Plan: | Centrum Loosduinen |
---|---|
Status: | |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0518.BP0209ACentrumLoos-50VA |
Zoals al werd aangegeven heeft het bestemmingsplan als eerste doel om de bestaande ruimtelijke structuur juridisch-planologisch zodanig te regelen, dat deze wat betreft functie, bouwvorm, ligging en afmetingen in een goede ruimtelijke ordening worden ondergebracht.
In eerste instantie worden aan de hand van de bestaande situatie worden de bestemmingen afgewogen. Als leidraad of als toetsingskader dienen het beleidskader en de milieukwaliteitseisen.
Beleidskader | Vertaling in het bestemmingsplan |
Ruimtelijk beleid | |
De Structuurvisie Den Haag 2020 bepaalt dat langs doorgaande wegen en groen bij herstructurering in principe wordt uitgegaan van een bouwhoogte van minimaal vijf lagen. |
De Lisztstraat is een doorgaande weg als bepaald in de Structuurvisie. (zie paragraaf 5.3). Langs deze wegen is de bebouwing reeds 15 meter hoog. De vijflagenambititie is op onderhavig plangebied niet van toepassing. |
Kantoren, bedrijven, beroep- en bedrijf aan huis, detailhandel en horeca | |
In het gemeentelijk beleid ten aanzien van functiemenging wordt aangegeven dat praktijk- en bedrijfsruimte kleiner dan 100 m2 bruto vloeroppervlak (bvo) langs de woonstraten in de wijk en kantoorruimte tot aan 500 m2 bvo langs de doorgaande wegen een plaats kunnen krijgen. In bestemmingsplannen dient hieraan de ruimte gegeven te worden. | In het gebied komen op diverse plekken kleinere praktijk- en bedrijfsruimten voor. Deze zijn specifiek op de plankaart aangeduid met een functieaanduiding binnen de bestemming Wonen - 1 en Wonen - 3. Daarnaast zijn praktijk- en bedrijfsruimten mogelijk gemaakt binnen de gemengde bestemmingen Gemengd - 1 en Gemengd - 2. |
Milieuzonering zorgt ervoor dat nieuwe bedrijven een passende locatie in de nabijheid van woningen krijgen en dat nieuwe woningen op een verantwoorde afstand van bedrijven worden gesitueerd. | Het garagebedrijf aan de Oranjewoudstraat is onder de bestemming Bedrijf gebracht. Hier zijn bedrijfsactiviteiten in de categorieën A en B toegestaan, zowel activiteiten die zodanig weinig milieubelastend voor hun omgeving zijn dat deze aanpandig aan woningen kunnen worden uitgevoerd als activiteiten met een zodanige milieubelasting voor hun omgeving dat zij bouwkundig afgescheiden van woningen en andere gevoelige functies moeten plaatsvinden. De verkoop van motorbrandstoffen is toegestaan middels een aanduiding op de plankaart. De verkoop van lpg is nadrukkelijk uitgesloten. Bedrijfsvestigingen in de bestemmingen Gemengd - 1 en Gemengd - 2 zijn toegestaan in de categorieën A en B . |
In de detailhandelsnota is als uitgangspunt gesteld dat detailhandel op bestaande locaties geconcentreerd moet blijven, er worden geen nieuwe winkelcentra en concentraties van grootschalige solitaire detailhandel toegevoegd | Detailhandel wordt mogelijk gemaakt binnen de bestemmingen Gemengd - 1 en Gemengd - 3. Concentraties zijn te vinden aan de Loosduinse Hoofdstraat, de Arnold Spoelstraat en rondom het Loosduinse Hoofdplein. Deze straten vormen samen het groot wijkwinkelcentrum. Solitaire detailhandel is op de plankaart aangeduid met een functiebestemming binnen de bestemming Wonen - 1 en uitsluitend toegestaan op de begane grondlaag. |
De verkoop van vuurwerk was geregeld via het Parapluherziening Detailhandel Vuurwerk. Dit bestemmingsplan vervangt voor onderhavig plangebied dit paraplubestemmingsplan. | In het plangebied is aan de Arnold Spoelstraat 96-98 de mogelijkheid om vuurwerk te verkopen. Dit verkooppunt is bestemd met de functieaanduiding "detailhandel in brand en explosiegevaarlijke goederen" binnen de bestemming Gemengd - 1. De regeling zoals deze was opgenomen in het Paraplubestemmingsplan is overgenomen. De opslag mag niet meer bedragen dan 1000 kilogram. |
De Horecastructuurvisie heeft als doel de horeca meer ruimte te geven voor nieuwe initiatieven en nieuwe formules. Centrale doelstelling is concentratie en optimalisatie van horeca. |
Het plangebied kent geen concentratiegebieden. Wel is een horeca-inrichting (tot maximaal categorie III van de staat van horeca-inrichtingen als opgenomen in de bijlage van de regels) uitsluitend op de begane grond - met een functieaanduiding binnen de bestemmingen Gemengd - 1 en Gemengd - 3 toegestaan. |
Wonen | |
In het Regionaal Structuurplan wordt Centrum Loosduinen getypeerd als bestaand stads- en dorpsgebied. Het behoort daarmee niet tot de ontwikkelingsgebieden binnen Haaglanden. In het plangebied is 'beheer en behoud van woongebieden' het uitgangspunt. | In het belang van het woonklimaat zijn de woningen in de woonwijk in de bestemmingen Wonen - 1, Wonen - 2, Wonen - 3, Gemengd - 1, Gemengd - 2 en Gemengd - 3 ondergebracht. De hoofdgebouwen in de bestemming zijn in bouwvlakken ondergebracht. Op de plankaart is de maximale dakhoogte, en voor huizen met kap ook de goothoogte, opgenomen. |
In de Woonvisie wordt voor de wijk Centrum Loosduinen versterking van het woongebied voorgestaan. De benodigde versterking gebeurt door het benutten van aanwezige potenties. De strategie is “verbouwen en aanpassen” om daarmee de kwaliteit van de woningen en, indien noodzakelijk, de woonomgeving te verbeteren. Daarnaast kan de strategie “verdichten” of “verdunnen” worden toegepast. |
Onderhavig bestemmingsplan is een conserverend bestemmingsplan. Nieuwe ontwikkelingen zijn in dit plan niet mogelijk gemaakt. Een uitzondering hierop vormt de uitbreiding van bestaande woningen met een dakopbouw. In paragraaf 5.3 is de dakopbouwenregeling verder uitgewerkt. |
Verkeer | |
Het Verkeersplan (zie paragraaf 3.2.2) hanteert een rangorde in haar wegenstructuur. Naast de hoofdwegen voor het doorgaande verkeer zijn er de wegen van een lagere orde die het verkeer tussen wijken en het buurtgebonden verkeer moeten afwikkelen: buurtontsluitingswegen (straten) en erfontsluitingswegen (verblijfs- en woonstraten). Verblijfsgebied tenslotte is openbare ruimte waar geen autoverkeer is toegestaan en waar de verkeersfunctie ondergeschikt is aan de verblijfsfunctie | De bestemming Verkeer - Hoofdverkeersweg is gegeven aan de Lozerlaan, Ockenburghstraat, Lisztstraat en het Arnold Spoelplein. Onder de bestemming Verkeer - Straat vallen de een deel van de Loosduinse Hoofdstraat, de Tramstraat, de Symphoniestraat, Ouverturestraat, Loosduinse Uitleg, Viandenstraat, Luxemburgstraat, Laurenburgstraat, Oranjewoudstraat en het Mecklenburgplein. Het Loosduinse Hoofdplein, een deel van de Loosduinse Hoofdstraat, de Arnold Spoelstraat en de Kleine Keizer zijn bestemd als Verkeer - Verblijfsgebied Alle overige straten in het plangebied zijn bestemd als Verkeer - Verblijfsstraat. |
Sport-, recreatie- en maatschappelijke voorzieningen | |
De handhaving van de bestaande schoollocaties in het plangebied is het uitgangspunt. Vervangende nieuwbouw of uitbreiding op eigen terrein dient daarbij mogelijk te worden gemaakt. | De W.E. den Hertogschool is bestemd als Maatschappelijk. Gebouwen zijn mogelijk binnen het op de plankaart aangeduide bouwvlak. Buiten het op de plankaart aangegeven bouwvlak mogen bijgebouwen met een maximale oppervlakte van 100 m2 worden gebouwd. |
Ten aanzien van het plangebied is de inzet gericht op handhaving van bestaande welzijnsvoorzieningen en, waar dat inpasbaar is, potenties te bieden voor nieuwe voorzieningen. | De bestaande welzijnsaccomodatie De Henneberg aan de Tramstraat 15 is bestemd als Gemengd - 1. Nieuwe welzijnsaccomodaties zijn mogelijk binnen de brede bestemmingen Gemengd - 1, Gemengd - 2, Gemengd - 3 en Maatschappelijk. In deze laatst genoemde bestemming is een brede bestemmingsomschrijving opgenomen, waardoor verschillende maatschappelijke functies waaronder welzijnsvoozieningen mogelijk worden gemaakt. |
Sinds de invoering van de Wet Kinderopvang in juni 2005 zijn de sturingsmogelijkheden van de gemeente ten aanzien van de spreiding en huisvesting van de kinderopvang beperkt. | Door kinderopvang in de bestemming Gemengd - 1, Gemengd - 2, Gemengd - 3, Kantoor en Maatschappelijk uitdrukkelijk mogelijk te maken, ondersteunt de gemeente de realisatiemogelijkheden van kinderopvang. |
De gemeente streeft ernaar voldoende goede sportaccommodaties te realiseren die betaalbaar, toegankelijk, bereikbaar en voor sportdoeleinden geschikt zijn. | Sportvoorzieningen zijn mogelijk binnen de bestemming Wonen - 2 door het opnemen van een functieaanduiding "sport" op de plankaart. Het gebruik van gymzalen bij scholen behoort tot de schoolbestemming. Om deze gymzalen buiten schooltijden ook te kunnen gebruiken door sportverenigingen, is voor het bestemmingsvlak van de Den Hartogschool een functieaanduiding "sport" op de plankaart opgenomen. |
Speelbeleid | Centrum Loosduinen is een bestaand woongebied, Speelvoorzieningen zijn opgenomen als doeleind in de bestemmingen Groen, Maatschappelijk, Verkeer - Verblijfsstraat en Verkeer - Verblijfsgebied. |
Groenvoorzieningen | |
Flora- en Faunawet | Aangezien het hier een conserverend bestemmingsplan betreft, gericht op het beschermen van bestaande kwaliteiten en kenmerken, wordt verwacht dat de voorschriften uit de Flora- en Faunawet niet worden overtreden. Er is dan ook geen aanleiding voor nader onderzoek. Indien toch ruimtelijke ontwikkelingen gepland worden, dient onderzoek plaats te vinden naar de effecten op beschermde soorten en dient zonodig ontheffing aangevraagd te worden. |
Archeologie | |
Een deel van het bestemmingsplangebied heefteen archeologische verwachting. Het gaat om het gedeelte ten oosten van de Tramstraat en ten zuiden van de Loosduinse Hoofdstraat tot aan de kruising met de Loosduinse Uitleg. | Het bestemmingsplan Centrum Loosduinen vervangt het Paraplubestemmingsplan Archeologie voor onderhavig plangebied. De locaties met een archeologische verwachting zijn opgenomen op de bestemmingsplankaart met een dubbelbestemming Waarde - Archeologie. Voor werkzaamheden die daar de grond roeren, geen bouwwerken zijnde, is een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden noodzakelijk, zoals aangegeven in de regels van het bestemmingsplan. Dat geldt eveneens voor roeren van grond in het kader van een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen. Een vrijstelling geldt voor werken met een kleiner oppervlak dan 50 m2 of die ondieper zijn dan 0,5 m. Initiatiefnemers dienen bij de aanvraag van bovengenoemde omgevingsvergunning een rapport te overleggen. Daarin moet de daadwerkelijke archeologische waarde van het terrein dat volgens de aanvraag zal worden verstoord zijn vastgesteld. Het vaststellen van de daadwerkelijke archeologische waarde vindt binnen de archeologische monumentenzorg gefaseerd plaats. Na een bureauonderzoek kan het nodig zijn een archeologische inventarisatie in het veld uit te voeren. De resultaten van de inventarisatie kunnen vervolgens leiden tot een aanvullend archeologisch onderzoek. De resultaten van laatstgenoemd onderzoek vormen het uitgangspunt bij de keuze om een vindplaats te behouden, op te graven, waarnemingen uit te voeren tijdens het bouwproject of geen verdere stappen te ondernemen. Voor zover deze stappen gevolgd moeten worden, dienen deze in dat rapport opgenomen te worden met vermelding van de resultaten. Teneinde onnodige procedures te vermijden wordt initiatiefnemer verzocht vooraf contact op te nemen met de Afdeling Archeologie van de gemeente. Uitvoering van archeologisch (voor)onderzoek is in Nederland voorbehouden aan daarvoor vergunninghoudende bedrijven of instanties. De Afdeling Archeologie is daar één van. |