direct naar inhoud van 8.4 Welke bestemmingen
Plan: Leiden Noordwest
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0546.BP00002-0301

8.4 Welke bestemmingen

Bij het opstellen van het onderhavige bestemmingsplan is aansluiting gezocht bij de in de Wet ruimtelijke ordening en het Besluit ruimtelijke ordening geformuleerde uitgangspunten. Daarnaast is voor het bestemmingsplan aangesloten bij de landelijke standaard voor bestemmingsplannen: de Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen 2008 (SVBP2008) en de Wabo. In het kader van de nieuwe wetgeving wordt niet langer gesproken over voorschriften maar over regels, vrijstellingen worden afwijkingen genoemd. De plankaart heet nu verbeelding.

8.4.1 Bestemmingen

Artikel 3 Agrarisch met waarden - natuur- en landschapswaarden

Deze bestemming is bedoeld voor gebieden waar de aanwezige natuur- en landschappelijke waarden behouden en beschermd moet worden. Gronden die deze bestemming hebben mogen niet worden bebouwd met gebouwen. Slechts terreinafscheidingen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde mogen worden opgericht.

Artikel 4 Bedrijf

De milieuwetgeving biedt geen adequate planologische bescherming meer, omdat voor veel bedrijfsactiviteiten geen milieuvergunning meer nodig is. Daarom is het wenselijk een flexibele, op het plangebied toegespitste Staat van Bedrijfsactiviteiten op te nemen. Daarom zijn binnen de bestemming 'Bedrijf' bedrijven mogelijk die zijn genoemd in de Staat van Bedrijfsactiviteiten onder de milieucategorieën 1 en 2. Indien een bepaald bedrijf 1) niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten voorkomt of 2) tot een hogere categorie gerekend wordt, maar naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen is met de toegelaten milieucategorieen, kan een bedrijf toch toegestaan worden door gebruikmaking van de afwijkingsbevoegdheid.

Het is wenselijk om productiegebonden detailhandel, bedrijfsgebonden niet-zelfstandige kantoorruimte en ondersteunende horeca (categorie I en II) ter plaatse positief te bestemmen. In de bouwregels zijn voorts specifieke regelingen opgenomen ten aanzien van vlaggenmasten, luifels, lichtmasten en reclameborden aangezien dit bouwwerken zijn die regelmatig voorkomen binnen een bedrijvenbestemming.

Aandacht is er voor het feit dat per 1 oktober 2000 het verbod op 'seksinrichtingen' is opgeheven. Hieronder worden in elk geval verstaan: seksbioscoop, automatenhal, theater, parenclub of prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar. Dit wordt dan een normale tak van bedrijf die binnen de bestemming 'Bedrijf' valt. In de specifieke gebruiksregels is opgenomen dat onder strijdig gebruik in ieder geval wordt verstaan het gebruik van gronden, gebouwen, bouwwerken en onderkomens ten behoeve van een seksinrichting en/of escortbedrijf, raamprostitutie en straatprostitutie.

Specieke gebruiksregels zijn gesteld om de omvang van productiegebonden en/of ondersteunende detailhandel en horeca in de hand te houden. Eveneens zijn beperkende gebruiksregels opgenomen voor bedrijfsgebonden niet-zelfstandige kantoorruimte.

Artikel 5 Bedrijf - Nuts

De bestemming Bedrijf-Nuts omvat nutsvoorzieningen, zoals energie-, warmte- en telecommunicatievoorzieningen.

Artikel 6 Gemengd

De bestemming 'Gemengd' is gekozen indien hetzelfde perceelsdeel meer dan twee centrumdoeleinden mag omvatten, zoals kantoren, maatschappelijke voorzieningen, dienstverlening, wonen, detailhandel en cultuur en ontspanning.

Artikel 7 Gemengd - Molen

Een specifieke bescherming kent het bestemmingsplan voor de in of buiten het plangebied aanwezige molens voor zo ver deze qua eventuele hinder voor de windvang relevant zijn. De bestemmingen zijn beschermend van aard en voorzien niet in eventuele bouwkundige ingrepen of veranderingen.

In artikel 27.2 Vrijwaringszone -Molenbiotoop is een regeling opgenomen om de windvang en de zicht op de molen, met inachtneming van bestaande beperkingen, zo veel als mogelijk te beschermen. Binnen een straal van 400 meter gelden specieke bouwregels.

Artikel 8 Groen

De bestemming 'Groen' omvat openbaar groen zoals parken, water, groenstroken, brede bermen. Op of in deze gronden mogen alleen gebouwen worden opgericht ter plaatse van het aangeduide bouwvlak. Bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn qua hoogte gemaximeerd op 3 meter.

Wel toegestaan zijn wandel- en fietspaden (waarop ook bromverkeer mag rijden) en verkeer ten behoeve van hulpdiensten, het ophalen van vuilnis en verhuizen. Voor deze vormen van gemotoriseerd verkeer mogen de wandel- en fietspaden zodanig breed worden aangelegd dat de voertuigen er overheen kunnen rijden zonder over de groene perken te hoeven rijden.

Artikel 9 Horeca

De bestemming 'Horeca' wordt gekozen voor horecabedrijven. Middels aanduidingen op de plankaart worden horecabedrijven toegestaan in een bepaalde categorie. In het bestemmingsplan komen twee horecacategorieen voor, te weten categorie III (restaurants, eetcafés, café-restaurants, grand-cafés) en VI (hotels). Terrassen bij horecavoorzieningen zijn alleen toegestaan daar waar dit op de verbeelding met een aanuiding 'terras' (tr) is aangegeven.

Artikel 10 Kantoor

De bestemming 'Kantoor' geeft regels ten aanzien van gronden die bestemd zijn voor kantoren.

Artikel 11 Maatschappelijk

De bestemming 'Maatschappelijk' is zeer ruim van opzet. Hieronder vallen bijvoorbeeld onderwijsvoorzieningen, kinderopvang, (para)medische en verpleegvoorzieningen, bejaardenvoorzieningen, welzijnsvoorzieningen en culturele voorzieningen, sociale voorzieningen (waaronder opvangcentra of sociaal pension), overheidsvoorzieningen (waaronder wijkonderkomens, politiebureaus, brandweerkazernes), religieuze voorzieningen en voorzieningen van openbaar nut. Ook gebouwen voor recreatieve voorzieningen zijn onder deze bestemming ondergebracht. Dergelijke recreatieve voorzieningen kunnen planologisch vaak niet goed onderscheiden worden van maatschappelijke doeleinden. Een aantal van die voorzieningen zoals bijvoorbeeld een sportschool en balletschool hebben zowel een recreatieve als een onderwijsfunctie, terwijl de gymzalen van scholen in de avonduren verhuurd worden aan sportclubs. Een grootschalige accommodatie als een zwembad valt onder de aparte bestemming recreatieve doeleinden. Tevens biedt het mogelijkheden voor horeca ondergeschikt aan en ten dienst van deze bestemming.

Artikel 12 Recreatie

De bestemming 'Recreatie' wordt gekozen voor verblijfsrecreatieve voorzieningen en dagrecreatieve voorzieningen. Ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin' zijn volkstuinen toegelaten.

Artikel 13 Sport

De bestemming 'Sport' omvat onoverdekte en overdekte grootschalige sport- en recreatievoorzieningen. De daarbij behorende ondergeschikte horeca is eveneens toegelaten. Een grote centrale parkeervoorziening is uitsluitend toegelaten ter plaatse van de aanduiding 'parkeren'.

Artikel 14 Verkeer

De bestemming 'Verkeer' omvat wegen, groen en water met bijbehorende erftoegangswegen, woonstraten, fiets- en voetpaden, trottoirs, parkeerplaatsen, in- en uitritten ten bate van inpandige parkeervoorzieningen, fietsenstallingen en leidingen. Tevens zijn de volgende binnen de bestemming passende bouwwerken toegestaan: tunnels, voorzieningen van openbaar vervoer, viaducten, loopbruggen, abri's, fietsenstallingen, bouwwerken voor verkeersgeleiding, straatverlichting en straatmeubilair.
Apart benoemd zijn de waterhuishoudkundige voorzieningen die zijn toegestaan, zoals voorzieningen voor waterberging, - aanvoer en -afvoer, zoals watergangen, waterlopen, waterpartijen, bruggen, duikers, sluizen, inlaten gemalen en taluds en gelijksoortige waterhuishoudkundige voorzieningen.
Garageboxen zijn door middel van een aanduiding onder deze bestemming opgenomen.

Artikel 15 Water

Alle waterwegen en grote waterpartijen krijgen de bestemming water. Binnen deze bestemming zijn ook groenvoorzieningen toegestaan. Voorzieningen voor verkeer en verblijf, bruggen, steigers, sluizen, inlaten gemalen en taluds, duikers en gelijksoortige voorzieningen zijn eveneens rechtstreeks toegelaten.
Tevens is een woonbotenregeling opgenomen. Via een aanduiding op de verbeelding is aangegeven waar woonboten zijn toegestaan.

Artikel 16 Wonen

De voor 'wonen' aangewezen gronden zijn onder andere bestemd voor wonen (inclusief kamerbewoning en zorgwoningen) en aan-huis-verbonden beroepen en bedrijven, met de daarbij behorende voorzieningen zoals erven, tuinen, verhardingen, water, speelruimte, nuts-, groen-, (ondergrondse) parkeer- en fietsvoorzieningen.

Garageboxen zijn door middel van een aanduiding onder deze bestemming opgenomen, alsook een overdekte parkeervoorziening met eventueel inpandige garageboxen. Dit geldt tevens voor een kinderdagverblijf.

Aan-huis-verbonden beroep of bedrijf

Tot het wonen wordt ook de uitoefening van een beroep aan huis gerekend. Het beleid van de gemeente is er op gericht dit waar mogelijk te stimuleren. Voor eerstelijns gezondheidszorg en voor kinderopvang is recent specifiek beleid opgesteld, gericht op vergroting van de vestigingsmogelijkheden.

In lijn met dit beleid is gekozen voor een zeer ruime omschrijving van beroep of bedrijf aan huis. Hierin worden beroepen in de sfeer van persoonlijke dienstverlening zoals pedicure en kapper niet gediscrimineerd ten opzichte van de traditionele vrije beroepen zoals huisarts, advocaat en notaris. Daarbij is de uitoefening alleen toegestaan door een bewoner van het pand als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie. Groepspraktijken, detailhandel en horeca zijn hiervan uitgesloten.

De regeling omtrent een beroep of bedrijf aan huis is als volgt opgenomen in de regels van de woonbestemming:

  • a. de omvang van de activiteiten mag in totaal niet meer bedragen dan 40% van de totale vloeroppervlakte van de bebouwing, voor zover gesitueerd binnen het bouwvlak;
  • b. de activiteiten mogen alleen in gebouwen (binnen en buiten het bouwvlak) worden uitgeoefend;
  • c. het gebruik mag geen onevenredige verkeersaantrekkende werking hebben;
  • d. de activiteit dient milieughygiënisch inpasbaar te zijn in de woonomgeving.

Onderstaande lijst geeft een overzicht van de verschillende beroepsgroepen die onder een beroep of bedrijf aan huis vallen:

  • zakelijke dienstverlening (advocaat, notaris, makelaar, administratiekantoor, verzekeringskantoor etc.);
  • eerstelijnsgezondheidszorg (huisarts, tandarts, fysiotherapeut, verloskundige, etc.):
  • persoonlijke dienstverlening (kapper/pedicure etc.): in verband met openbare orde wordt prostitutie uitgesloten;
  • kinderopvang;
  • kleinschalige verlening van logies (bed and breakfast).

Bijbehorende bouwwerken
Voor veel voorkomende uitbreidingen bij woningen zijn aparte regels opgesteld. Te denken valt aan aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en dergelijke. Deze en andere bouwwerken zijn in de regels opgenomen onder de noemer 'bijbehorende bouwwerken'. Juridisch wordt hieronder een uitbreiding van het hoofdgebouw verstaan, die dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden is, daar al dan niet tegen aangebouwd, of ander bouwwerk, met een dak.

Erkers, balkons, luifels, portalen en garageboxen

Voor speicieke bouwwerken, zoals erkers, balkons, luifels en portalen zijn specifieke regels opgesteld. Dit geldt evenals voor garageboxen en (inpandige) parkeervoorzieningen.

8.4.2 Dubbelbestemmingen

Artikel 18 Waarde - Archeologie 3, 5 en 6

Het archeologisch erfgoed van de gemeente Leiden is omvangrijk en divers. Via de regels in het bestemmingsplan is het mogelijk gemaakt om de waardevolle delen van het bodemarchief te behouden, bij voorkeur in de bodem zelf en als dit niet mogelijk is door archeologisch onderzoek uit te voeren. Op de verbeelding is weergegeven voor welke delen van het plangebied deze beschermende maatregelen gelden.

Getracht is een verantwoorde balans te vinden tussen enerzijds de wetenschappelijke en cultuurhistorische belangen en anderzijds de maatschappelijke en organisatorische uitvoerbaarheid. Ondanks de toegenomen inspanningen is het een illusie elk overblijfsel uit het verleden te onderzoeken of te beschermen. Duidelijk mag blijken dat niet elke vierkante meter van de bodem kan worden ontzien, ook niet als daar mogelijk sporen uit het verleden in aanwezig zijn. Anderzijds is gekozen voor een verscherpte aandacht voor, en het stellen van duidelijke voorwaarden aan, ingrepen in de bodem van de archeologisch meest waardevolle delen van het grondgebied. De regels zijn daarbij zoveel mogelijk proportioneel afgestemd op de omvang van de eventuele ingreep, in combinatie met de kans dat daarbij belangwekkende en informatieve overblijfselen zullen worden aangetroffen.

Leiden heeft zeven verschillende 'waarderingsgebieden', waar verschillende regimes gelden naar aanleiding van de archeologische waarde of de archeologische verwachtingswaarde. Voor zes waarderingsgebieden wordt in opzet dezelfde planregel gebruikt, waarin een omgevingsvergunningstelsel is opgenomen. De verschillen tussen de waarderingsgebieden zitten in de oppervlakten en diepte van bodemverstoring vanaf wanneer een omgevingsvergunning dient te worden aangevraagd.

De zeven waarderingsgebieden zijn:

Waarde archeologie 1   Archeologisch rijksmonument  
Waarde archeologie 2   Gebied van archeologische waarde binnen de singels  
Waarde archeologie 3   Gebied van archeologische waarde buiten de singels  
Waarde archeologie 4   Gebied met een hoge archeologische verwachting binnen de singels  
Waarde archeologie 5   Gebied met een hoge archeologische verwachting buiten de singels  
Waarde archeologie 6   Gebied met een middelhoge archeologische verwachting  
Waarde archeologie 7   Gebied met een lage archeologische verwachting  

In het plangebied is waarderingsgebied Waarde - Archeologie 3, 5 en 6 aanwezig. Voor gebieden aangeduid als "Waarde - Archeologie 3"geldt een vergunningplicht indien de grond voor meer dan 30 cm diepte geroerd wordt over een oppervlakte van meer dan 30 m2. Een minder string regime geldt voor gebieden met de dubbelbestemming "Waarde - Archeologie 5". Daarvoor geldt dat als de grond voor meer dan 50 cm diepte wordt geroerd over een oppervlakte van meer dan 250 m2 een vergunningplicht geldt. Voor gebieden met de dubbelbestemming "Waarde - Archeologie 6" geldt dat een vergunningplicht geldt als dieper dan 75 cm over een oppervlakte van meer dan 500 m2 de grond wordt geroerd.

Artikel 21 Waarde - Cultuurhistorie 1

De gronden die zijn betrokken bij het aanwijzigingsbesluit van 26 oktober 2007 zijn mede bestemd voor de bescherming van het aan de gronden toegekende beschermd dorpsgezicht.

Ten aanzien van het bouwen in overeenstemming met de secundaire bestemmingen van de gronden, mag geen verandering worden aangebracht in de bestaande situatie ten aanzien van de aangegeven karakteristiek/kenmerken.

Artikel 22 Waarde - Cultuurhistorie 2

Ter plaatse van de Groene Maredijk is een dubbelbestemming opgenomen. Deze dubbelbestemming beschermd de aanwezige cultuurhistorische waarden. Bouwen en het uitvoeren van een werk is slechts toegestaan indien dit zich verenigd met de aanwezige cultuurhistorische waarden.

Artikel 23 Waarde - Cultuurhistorie 3

Ter plaatse van het Bos van Bsoman is een dubbelbestemming opgenomen. Deze dubbelbestemming beschermd de aanwezige cultuurhistorische waarden. Bouwen en het uitvoeren van een werk is slechts toegestaan indien dit zich verenigd met de aanwezige cultuurhistorische waarden.

Artikel 24 Waterstaat - Waterkering

De voor 'Waterstaat-Waterkering' aangewezen gronden zijn onder andere primair bestemd voor voorzieningen voor de directe en indirecte kering van het water, en ook de aanleg, instandhouding en/of bescherming van de waterkering.

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.