervlaktemaat zijn opgenomen. Beroepsmatige en/of bedrijfsmatige activiteiten in een woning zijn mogelijk, evenals het gebruik van een aan- of uitbouw of een bijgebouw voor recreatief nachtverblijf. Voor mantelzorg is een bevoegdheid tot afwijken opgenomen.
Groen (G) (artikel 7 )
Structurele groenvoorzieningen in de kern zijn voorzien van de bestemming 'Groen'. Op de gronden met deze bestemming mogen niet voor bewoning of (recreatief) nachtverblijf bestemde gebouwen worden opgericht zoals gebouwen voor een jeugdontmoetingsplaats. De afmetingen van een gebouw moeten beperkt blijven (maximaal 15 m² en ten hoogste 3,5 meter hoog).
Horeca (H) (artikel 8)
Buiten het gebied dat is bestemd tot 'Gemengd' ligt Hotel Café Restaurant Duinoord en het Pannenkoekenhuis 'Heksenketel'. Deze zijn voorzien van de bestemming 'Horeca'. Evenals in de bestemming Gemengd is de toelaatbaarheid van horeca-activiteiten gekoppeld aan de Staat van Horeca-activiteiten. Uit milieuhygiënisch oogpunt is in principe categorie 1b maximaal toelaatbaar. Hotels zijn ingedeeld in categorie 1c.
Ook binnen de bestemming 'Horeca' is door middel van het aanwijzen van een bouwvlak waarbinnen hoofdgebouwen zijn toegestaan de indeling van het bestemmingsvlak op de kaart tot uitdrukking gebracht. Het realiseren van een terras of speeltuin op het achtererf is alleen mogelijk met toepassing van een afwijkingsbevoegdheid.
Bij een omgevingsvergunning afwijken is mogelijk voor horecabedrijven die één categorie hoger voorkomen dan toelaatbaar of voor horecabedrijven die niet in de Staat van Horeca-activiteiten voorkomen. Hiervoor dient echter advies ingewonnen te worden bij een milieudeskundige.
Per bedrijf is één bedrijfswoning toegestaan waarvoor een inhouds- en een oppervlaktemaat is opgenomen. Beroepsmatige en/of bedrijfsmatige activiteiten in een woning zijn mogelijk, evenals het gebruik van een aan- of uitbouw of een bijgebouw voor recreatief nachtverblijf. Voor mantelzorg is een bevoegdheid tot afwijken opgenomen.
Maatschappelijk (M) (artikel 9)
Deze bestemming is opgenomen voor verschillende maatschappelijke functies buiten het gemengde gebied. Binnen deze globale bestemming zijn de meest gangbare maatschappelijke voorzieningen toegestaan. Daarnaast zijn rechtstreeks met de maatschappelijke voorzieningen samenhangende ondergeschikte detailhandels- en /of horeca-activiteiten mogelijk. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan de in de dagelijkse praktijk voorkomende situatie dat in maatschappelijke voorzieningen een ruimte is gevestigd waar een hapje of een drankje kan worden genuttigd.
Gelet op het specifieke gebruik van de begraafplaats is hiervoor een aparte aanduiding opgenomen.
Per instelling, met uitzondering van de begraafplaats, is één bedrijfswoning toegestaan waarvoor een inhouds- en een oppervlaktemaat is opgenomen. Beroepsmatige en/of bedrijfsmatige activiteiten in een woning zijn mogelijk, evenals het gebruik van een aan- of uitbouw of een bijgebouw voor recreatief nachtverblijf. Voor mantelzorg is een bevoegdheid tot afwijken opgenomen.
Gebouwen moeten worden opgericht binnen het aangeduide bouwvlak.
Natuur (N) (artikel 10)
Het duingebied is bestemd voor Natuur. Binnen deze bestemming zijn onder andere ook wandelpaden en strandovergangen toegestaan. Voor de bescherming van de natuurwaarden is een aanlegverbod zonder omgevingsvergunning (voorheen aanlegvergunning) opgenomen.
Recreatie - Dagrecreatie (R-DR) (artikel 11)
De volkstuinen, de paardenhouderij en de tropische tuin aan de Fort den Haakweg zijn als zodanig bestemd en hebben ook een aparte aanduiding gekregen. Bij de tropische tuin is daarnaast beperkte bebouwing en een bedrijfswoning toegestaan.
Recreatie – Verblijfsrecreatie -2 (R-VR-2)(artikel 12)
Voor de individuele recreatiewoningen is de bestemming Recreatie - Verblijfsrecreatie - 2 opgenomen. (De bestemming is ontleend aan de modelregels van de gemeente. De bestemming Recreatie - Verblijfsrecreatie - 1 komt in het plangebied niet voor).
Dit zijn veelal woningen die oorspronkelijk als woning voor permanente bewoning zijn gebouwd maar kunnen ook voorkomen in een complex.
Binnen de bestemming Recreatie-Verblijfsrecreatie is door middel van het aanwijzen van een bouwvlak waarbinnen hoofdgebouwen zijn toegestaan de indeling van het bestemmingsvlak op de kaart tot uitdrukking gebracht.
Waar het situaties betreft van gestapelde recreatieappartementen, is dit met behulp van de bouwaanduiding 'gestapeld' op de plankaart tot uitdrukking gebracht. Het is onder voorwaarden mogelijk de bestemming te wijzigen in een woonbestemming.
Sport (S) (artikel 13)
Het sportcomplex aan de Fort den Haakweg is bestemd voor Sport. Op dit complex is een verenigingsgebouw aanwezig. De maximum oppervlakte aan gebouwen en overkappingen is afgestemd op de huidige situatie met een beperkte uitbreidingsmogelijkheid.
Tuin (T) (artikel 14)
Woonpercelen worden in beginsel geheel bestemd voor Wonen. Een aantal percelen is echter dusdanig groot en onbebouwd dat de bestemming Tuin meer voor de hand ligt. Op de gronden achter de Dorpsdijk 49 is een kwekerij gelegen. Deze is als zodanig bestemd.
Op de bestemming Tuin zijn alleen bouwwerken, geen gebouwen zijnde en gebouwen voor nutsvoorzieningen toegestaan.
Verkeer (V) (artikel 15)
De bestemming Verkeer heeft betrekking op wegen, voet- en fietspaden, groenvoorzieningen, sloten en watergangen, maar maakt ook pleinen, terrassen, jongerenontmoetingsplekken en afvalverzamelvoorzieningen mogelijk. Hiermee is ondergeschikte herinrichting van de openbare ruimte mogelijk zonder dat, onnodig, gedetailleerde bepalingen van het bestemmingsplan dergelijke ontwikkelingen in de weg staan en planherziening nodig zou zijn.
Op gronden met de bestemming Verkeer zijn naast niet voor bewoning bestemde gebouwen tevens terrasoverkappingen toegestaan.
Op de Dorpsdijk is het tankstation aangegeven met de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg'.
Water (WA) (artikel 16)
Al de bestaande waterpartijen en (primaire) waterlopen zoals sloten, watergangen en singels, wateraanvoer en –afvoer, waterberging en waterhuishoudkundige voorzieningen zijn bestemd tot Water.
Waterstaatwerken (WW) (artikel 17)
De bestemming Waterstaatswerken is opgenomen ter bescherming van de waterkerende functie. Overeenkomstig het bestaande gebruik zijn paden, parkeervoorzieningen en groenvoorzieningen binnen deze bestemming toegestaan. Er zijn aparte aanduidingen opgenomen voor het behoud van de beschermde dijk en de aanwezige natuurwaarden en kreekruggen.
Wonen (W) (artikel 18)
De gronden met de bestemming Wonen zijn bestemd voor wonen en de bijbehorende tuinen en erven. Het betreft de woonbestemmingen ten zuiden van de Noorddijk, met uitzondering van Fort den Haakweg 40.
Beroepsmatige en/of bedrijfsmatige activiteiten in een woning zijn mogelijk, evenals het gebruik van een aan- of uitbouw of een bijgebouw voor recreatief nachtverblijf. Voor mantelzorg is een bevoegdheid tot afwijken opgenomen. De woonfunctie van de woning en het woongebied mag evenwel niet worden aangetast en als maximale oppervlaktemaat voor deze activiteiten wordt 40 m² aangehouden.
Situering hoofdgebouwen, aan- of uitbouwen en bijgebouwen
Binnen de bestemming Wonen is door middel van het aanwijzen van bouwvlakken waarbinnen hoofdgebouwen en overkappingen zijn toegestaan en de aanduiding "erf" de indeling van het woonperceel tot uitdrukking gebracht. Woningen behoeven niet geheel binnen bouwvlakken voor hoofdgebouwen te worden gebouwd. Ook op het erfbouwvlak mogen bijgebouwen en aan- of uitbouwen in gebruik worden genomen als woonruimten.
De gronden zonder aanduiding, betreffen de gronden waar geen gebouwen en overkappingen zijn toegestaan. Het gaat hoofdzakelijk om gronden vóór de voorgevel van hoofdgebouwen (woningen). In gevallen waarbij sprake is van twee voorgevelrooilijnen (hoekpercelen) zijn de gronden zonder aanduiding merendeels aan twee zijden gelegd. Dit is gedaan omdat aan- en uitbouwen en bijgebouwen in de voortuin de kwaliteit van de openbare ruimte onder druk kunnen zetten (achterkantsituaties aan de voorzijde van woningen). Kleinschalige aan- of uitbouwen vóór de voorgevellijn – zoals erkers – zijn wel mogelijk.
In een aantal situaties wordt in de bouwregels de afstand van hoofdgebouwen geregeld ten opzichte van perceelsgrenzen. Los van specifieke situaties geldt als algemeen uitgangspunt dat deze bouwwerken worden gebouwd op ten minste 3 meter uit de perceelsgrens (voor vrijstaande of twee aaneengebouwde woningen).
Oppervlakte bebouwing
De bouwvlakken waar hoofdgebouwen zijn toegestaan, mogen volledig worden bebouwd met gebouwen. Wel dienen de in de bouwregels opgenomen minimumafstandsmaten tussen gebouwen op hetzelfde bouwperceel en minimumafstandsmaten tussen het hoofdgebouw en de zijdelingse perceelsgrens in acht te worden genomen.
Om te voorkomen dat te ruime bouwmogelijkheden en extra bouwcapaciteit worden gecreëerd, is de breedte van de bouwvlakken voor hoofdgebouwen zoveel mogelijk afgestemd op de bestaande situatie.
De gronden met de aanduiding 'erf' (e) mogen voor ten hoogste 50% en maximaal 60 m2worden bebouwd met aan- of uitbouwen en bijgebouwen. Indien de toelaatbare te bebouwen oppervlakte minder bedraagt dan 30 m2 is een bebouwingspercentage van 75% toegestaan tot een maximum van 30 m2.
In de oude bestemmingsplannen die door het voorliggende bestemmingsplan worden herzien, zijn woonpercelen aanwezig met een bouwvlak maar zonder erf. Veelal betreft het percelen met vrijstaande woningen. In die bestemmingsplannen mochten deze percelen voor ten hoogste 30% mogen worden bebouwd, waarbij de bebouwing binnen het bouwvlak moet worden gesitueerd.
In voorliggend bestemmingsplan is deze systematiek in de meeste gevallen vervangen door een systematiek met bouwvlakken voor hoofdgebouwen en overkappingen en gronden met de aanduiding erf. Deze nieuwe systematiek biedt in het algemeen meer bouwmogelijkheden dan de oude systematiek.
Voor sommige woonpercelen is het echter praktisch onmogelijk om de nieuwe systematiek toe te passen. Dat kan verschillende oorzaken hebben. De woningen zijn bijvoorbeeld niet direct georiënteerd op de openbare weg, staan niet in een rooilijn met de woningen op de naastgelegen percelen of de woonpercelen zijn erg groot en niet regelmatig van vorm. Voor deze woonpercelen is de oude systematiek gehandhaafd, dat wil zeggen: één groot bouwvlak en geen aanduiding 'erf'. Het volledig kunnen bebouwen van deze bouwvlakken acht het gemeentebestuur uit ruimtelijk oogpunt niet gewenst. Voor deze bouwvlakken is daarom een maximum bebouwingspercentage opgenomen. Dit percentage biedt doorgaans ruim voldoende mogelijkheden voor uitbreiding van de bebouwing.
Bouwwijze van woningen
In beginsel is de bouwwijze van grondgebonden woningen vrij gelaten. Waar dat uit stedenbouwkundige overwegingen gewenst is en voor karakteristieke situaties, is de bouwwijze met behulp van bouwaanduidingen (letters tussen haakjes) vastgelegd. De volgende bouwaanduidingen zijn gehanteerd:
[gs] voor gestapelde woningen. Gestapelde woningen mogen slechts ter plaatse van deze aanduiding worden gerealiseerd.
[tae] voor woningen die met een maximum van twee aaneen mogen worden gebouwd. De twee-onder-één-kapwoningen kunnen (in rijen) worden geschakeld, door aan- en uitbouwen. Om het beeld van aaneengebouwde woningen (rijtjeswoningen) te voorkomen dienen aan- of uitbouwen 3 meter achter de voorgevel te worden gebouwd en dienen deze in verhouding tot de hoofdgebouwen een duidelijk ondergeschikt karakter te krijgen. Uitgangspunt is ten hoogste één bouwlaag met een platte afdekking of desgewenst met een kap.
[vrij] voor woningen die uitsluitend geheel vrijstaand mogen worden gebouwd. Voor het behoud van een open bebouwingsstructuur moet de afstand van een hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens ten minste 3 meter bedragen. Er zijn geen afwijkingsbepalingen opgenomen om deze voorgeschreven afstand te verkleinen.
Op het perceel aan de Dorpsdijk 49 is tevens kleinschalige detailhandel en opslag toegestaan en aan de Fort den Haakweg 16 een atelier.
Wonen - 1 (W - 1)(artikel 19)
De gronden met de bestemming Wonen zijn bestemd voor wonen en de bijbehorende tuinen en erven. Het betreft de woonbestemmingen ten noorden van de Noorddijk, met uitzondering van Fort den Haakweg 40.
De bestemmingssystematiek is overeenkomstig het bestemmingsplan Buitengebied (1996).
Binnen de bestemming Wonen zijn binnen de bouwvlakken gebouwen toegestaan met hieraan gekoppeld maximale oppervlakten.
Het maximale aantal wooneenheden is vastgelegd met de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden'. Hiermee wordt voorkomen dat binnen de bouwvlakken extra woningen worden gebouwd en wordt de ruimelijk-stedenbouwkundige kwaliteit gewaarborgd. Tevens zijn voor een aantal van deze percelen bijzondere aanduidingen opgenomen zoals 'specifieke vorm van wonen - voormalig agrarisch bedrijf', 'verblijfsrecreatie' en 'opslag'.
Binnen de bestemming zijn verschillende afwijkings- en wijzigingsbevoegdheden toegestaan. Waaronder het toestaan van Nieuwe Economische Dragers ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voormalig agrarisch bedrijf'.
Waarde-Archeologie -1 (WR-A - 1) (artikel 20)
Waarde-Archeologie -2 (WR-A - 2) (artikel 21)
De in deze artikelen aangegeven bestemmingen betreffen zogenoemde dubbelbestemmingen. De dubbelbestemmingen zijn met arceringen op de kaart weergegeven. De bestemmingen vallen samen met een groot aantal andere bestemmingen. De regeling heeft tot doel de bescherming en veiligstelling van het archeologisch erfgoed in de bodem. Hiervoor is het beleid zoals dat is vermeld in paragraaf 3.3 leidend.
Voordat er ten behoeve van een samenvallende bestemming (bijvoorbeeld Wonen) een
omgevingsvergunning voor het bouwen kan worden verleend, moet eerst worden nagegaan of daardoor geen onevenredige schade aan de archeologische waarden wordt toegebracht. Om deze afweging mogelijk te maken is het bouwen afhankelijk gemaakt van een omgevingsvergunning.
Voor andere werkzaamheden dan bouwen (bijvoorbeeld graven) is een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden nodig. Deze wordt niet verleend indien daardoor in onevenredige mate schade aan de archeologische waarde wordt of kan worden toegebracht. Slechts onder bepaalde voorwaarden is geen omgevingsvergunning noodzakelijk.
Waarde - Hydrologische bufferzone (WR-HB) (artikel 22)
Deze dubbelbestemming is opgenomen voor die gronden waar ook andere bouwbestemmingen aanwezig zijn of andere functies van belang zijn. De bescherming van de hydrologische bufferzone wordt op deze manier gewaarborgd.
Voor werkzaamheden (bijvoorbeeld graven van sloten) is een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden nodig. Deze wordt niet verleend indien daardoor in onevenredige mate schade aan de hydrologische bufferzone wordt of kan worden toegebracht. Slechts onder bepaalde voorwaarden is geen omgevingsvergunning noodzakelijk.
Waterstaat - Waterkering (WS-WK) (artikel 23)
De dubbelbestemming Waterstaat - Waterkering is opgenomen voor die gronden waar ook andere bouwbestemmingen aanwezig zijn of andere functies van belang zijn.
De bescherming van de waterkering is afgestemd op de kernzone van de Keur waterkeringszorg van het waterschap. Omdat de keur voldoende waarborgen biedt voor de bescherming van de waterkering wordt het opnemen van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden niet noodzakelijk geacht. Dubbele regelgeving wordt hiermee voorkomen.
Op de gronden mogen uitsluitend ten behoeve van de bestemming bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd. Ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering. Onder voorwaarden is het bij een omgevingsvergunning mogelijk hiervan af te wijken. Één van de voorwaarden is dat de waterstaatkundige belangen door de bouwactiviteiten niet worden geschaad.