direct naar inhoud van 3.4 Bestemmingsregeling
Plan: Wonen Noord en Centrum
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0450.BPwonennoordcentru-VS01

3.4 Bestemmingsregeling

In het hoofdstuk Bestemmingsregels zijn in de planregels alle bestemmingen opgenomen met de daarbij behorende bestemmingsomschrijving. Waar noodzakelijk is gebruik gemaakt van aanduidingen om toegestaan gebruik nader te specificeren. In het bestemmingsplan komen de onderstaande bestemmingen voor.

Agrarisch (Artikel 3)

De achterpercelen van de Westergeest en Langebuurt zijn bestemd als Agrarisch. In deze bestemming is de beleidslijn 'achtererven Westergeest/Langebuurt' opgenomen. De gronden met de bestemming Agrarisch zijn bestemd voor hobbymatige agrarische activiteiten en voor het behoud, versterking en ontwikkeling van het voor het open weidegebied kenmerkende landschapsvorm. Ter plaatse van de aanduiding 'verenigingsleven' zijn activiteiten ten behoeve van de scouting toegestaan.

Binnen de bestemming mogen geen gebouwen worden gebouwd. Daarnaast mag ten hoogste 10% van het perceel parkachtig worden ingericht. Hieraan zijn middels een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden regels gesteld. Deze regels houden in dat zonder een omgevingsvergunning geen werkzaamheden mogen worden uitgevoerd. Er kan een omgevingsvergunning worden uitgevoerd, mits de waarden van het gebied niet onevenredig worden aangetast. Naast dat ten hoogste 10% van het perceel parkachtig mag worden ingericht, mag er geen clustering van elementen ontstaan groter dan 100 m², dient tussen de clusters een minimale afstand te worden aangehouden van 40 m, deze laatste afstand geldt ook voor bomen.

Bedrijf (Artikel 4)

In het plangebied zijn diverse bedrijven aanwezig. Deze hebben de bestemming Bedrijf. De in het plangebied voorkomende bedrijfsactiviteiten zijn ingeschaald op basis van de categorieën uit de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' (zie Bijlage 3) bij de toelichting en Bijlage 1 bij de regels). Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de toegestane milieucategorie en een categorie hoger toestaan of een bedrijf dat niet is genoemd in de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' indien deze naar aard en invloed geacht wordt te behoren bij de toegestane milieucategorie.

Het gemaal aan de Meldijk is voorzien van de aanduiding 'gemaal'. Hier is uitsluitend een gemaal met bijbehorende functies toegestaan. Voor het sportcentrum aan de Hoorne is de aanduiding 'sportcentrum' opgenomen. Ter plaatse van het atelier aan de Meldijk is de aanduiding 'atelier' opgenomen.

Voor de in het plangebied aanwezige nutsvoorzieningen die groter zijn dan vergunningvrij is toegestaan (groter dan 15 m² en hoger dan 3 m) is de aanduiding nutsvoorziening opgenomen.

Voor het tankstation aan de Spoorlaan, Middelweg en aan de Provinciale weg is de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg' opgenomen. Hier is naast de verkoop van motorbrandstoffen ook een wasstraat en bijbehorende detailhandel toegestaan.

Binnen deze bestemming mag uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' een bedrijfswoning worden gebouwd bij het bedrijf.

Binnen de bestemming bedrijf mogen gebouwen worden gebouwd binnen het bouwvlak met inachtneming van de aanduiding op de verbeelding. Daarnaast mogen bedrijfsgebouwen zowel plat als met een kap worden afgedekt. Indien de bedrijfsgebouwen zijn voorzien van een kap, mag de dakhelling niet minder bedragen dan 25° en niet meer dan 60°.

Voor bedrijfswoningen geldt dat deze niet groter mogen zijn dan 600 m3 en dat de goothoogte niet meer mag bedragen dan 4 m, tenzij op de verbeelding een andere hoogte is opgenomen. De bouwhoogte bedraagt 10 m, ook hier geldt anders indien op de verbeelding een andere hoogte is opgenomen. De dakhelling bedraagt voor bedrijfswoningen ten minste 30° en ten hoogste 60°. Ook mogen bij bedrijfswoningen bijbehorende bouwwerken worden gebouwd. Hiervoor geldt dezelfde regeling als voor bijbehorende bouwwerken bij burgerwoningen.

Detailhandel (Artikel 5)

Detailhandel is toegestaan binnen de bestemming 'Detailhandel'. Middels een functieaanduiding 'tuincentrum' wordt het tuincentrum aan de Castricummerweg 5 mogelijk gemaakt. Ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening' zijn tevens dienstverlenende bedrijven toegestaan. Binnen deze bestemming is wonen op de verdieping toegestaan.

Binnen deze bestemming mogen gebouwen worden gebouwd binnen het bouwvlak, met inachtneming van de aanduidingen op de plankaart. Gebouwen mogen worden voorzien van een plat dak of een kap. Indien de gebouwen zijn voorzien van een kap, mag de dakhelling niet minder bedragen dan 25° en niet meer dan 60°.

De detailhandel gevestigd aan de Langebuurt 43 is voorzien van een wijzigingsbevoegdheid, zodat bij vertrek van de gevestigde detailhandel de bestemming kan worden omgezet naar Wonen. Hierbij gelden de voorwaarden zoals opgenomen in de 'Beleidslijn voor vervangende woning(nieuw)bouw bij bedrijfsbeëindiging aan de oostzijde van Langebuurt en Westergeest', zoals deze geldt ten tijde van vaststelling van het bestemmingsplan.

Dienstverlening (Artikel 6)

De gronden aangewezen als dienstverlening zijn bestemd voor dienstverlenende bedrijven en bijbehorende voorzieningen. Binnen deze bestemming is wonen op de verdieping toegestaan.

Binnen deze bestemming mogen gebouwen worden gebouwd binnen het bouwvlak, met inachtneming van de aanduidingen op de plankaart. Gebouwen mogen worden voorzien van een plat dak of een kap. Indien de gebouwen zijn voorzien van een kap, mag de dakhelling niet minder bedragen dan 25° en niet meer dan 60°.

Groen (Artikel 7)

De bestemming Groen is gegeven aan beeld- of structuurbepalend groen. Het gaat dan om gronden die in gebruik zijn als plantsoenen, bermen en speelvoorzieningen, maar ook voor voet- en fietspaden die door het beeldbepalend groen lopen. Binnen deze bestemming zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan met een maximale hoogte van 3 m.

Tevens is hier de regel uit het bestemmingsplan HMS opgenomen dat ter plaatse van de aanduiding 'water' tenminste 1.500 m2 water dient te worden gerealiseerd.

Horeca (Artikel 8)

In het plangebied zijn enkele horecabedrijven buiten het centrumgebied aanwezig. Deze zijn bestemd als 'Horeca'. De in het plangebied voorkomende horecabedrijven zijn ingeschaald op basis van de categorieën uit de Staat van Horeca-activiteiten (zie Bijlage 4 bij de toelichting en Bijlage 2 bij de regels). Middels functieaanduidingen zijn de toegestane categorieën van horecabedrijven vastgelegd.

Binnen deze bestemming mogen gebouwen worden gebouwd binnen het bouwvlak, met inachtneming van de aanduidingen op de plankaart. Gebouwen mogen worden voorzien van een plat dak of een kap. Indien de gebouwen zijn voorzien van een kap, mag de dakhelling niet minder bedragen dan 25° en niet meer dan 60°.

Maatschappelijk (Artikel 9)

Maatschappelijke functies, waaronder de scholen en zorginstellingen, zijn voorzien van de bestemming Maatschappelijk. De bestaande bebouwing is opgenomen in een bouwvlak en voorzien van een maximale bouwhoogte. Binnen de bestemming is onderlinge uitwisseling mogelijk. Het verruimen van de gebruiksmogelijkheden van scholen, bijvoorbeeld ten behoeve van naschoolse opvang, past binnen een maatschappelijke tendens. Middels functieaanduidingen zijn het mortuarium, het uitvaartcentrum, de begraafplaats, wonen (de pastorie) en een bedrijfswoning mogelijk gemaakt. De functieaanduiding 'religie' zorgt ervoor dat de aanwezige kerken en gebedshuizen niet uitwisselbaar zijn met andere maatschappelijke functies.

Voor de gronden van de scouting is de nadere aanduiding 'verenigingsleven' opgenomen.

Binnen deze bestemming mogen gebouwen worden gebouwd binnen het bouwvlak, met inachtneming van de aanduidingen op de plankaart.

Voor bedrijfswoningen geldt dat deze niet groter mogen zijn dan 600 m3 en dat de goothoogte niet meer mag bedragen dan 4 m, tenzij op de verbeelding een andere hoogte is opgenomen. De bouwhoogte bedraagt 10 m, ook hier geldt anders indien op de verbeelding een andere hoogte is opgenomen. De dakhelling bedraagt voor bedrijfswoningen ten minste 30° en ten hoogste 60°. Ook mogen bij bedrijfswoningen bijbehorende bouwwerken worden gebouwd. Hiervoor geldt dezelfde regeling als voor bijbehorende bouwwerken bij burgerwoningen.

Recreatie (Recreatie)

Het volkstuincomplex naast het sportcomplex De Koog is bestemd als recreatie. Binnen deze bestemming mag per tuin 1 gebouw gebouwd worden met een oppervlakte van ten hoogste 2 m2 en een bouwhoogte van 1 m. Verder mogen nog bouwwerken geen gebouwen zijnde worden gebouwd.

Sport (Artikel 11)

Het sportcomplex De Koog is bestemd als 'Sport'. Deze gronden zijn bestemd voor sportvelden, sportvoorzieningen en bijbehorende voorzieningen. De sporthal is middels een bouwvlak en functieaanduiding mogelijk gemaakt.

Tuin (Artikel 12)

De als Tuin aangewezen gronden zijn bestemd als voor- en zijtuinen bij woningen. Binnen het gebruik van tuinen wordt ook het kleinschalig houden van dieren, zoals konijnen toegestaan. Het veroorzaken van overlast is daarbij op basis van privaatrechtelijke wet- en regelgeving niet toegestaan. Binnen deze bestemming zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogelijk. Daarnaast is er een bouwregeling opgenomen om beperkt mogelijkheid te bieden aan de bouw van erkers, luifels en andere ondergeschikte bouwdelen ten behoeve van de bij de aangrenzende bestemmingen behorende hoofdgebouwen.

Verkeer (Artikel 13)

Daar waar een weg een doorstroomfunctie heeft, zijn de gronden bestemd als 'Verkeer'. Binnen het plangebied betreft dit de Provincialeweg (N203) en Geesterweg. Binnen deze bestemming is een aantal daarin passende gebruiksvormen toegestaan zoals parkeren, groen- en waterpartijen, nutsvoorzieningen en dergelijke.

Verkeer - Verblijfsgebied (Artikel 14)

Het openbaar gebied in het woongebied heeft een verblijfs- en verplaatsingsfunctie. Deze gronden zijn bestemd als Verkeer - Verblijfsgebied. Binnen deze bestemming is een aantal daarin passende gebruiksvormen toegestaan zoals parkeren, groen- en waterpartijen, nutsvoorzieningen, speeltoestellen en reclame-uitingen. Tevens zijn garages ter plaatse van de functieaanduiding 'garage' toegestaan.

Verkeer - Railverkeer (Artikel 15)

De gronden aangewezen voor 'Verkeer - Railverkeer' zijn bestemd voor spoorwegen, het station en bijbehorende voorzieningen, zoals de fietsenstalling en de overkapping bij het station.

Water (Artikel 16)

Waterpartijen, structuurbepalende watergangen en locaties die van belang zijn voor de waterberging zijn bestemd voor Water. Daarnaast is binnen deze bestemming ook groen mogelijk. Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'brug' zijn bruggen toegestaan. Binnen deze bestemming zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan met een maximale hoogte van 3 m. Voor steigers gelden aanvullende eisen. Een steiger mag niet breder zijn dan 6 meter en mag de steiger niet dieper dan 1 meter zijn, gemeten vanaf de bestaande oeverbeschoeiing. Daarnaast dient een minimale maat van 1 meter te worden aangehouden tussen de steiger en de zijdelingse perceelsgrens. Voor werkzaamheden in of nabij open water, waaronder de aanleg van een steiger, is een watervergunning van het hoogheemraadschap nodig, danwel dient er een melding te worden gedaan bij het hoogheemraadschap.

Wonen (Artikel 17)

De woongebieden zijn voorzien van de bestemming Wonen. Uitsluitend ter plaatse van de functieaanduidingen is tevens detailhandel, dienstverlening of een praktijkruimte toegestaan omdat deze niet binnen de regeling voor aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten passen. Tevens zijn enkele garages middels een aanduiding mogelijk gemaakt.

Het beleid is erop gericht de kwaliteit van de woonomgeving te behouden. Naast de bestaande situatie en de bestaande mogelijkheden die voortvloeien uit de vigerende regeling, is bij het toekennen van de bestemmingen het bieden van voldoende erfbebouwingsmogelijkheden voor de bestaande woningen het uitgangspunt. De basis voor de regeling van de bestaande woonfunctie wordt gevormd door een regeling bestaande uit bouwvlakken.

Bouwvlakken hoofdgebouwen

Bij de opstelling van het bestemmingsplan is voor alle woningen bepaald waar in de huidige situatie het hoofdgebouw (de woning zelf) en waar het bijgebouw (bijvoorbeeld garage) staat. Deze bestaande situatie is het uitgangspunt. Rekening houdend met karakteristieke voorgevelverspringingen en rooilijnen, zijn op de bestemmingsplankaart bouwvlakken opgenomen waarmee de plaats van hoofdgebouwen juridisch is vastgelegd. Per hoofdgebouw is de maximale bouwhoogte afgestemd op de huidige situatie. Ook zijn specifieke bouwaanduidingen opgenomen om specifieke kapvormen in De Koog vast te leggen. De woningen dienen met een kap te worden afgedekt, hierbij dient de dakhelling ten minste 25° en ten hoogste 60° bedragen. Het bevoegd gezag kan hiervan bij omgevingsvergunning afwijken mits stedenbouwkundig verantwoord of in de huidige situatie ook al een andere kapvorm aanwezig is.

Voor de woningbouw van het HMS-terrein geldt dat de woningen aan de oostelijke kant met een dove gevel dienen te worden uitgevoerd. Hiervoor is een specifieke bouwaanduiding opgenomen. Ter plaatse van deze aanduiding dient de oostelijke gevel te worden uitgevoerd als een dove gevel. Daarnaast is ter plaatse van de ontsluitingsweg van deze woningen de aanduiding 'verkeer' opgenomen.

Bijbehorende bouwwerken

De gronden achter en deels naast het hoofdgebouw c.q. de woning zijn te gebruiken voor uitbreiding van het hoofdgebouw of voor de bouw van bijbehorende bouwwerken. De regeling zoals opgenomen in de bestemming Wonen bevat bepalingen met betrekking tot oppervlakte en hoogte van deze bebouwing. Deze regeling sluit aan op het huidige beleid van de gemeente Uitgeest.

De bijbehorende bouwwerken mogen in totaal niet meer dan 50% van het zij- en achtererf bedragen tot een maximum van 50 m². Bij grotere kavels gelden oplopend grotere maxima.

In het bestemmingsplan worden op deze manier voor de verschillende erven voldoende bouwmogelijkheden geboden, terwijl de ruimtelijke kwaliteit niet onevenredig wordt aangetast.

De bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken bedraagt ten hoogste 5 m mits minimaal 1 m onder de hoogte van het bestaande hoofdgebouw. Voor bestaande bijbehorende bouwwerken die hoger zijn is de aanduiding 'bijgebouw' opgenomen, hier mogen bijbehorende bouwwerken worden gebouwd tot een hoogte die is opgenomen op de plankaart.

Voor erkers aan de voorzijde is een regeling opgenomen in de bestemming Tuin.

Voor woningen waar in de voortuin bijbehorende bouwwerken aanwezig zijn is de aanwezige bebouwing opgenomen in de woonbestemming. In de regels is opgenomen dat voor bijbehorende bouwwerken voor de voorgevel het oppervlak ten hoogste 20 m² mag bedragen. Omdat het oppervlak ook is beperkt door de tuinbestemming is het niet mogelijk meer te bouwen dan in de huidige situatie.

Aan-huis-gebonden beroepen

Aan-huis-gebonden beroepen zijn, bij direct recht, als ondergeschikte functie bij de hoofdfunctie wonen toegestaan. Onder aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten wordt verstaan een dienstverlenend beroep of activiteiten voor zover sprake is van een inrichting type A.

Deze mogen alleen uitgevoerd worden zolang de omvang niet meer dan 25% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de bebouwing bedraagt. Dit geldt tot een maximum van 40 m² per woning. Daarnaast mogen er geen verbouwingen worden gedaan ten behoeve van het bedrijf waardoor afbreuk wordt gedaan aan de woonomgeving, dan wel de woonfunctie. Hieronder valt ook het aanbrengen van storende commerciële reclameobjecten. De activiteit dient te worden uitgevoerd door de bewoner, verhuur van de ruimte is niet toegestaan. Daarnaast mogen de werkzaamheden niet tot overlast leiden voor de omwonenden en mogen er geen detailhandelsactiviteiten plaatsvinden.

Wonen - Woonwagenstandplaats (Artikel 18)

De woonwagens in de Koog aan de Grote Aak zijn mogelijk gemaakt middels de bestemming Wonen - Woonwagenstandplaats. Binnen deze bestemming zijn maximaal 5 woonwagens toegestaan. De goothoogte van een woonwagen bedraagt ten hoogste 3 m, de bouwhoogte van een woonwagen bedraagt ten hoogste 4 m. Bij de woonwagen mogen ook bijbehorende bouwwerken worden gebouwd, met een maximum oppervlak van ten hoogste 30 m². Voor deze bijbehorende bouwwerken geldt een bouwhoogte van 3 m.

De woonwagens mogen ook worden gebruikt voor aan-huis-gebonden beroepen. Hiervoor gelden dezelfde regels als binnen de bestemmingen Wonen.

Leiding - Gas (Artikel 19)

De gasleiding die in het zuiden van het plangebied ligt, is planologisch beschermd middels de dubbelbestemming Leiding - Gas. Op deze gronden worden extra regels gesteld aan het bouwen en uitvoeren van werken ter bescherming van de aanwezige gasleiding.

Leiding - Riool (Artikel 20)

Langs de Geesterweg is een afvalwatertransportleiding gelegen. Deze leiding is planologisch beschermd middels de dubbelbestemming Leiding - Riool. Op deze gronden worden extra regels gesteld aan het bouwen en uitvoeren van werken ter bescherming van de aanwezige waterleiding.

Leiding - Water (Artikel 21)

De waterleiding die in het zuiden van het plangebied is aangelegd, is planologisch beschermd middels de dubbelbestemming Leiding - Water. Op deze gronden worden extra regels gesteld aan het bouwen en uitvoeren van werken ter bescherming van de aanwezige waterleiding.

Waarde - Archeologie (Artikel 22, 23, 24 en 25)

In het plangebied geldt een lage en middelhoge tot hoge kans op archeologische sporen. Om deze waarde te waarborgen, is een bestemming 'Waarde - Archeologie' opgenomen voor delen van het plangebied. De bestemming Waarde - Archeologie fungeert als dubbelbestemming. Bouwwerken op gronden met samenvallende bestemmingen kunnen weliswaar worden gerealiseerd, maar dan met inachtneming van de in de planregels opgenomen voorwaarden. Daarvoor zijn regels opgenomen om bij een omgevingsvergunning af te wijken. Is er blijkens onderzoek geen sprake van archeologische waarden, dan kunnen de werken en bouwwerken met afwijking worden gerealiseerd. In het kader van de bescherming van de archeologische waarden is voor een aantal werken, niet zijnde bouwwerken, en werkzaamheden een aanlegverbod opgenomen.

Archeologische waarden kunnen ook worden bedreigd door grondwerkzaamheden die samengaan met de aanleg van bijvoorbeeld wegen, bebouwing en watergangen. Ook ingrijpende agrarische werkzaamheden (diepploegen, onderbemalen) kunnen het bodemarchief onherstelbaar beschadigen en de daarin opgeslagen informatie verloren doen gaan. Deze gronden worden derhalve mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de aanwezige archeologische waarden. Bouwen ten behoeve van samenvallende bestemmingen is bij een omgevingsvergunning alleen toegestaan voor zover de archeologische waarden niet worden geschaad. Genoemde werken en werkzaamheden zijn zonder omgevingsvergunning niet toegestaan.

Waterstaat - Waterkering (Artikel 26)

De in het plangebied gelegen waterkeringen ter hoogte van de haven zijn middels de dubbelbestemmingsplan Waterstaat - Waterkering planologisch beschermd. Op deze gronden worden extra regels gesteld aan het bouwen en uitvoeren van werken ter bescherming van de aanwezige waterkering. Bij werkzaamheden op of nabij de waterkeringen dient een watervergunning bij het hoogheemraadschap te worden aangevraagd.