direct naar inhoud van Artikel 9 Maatschappelijk
Plan: Wonen Noord en Centrum
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0450.BPwonennoordcentru-VS01

Artikel 9 Maatschappelijk

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke voorzieningen, waaronder openbare dienstverlening, bibliotheken, sociale welzijnsvoorzieningen, gezondheidszorg, onderwijs en verenigingsleven;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning': tevens een bedrijfswoning;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats': tevens een begraafplaats;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'religie': uitsluitend kerken en gebedshuizen;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - 1': tevens een mortuarium;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'uitvaartcentrum': tevens een uitvaartcentrum;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'verenigingsleven': tevens voorzieningen ten behoeve van het verenigingsleven;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'wonen'; tevens wonen, uitsluitend op de verdieping;
  • i. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water.

9.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

9.2.1 Gebouwen en overkappingen
  • a. gebouwen en overkappingen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' ten hoogste de aangegeven bouwhoogte;
  • c. de goothoogte van gebouwen bedraagt ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' ten hoogste de aangegeven goothoogte;
  • d. gebouwen mogen zowel plat worden afgedekt als van een kap worden voorzien waarvan de dakhelling niet minder dan 25° en niet meer dan 60° mag bedragen;
  • e. de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen bedraagt ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' ten hoogste het aangegeven bebouwingspercentage; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven, geldt een bebouwingspercentage van 100% van het bouwvlak.

9.2.2 Bedrijfswoning

Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:

  • a. per bouwvlak is maximaal één bedrijfswoning toegestaan;
  • b. de inhoud van de bedrijfswoning mag niet meer dan 600 m³ bedragen;
  • c. de goothoogte van een bedrijfswoning bedraagt ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' ten hoogste de aangegeven goothoogte, indien geen goothoogte is weergegeven bedraagt de goothoogte 4 m;
  • d. de bouwhoogte van een bedrijfswoning bedraagt ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' ten hoogste de aangegeven bouwhoogte, indien geen bouwhoogte is weergegeven bedraagt de bouwhoogte 10 m;
  • e. bedrijfswoningen dienen van een kap te worden voorzien, waarvan de dakhelling niet minder dan 30° en niet meer dan 60° mag bedragen;
  • f. de goothoogte van hoofdgebouwen mag worden overschreden door dakkapellen, mits:
    • 1. de afstand tot de nok en de zijkanten van het dakvlak ten minste 0,5 m bedraagt;
    • 2. de afstand tot de dakvoet, ten minste 0,5 m en maximaal 1 m bedraagt;
    • 3. de bouwhoogte van de dakkapel, gemeten vanaf de voet van de dakkapel, ten hoogste 1,75 m bedraagt;
    • 4. de dakkapel is voorzien van een plat dak;
    • 5. indien de dakhelling van het hoofdgebouw groter is dan 45° is een aangekapte dakkapel toegestaan;
    • 6. de dakkapel aan de zijgevel niet grenst aan het openbaar toegankelijke gebied;
    • 7. de dakkapel aan de voorzijde maximaal 50% van het dakvlak beslaat.

 

9.2.3 Bijgebouwen bij bedrijfswoning

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning gelden de volgende bepalingen:

  • a. de afstand van bijbehorende bouwwerken tot de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw bedraagt ten minste 1 m;
  • b. de goothoogte van aan het hoofdgebouw gebouwde bijbehorende bouwwerken bedraagt ten hoogste de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw vermeerderd met 0,3 m;
  • c. de goothoogte van overige bijbehorende bouwwerken bedraagt ten hoogste 3 m;
  • d. de bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken bedraagt ten hoogste 1 m minder dan de bouwhoogte van het hoofdgebouw, tot maximaal 5 m;
  • e. de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken bedraagt ten hoogste 50% van het zij- en achtererf met een maximum van 50 m², indien:
    • 1. het bijbehorend zij- en achtererf van de woning groter is dan 200 m², bedraagt de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen ten hoogste 75 m²;
    • 2. het bijbehorend zij- en achtererf van de woning groter is dan 500 m², bedraagt de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen ten hoogste 100 m²;
    • 3. het bijbehorend zij- en achtererf van de woning groter is dan 800 m², bedraagt de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen ten hoogste 125 m²;
    • 4. het bijbehorend zij- en achtererf van de woning groter is dan 1.000 m², bedraagt de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen ten hoogste 200 m².

 

9.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde
  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt ten hoogste 1 m;
  • b. de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt ten hoogste 2 m, indien:
    • 1. erfafscheidingen op meer dan 1 m achter de voorgevelrooilijn worden geplaatst;
    • 2. erfafscheidingen op meer dan 1 m van de weg of openbaar groen worden geplaatst;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.