Plan: | Buitengebied 2013 |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0402.00bp00buitengeb-oh01 |
Hilversum is een compacte stad te midden van een uitgestrekt groen buitengebied. De hogere gronden hebben een relatie met het uitgestrekte bosgebied van de Heuvelrug. De lagere gronden sluiten aan op het Groene Hart. Voor de Randstad is het een aantrekkelijk gebied om te recreëren. Ecologisch is het een interessant gebied vanwege de omvang en vanwege de variatie aan leefgebieden. Het buitengebied heeft een grote variatie aan landschapstypen:
Door een fijnmazig padennet is het buitengebied voor wandelaars en fietsers over het algemeen goed bereikbaar. Paden en wegen in het buitengebied zijn vaak voorzien van laanbeplanting, die een verwijzing vormt naar de cultuurhistorie en helpen bij de orientatie. Watergangen die Hilversum verbinden met plassen en vaarten in het Groene Hart zijn: het Hilversums Kanaal, de Gooische vaart, de 's Gravelandsche Vaart en het Tienhovens kanaal, dat nooit verder gegraven is dan Eindegooi. Zij vormen een ecologische en soms ook recreatieve verbinding tussen de hoge gronden en de laagveengebieden. Het aanwezige reliëf, met hoogteverschillen tot 20 meter en de wisselende afstand van het maaiveld tot het grondwater verhogen de belevingswaarde van het groen en de variatie aan groeiplaatsomstandigheden. Voor Nederland zijn dergelijke hoogteverschillen bijzonder. Het buitengebied van Hilversum bestaat voor een groot deel uit natuurterreinen en natuurgebieden. Voor wat betreft de vertaling van het aspect groen wordt verwezen naar paragraaf 5.4.3.
Figuur 2: Groenstructuur van Hilversum op niveau landschap
Een groot deel van het buitengebied maakt onderdeel uit van de EHS. Dat wil niet zeggen dat alle EHS van Hilversum in het plangebied Buitengebied 2013 zit. Ook in andere bestemmingsplannen komt EHS voor.
Oppervlaktewater komt voor in het buitengebied in de vorm van vennen, gegraven vijvers, watergangen en vaarten. Het watersysteem van het buitengebied in Hilversum wordt nader beschreven in paragraaf 3.7.2.
Op de heuvelrug zijn vrijwel geen watergangen aanwezig, omdat regenwater hier in het algemeen direct wegzakt in de bodem. Wel zijn verscheidene waterpartijen aangelegd waar het regenwater vanuit de stedelijke kern wordt geborgen en in de bodem kan infiltreren. Daarnaast komen verscheidene vennen voor. Deze vennen zijn ontstaan door stagnerend regenwater als gevolg van een ondoorlatende inspoellaag in de bodem. In de lager gelegen delen is de intensiteit aan watergangen groter, met name in de Hilversumse Boven- en Ondermeent en Egelshoek, om de afvoer van oppervlaktewater te waarborgen. Dit zijn van nature ook natte gebieden. Het buitengebied vormt een essentiële schakel in de waterberging van het stedelijk gebied, aangezien in het stedelijk gebied onvoldoende waterberging aanwezig is om het regenwater van de verharding via een gescheiden rioolstelsel te kunnen bergen. In het buitengebied zijn dan ook verscheidene vijvers aangelegd die als functie waterberging voor het stedelijk gebied hebben. Sommige van deze vijvers zijn met elkaar verbonden. In paragraaf 5.4.2 wordt hier verder op ingegaan.
Het buitengebied van Hilversum bestaat voor een groot deel uit natuurterreinen en natuurgebieden. Daarmee speelt het buitengebied een belangrijke rol in de regionale en nationale ecologische hoofdstructuur. Het buitengebied van de gemeente Hilversum vormt een verbindende schakel tussen de Utrechtse Heuvelrug en het vechtplassengebied en het Groene Hart. De ligging van Groene Hart is in onderstaande figuur met een lichtgroen vlak aangegeven.
Figuur 3: Ligging Groene Hart
Hierdoor worden belangrijke ecologische relaties gelegd die de levensvatbaarheid en duurzaamheid van de afzonderlijke terreinen versterkt. Het grootste deel van de natuurterreinen zijn in het beheer van natuurbeschermingsorganisaties zoals Stichting Gooische Natuurreservaat en Vereniging Natuurmonumenten. Onderstaande figuur toont de ligging van de EHS, Beschermde Natuurmonumenten en de Natura 2000-gebieden in het buitengebied van Hilversum en omgeving. Het buitengebied van Hilversum bestaat voor een groot deel uit gebieden die als natuur zijn bestemd in de Structuurvisie 2040 van de Provincie Noord-Holland.
Figuur 4: Ecologische hoofdstructuur
Diverse natuurterreinen vallen onder de Natuurbeschermingswet 1998. Voor projecten geldt een vergunningplicht als het project een verslechterend of significant verstorend effect kan hebben op een Natura 2000-gebied (art. 19d Nbwet). Bij vaststelling van plannen, zoals een bestemmingsplan, moet het bevoegd gezag rekening houden met de gevolgen van het plan voor Natura 2000-gebieden (art. 19j, Nbwet). Deels in en deels nabij het grondgebied van de gemeente Hilversum liggen de Natura 2000-gebieden Naardermeer en Oostelijke Vechtplassen. Beide gebieden hebben zowel de status van Habitat- als van Vogelrichtlijngebied.
Naast deze twee Natura 2000-gebieden liggen er diverse heideterreinen, landgoederen en bosgebieden in het buitengebied die bescherming genieten onder de Natuurbeschermingswet 1998, aangezien deze gebieden zijn aangewezen als Beschermd Natuurmonument. De volgende gebieden in het buitengebied zijn aangewezen als Beschermd Natuurmonument; Bussumer- en Westerheide, Zuiderheide en Laarder Wasmeer, Franse kampheide, Hoorneboegsche heide, Hilversumsche Waschmeer, Heidebloem en Heide achter het Sportpark (zie figuur 5).
Figuur 5: Beschermde Natuurmonumenten
De Natura 2000-gebieden vormen tezamen met deze Beschermd Natuurmonumenten de kerngebieden van de ecologische hoofdstructuur in het buitengebied van Hilversum. Er is een groot verschil tussen de oostelijk en westelijk gelegen natuurgebieden. De westelijk gelegen gebieden zoals Naardermeer, Hilversumse bovenmeent, Laegieskamp en Egelshoek zijn typische veenweidegebieden. De oostelijk gelegen gebieden liggen voornamelijk op de hogere (zand)gronden, de aanwezige natuurterreinen bestaan hier voornamelijk uit droge bos- en heideterreinen. In onderstaande figuur zijn de Natura 2000-gebieden Naardermeer in het noorden en het daaronder gelegen Natura 2000-gebied Oostelijke vechtplassen afgebeeld.
Figuur 6: Natura 2000-gebieden Naardermeer en Oosterlijke vechtplassen
Opgemerkt wordt dat zich in het plangebied diverse voormalige bunkers bevinden, zoals in Spanderswoud, het vliegveld en op natuurgronden. Deze bunkers hebben nu al of hebben in potentie waarde voor vleermuizen. Deze bunkers die geen specifieke functie hebben worden niet bestemd. De bunkers die inmiddels een nieuwe functie hebben, bijvoorbeeld in de vorm van bunkerwoningen, zijn (conserverend) bestemd conform die functie.