direct naar inhoud van Artikel 11 Maatschappelijk
Plan: Leiden Noordwest
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0546.BP00002-0301

Artikel 11 Maatschappelijk

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke voorzieningen;
  • b. beeldbepalend pand, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - beeldbepalend pand';
  • c. met daaraan ongeschikte detailhandel en horeca ten dienste van de bestemming;
  • d. met de daarbij behorende voorzieningen, zoals groen, water, wegen en paden, nutsvoorzieningen, (ondergrondse) parkeervoorzieningen en laad- en losvoorzieningen;
  • e. speelvoorzieningen, bij scholen kan hier buiten schooltijd ook door andere doelgroepen gebruik van worden gemaakt.
11.2 Bouwregels
11.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het aangeduide bouwvlak worden opgericht;
  • b. de goothoogte mag niet hoger zijn dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven;
  • c. de bouwhoogte mag niet hoger zijn dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven;
  • d. in afwijking van het onder a bepaalde mogen bijbehorende bouwwerken buiten het bouwvlak worden opgericht, met dien verstande dat:
    • 1. de oppervlakte niet meer dan 20 m² bedraagt;
    • 2. de hoogte niet meer dan 3 m bedraagt;
    • 3. de totale oppervlakte aan bebouwing per bestemmingsvlak niet meer dan 75% bedraagt.
11.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen voor de naar de weg gekeerde gevel c.q. het verlengde daarvan niet meer dan 1 meter mag bedragen;
  • b. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 m bedragen, met uitzondering van luifels en lichtmasten waarvan de hoogte respectievelijk ten hoogste 6 en 8 meter mag bedragen.
11.2.3 Beeldbepalende panden

Bouwwerken, welke op de verbeelding zijn voorzien van een aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - beeldbepalend pand', mogen slechts gedeeltelijk worden vernieuwd en/of veranderd, mits:

  • a. het uitwendig karakter van het bouwwerk niet wordt veranderd voor wat betreft de hoofdafmetingen en onderlinge verhoudingen, de dakvorm, de nokrichting en de dakhelling alsmede de gevelindeling door ramen, deuropeningen en erkers;
  • b. voor het overige voldaan wordt aan het bepaalde in de bouwregels.
11.3 Nadere eisen
11.3.1 Algemeen

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de situering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, de inrichting van een perceel, indien dit noodzakelijk is ten behoeve van de bezonningssituatie, (bestaande) boombeplanting, de ligging van leidingen en dergelijke, dan wel indien dit uit het oogpunt van stedenbouwkundige of ruimtelijk/functionele kwaliteit wenselijk is.

11.3.2 Beeldbepalend pand

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de situering en maatvoering van bouwwerken indien en voor zover dat noodzakelijk is om de beeldbepalende en karakteristieke waarden van een op hetzelfde bouwterrein gelegen en op de verbeelding van een aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - beeldbepalend pand' voorzien bouwwerk te beschermen.

11.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 11.2.3 mits:

  • a. de karakteristieke waarden van het bouwwerk niet in onevenredige mate worden aangetast;
  • b. bij verandering of complete vernieuwing van het beeldbepalend pand met het desbetreffende beeldbepalende pand identieke en/of gelijkwaardige beeldbepalende en karakteristieke waarden worden teruggebracht;
  • c. vooraf een advies is gevraagd aan de welstands- en monumentencommissie.
11.5 Wijzigingsbevoegdheid
11.5.1 wro-zone - wijzigingsgebied

Het bevoegd gezag kan de bestemming 'Maatschappelijk' van de op de verbeelding als 'wro-zone - wijzigingsgebied' aangewezen gronden te wijzigen in de bestemming 'Wonen' ten behoeve van de realisering van woningen. Bij de herinrichting van dit gebied neemt het bevoegd gezag de volgende richtlijnen in acht:

  • a. de hoogte van de op te richten bebouwing mag niet meer dan 15 meter bedragen;
  • b. het bebouwingspercentage bedraagt maximaal 50%;
  • c. het aantal te bouwen woningen mag niet meer dan 60 bedragen.