direct naar inhoud van Artikel 5 Gemengd - 1
Plan: Centrum Loosduinen
Status:
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0209ACentrumLoos-50VA

Artikel 5 Gemengd - 1

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven, uitsluitend indien deze behoren tot de categorieën A en B van de staat van bedrijfsactiviteiten voor functiemenging;
  • b. detailhandel;
  • c. dienstverlening;
  • d. horeca in de categorieën I tot en met III van de staat van horeca-inrichtingen als opgenomen in Bijlage 3 Staat van Horecainrichtingen van de regels, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding horeca op de plankaart;
  • e. welzijnsvoorzieningen;
  • f. wonen;
  • g. een vuurwerkverkooppunt, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "detailhandel in brand en explosiegevaarlijke goederen";
  • h. parkeervoorzieningen;
  • i. onderdoorgang ter plaatse van de aanduiding "onderdoorgang"op de plankaart;

één en ander met de daarbij behorende gebouwen, bijgebouwen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "bijgebouwen", aan- en bijgebouwen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - aan- en bijgebouwen" op de plankaart, bouwwerken geen gebouw zijnde, wegen, groen, water en overige voorzieningen.

5.2 Bouwregels
5.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de plankaart aangegeven bouwvlak worden gebouwd.
  • b. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd.
  • c. de goot- en bouwhoogte van hoofdgebouwen mag niet meer bedragen dan op de plankaart is aangegeven.
  • d. ter plaatse van de bouwaanduiding "bijgebouwen" op de plankaart mogen uitsluitend bijgebouwen, waaronder parkeervoorzieningen, worden gebouwd, met dien verstande dat:
    • 1. de bouwhoogte van bijgebouwen niet meer mag bedragen dan 3,5 m;
    • 2. de maximum oppervlakte van aan- en bijgebouwen buiten het bouwvlak als deel van het erf van een bouwperceel niet meer mag bedragen dan op de plankaart staat aangegeven.
  • e. ter plaatse van de bouwaanduiding "specifieke bouwaanduiding - aan- en bijgebouwen" op de plankaart mogen uitsluitend aan- en bijgebouwen, waaronder parkeervoorzieningen, worden gebouwd, met dien verstande dat:
    • 1. de hoogte van bijgebouwen niet meer mag bedragen dan 3,5 m;
    • 2. de bouwhoogte van aanbouwen de vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw met niet meer dan 0,3 m mag overschrijden;
    • 3. de maximum oppervlakte van aan- en bijgebouwen buiten het bouwvlak als deel van het erf van een bouwperceel niet meer mag bedragen dan op de plankaart staat aangegeven.
  • f. ter plaatse van de bouwaanduiding "onderdoorgang" op de plankaart dient een onderdoorgang in stand te worden gehouden.
5.2.2 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan:

  • a. voor erf- en/of terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn 2 meter;
  • b. voor erf- en/of terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn 1 meter;
  • c. voor overkappingen 3 meter;
  • d. voor masten en soortgelijke bouwwerken 6 meter;
  • e. voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, 3 meter.
5.3 Bouwregels
  • a. De onder lid 5.1 genoemde bedrijven zijn uitsluitend toegestaan indien deze behoren tot de categorieën A en B van de staat van bedrijfsactiviteiten voor functiemenging, opgenomen in Bijlage 2bij deze regels.
  • b. van wonen afwijkende functies zijn uitsluitend op de beganegrondlaag toegestaan.
  • c. ter plaatse van de aanduiding "detailhandel in brand en explosiegevaarlijke goederen" mogen de gronden op de begane grondlaag worden gebruikt voor de verkoop of opslag van vuurwerk, met dien verstande dat:
    • 1. de opslag niet meer mag bedragen dan 1.000 kg;
    • 2. detailhandel in vuurwerk uitsluitend op de beganegrondlaag is toegestaan;
    • 3. het gebruik voor detailhandel in vuurwerk mag worden veranderd in een gebruik overeenkomstig de bestemming;
    • 4. het gebruik voor detailhandel in vuurwerk niet mag worden hervat indien het na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar is onderbroken en/of indien toepassing is gegeven aan het bepaalde onder het derde punt.