|
Afbeelding 1: ligging van het bestemmingsplangebied
Het bestemmingsplan Hekslootgebied/Spaarndam beslaat een fors stuk landelijk gebied en het dorp Spaarndam, gelegen in het uiterste noordoosten van de gemeente Haarlem. Het totale plangebied heeft een oppervlakte van ca. 244 ha. Het bestemmingsplangebied wordt begrensd door de Vergierdeweg, Oostlaan (noordwestzijde), de Vondelweg (zuidwestzijde), het midden van het Noorder Buiten Spaarne (aan de oost- en zuidoostzijde), en de gemeentegrens met gemeente Velsen (zie afbeelding 1).
Voor het plangebied Hekslootgebied/ Spaarndam zijn enkele redenen om een nieuw bestemmingsplan te maken:
Het bestemmingsplan Hekslootgebied / Spaarndam bestaat uit een verbeelding, waarderingskaart, regels en een toelichting. De regels bevatten juridische regels over het gebruik van de ruimte. Deze regels geven aan of, en zo ja, hoe ruimte bebouwd mag worden en welke functies (bestemmingen) zijn toegestaan. Op de bestemmingsverbeelding worden de percelen in het gebied aangegeven met een aanduiding van de bestemming. De waarderingskaart draagt zorg voor een zo goed mogelijke bescherming van de bestaande waarden van het beschermd dorpsgezicht, waar een deel van dit plangebied deel van uitmaakt. De toelichting, tenslotte, is de onderbouwing van regels en verbeelding. Hierin wordt beschreven wat het doel is van het bestemmingsplan en wat de toekomstige verschijningsvorm van het gebied is.
Hoofddoel van het bestemmingsplan Hekslootgebied / Spaarndam is het opstellen van een actueel juridisch kader, waarbinnen de bestaande situatie adequaat wordt geregeld. Het consoliderende karakter van het plan krijgt juridisch gestalte door de gedetailleerde bestemmingen die op de verbeelding zijn aangegeven. De bestaande ruimtelijk-functionele structuur en voortzetting van het huidige gebruik vormen daarbij belangrijke uitgangspunten. De verbeelding, waarderingskaart en de regels zijn zo opgesteld dat een maximale bescherming ontstaat voor de functies en gebouwen die in het huidige karakter dienen te worden behouden.
Tweede doel van het bestemmingsplan is aan te geven waar in beperkte mate ruimtelijke ontwikkelingen kunnen plaatsvinden, zowel wat betreft gebruik als wat betreft bebouwingsmogelijkheden. In het plan wordt bijvoorbeeld, waar mogelijk en wenselijk, ruimte geboden voor niet verstorende functieverandering of uitbreiding van bebouwing, zonder dat daarvoor het bestemmingsplan behoeft te worden aangepast.
Het resultaat van deze wijze van bestemmen is dat inzichtelijk is wat wel en niet kan in het plangebied, maar dat bovenal duidelijk is aangegeven, dat consolideren geen stilstand betekent.
Binnen het plangebied Hekslootgebied / Spaarndam gelden de volgende bestemmingsplannen (aangevuld met de zogenaamde "aanvullende bebouwingsvoorschriften" uit 1974):
Tabel 1
nr. | Naam van het plan | Vastgesteld | Goedgekeurd | ||
701-2 | Noord-Akendam wijziging 1 | 27-08-1952 | 15-01-1953 | ||
703-3 | Ùitbreidingsplan Noord wijziging 14b | 08-12-1943 | 02-05-1944 | ||
705 | Uitbreidingsplan Noord wijziging 5 | 03-02-1932 | 08-06-1932 | ||
706-6 | Uitbreidingsplan Aansluiting Roerdompstraat - Vondelweg | 08-11-1950 | 19-09-1951 | ||
707-2 | Uitbreidingsplan in hoofdzaak recreatiegebied Haarlem Noord | 13-10-1965 | 26-03-1968 | ||
709 | Spaarndam Beschermd Dorpsgezicht | 18-06-1986 | 10-02-1987 | ||
710-1 | Uitbreidingsplan in onderdelen Spaarndam | 05-06-1956 | 15-06-1960 | ||
710-2 | Uitbreidingsplan in onderdelen omg. Visserseinde | 21-02-1962 | 12-03-1963 |
Daarnaast zijn diverse bouwinitiatieven met een buitenplanse vrijstelling mogelijk gemaakt. Bij het van kracht worden van het bestemmingsplan Hekslootgebied / Spaarndam zullen de in het schema genoemde plannen hun rechtskracht verliezen voor dit bestemmingsplangebied.
Voor het Fort Bezuiden Spaarndam en voor het gebied ten noorden van Spaarndam geldt geen enkel bestemmingsplan (zie afbeelding 2).
Afbeelding 2: Geldende bestemmingsplannen in het plangebied
Binnen deze laatste gebieden zijn de "stedenbouwkundige voorschriften" van de Haarlemse
Bouwverordening van kracht.
In 1971 is het oude dorp van Spaarndam aangewezen als "beschermd dorpsgezicht". De beschermende werking van het "beschermd dorpsgezicht" is in het nieuwe bestemmingsplan ingepast met behulp van de waarderingskaart Hekslootgebied Spaarndam.
Het bestemmingsplan Hekslootgebied / Spaarndam doorloopt een uitgebreide procedure. Na een informatief overleg met de betrokken wijkraden in het plangebied zal het concept ontwerpbestemmingsplan door het College van Burgemeester en Wethouders vrijgegeven worden voor het bestuurlijk vooroverleg ex art. 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening met verschillende (semi)overheden zoals diensten van het Rijk, de Provincie Noord- Holland, het Hoogheemraadschap en andere belangenorganisaties. Tevens wordt in het kader van participatie overleg gevoerd met de wijkraden. De gemaakte opmerkingen van de wijkraad en de reacties naar aanleiding van het wettelijk vooroverleg, hebben deels geleid tot aanpassing van het conceptontwerpbestemmingsplan Hekslootgebied / Spaarndam (zie bijlagen 11 en 13).
Het aangepaste conceptontwerpbestemmingsplan werd daarna ontwerpbestemmingsplan Hekslootgebied / Spaarndam genoemd en, na publicatie, 6 weken terinzage gelegd. In die tijd konden zogenoemde zienswijzen worden ingediend bij de gemeenteraad. De gemeente heeft op 30 juni 2009 een informatiebijeenkomst georganiseerd over het nieuwe bestemmingsplan.
Na verwerking van de zienswijzen wordt het bestemmingsplan voorgelegd aan het college van Burgemeester en Wethouders. Vervolgens zal het ter advisering worden aangeboden aan de raadscommissie Ontwikkeling, waarna de gemeenteraad zal besluiten over de vaststelling van het bestemmingsplan. Na aanpassing van het bestemmingsplan met inachtneming van de door de raad aangebrachte wijzigingen wordt het vastgestelde bestemmingsplan wederom ter inzage gelegd (aanvang beroepstermijn). Degenen die een zienswijze bij de Raad hebben ingediend kunnen beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Daarnaast kan eenieder beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State tegen wijzigingen die de raad bij de vaststelling van het bestemmingsplan heeft aangebracht.
Het bestemmingsplan treedt in werking de dag na afloop van de hierboven genoemde beroepstermijn.
Een eventueel beroep tegen het bestemmingsplan heeft geen schorsende werking, tenzij
een voorlopige voorziening wordt gevraagd bij de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak
van de Raad van State.
Om een visie te ontwikkelen op een plangebied is het enerzijds van belang om inzicht te krijgen in de verschijningsvorm en het functioneren van een gebied. Anderzijds is een inventarisatie van beleidsdocumenten nodig omdat deze documenten immers het kader vormen voor de toekomstige verschijningsvorm van een gebied.
Hoofdstuk 2 gaat in op de bestaande ruimtelijk-functionele structuur van het plangebied. Door eerst in te gaan op de ontstaansgeschiedenis van het gebied wordt de huidige verschijningsvorm voor een belangrijk deel verklaard. In dit hoofdstuk wordt verder aandacht besteed aan de in het plangebied voorkomende functies.
In hoofdstuk 3 passeren de voor het plangebied relevante beleidsdocumenten de revue. Sommige beleidsdocumenten zijn gebiedsgericht zoals het Structuurplan Haarlem 2020. Andere beleidsdocumenten hebben een meer thematische invalshoek, zoals het Haarlems Verkeers- en Vervoersplan en het Integraal Waterplan Haarlem. Per document wordt kort samengevat welke kaders er voor de inrichting en/of voor de functies in het plangebied zijn vastgelegd.
Hoofdstuk 4 bevat een inventarisatie van de verschillende milieu- en omgevingsaspecten en de resultaten van de verschillende onderzoeken. Het gaat hierbij om alle zaken die kunnen leiden tot ruimtelijke beperkingen. Het uitvoeren van onderzoeken en het maken van analyses van het plangebied is nodig overeenkomstig art. 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening. In hoofdstuk 5 wordt aangegeven hoe de inventarisatie van de bestaande situatie, de beleidsdocumenten, en onderzoeken zoals beschreven in de hoofdstukken 2, 3 en 4 vertaald zijn naar concrete ruimtelijk- functionele uitgangspunten.
In hoofdstuk 6 wordt aangegeven welke bestemmingen in het plan zijn opgenomen en hoe deze de inhoud van het plan regelen. In hoofdstuk 7 wordt de financieel-economische uitvoerbaarheid beschreven en wordt ingegaan op de participatie. De resultaten van het vooroverleg ex artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening zijn opgenomen in bijlage 11 resp. 13. Dit deel van hoofdstuk 7 wordt geschreven na afronding van het vooroverleg en is daarom pas in het ontwerpbestemmingsplan aanwezig.
In dit hoofdstuk wordt een historische schets van het bestemmingsplangebied gegeven en de beschrijving van de "Aanwijzing Beschermd Dorpsgezicht". Ook komt in dit hoofdstuk aan de orde wat de huidige situatie is met betrekking tot de ruimtelijke structuur en de functionele structuur.
Wat betreft de ruimtelijke structuur wordt onder andere aandacht besteed aan de bebouwingsstructuur en de openbare ruimte. Met betrekking tot de functionele structuur komen in dit hoofdstuk de volgende aspecten aan bod: wonen, detailhandel, bedrijven en voorzieningen, horeca en maatschappelijke voorzieningen. Per functie wordt een beschrijving gegeven van de huidige situatie en eventueel aanwezige planologische knelpunten.
Vroege ontwikkeling
Ontginning
Het gebied is gelegen in de overgangszone van de strandwal, waarop Haarlem voor het grootste deel is gelegen, naar het veengebied ten oosten daarvan. Voor het grootste gedeelte bestond het gebied van oorsprong uit veenmoeras. In de periode van de 9de tot de 12de eeuw werd het gebied ontgonnen. Hierbij werd de bodem ontwaterd door middel van evenwijdige sloten die in zuidoostelijke richting naar het veenriviertje het Spaarne zijn gegraven. Deze sloten verdeelden het gebied in langwerpige kavels. Dergelijke strokenverkavelingen zijn typisch voor de veenontginningen die in deze periode in de Lage Landen plaatsvonden. De boerderijen stonden vanouds net ten westen van de westelijke rand van het gebied, in het voormalige dorp Schoten (waar sinds het tweede kwart van de 20ste eeuw Haarlem-Noord ligt) en langs de Vergierdeweg.
Aanvankelijk werd in het gebied aan akkerbouw gedaan (o.a. rogge en gerst). Doordat de veenbodem in het oostelijke deel van het gebied inklonk ten gevolge van de ontwatering, kwam het grondwater echter te hoog te staan voor dit gebruik. Daarom is er vanaf de 15de eeuw in toenemende mate sprake van gebruik als grasland ten bate van de veeteelt. Op een gegeven moment was de bodem in het oostelijk deel van het gebied zo ver gezakt dat de ontwatering hier kunstmatig moest worden geregeld. Hiertoe werd de Oude Spaarndammer Polder, vroeger Het Sparenlant genoemd, in waterstaatkundige zin afgescheiden van de westelijke rest van het gebied. Dit westelijke gedeelte wordt tegenwoordig Hekslootgebied genoemd, naar de wetering langs de westkant van de kade die de polders scheidt.
Spaarndam
In 1170 was bij een stormvloed de Oude Rijn bij Katwijk verzand en grotendeels verstopt geraakt. Het achterland moest hierdoor voor een deel worden afgewaterd via de Haarlemmermeer, het Spaarne, het IJ en de Zuiderzee. Na een reeks verwoestende stormen werd bij de monding van het Spaarne in het IJ rond 1250 een dam aangelegd ter bescherming van het achterland. De dam was verbonden met de dijk langs de zuidzijde van het IJ. Nadat deze dam was weggeslagen in een vloed, gaf graaf Floris V van Holland in 1285 toestemming om een nieuwe aan te leggen. In de dam werden spuisluizen aangelegd om water te kunnen afvoeren. Deze spuisluizen waren van groot belang voor Midden-Holland, want een zeer groot gebied werd langs deze weg ontwaterd. Tegenwoordig zijn er nog spuisluizen aanwezig in de vorm van de Woerdersluis (oorspronkelijk ca.1285, vernieuwd in 1611) en de Boezemsluis (1843). In de loop der tijden werden ook verschillende schutsluizen aangelegd om schepen door te laten. Het betrof de Kolksluis uit 1285 (buiten dienst sinds 1928), de Kleine Haarlemmersluis uit 1567 (eigendom van de stad Haarlem, buiten dienst sinds 1897) en de nog altijd functionerende Grote Sluis, die uit 1569 stamt, maar in 1804 en 1898 werd vergroot.
Op de plek van de dam in het Spaarne ontstond al snel het dorp Spaarndam. Het plaatsje bestond bij gratie van de tol die hier geheven werd en de schepen die er werden geschut. Daarnaast was er sprake van overslag en visserij. Herhaaldelijk richtten stormvloeden echter grote schade aan. De dam werd zelfs voor een groot deel weggeslagen in 1361 en 1514. Bij een hevige storm in 1627 werd het kerkje, dat aan de zuidwestzijde onderaan de IJdijk stond, grotendeels vernietigd. De herbouwde Oude Kerk staat er tegenwoordig nog altijd, met een klein kerkhofje ernaast.
De kern van het dorp vormde zich tegen de zuidzijde van de dam, met name rond de grote kolk van de Kolksluis. Langs de kades rond de kolk werden gaandeweg steeds dichter opeen huizen gebouwd op kleine langwerpige kavels.
Slaperdijk
In verband met de vele overstromingen vanuit het westelijke IJ werd in 1612 besloten een nieuwe dijk in het gebied aan te leggen. Dit werd de Slaperdijk, die een stuk achter de oude Velserdijk werd aangelegd. De Slaperdijk kwam iets ten zuiden van de Westlaan te liggen. Deze laan was een oude weg die de grens vormde tussen de polders Noord-Akendam en Velserbroek. Tegenwoordig vormt dit dijkje nog de gemeentegrens. De strook grond tussen de Westlaan en de nieuwe dijk werd gebruikt om klei voor de dijk te winnen en wordt daarom vanouds Verdolven Landen genoemd. De Slaperdijk was feitelijk een zeedijk langs het IJ, die heel midden-Holland moest beschermen tegen hoog water. In 1806 is de dijk verhoogd en in 1823 werd er een straatweg over aangelegd.
Ontwikkelingen in de 19de en 20ste-eeuw
Gemaal
In 1845 werd ten zuiden van Spaarndam een stoomgemaal gebouwd, waarmee het waterstaatkundige gebied Rijnland water uit kon slaan op het IJ. Het Boezemkanaal werd gegraven om dit gemaal te verbinden met het IJ, via de Boezemsluis in de dijk. Het gemaal functioneert nog altijd, maar wordt tegenwoordig door dieselmotoren aangedreven. Rijnland voert momenteel variantenstudies uit naar het vernieuwen van het gemaal Spaarndam (zie paragraaf 5.2.2).
Ontwikkeling Spaarndam
Spaarndam bleef door de eeuwen heen langzaam groeien, door zowel kleinschalige uitbreiding als verdichting. Dit gebeurde huis voor huis. Aanvankelijk alleen ten zuiden van de dijk, maar vanaf de 19de eeuw ook tegen de noordzijde ervan. Aan de IJ-zijde van de Kleine Haarlemmersluis (aan de westzijde van Spaarndam) kreeg Spaarndam in 1836 een eigen haven. In 1926 werd deze echter weer gedempt, waarna het Havenplein met de omringende bebouwing erop werd aangelegd. Het betrof een tuindorp-achtig woningbouwcomplex met verwijzingen naar traditionele Noord-Hollandse huizenbouw, naar ontwerp van A.M.J. Sevenhuijsen. Ook aan de zuidzijde breidde het dorp in de 20ste eeuw iets uit. Het oorspronkelijke kleinschalige karakter bleef hierbij in stand. Grootschaliger nieuwbouw werd gerealiseerd ten oosten van het Spaarne. Thans ligt dat dorpsgedeelte in de gemeente Haarlemmerliede-Spaarnwoude: in 1927 werd de gemeente Spaarndam namelijk opgedeeld en kwam alleen het gedeelte ten westen van het Spaarne bij Haarlem. Het gemeentehuis van Spaarndam uit 1912 staat nog altijd aan de Westkolk.
Afbeelding 3: Kadastrale kaart van Spaarndam uit 1832. De bebouwing ligt tegen de zuidzijde van de dam en concentreert zich rond de kolk van de Kolksluis. Rechtsboven zijn ter weerszijden van de dijkweg delen van de laat-18de-eeuwse batterijen te zien.
Na de inpoldering van het IJ in de tweede helft van de 19de eeuw verdween de visserij als inkomstenbron van het dorp. In de 20ste eeuw kwamen scheepsbouw en palingrokerij daarvoor echter terug. Ook recreatie en toerisme zijn thans belangrijke inkomstenbronnen. Vanwege het schilderachtige historische karakter van het dorp werd de oude kern van Spaarndam al in 1971 aangewezen als beschermd dorpsgezicht.
Stelling van Amsterdam
Direct ten westen van Spaarndam is een deel van het landschap in de 19de en 20ste eeuw sterk gewijzigd door de aanleg van diverse objecten en structuren als onderdeel van een militaire verdedigingslinie. Al in 1799 werden er bij Spaarndam twee batterijen aangelegd ter verdediging van de route over de dijk naar Amsterdam. In 1809 zijn deze versterkt en verbonden door een wal met een gracht ervoor. Bijna een eeuw later werden deze werken opgenomen in de Stelling van Amsterdam. Dit was een kring van verdedigingswerken op een afstand van zo'n 15-20 km. rondom de hoofdstad, die is aangelegd tussen 1885 en 1914. Het doel was om Amsterdam als nationaal reduit, als laatste vesting, te kunnen verdedigen. De stelling omvat een kring van inundatiezones met sluizen en kanalen, forten, vestingen, batterijen en magazijnen.
De verdedigingswerken zijn door dijken met elkaar verbonden en buiten die dijken kon het land binnen twee dagen onder water gezet worden. Bij Spaarndam werden twee forten gebouwd. Het "Fort Bezuiden Spaarndam" en het "Fort Benoorden Spaarndam" (gemeente Velsen). De forten zijn verbonden door een wal met een gracht ervoor. Aan de zuidzijde maakte men hiervoor gebruik van de reeds bestaande verdedigingswerken; voor het overige stamt de aanleg van rond 1884. Bij de Slaperdijkweg, halverwege tussen de forten, zijn in 1903 twee nevenbatterijen aangelegd in de wal.
Omdat de stelling bij Spaarndam toch nog relatief zwak was werd in de periode rond de Eerste Wereldoorlog een tweede linie aangelegd op zo'n 300 m. voor de hoofdwal. Deze zogenaamde "voorstelling" bestond uit een lagere wal met een gracht ervoor en een groot aantal "scherfvrije onderkomens" in de vorm van betonnen bunkertjes. Eigenlijk zouden deze met aarde worden toegedekt, maar daar is het blijkbaar nooit van gekomen. Men was eigenlijk van plan om tussen de twee linies nog twee verdedigingslijnen aan te leggen, maar na 1918 zijn de plannen niet doorgezet. In 1950 is nog een uitkijktoren op de wal ten noorden van de Slaperdijk gebouwd. In 1985 is deze echter weer afgebroken.
Voor de linie mocht in een zone van een kilometer breed niet worden gebouwd, teneinde een vrij schootsveld te hebben. Het is hieraan te danken dat de bebouwing van Haarlem-Noord, die tot stand kwam na de annexatie van de gemeenten Schoten en Spaarndam in 1927, niet verder is opgerukt in de richting van Spaarndam. De begrenzing van de woonwijk, in de vorm van de Vondelweg, werd aangelegd als een boog op een kilometer afstand van het Fort Bezuiden Spaarndam. In 1960 werd de status van "verboden kring" opgeheven.
Beschermd dorpsgezicht
In 1971 is het oude dorp van Spaarndam aangewezen als beschermd dorpsgezicht. Dit om de historische stedenbouwkundige structuur en het historische dorpsbeeld zo goed mogelijk te beschermen. Het gaat niet alleen om monumenten, maar om het totaalbeeld dat gevormd wordt door de gebouwen, straten, pleinen, grachten, water, bruggen en bomen. Volgens ex. art. 36 van de Monumentenwet moet het bijzondere ruimtelijke en functionele karakter van het gebied in een bestemmingsplan worden beschermd. Voor alle bebouwing binnen het beschermd dorpsgezicht geldt het wettelijke sloopregime van artikel 37 van de Monumentenwet 1988. Dit houdt in dat het zonder of in afwijking van een sloopvergunning van het college van Burgermeester en wethouders verboden is om een pand geheel of gedeeltelijk te slopen. Alleen in uitzonderingsgevallen zal deze vergunning worden verleend.
De beschikking tot aanwijzing van het beschermd dorpsgezicht Spaarndam geeft een beknopt overzicht van de geschiedenis van Spaarndam, alsmede een waardering van het dorpsgezicht. De beschikking is opgenomen in bijlage 1.
Volgens de beschikking hebben de volgende specifieke waardes aanleiding gegeven tot die aanwijzing:
Spaarndam is gelegen in het noordoosten van de gemeente Haarlem. Het Haarlemse deel van Spaarndam omvat de historische kern van het dorp dat is ontstaan als een vissersdorp langs een dam in het Spaarne die in de dertiende eeuw werd aangelegd. Nabij de oude binnenhaven, de Kolk, ligt de oudste sluis, de Kolksluis. Over de dam loopt een doorgaande weg, die wordt onderbroken door maar liefst vier sluizen. Deze sluizen verdelen de bebouwde kom als het ware in eilandjes. Het dorp wordt namelijk omgeven door het water van het Noorder Buiten Spaarne ten zuiden, het IJ ten noorden en het Boezemkanaal grotendeels ten westen. Daarnaast wordt het dorp doorsneden door drie watertjes aansluitend op de Boezemsluis, de Kolksluis en de Woerdersluis.
De bebouwing wordt afgewisseld met open, groene plekken, met name in het gedeelte tussen het Boezemkanaal en de Westkolk. Een fijnmazig net van straten, stegen en paden ontsluit de bebouwing achter de dam. Opvallend zijn het gemaal aan de zuidzijde van het Boezemkanaal en het westelijk gelegen fort dat onderdeel is van de Stelling van Amsterdam.
In het westen en zuiden heeft in de loop der tijd regelmatig op kleine schaal uitbreiding plaats gevonden die wat schaal en karakter betreft op de oudere bebouwing aansluit. Het Havenplein betreft een uitbreiding van voor de oorlog bestaande uit woonblokken rondom een vierhoekig plein.
De weg over de dam is het bindend element in de dichte, kleinschalige bebouwing. In het hele dorp ligt de bebouwing dicht op elkaar en vaak direct aan de straat. De hoofdweg over de dam heeft aan weerzijden een lint van dijkbebouwing. De belendende panden aan de zuidzijde staan aan een lager gelegen onderstraat en worden ontsloten via bruggetjes. Aan de westzijde van de Kolksluis ligt direct aan het water een klein driehoekig plein, Westkolk geheten, dat wordt omsloten door een relatief wat hogere en meer representatieve bebouwing dan de rest van het dorp.
In Spaarndam is de bebouwing niet hoger dan één à twee bouwlagen met kap. Langs de hoofdweg en het bovengenoemde plein staan veelal individuele, geschakelde woonhuizen met verschillende gevelbeëindigingen zoals een klokgevel, tuitgevels of een gevel met schouderstukken. De overige, jongere bebouwing varieert van vrijstaande en dubbele woonhuizen tot rijtjes woningen.
De dijk, welke vanaf het Vissereinde via de IJdijk en de Spaarndammerdijk door het dorp heen slingert tot aan de Grote Sluis heeft een uniek en karakteristiek profiel. Aan de noordzijde heeft de dijk het gebruikelijke profiel, maar aan de zuidzijde wordt dit profiel ingekort met een rollaag, waardoor er onderlangs ruimte is ontstaan voor een straatje. Samen met de diverse aanwezige trappetjes tegen de dijk op en een viertal bruggetjes naar woonhuizen, versterkt dit het accent van een dijk waarachter de huizen gelegen zijn.
Een groot deel van Spaarndam heeft de status van beschermd dorpsgezicht (zie paragraaf 2.2). De bebouwing en ruimtelijke structuur zijn dientengevolge van rijkswege beschermd. Handhaven van bestaande ruimtelijke en architectuurhistorische waarden en het inpassen van eigentijdse ontwikkelingen zijn de uitgangspunten voor het toekomstig Haarlemse welstandsbeleid in Spaarndam.
Ten westen van het dorp ligt een voormalige militaire linie in noord-zuid richting, de Stelling van Amsterdam, bestaande uit een wal met verdedigingswerken en een gracht ten westen ervan. Ten westen daarvan liggen het Hekslootgebied en de polder Oude Spaarndammerpolder. Dit open gebied maakt ook deel uit van de Stelling van Amsterdam getuige de vele betonnen kazematten die verspreid in het veld liggen. Met name het oude schootsveld is van grote betekenis door het contrast tussen de stad Haarlem en het buitengebied.
Het open gebied bestaat verder voornamelijk uit weidegebied met langwerpige kavels tussen sloten die in noordwest-zuidoost-richting lopen. Aan de zuidwestkant, langs de Vondelweg, loopt een brede sloot.
Over de dam in Spaarndam loopt een doorgaande weg, van west naar oost Visserseinde, IJdijk en Spaarndammerdijk geheten. Verder zijn de belangrijke wegen in het gebied de Slaperdijkweg in het noorden, die in noordwest-zuidoostelijke richting naar Spaarndam loopt, de Vergierdeweg in het noordwesten en de Spaarndamseweg langs het Spaarne.
In het plangebied zijn de volgende openbare parkeerterreinen aanwezig:
Tevens wordt er in Spaarndam en in het zuidelijke puntje van het plangebied geparkeerd op de openbare weg.
In het plangebied is één openbaar vervoer stamlijn aanwezig die de route Spaarndammerdijk, IJdijk, Slaperdijkweg en Vergierdeweg volgt. Bushaltes bevinden zich ter hoogte van de Spaarndammerdijk 87a, IJdijk 22, Visserseinde 16, Visserseinde 43 en de Vergierdeweg 452-454.
De Vondelweg, de Slaperdijkweg, de Spaarndamseweg, de Vergierdeweg, Visserseinde, IJdijk en de Spaarndammerdijk vormen de hoofdfietsroutes in het plangebied. Fietspaden zijn aanwezig langs de Vondelweg, de Slaperdijkweg, de Spaarndamseweg en de Vergierdeweg. Deze paden worden ook door wandelaars en sporters gebruikt. Ter hoogte van de kunstmatig aangelegde wegversmallingen bij de Kolk- en Boezembrug zijn fietsstroken aangelegd. Achter het volkstuinderscomplex vereniging WZZO en langs de Heksloot liggen onverharde wandelpaden.
Bij het Haarlemmersluisje in Spaarndam is een grote speeltuin met trapveld en een speelplek aanwezig. Speelmogelijkheden zijn er ook bij de school aan de Kerklaan. Jongeren ontmoeten elkaar bij het bankje aan de oever van het Spaarne, achter de woningen aan de Grote Sluis.
De route langs de Vondelweg, het Spaarne en de Slaperdijk is niet alleen een fietsroute maar is in het Haarlemse Speelruimteplan ook aangewezen als skateroute.
In Spaarndam is wonen de hoofdfunctie. Het Hekslootgebied functioneert als openbaar stedelijk recreatiegebied en kent een viervoudige functie van natuur, recreatief, agrarisch en cultureel. De polder maakt deel uit van de (provinciale) Ecologische Hoofdstructuur, waar aangepaste agrarische bedrijfsvoering om natuur- en landschapswaarden te behouden of te creëren verplicht is. Het provinciale beleid gaat uit van het duurzame behoud van de ecologische hoofdstructuur. Binnen de ecologische hoofdstructuur (groene contour) geldt het "nee, tenzij"- principe. Nieuwe plannen, omwikkelingen en handelingen binnen en in de nabijheid van deze gebieden zijn niet toegestaan indien deze de wezenlijke waarden of kenmerken van het gebied significant aantasten, tenzij er geen reële alternatieven zijn én er sprake is van redenen van groot openbaar belang. De recreatieve functie van de polder is voor een groot deel passief. Verblijfsplekken met voorzieningen zijn niet aanwezig en wandelpaden door het gebied ontbreken. De culturele waarde is divers (zie o.a. paragraaf 4.7).
Per 1 januari 2008 bevat het plangebied 299 woningen. Het merendeel hiervan (61,5 %) bestaat uit koopwoningen (zie tabel 2). 14,7 % van de woningen betreft particuliere huurwoningen en 23,7 % sociale huurwoningen.
Tabel 2: woningvoorraad naar eigendom in het plangebied en gemeente Haarlem
eigendom | % | particuliere huur | % | sociale huur | % | onbekend | % | Totaal | ||||||||||||||||
Heksloot- gebied / Spaarndam | 184 | 61,5 | 44 | 14,7 | 71 | 23,7 | 0 | 0 | 299 | |||||||||||||||
Haarlem | 36.782 | 53,1 | 9.290 | 13,4 | 23.084 | 33,3 | 153 | 0,2 | 69.309 |
Bevolkingsamenstelling
Het bestemmingsplangebied Hekslootgebied /Spaarndam telde op 1 januari 2007 664 inwoners. Het plangebied is qua bevolkingsomvang een stabiel gebied.
Van invloed op het inwonertal is niet alleen het aantal beschikbare woningen, maar ook de gemiddelde woningbezetting. De gemiddelde woningbezetting in de gemeente Haarlem komt neer op 2,12 personen per woning. In het plangebied bedraagt de gemiddelde woningbezetting 2,22 personen per woning.
Tabel 3: leeftijdsopbouw in het plangebied en gemeente Haarlem
0-19 | % | 20-44 | % | 45-64 | % | 65+ | % | Totaal | ||||||||||||||||
Heksloot- polder / Spaarndam |
129 | 19,4 | 162 | 24,4 | 263 | 40,8 | 110 | 16,6 | 664 | |||||||||||||||
Haarlem | 32.000 | 21,8 | 54.434 | 37,0 | 38.125 | 25,9 | 22.397 | 15,2 | 146.956 |
Tabel 3 laat zien dat de leeftijdsopbouw in het plangebied niet vergelijkbaar is met
die van de rest van Haarlem. Het aandeel 20-44 jarigen blijft achter bij de rest van
Haarlem. De leeftijdscategorie 45-64 jaar is goed vertegenwoordigd in het plangebied.
In deze paragraaf worden eerst de aanwezige bedrijven omschreven, gevolgd door een beschrijving van de aanwezige voorzieningen.
Bedrijven
Het aantal bedrijven in het plangebied is beperkt. Binnen de bestemming 'Bedrijf' zijn bedrijven in de categorie A en B vermeld bij de regels behorende bedrijvenlijst toegestaan. Er is 1 bestaand bedrijf die onder een hogere categorie valt dan in het bestemmingsplan wordt toegelaten (zie tabel 4). Dit bedrijf heeft een specifieke maatbestemming gekregen. Op die manier kan - bijvoorbeeld na vertrek van het zittende bedrijf - alleen een identieke bedrijfssoort òf een bedrijf uit een lagere categorie zich op die plaats vestigen.
Voor de vestiging van geheel nieuwe bedrijven op nieuwe locaties wordt in het plan
geen ruimte geboden.
Dienstverlening, kantoren en commerciële voorzieningen
Tot deze categorie worden bijvoorbeeld adviesbureaus, reclamebureaus, boekhoudbureaus, financiële holdings, verzekeringskantoren, makelaardijen, advocatenkantoren, wassalons, kapperszaken en groepspraktijken gerekend.
Voor de in het plangebied aanwezige (kleine) kantoren, (zakelijke) dienstverlenende en ideële bedrijven is het alleen relevant een regeling te treffen welke zich duidelijk onderscheiden van de woonfunctie.
Tabel 4: Bedrijven en voorzieningen in het bestemmingsplangebied
Adres | Omschrijving | Bijzonderheid | |||
1 | Boezemkade 11 | Café | Horeca in het Fort | ||
2 | IJdijk 2-4 | Benzineservicestation zonder LPG en garagebedrijf | Wonen boven bedrijf | ||
3 | IJdijk 6 | Fietsenwinkel | Wonen bij fietsenwinkel | ||
4 | IJdijk 49 | Atelier showroom | Boven begane grond wonen | ||
5 | Kerklaan ong. | Opslag bouwmaterialen | |||
6 | Oostkolk 17 | Bedrijfsdoeleinden | Boven begane grond wonen | ||
7 | Oostkolk 19 | Restaurant | Horeca 2 Boven begane grond wonen |
||
8 | Rietpol 1 | Scheepswerf / Jachthaven |
Meerdere bouwwerken aanwezig voor o.a. loodsen t.b.v. reparatie boten, een winkel
t.b.v. scheepsbenodig- heden en een kantoor. Eén woonboot aanwezig. |
||
9 | Spaarndammerdijk 97 | Viswinkel | Boven begane grond wonen | ||
10 | Spaarndammerdijk 98 | Restaurant | Horeca 2 Boven begane grond wonen |
||
11 | Spaarndammerdijk 101a/b | Palingrokerij, bewaren en sorteren van vis | Milieucategorie C | ||
12 | Taanplaats 28 / Westkolk 46 | Kapper | Boven begane grond wonen | ||
13 | Taanplaats 30 - 32 | Bedrijfsdoeleinden | Boven begane grond wonen | ||
14 | Vergierdeweg 310 | Veehouderij | |||
15 | Vergierdeweg 312 | Veehouderij | |||
16 | Westkolk 10 | Café | Horeca 3 Boven begane grond wonen |
||
17 | Westkolk 48 | Bedrijfsdoeleinden | Boven begane grond wonen | ||
18 | Westkolk 52 - 54 - 56 | Kantoor | Boven begane grond wonen |
Op enkele adressen binnen het plangebied zijn ook bedrijven gevestigd die wat betreft omvang het karakter hebben van (parttime) beroep-aan-huis. Die kleine bedrijfsvormen zijn inherent aan wonen.
Horeca
In het plangebied zijn 4 horecavoorzieningen aanwezig (zie tabel 4). Door o.a. verschil in: verkeersaantrekkende werking, parkeerdruk, koppeling met winkeltijden, sluitingstijden horeca, eventuele overlast en ruimtelijke uitstraling, behoeft de horeca een nadere specificatie. Om dit te ondervangen wordt in dit bestemmingsplan de horeca aangeduid met horeca 1 tot en met horeca 3.
Maatschappelijke voorzieningen
In het plangebied zijn een aantal specifieke maatschappelijke voorzieningen aanwezig (tabel 5). Het betreft functies die hun doelstelling(en) verbonden hebben aan de samenleving, zoals sociaal-medische, sociaal-culturele, educatieve, welzijns- en levensbeschouwelijke doeleinden, voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening en kinderdagverblijven.
Tabel 5: Maatschappelijke voorzieningen in het bestemmingsplangebied
Adres | Omschrijving | Bijzonderheid | |||
1 | Boezemkade 1 | Speeltuinvereniging | |||
2 | Boezemkade 11 | Fort bezuiden Spaarndam | |||
3 | Boezemkade 11 | Kinderdagverblijf | huurt ruimte in Fort | ||
4 | Boezemkade 11 | Paramedi massage | huurt ruimte in Fort | ||
5 | Boezemkade 11 | Kano- en roeivereniging | huurt ruimte in Fort | ||
6 | Kerkplein 3 | Oude (hervormde) kerk | inclusief bijbehorende begraafplaats | ||
7 | Pol 18 | Basisschool | |||
8 | Pol 52 | Watergemaal | |||
9 | Spaarndammerdijk (sluiskant) | Sluiskantoor | |||
10 | Spaarndamseweg 792 | Volkstuinencomplex | kantine aanwezig | ||
11 | Slaperdijkweg 5 | Schaatsbaan | winterbaan | ||
12 | Slaperdijkweg C | Gemaal | |||
13 | Westkolk 4 | Secretarie gemeente | |||
14 | Westkolk 8 | Religieuze doeleinden |
Daarnaast zijn er verspreid door de buurt diverse praktijken aan huis (o.a. artsen,
fysiotherapeuten, pedicuren).
Indien een bestaande maatschappelijke voorziening zijn functie verliest, is het wenselijk
dat in hetzelfde pand een andere maatschappelijke voorziening gevestigd kan worden
(bijvoorbeeld een culturele voorziening in een leegstaande school). In de planregels
wordt gelimiteerd welke maatschappelijke functies mogelijk zijn. Om die reden hoeven
maatschappelijke voorzieningen in de regel niet specifiek benoemd te worden, zodat
enige ruimte blijft voor uitwisseling van (maatschappelijke) functies.
In dit hoofdstuk wordt het gemeentelijke beleid belicht voor zover dat leidend is voor het bestemmingsplan Hekslootgebied / Spaarndam. In dit kader kunnen onder andere genoemd worden het "Structuurplan Haarlem 2020", de "Woonvisie Haarlem 2006 - 2012", het "Haarlems Verkeers- en Vervoerplan", het "Integraal Waterplan Haarlem" en de "Nota Milieuzonering".
In bijlage 5 wordt kort ingegaan op de strategische beleidskaders van het Rijk en de provincie Noord-Holland. Met het opstellen van een bestemmingsplan wordt namelijk niet alleen nader invulling gegeven aan gemeentelijk beleid, maar worden ook doelstellingen van hogere overheden nader uitgewerkt.
Het structuurplan legt voor de periode 2005 tot 2020 op hoofdlijnen de ambities en wensen vast die alles te maken hebben met ruimte en de verdeling daarvan in Haarlem. Daarbij is de samenwerking in de Noordvleugel van de Randstad als stedelijk netwerk vertrekpunt. Het structuurplan vormt de ruimtelijke vertaling van de Toekomstvisie Haarlem uit 1999 en laat de mogelijkheden zien voor uitvoering van de stedelijke opgaven.
De speerpunten van beleid zijn profilering op een duurzaam goed woonklimaat, versterking van de zakelijke dienstverlening en versterking van de culturele en toeristische wervingskracht.
Het structuurplan geeft inzicht in de verandergebieden en dynamische knooppunten en de gebieden die consolideren. Het geeft de kaders en bestemmingsplannen zorgen vervolgens voor juridische verankering.
Eén van de kernkwaliteiten van Haarlem is de ligging te midden van groen en water. Het inwonertal en daarmee de recreatieve druk op het resterende groengebied zijn de laatste decennia sterk gestegen. Maar Zuid Kennermerland heeft nog steeds een groen imago en is in trek als vestigingsplaats. De verstedelijkingsontwikkelingen hebben in het verleden veelal plaatsgevonden zonder veel aandacht te schenken aan de ecologische schakelfunctie, d.w.z. instandhouding van ecologische verbindingszones. De bescherming van bestaande natuurgebieden en verbetering van de onderlinge verbondenheid moeten leiden tot een beter evenwicht tussen natuur/landschapwaarden en verstedelijkingswensen.
Afbeelding 4: Fragment Structuurplankaart Haarlem 2020 (2005)
Hekslootgebied en Oude Spaarndammerpolder zijn beschermde weidevogelgebieden (zie afbeelding 4). De Oude Spaarndammerpolder is aangemerkt als een mogelijk gebied voor waterberging (zie afbeelding 4, blauwe stippellijn). Deze zoeklocatie voor waterberging is conform het Integraal Waterplan Haarlem en betreft een locatie die waterhuishoudkundig voor waterberging in aanmerking kan komen.
In het structuurplan is ook de wens geopperd om langs de Vondelweg een nieuwe waterverbinding (zie afbeelding 4, blauwe bolletjes) te realiseren om zo schoon duinwater het poldergebied in te krijgen.
De gemeente onderschrijft de functie die volkstuincomplexen hebben in de rol van recreatie dichtbij huis alsmede de groen-ecologische functie. De volkstuinenvereniging "Wie zaait zal oogsten" wordt conform het structuurplan opgenomen op de verbeelding.
Afbeelding 5: Fragment Structuurplankaart Haarlem 2020 (2005), Stedelijk waarden
Onder de cultuurhistorische basisstructuur (zie afbeelding 5) worden verstaan de watergangen, wegen en groengebieden waar Haarlem zijn huidige stedenbouwkundige hoofdstructuur aan ontleent. De cultuurhistorische basisstructuur bestaat in het bestemmingsplangebied uit het Spaarne en de Slaperdijk.
Het Spaarne is een van de belangrijkste cultuurhistorische gegevens van Haarlem. Het Spaarne is met zijn oevers tevens de grootste en als zodanig samenhangende openbare ruimte in de stad. Een van de doelen is mede op basis van die cultuurhistorische gegevenheden de openbare ruimte van het Spaarne vorm te geven en bij te dragen aan de versterking van de betekenis van het Spaarne voor de stad Haarlem.
Het Fort Bezuiden Spaarndam kan zich, als onderdeel van de Stelling van Amsterdam, meer manifesteren. Momenteel zijn er geen actuele plannen. Voor Spaarndam wordt in het structuurplan gekeken naar mogelijke versterking van de waterrecreatie in en naar het dorp.
Behoud van de structuur van de schootskringen van de Stelling van Amsterdam is waardevol waar deze in het landschap nog zichtbaar zijn. In het bestemmingsplangebied is deze structuur nog herkenbaar door de kromming van de Vondelweg en het open landschap van het Hekslootgebied en de Oude Spaarndammerpolder.
Daarnaast zijn de veenweidegebieden (Hekslootgebied) aan de oostzijde van Haarlem met hun kenmerkende slotenpatroon het behouden waard.
In dit bestemmingsplan wordt op de volgende wijze rekening gehouden met het beleid uit het structuurplan:
In de gemeentelijke Woonvisie zijn speerpunten geformuleerd ten aanzien van de ontwikkeling van de woningvoorraad. Kort samengevat zijn de speerpunten “meer, beter, dynamisch en betaalbaar”. In de Woonvisie zijn uiteenlopende maatregelen opgesomd die een bijdrage moeten leveren aan bovengenoemde speerpunten. Aan de maatregelen die een ruimtelijke impact hebben, en daarmee relevant zijn voor het bestemmingsplan, wordt in deze paragraaf aandacht besteed.
Haarlem zet in op het opvoeren van de woningbouwproductie. Haarlem wil de woningvoorraad onder andere uitbreiden door middel van functieverandering en splitsing. Het eventueel omzetten van een werkfunctie naar een woonfunctie is denkbaar, maar dit mag niet ten koste gaan van de spreiding van de werkfuncties. Binnen de bestemming "Gemengd 2" wordt flexibiliteit voor wat betreft de begane grondverdieping geboden voor functieverandering. Naast kleinschalige bedrijvigheid, detailhandel is tevens wonen mogelijk.
In het plangebied is echter geen ruimte voor grootschalige woningbouw- of herstructureringsprojecten. Wel wordt op de oude supermarktlocatie (Visserseinde 8 - 10 - 12) zes wooneenheden gerealiseerd. Tevens wordt het mogelijk gemaakt om een woning op te richten aan de Westkolk 36.
Het beleid van de gemeente heeft tot doel een fijnmazig netwerk van winkels te handhaven zodat iedere Haarlemmer binnen een redelijke afstand van zijn woning de dagelijkse boodschappen kan doen. Supermarkten worden zoveel mogelijk in de nabijheid van een winkelcentrum gerealiseerd, zodat beide elkaar versterken.
In bestemmingsplannen krijgen winkelcentra met een goede toekomstverwachting voor de verkoop van dagelijkse goederen een detailhandelsbestemming. De gemeente beoogt daarmee de verkoop van dagelijkse goederen zo veel mogelijk te bevorderen. Andere winkelcentra kunnen een gemengde publieksaantrekkende bestemming krijgen.
De voormalige supermarkt aan het Visserseinde is verplaatst naar de Lageweg 1 te Spaarndam. Een locatie buiten de gemeente Haarlem, maar met voldoende omvang en binnen een redelijke afstand voor de consument uit Spaarndam. De consument van Spaarndam (west en oost) blijft in de toekomst verzekerd van een aanbod aan dagelijkse artikelen. Op de vrijgekomen locatie wordt woningbouw gerealiseerd.
Het HVVP beschrijft het beleid op het gebied van verkeer en vervoer voor de komende 10 jaar. Het HVVP is een plan op hoofdlijnen. In het HVVP wordt een beschrijving gegeven van de hoofdstructuren voor het autoverkeer, het openbaar vervoer en de fiets, waarbij de voetganger een prominente plek heeft.
In het HVVP is het wegennet in de stad gecategoriseerd in grote stadsleefgebieden. Dit zijn gebieden waarin, ter wille van het leefgenot, geen gebiedsvreemd autoverkeer wordt toegelaten.
De wegen in het plangebied zijn woonstraten ofwel erftoegangswegen. Deze vallen onder een 30 km/h snelheidsregime en zijn of worden ingericht als verblijfsgebied.
De schaal van de lintbebouwing op het smalle dijkje dat het dorp Spaarndam vormt, is zodanig dat er geen snelheid hoger dan 30 km/h is toegestaan. De huidige inrichting zorgt ervoor dat de afwikkeling van het autoverkeer wordt geremd. Dat moet ook zo blijven, want ook het langzaam verkeer moet dezelfde smalle weg gebruiken.
De Slaperdijkweg, Nieuwe Rijweg en Spaarndamseweg hebben een inrichting als 60 km/h-gebied.
In het HVVP worden daarnaast drie op de fiets gerichte beleidslijnen uitgezet om het fietsgebruik te stimuleren:
Op de openbare weg zijn de hoofdfietsroutes door een lijn- en kleurafscheiding zichtbaar gemaakt. Langs de Slaperdijk en de Vondelweg liggen vrijliggende fietspaden.
Op de smalle dijk in Spaarndam maakt het fietsverkeer van de zelfde weg gebruik als het auto- en busverkeer.
In het bestemmingsplan vallen o.a. wegen, voetpaden en rijwielpaden onder bestemming "Verkeer".
De gemeente Haarlem en het Hoogheemraadschap van Rijnland hebben eind 2004 het Integraal Waterplan Haarlem (IWP) vastgesteld. Doel van het IWP is het ontwikkelen en behouden van een veilig, veerkrachtig en ecologisch gezond watersysteem. Het plan functioneert als strategisch kader voor gerelateerde beleidsvelden zoals het grondwater-, afvalwater-, en baggerbeleid. Om ervoor te zorgen dat het Haarlemse waternetwerk bestand is tegen klimaatsverandering (toename neerslag) en verstedelijking (toename verhard oppervlak), is ruimte voor oppervlaktewater nodig. Ruimte voor extra oppervlaktewater kan worden gevonden door het verbreden van bestaande watergangen, het graven van nieuwe watergangen en het weer open leggen van gedempte grachten.
Doelstelling voor het oppervlaktewater voor de periode tot 2015 is het creëren van een veilig watersysteem met voldoende afwaterend en bergend vermogen, een adequate doorstroming en maximale benutting van gebiedseigen water. Als streefbeeld heeft de gemeente voor ogen een verbeterd waternetwerk dat uitgebreid is met nieuw water. De Oude Spaarndammerpolder kan waterhuishoudkundig voor waterberging in aanmerking komen. Het gaat hierbij om een mogelijke locatie voor seizoens- en piekberging. Nader onderzoek naar de noodzaak en haalbaarheid van waterberging op deze locatie zal duidelijk maken in hoeverre waterberging op deze locatie gerealiseerd kan worden.
De wens van de gemeente en Rijnland om een nieuwe waterverbinding van de Delft naar het Hekslootgebied te realiseren wordt in dit bestemmingsplan, middels het bepaalde in de planregels, mogelijk gemaakt.
Het Spaarneplan is een integraal gebiedsconcept; een georganiseerd geheel van voorstellen, ideeen en ambities om de betekenis van het Spaarne voor de stad te vergroten. Het doel van het Spaarneplan is: het Spaarne onderdeel maken van de stad, te streven naar een multifunctioneel gebruik van water en oevers en het bijdragen aan beeldvorming die recht doet aan de culturele en economische betekenis van het Spaarne.
De basis van iedere levendigheid van het Spaarne is toegankelijkheid en het (onderdeel) zijn van een logische bestemming of route. Nu is het voor grote delen vooral levendig door het autoverkeer. Ruimte om te verpozen en te genieten is gewenst; of het nou de rust is en het uitzicht of de hectiek, als het maar een soort ‘bestemming’ c.q. (potentieel) "attractiepunt" is. Het zicht mag niet aan de passant worden ontnomen. Centrale begrippen met betrekking tot levendigheid zijn: vitaliteit, bekendheid, toegankelijkheid, diversiteit en publiek.
Spaarndam heeft met de dorpskern, haven de Rietpol, Hans Brinker, het gemaal, forten, het Hekslootgebied en een belangrijke doorgang naar het recreatiegebied Spaarnwoude en de IJmond een aantal attractiepunten in huis.
De bestaande ruimtelijk-functionele structuur en voortzetting van het huidige gebruik worden in dit bestemmingsplan gehandhaafd. De planregels, verbeelding en waarderingskaart zijn zo opgesteld dat maximaal bescherming ontstaat voor de functies en gebouwen die in het huidige karakter dienen te worden behouden. Tevens wordt vrij zicht van de oever op het water, de overliggende oever en vice versa gewaarborgd door bouwen op en langs de oevers in principe niet toe te staan.
Formele en informele speelvoorzieningen maken een belangrijk deel uit van het woon- en leefmilieu. Ze bieden ruimte voor spel en ontmoeting, soms in samenhang met de natuur. Speelvoorzieningen bepalen voor een deel het karakter en de sfeer van de woonomgeving. Kinderen ontwikkelen er sociaal/emotionele, motorische, cognitieve en sensorische vaardigheden, die belangrijk zijn voor hun ontwikkeling. Het is daarom noodzakelijk speelvoorzieningen op een kwalitatief hoogwaardig niveau te brengen, met een goede spreiding en ze duurzaam in stand te houden.
In 1997 is het totale pakket aan speelvoorzieningen doorgelicht. Dit doorlichten had grote gevolgen voor de speelplekken in Haarlem omdat veel speeltoestellen niet veilig bleken te zijn. Alle onveilige speeltoestellen zijn daarop verwijderd en er is een Speelruimteplan op- en vastgesteld. In het Speelruimteplan zijn het aantal speelplekken per wijk opnieuw bepaald op basis van o.a. demografische gegevens en maximale (loop)afstanden vanaf huis.
In 2008 worden de laatste projecten uit het Speelruimteplan volledig uitgevoerd en zijn de speelvoorzieningen goed verdeeld over de wijken en allemaal voorzien van veilige speeltoestellen en de juiste valondergronden. In 2009 zal aangevangen worden met en herijking van het speelruimteplan. Hierbij zal aandacht worden besteed aan de speelruimtenorm van 3% die de minister van VROM in haar beleidsbrief Buitenspeelruimte van 14 april 2006 als richtlijn voorstelt.
De speelruimtenorm is niet verplicht. Gemeenten worden gestimuleerd om de 3% als richtgetal bij nieuw te ontwikkelen wijken voor buitenspeelruimte te reserveren. In bestaande situaties nodigt de minister gemeenten uit om zo mogelijk naar dit percentage toe te groeien als hieraan nu niet wordt voldaan. Bij de herijking van het speelruimteplan zal de speelruimtenorm onderdeel uitmaken van het gemeentelijke speelruimtebeleid.
Er is voldoende speelruimte in Spaarndam, maar de kwaliteit en spreiding over de woonbuurtjes laten te wensen over. Dit komt mede door de drukke Spaarndammerdijk die als verkeersbarrière werkt.
Om toekomstige ruimteclaims voor speelvoorzieningen in de openbare ruimte mogelijk te maken worden speeltoestellen in de bestemmingen "Recreatie", "Groen" en "Verkeer" toegestaan tot een hoogte van niet meer dan 3 meter.
Met de goedkeuring van de Wet op de archeologische monumentenzorg (Wamz) en de verregaande decentralisatie van verantwoordelijkheden naar gemeentelijk niveau is het, gezien het rijke bodemarchief van Haarlem, niet alleen noodzakelijk, maar ook zeer wenselijk een degelijk archeologiebeleid te voeren.
In de wetgeving is opgenomen dat gemeenten bij het opstellen van bestemmingsplannen rekening moeten houden met in de grond aanwezige dan wel te verwachten archeologische waarden. Ook is bepaald dat in een bestemmingsplan regelingen kunnen worden opgenomen ten behoeve van het beschermen van archeologische waarden. Aangezien de verantwoordelijkheid voor het archeologische erfgoed wordt gedecentraliseerd, dienen de gemeenten binnen dit kader hun eigen beleid te ontwikkelen. In dit kader heeft de gemeente Haarlem het initiatief genomen tot de ontwikkeling van diverse maatregelen, waardoor archeologie meer onderdeel van het planologische instrumentarium wordt. De uitgangspunten voor gemeentelijke beslissingen zijn, met de intentie om op een werkbare en doelmatige manier zorg te dragen voor het Haarlemse bodemarchief, in een beleidsnota archeologie, een bijbehorende beleidskaart, in een verordening Monumenten en Archeologie en in een facetbestemmingsplan Archeologie vastgelegd.
Milieuzonering is het aanbrengen van een noodzakelijke ruimtelijke scheiding tussen milieubelastende en milieugevoelige functies ter bescherming of vergroting van de leefkwaliteit. Het gebruik van een milieuzonering biedt de mogelijkheid om gevoelige functies te vrijwaren van (zware) bedrijvigheid, maar biedt ook de mogelijkheid bepaalde bedrijvigheid te versterken.
In de milieuzonering staat de typering van (woon)gebieden centraal. Bij het wel of niet toelaten van bepaalde bedrijvigheid in (woon)gebieden is gelet op onder andere de ligging van (potentiële) bedrijven ten opzichte van de omgeving, de mate van eventueel te verwachte hinder en het na te streven karakter van de buurt/wijk. Bij het toepassen van de milieuzonering is het nieuwe groene boekje van de VNG "Bedrijven en milieuzonering" van 2007 gebruikt.
Door middel van een passende bestemmings- en gebruiksregeling kan het bestemmingsplan een bijdrage leveren aan een afname van overlast binnen het plangebied, door niet passende bedrijvigheid of activiteiten zo veel mogelijk te weren, te reduceren, of door hinder beperkende maatregelen te treffen. In geval van wegbestemming zal een financiële regeling moeten worden getroffen en/of zal er een verplaatsing moeten worden geregeld. Daarvan is in dit bestemmingsplan geen sprake.
Aan de hand van een lijst met bedrijven, die binnen het plangebied zijn gelegen, is een onderzoek uitgevoerd naar de potentiële hinder daarvan. Per bedrijf is onderzocht welke categorie van toepassing is. Deze categorieën zijn bepaald aan de hand van de Staat van Bedrijfsactiviteiten functiemenging. Zie bijlage 6 en paragraaf 4.2 voor het onderzoek.
Duurzame stedelijke ontwikkeling
De gemeente Haarlem heeft in de beleidsnota “Praktijkrichtlijn Duurzame Stedenbouw” bepaald dat alle ruimtelijk relevante plannen vanaf 2006 moeten voldoen aan de basiskwaliteit duurzame stedenbouw en waar mogelijk aan een streefkwaliteit. Voor gebouwen heeft het college de nota duurzame nieuwbouw woningen vast gesteld. De praktijkrichtlijn duurzame stedenbouw bestaat uit uitgangspunten en een checklist duurzame stedenbouw op basis van de ervaringen in Haarlem. Hierbij is gebruik gemaakt van het Nationaal Pakket Duurzame Stedenbouw (NPDS, 1999).
In de checklist zijn naast de wettelijke maatregelen (watertoets) een groot aantal (vrijwillig te nemen) maatregelen beschreven op het gebied van verkeer/vervoer (parkeren op eigen terrein), afval (het plaatsen van ondergrondse containers), water en energie (zuid gerichte verkaveling zonoriëntering).
De vrijwillig te nemen maatregelen zorgen ervoor dat een ruimtelijk plan aan de streefkwaliteit
kan voldoen. Dat is dus een kwaliteit die verder gaat dan wettelijke regelingen ofwel
de basiskwaliteit.
Een voorbeeld maatregel van de checklist is het FSC-hout. Het college heeft in 1996 de Intentieverklaring “Heb hart voor hout” van Milieudefensie en Novib ondertekend. Daarmee is vastgesteld dat alleen nog FSC gecertificeerd hout gebruikt zal worden bij (bouw-)projecten waarvoor de gemeente verantwoordelijk is. In de bestaande moederbestekken van de gemeente is deze eis als standaard toegevoegd. Ook bij losse elementen in het openbare gebied (bankjes bijvoorbeeld) geldt de eis dat hout met FSC certificaat of een gelijkwaardig keurmerk (duurzaam beheer) moet worden gebruikt. Verder is de ondertekening van het FSC convenant van FSC Nederland in voorbereiding als herbevestiging van beleid dat hier in Haarlem al meerdere jaren wordt toegepast.
In dit bestemmingsplan is bijvoorbeeld in de verkeersbestemming de mogelijkheid voor ondergrondse containers opgenomen.
Duurzaam bouwen
De gemeenteraad heeft op 15 november 2005 het beleid voor duurzame woningbouw vastgesteld. Bij alle nieuwe woningbouwprojecten waar de gemeente direct bij betrokken is moet de zogenoemde basiskwaliteit Duurzaam bouwen (Dubo) worden toegepast. Deze basiskwaliteit kan worden bereikt door het toepassen van kostenneutrale duurzame maatregelen. De basiskwaliteit duurzame nieuwbouw binnen het plangebied kan op twee manieren worden bereikt:
Het toepassen van de voorkeurslijst duurzaam bouwen maatregelen nieuwbouw.
Door het instrument GPR-gebouwen toe te passen. De Gemeentelijke Praktijk Richtlijn Duurzaam Bouwen (GPR) is het resultaat van praktijkervaringen in de gemeente Tilburg. Met het rekeninstrument kunnen projecteigenaren zelf een alternatief maatregelenpakket samenstellen. GPR Gebouw zet ontwerpgegevens van een gebouw om naar prestaties op het gebied van kwaliteit en duurzaamheid. Ter toelichting hierop het volgende: Invullen van maatregelen conform het Bouwbesluit levert een score van 5 op. Invullen van de voorkeurslijst levert een 6 op.
De gemeente kan het initiatief nemen om samen de projecteigenaar een hogere kwaliteit te bereiken (streefkwaliteit).
Haarlem Klimaatneutraal
In maart 2007 heeft de Haarlemse gemeenteraad in meerderheid uitgesproken dat Haarlem in 2030 een klimaatneutrale stad moet zijn. Voor de eigen organisatie geldt dit al vanaf 2015. Hiertoe heeft de gemeenteraad op 9 oktober 2008 een plan van aanpak vastgesteld.
Kern van de aanpak is dat bij ieder (nieuw)bouwproject het energieaspect nader aandacht moet krijgen, waarbij in eerste instantie het gebruik van energie zo beperkt mogelijk moet worden gemaakt via bijvoorbeeld isolatie en zuinige apparatuur. Daarnaast dient zo veel mogelijk van duurzame energie gebruik te worden gemaakt, door bijvoorbeeld zonne-energie i.c.m. warmte-koude opslag toe te passen. In de laatste plaats kan eventueel naar compensatiemaatregelen worden gezocht.
Samengevat zijn voor het plangebied de volgende beleidsuitgangspunten van belang voor het bestemmingsplan:
Ten behoeve van het bestemmingsplan Hekslootgebied / Spaarndam is een milieuonderzoek uitgevoerd (zie bijlage 6, in onderstaande paragrafen is een samenvatting opgenomen). Dat onderzoek geeft een overzicht van een aantal milieuhygiënische belemmeringen in het plangebied. Gestreefd wordt om voor buurten of straten waar nu te hoge milieuhinder aanwezig is dit te verlagen en voor nieuwe situaties milieuhinder te voorkomen. Door middel van zonering en specifieke (her)bestemmingsregelingen kan hieraan vorm worden gegeven.
Bestaande milieuhinder, zoals geluidhinder van bestaande wegen of bestaande legale bedrijvigheid, kan in beginsel niet via het bestemmingsplan worden verminderd, voor zolang de bestaande situatie wordt gehandhaafd. Pas als nieuwe, ruimtelijke ontwikkelingen in het bestemmingsplan worden nagestreefd - bijvoorbeeld nieuwe woningen, nieuwe bedrijfsfuncties (al dan niet in een bestaand bedrijfsgebouw) of een nieuwe wegconstructie – kan dit worden vastgelegd met een bestemming die past binnen de (ruimtelijk relevante) milieunormen.
Het bestemmingsplangebied Hekslootgebied / Spaarndam is een consoliderend bestemmingsplan en kent geen zogenaamde "nieuwe situaties" en wordt in dit onderzoek ook als zodanig beoordeeld.
Wegverkeer
Door en langs het plangebied lopen een aantal wegen die een relevante geluidbelasting op het plangebied hebben. De geluidbelasting bedraagt maximaal 49 dB en de maximale ontheffingswaarde wordt niet overschreden.
Industrielawaai
Het zuidelijke gedeelte van het bestemmingsplan ligt binnen de zone van het gezoneerde industrieterrein Waardepolder. De geluidbelasting bedraagt maximaal 55 dB(A). Met deze waarde wordt de maximale ontheffingswaarde niet overschreden.
Een deel van Spaarndam lag binnen de zone van het industrieterrein Volker Stevin. Deze geluidszone is vervallen doordat de huidige bedrijfsvoering op het terrein is verplaatst. Op het terrein worden ca. 350 woningen gebouwd.
Conclusie
De maximale ontheffingswaarde wordt in dit bestemmingsplan niet overschreden. Geluidreducerende maatregelen hoeven in dit bestemmingsplan niet toegepast te worden.
Aan de hand van een lijst met bedrijven, die binnen het plangebied zijn gelegen, is een onderzoek uitgevoerd naar de potentiële hinder daarvan. Per bedrijf is onderzocht welke categorie van toepassing is. Deze categorieën zijn bepaald aan de hand van de Staat van Bedrijfsactiviteiten functiemenging.
Het grondgebied van Haarlem is ingedeeld in gebieden of zones. Deze opdeling is bepaald door de specifieke kenmerken van die gebieden. Het plangebied Hekslootgebied is getypeerd als natuurontwikkeling en buitengebied. Spaarndam is getypeerd als een gebied met woningen in laagbouw in lage dichtheid. De maximaal toegestane milieucategorie bij in een gebied met overwegend laagbouw in een lage dichtheid is B. In een gebied dat getypeerd is als buitengebied/natuuronwikkeling is de maximaal toegestane bedrijfscategorie B mits gebiedsgebonden. In het te bestemmen gebied is een aantal bedrijven gevestigd met milieucategorie C.
Aan de Vergierdeweg zijn op de nummers 310 en 312 twee melkveehouderijen gevestigd. Deze vallen beiden in categorie C. Deze bedrijven passen qua aard en karakter bij een agrarisch gebied en kunnen positief bestemd worden.
De op Rietpol 1 aanwezige jachthaven valt onder de bevoegdheid van de provincie. De bij dit type inrichting horende bedrijfscategorie is C. Daarmee is het bedrijf in principe niet passend binnen de voor Spaarndam aangeduide zone B. Navraag bij de provincie heeft geleerd dat het bedrijf over een vergunning inzake de Wet milieubeheer beschikt uit 1996. Deze vergunning moet wel geactualiseerd worden. Er worden hierbij geen problemen verwacht. Ook zijn er geen klachten over de inrichting bekend. Het bedrijf wordt daarom positief bestemd.
In het woongebied van Spaarndam zijn twee categorie C bedrijven gevestigd. Dit zijn Holland Paling en Palinghandel Johan Kuijten BV gevestigd aan respectievelijk Spaarndammerdijk 101 a en 101b.
Holland Paling, Spaarndammerdijk 101a- SBI 152-3
Bij Holland Paling wordt (natuurlijk gevangen paling) gerookt in rookkamers. Dit zijn uit baksteen gebouwde kamers met een schoorsteen voor de afvoer van rookgassen. De rookgassen worden afgevoerd middels natuurlijke trek. Deze natuurlijke trek kan niet worden onderbroken zodat reinigingstechnieken niet toegepast kunnen worden. De rookgassen worden 13 meter bovendaks afgevoerd. Bij de afdeling milieu zijn diverse stankklachten over dit bedrijf bekend. Het bedrijf is hier gevestigd sinds 1985.
Geluid – 50 meter
De grootste afstand die moet worden aangehouden tot woningen van derden is 50 meter voor het milieuaspect geluid. De meest nabijgelegen woningen liggen op 36 meter van de inrichtingsgrens.
In de milieuvergunning van 1985 zijn geluidvoorschriften opgenomen die gelden op de gevels van woningen van derden. Er zijn geen geluidklachten bekend. Het aspect geluid is hiermee voldoende ondervangen.
Geur – 300 meter
Bij het traditioneel roken van paling komt veel rook vrij waardoor overlast in de omgeving wordt ondervonden. Voor een deel bestaat deze overlast uit geuroverlast. In de directe omgeving van de rokerij is de overlast groter en neemt af naarmate de afstand toeneemt. De gewenste afstand tot woningen van derden is 300 meter, terwijl de dichtstbijzijnde woningen op circa 36 meter van dit bedrijf liggen. Uit onderzoek bij een soortgelijk bedrijf blijkt dat diverse reinigingstechnieken voor rookgassen niet toepasbaar zijn bij het traditioneel roken. Het bedrijf valt onder type B van het Activiteitenbesluit. Middels maatwerkplanregels kunnen eisen gesteld worden ter beperking van de overlast die wordt ondervonden door dit bedrijf.
Conclusie
Gezien de historisch gegroeide situatie van dit bedrijf op deze locatie wordt dit bedrijf binnen het plangebied positief bestemd. In de planregels is opgenomen dat indien dit bedrijf zijn palingrokerij beëindigd een dergelijk bedrijf zich niet meer mag vestigen op deze locatie.
Palinghandel Johan Kuijten BV, Spaarndammerdijk 101b-SBI 152-5
In dit bedrijf vinden de volgende activiteiten plaats: het aan- en afvoeren van levende paling en andere vissoorten. Het overbrengen van vis in leefbakken en het verwerken en schoonmaken van vis.
Geluid: 30 meter
De geluidbronnen die aanwezig zijn op het terrein van de inrichting zijn koelmotoren en luchtpompen. De luchtpompen dienen voor beluchting van de leefbakken voor paling. De luchtpompen bevinden zich op 50 meter van woningen van derden en zijn omkast. Om geluidhinder te voorkomen zijn geluidvoorschriften opgenomen in het Activiteitenbesluit op de gevel van woningen van derden. Hiermee is het aspect geluid in voldoende mate ondervangen.
Geur: 100 meter
De relevante geurbronnen binnen de inrichting zijn het visafval en de bezinkputten. Door regelmatige schoonmaak van de ruimtes wordt geurhinder voorkomen. Verder wordt het visafval gekoeld bewaard. De bezinkputten voor het spoelwater van de schoonmakerij en het afvalwater liggen op 60 meter van woningen. De bezinkputten liggen beneden maaiveld en zijn afgedekt. Verder worden de bezinkputten minimaal 1 keer per jaar geleegd en schoongemaakt. De verse paling wordt inpandig verwerkt en gekoeld opgeslagen. Het aspect geur is hiermee voldoende ondervangen. Verder zijn er over dit bedrijf geen klachten bekend.
Conclusie
Gezien de getroffen maatregelen om geluid- en geuroverlast te voorkomen en de afstand tot woningen van derden kan dit bedrijf positief bestemd worden.
In de toekomst zal de rol van water belangrijker worden. Door enkele oorzaken (de verhoging van de zeespiegel, de toename van de hoeveelheid neerslag, de inklinking van de bodem en een toename van het bebouwd oppervlak) zal Nederland natter worden. Om dit water op te vangen is een toename van oppervlaktewater noodzakelijk. In bestaande buurten is het niet altijd eenvoudig om tot een vergroting van het percentage water te komen.
Voor aanpassing van de waterhuishouding moet bij de waterbeheerder, het Hoogheemraadschap van Rijnland, een vergunning worden aangevraagd op grond van de Keur en in sommige gevallen op grond van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren. Dempingen moeten mogelijk ook in het kader van het Besluit Bodemkwaliteit worden gemeld.
In het plangebied liggen woonschepen. Naast de gemeente heeft ook het Hoogheemraadschap van Rijnland beleid ten aanzien van woonschepen. Rijnlands beleid ten aanzien van woonschepen is vastgelegd in de Keur en Beleidsregels 2006 van het Hoogheemraadschap van Rijnland. Voor woonschepen zijn vergunningen nodig op grond van Rijnlands Keur en op grond van de Wet verontreiniging oppervlakten.
Nadere informatie hierover is beschikbaar via de website van Rijnland (www.rijnland.net). Een beknopte samenvatting van het beleid van het Hoogheemraadschap Rijnland is opgenomen in bijlage 5.
Watertoets
Bij het opstellen van een bestemmingsplan is een toets op de mogelijke impact van het voorgenomen plan voor het waterbeheer van belang. De Nota Ruimte beschrijft in paragraaf 3.2 de uitgangspunten voor het ruimtelijk waterbeleid en de instrumenten, waaronder de watertoets. De watertoets werd sedert 1 november 2003 via een regeling in het Bro 1985 wettelijk verplicht voor ruimtelijke planvormen. Het Bro 2008 sluit bij die regeling aan (Art. 3.1.6 b).
De onderstaande tekst is in overleg met het hoogheemraadschap opgesteld. In paragraaf 7.2 van de toelichting zijn de uitkomsten van het overleg in het kader van de watertoets beschreven.
Integraal waterbeheer
De gemeente Haarlem en het Hoogheemraadschap van Rijnland hebben eind 2004 het Integraal Waterplan Haarlem (IWP) vastgesteld (zie paragraaf 3.5).
Bij een aanwijsbare toename van het verhard oppervlak dient oppervlaktewater aan het plangebied te worden toegevoegd. Hiertoe geldt de compensatieregeling.
Compensatieregeling
Een algemene regel met betrekking tot de waterkwantiteit is het compenseren van een eventuele toename van verharding. Indien verharding in een gebied toeneemt zullen waterhuishoudkundige maatregelen getroffen moeten worden om waterbezwaar als gevolg van de toegenomen verharding te voorkomen. Indien er gebouwd wordt en hierbij wordt meer dan 500 m² onverhard oppervlak omgezet naar verhard oppervlak, dient 15% van dit verhard oppervlak als oppervlaktewater te worden aangebracht. Het uiteindelijk te compenseren oppervlak hangt af van overige maatregelen die de waterhuishouding in een gebied ten goede kunnen komen, zoals het vertraagd afvoeren van hemelwater. Voorbeelden zijn grasdaken en ontkoppeling van de verharding van het gemengde rioolstelsel, waarbij het ontkoppelde water in de bodem geïnfiltreerd wordt. Tevens onderschrijft het Waterplan de noodzaak op het vlak van baggeren, saneren van overstorten, inrichten natuurvriendelijke oevers, afkoppelen schone verharding, en het creëren van extra open water ter compensatie van toegenomen verharding.
Er hoeven geen waterhuishoudkundige maatregelen getroffen te worden om waterbezwaar als gevolg van de toegenomen verharding te voorkomen. In dit bestemmingsplan vindt geen toename van verharding plaats.
In het bestemmingsplan is een wijzigingsgebied aangewezen. Voor realisatie van het bouwplan dienen waterhuishoudkundige maatregelen plaats te vinden.
Oppervlaktewater
Het Spaarne mondt uit in de Mooie Nel, die op haar beurt via de Liede ook weer in verbinding staat met de Ringvaart van de Haarlemmermeer. Bij Spaarndam wordt het water afgesloten door een schutsluis en een gemaal. Zijkanalen B en C, aan de andere kant van de sluis en het gemaal, staan in open verbinding met het Noordzeekanaal.
In een situatie van wateroverschot wordt het water afgevoerd in noordelijke richting en via het Spaarne bij Spaarndam uitgemalen op het Noordzeekanaal. In een situatie van watertekort wordt water via de Ringvaart vanuit de Hollandsche IJssel aangevoerd. Vanwege het zoutgehalte wordt geen water ingelaten vanuit het Noordzeekanaal.
Het Hoogheemraadschap van Rijnland is de waterkwaliteitsbeheerder van alle watergangen in Haarlem en de kwantiteitsbeheerder van de boezemwateren. Als waterkwantiteitsbeheerder is Rijnland verantwoordelijk voor het op peil houden van het boezemwater en het beheer en onderhoud van boezemwateren. Rijnland beheert ook de primaire waterkeringen (Slaperdijk en Spaarndammerdijk) en houdt toezicht op de boezem- en polderkaden.
Het dempen van water is slechts toegestaan als dit 100% wordt gecompenseerd. Dit water moet in principe binnen het plangebied worden gegraven. Wanneer dit niet mogelijk is moet compensatie in hetzelfde peilgebied worden gerealiseerd. Belangrijk is dat geen waterbergingstekort ontstaat. Daarom moet de waterberging worden gerealiseerd voordat wordt gedempt. Dempingen in primaire oppervlaktewateren zijn niet toegestaan.
Polders
De groene oostrand van Haarlem bestaat uit veenweidegebied en een aantal polders. De Oude Spaarndammer Polder, wordt in waterstaatkundige zin afgescheiden van de westelijke rest van het poldergebied. Dit westelijke gedeelte wordt het Hekslootgebied genoemd, naar de wetering langs de westkant van de kade die de polders scheidt. Voor het Hekslootgebied heeft het Hoogheemraadschap van Rijnland begin 2008 een nieuw peilbesluit vastgesteld. Het nieuwe peilbesluit formaliseert in feite de bestaande situatie, namelijk boezemgebied met boezempeil (-0,60 m. NAP), met een aantal door Rijnland vergunde onderbemalingen met slootjes met een lager peil. Het winterpeil van de Oude Spaarndammerpolder is -1,15 m. NAP en zomerpeil is -1,00 m. NAP. Het overtollige water van de Oude Spaarndammerpolder wordt door gemaal Oude Spaarndammer uitgemalen op boezemwater. In het plangebied ligt ook gemaal Spaarndam. Dit is één van de vier grote boezemgemalen van het Hoogheemraadschap van Rijnland. Deze gemalen slaan het overtollige water uit Rijnlands boezem uit op buitenwater. Gemaal Spaarndam slaat het water uit op Zijkanaal B en Zijkanaal C, die het afvoeren naar het Noordzeekanaal. Rijnland voert momenteel variantenstudies uit naar het vernieuwen van het gemaal Spaarndam. De varianten lopen uiteen van renoveren bestaand gemaal, tot het bouwen van een compleet nieuw gemaal. Rijnland streeft er naar om het nieuwe (dan wel gerenoveerde) gemaal in 2015 in bedrijf te nemen. Dit bestemmingsplan anticipeert op deze ontwikkeling door een nieuw, dan wel gerenoveerd gemaal mogelijk te maken binnen de bestemming "Water - Waterstaat".
Het achter de Slaperdijk gelegen langgerekte gebied van de Verdolven Landen is een belangrijke ecologische oost-west verbindingszone in de Ecologische Hoofdstructuur. Het peil van de Verdolven Landen is -1,00 m NAP.
Waterkeringen
Aan de noordrand van het plangebied loopt een primaire waterkering van dijkring 14. Ter bescherming van de binnen het plangebied gelegen waterkering zal voor het uitvoeren van werkzaamheden advies moeten worden gevraagd aan het Hoogheemraadschap van Rijnland.
Om de Oude Spaarndammerpolder ligt een boezemwaterkering. Ter bescherming van de binnen het plangebied gelegen waterkeringen zal er voor het uitvoeren van werkzaamheden advies moeten worden gevraagd aan het Hoogheemraadschap van Rijnland.
Waterketen
Op 17 januari 2008 heeft de gemeenteraad van Haarlem het gemeentelijke Rioleringsplan (GRP) goedgekeurd. In dit plan zijn de ambities voor de riolering van de gemeente Haarlem verwoord. De ambities zijn o.a. om riolen van slechte kwaliteit te vervangen en de riolering tevens te verbeteren, zodat kan worden voldaan aan de wettelijk verplichte basisinspanning en het waterkwaliteitsspoor.
Door het vele open water in het gebied is afvoer onder vrij verval onmogelijk. In zulke situaties wordt het afvalwater via een persleiding onder de waterbodem van de ene wijk naar de andere wijk gepompt. In Spaarndam staan vijf rioolgemalen.
Persleidingen zijn ook toegepast tussen Spaarndam en het rioolstelsel in Haarlem-noord (vanwege de lange afstand).
In Spaarndam is aansluiten op de riolering of aanleg van drijvende IBA’s (individuele zuiveringsinstallaties) duur en zeer lastig o.a. in verband met de grondslag. Voor ca. 37 ongerioleerde woningen in Spaarndam dient nog een oplossing gevonden te worden.
Voor Spaarndam wordt een apart basis rioleringsplan (BRP) gemaakt. In dit BRP worden verbeteringsmaatregelen voorgesteld voor het terugdringen van de vuilemissie.
Gemeentelijke bouwverordening
Het afkoppelen van hemelwater wordt geregeld in de gemeentelijke bouwverordening. Op dit moment staat de bouwverordening lozing van hemelwater, anders dan de openbare riolering, toe, voor zover uitsluitend hemelwater wordt geloosd. Indien aan of in bouwwerken aan te brengen voorzieningen voor de afvoer van hemelwater niet aan een openbaar riool worden aangesloten, geldt onder andere de bepaling dat leidingen voor de afvoer van hemelwater zodanig moeten lozen dat geen verontreiniging kan optreden van water, bodem of lucht. De bouwverordening is bindend bij het toetsen van bouwaanvragen, net als een bestemmingsplan en het bouwbesluit.
Hoogheemraadschap Rijnland
Voor het afkoppelen van wegen en overig verhard oppervlak hanteert Rijnland de "Beslisboom aan- en afkoppelen verharde oppervlakken" van de Werkgroep Riolering West-Nederland als richtlijn. Bij het afkoppelen van schoon hemelwater van dakoppervlakken en bij (nieuw)-bouwactiviteiten gelden de uitgangspunten in de Nationale Pakketten Duurzame Stedenbouw en volgens deze uitgangspunten dient de toepassing van uitloogbare bouwmetalen - zoals koper, zink en lood - voor dakbedekking, gevelbedekking, regenwaterafvoer, drinkwaterleidingen of straatmeubilair te worden voorkomen, zodat minder verontreinigende stoffen in het watersysteem terechtkomen.
Volgens de Wet luchtkwaliteit moet bij vaststelling van een bestemmingsplan onderzoek gedaan worden naar de concentratie luchtverontreinigende stoffen om te kunnen toetsen aan de grenswaarden in de Wet milieubeheer.
Met het Car-model (versie 6.1.1) is een berekening uitgevoerd om de concentratie luchtverontreinigende stoffen te bepalen. De berekening moet voor NO2 op 5 meter en voor PM10 op 10 meter uit de wegrand worden uitgevoerd. Omdat het Car-model uitgaat van de as van de weg zijn de rekenafstanden hier op afgestemd.
Conclusie
Uit de resultaten van de berekening blijkt dat voor alle luchtverontreinigende stoffen voldaan wordt aan de normen uit de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007. De berekening is alleen uitgevoerd voor een afstand van 5 meter (of dichterbij indien bebouwing dichter bij de wegrand is gesitueerd) uit de wegrand, omdat hier de grenswaarde al niet worden overschreden.
Maatregelen om de luchtkwaliteit te verbeteren hoeven in dit bestemmingsplan niet toegepast te worden.
Op basis van reeds uitgevoerde bodemonderzoeken op onverdachte terreinen is de Haarlemse bodemkwaliteitskaart vastgesteld. Het bestemmingsplangebied is gelegen in de bodemkwaliteitszones 2 en 7. De bodembelasting in Spaarndam is als gevolg van eeuwenlang gebruik hoger dan de bodembelasting van het landelijke Hekslootgebied. Dit uit zich met name in de parameters lood, zink en PAK.
Ondergrondse tanks
Voor ondergrondse brandstoftanks is het Besluit Ondergrondse Olietanks (BOOT) van kracht. In principe dienen niet meer in gebruik zijnde ondergrondse brandstoftanks verwijderd te worden.
Binnen het gebied is een klein aantal ondergrondse tanks aanwezig geweest. Voor zover bekend zijn nu nog 3 ondergrondse brandstoftanks aanwezig. Twee van deze ondergrondse tanks gelegen aan Visserseinde 6 zijn nog in gebruik. De derde ondergrondse tank, gelegen aan de Spaarndammerdijk 96, bevindt zich deels onder bebouwing en kan niet verwijderd worden zonder de bebouwing te beschadigen. Bij deze laatste tank is bodemverontreiniging met minerale olie geconstateerd. Voor deze locatie is opgenomen dat de ondergrondse tank en verontreiniging gesaneerd wordt zodra dat door planvorming van de eigenaar mogelijk is.
De overige tanks die in het verleden aanwezig zijn geweest, zijn conform BOOT gesaneerd.
Bodemonderzoek
Indien binnen het bestemmingsplangebied sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging zal het meestal een bodemverontreiniging betreffen die ontstaan is door de plaatselijke bedrijfsactiviteiten of door aanwezigheid van olietanks. Indien er geen saneringsurgentie(spoedeisendheid) aanwezig is, zullen dergelijke gevallen gesaneerd moeten worden alvorens ter plaatse grondverzet plaats mag vinden en/of nieuwe functies gerealiseerd worden. Op basis van een op te stellen saneringsplan wordt beoordeeld of na sanering de bodem geschikt is voor de gewenste functie(s). Algemene saneringsdoelstelling in het bestemmingsplangebied is dat na sanering de bodem geschikt is voor de beoogde functie en de kwaliteit van de grond minimaal gelijk is aan de vastgestelde achtergrondwaarden in de bodemkwaliteitszone van het bestemmingsplangebied.
Het Hekslootgebied en delen ten noorden van Spaarndam zijn in 2003 onderzocht als landelijk gebied.
Het onderzoek van het landelijk gebied is niet volledig dekkend. Het gebied wordt gekenmerkt door een grote homogeniteit. De resultaten van het onderzoek geven aan dat plaatselijk een lichte verontreiniging met PAK aanwezig is. Er is een relatie met brandplekken mogelijk. Voor het overige worden nagenoeg geen verontreinigingen aangetroffen.
Een uitzondering hierop is het puinpad langs de Heksloot. Door vermenging van het puin met de onderliggende bodem is de bodem ter plaatse sterk verontreinigd met zware metalen.
In de periode tot 2012 zal een ander onderzoek uitgevoerd worden naar de verontreiniging ter plaatse van het puinpad (Bodemprogramma 2010-2015)..
In het bestemmingsplangebied - met name in Spaarndam - zijn een aantal bedrijven/bedrijfsactiviteiten bekend die een bodemverontreiniging zouden kunnen veroorzaken. De locaties met bodemverontreiniging worden hieronder kort beschreven.
Conclusie
De aangetoonde verontreinigingen uit de onderzoeken vormen geen belemmering voor het beoogde gebruik in het gebied.
De natuurwetgeving in Nederland richt zich enerzijds op soortenbescherming en anderzijds op gebiedsbescherming. In de Natuurbeschermingswet zijn zogenaamde Natura 2000-gebieden aangewezen. Dit zijn gebieden die op Europees niveau een netwerk van te beschermen natuurgebieden vormen. De Natura 2000-gebieden in Nederland komen overeen met de gebieden volgens de Vogel- en Habitatrichtlijn. Dit valt grotendeels samen met de nationale Ecologische Hoofd Structuur.
De soortenbescherming in Nederland is wettelijk geregeld in de Flora- en Faunawet.
Het doel van deze wet is het beschermen van in het wild voorkomende plant- en diersoorten
en hun leefgebieden. In de Flora en Faunawet is het soortenbeschermingsdeel van de
Habitat- en Vogelrichtlijn geïmplementeerd. In bovengenoemde wet is bepaald dat alle
in Nederland van nature voorkomende soorten vallen onder de algemene zorgplicht. Dat
wil zeggen, dat een soort in een gunstige staat van voortbestaan moet blijven. Bij
menselijk handelen, beheerswerk, nieuwbouw, planologische ontwikkelingen dient een
ieder hiermee rekening te houden.
Die zorgplicht houdt ondermeer in dat "een ieder die weet of redelijkerwijs kan vermoeden
dat door zijn handelen of nalaten nadelige gevolgen voor flora of fauna kunnen worden
veroorzaakt, verplicht is (...) alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van hem
kunnen worden gevergd teneinde die gevolgen te voorkomen of, voor zover die gevolgen
niet kunnen worden voorkomen, deze zoveel mogelijk te beperken of ongedaan te maken.
Daarnaast geldt extra bescherming voor de met name genoemde wettelijke beschermde soorten. Voor deze soorten geldt, dat activiteiten met een schadelijk effect in principe verboden zijn. Onder voorwaarden is echter een ontheffing of een vrijstelling mogelijk. De minister is formeel bevoegd om deze ontheffing of vrijstelling te verlenen. De Flora- en Faunawet is op het gebied van soortenbescherming passief, in die zin dat verslechtering van natuurwaarden wordt voorkomen. Actieve soortenbescherming geschiedt in Nederland door het opstellen van soortenbeschermingsplannen en zogenaamde Rode Lijsten. De status van rode lijst-soort geeft geen extra bescherming. Wel geldt uiteraard de algemene zorgplicht.
Hekslootgebied en Spaarndammerpolder
De natuurwaarden zijn de afgelopen 25 jaar ingrijpend veranderd.
Net als op veel andere plekken in Nederland is de stand van de weidevogels verminderd door een combinatie van factoren: verkleining van het areaal, toename van predatoren, intensivering van de grasbouw, toename van de voedselrijkdom, verlaging van de [winter]grondwaterstand.
Een bijkomende oorzaak van verandering van de (weide)vogelstand en van de fauna in het algemeen is een toename van het oppervlak rietland en ruige hoge kruiden. Door het beperken van rietlanden en andere (ruige) hogekruiden kan men sturen in de ganzenstand en in het voorkomen van andere soorten dieren, onder andere roofdieren.
De botanische rijkdom van de graslanden is sterk verminderd, vooral door een lagere grondwaterstand en een vergrote voedselrijkdom. Dit blijkt uit een vergelijking met de uitgebreide inventarisatie van Andela in 1979.
De rugstreeppad is de laatste 10 jaar in het Hekslootgebied niet meer aangetoond, maar mogelijk is er nog een rest van de populatie aanwezig.
De vleermuisstand is niet wezenlijk veranderd: foerageergebied voor gewone dwergvleermuis, ruige dwergvleermuis, watervleermuis, meervleermuis, laatvlieger .
De libellenstand is eerder veranderd dan verminderd, in overeenstemming met landelijke trends: de zeldzame soorten glassnijder en vroege glazenmaker zijn toegenomen, evenals de roodoogjuffers en de vuurjuffer. De variabele waterjuffer en gewone pantserjuffer zijn in het algemeen typische soorten voor veenweidegebieden, maar zijn hier vrijwel afwezig. Het is niet bekend, of zij in het recente verleden wel in aantallen aanwezig waren.
Een aantal zeldzame vogelsoorten zoals roerdomp, blauwborst, waterral hebben zich in het gebied gevestigd en de Vereniging behoud de Hekslootpolder meldt een toename van rietvogels en ganzen. Ook hebben zich 3 kolonies van Rode Lijstsoorten in het gebied gevestigd: de kluten- en visdiefkolonie op de kunstmatig aangelegde eilandjes in de 'klutenplas' en de huiszwaluwkolonie langs de Vondelweg. Het Hekslootgebied is als foerageergebied voor een kolonie huiszwaluwen aan de Vondelweg de bestaansvoorwaarde voor de kolonie.
In het bestemmingsplan is het landelijk gebied beschermd. Grote delen hebben de bestemming “Natuur” gekregen. Het behoud, herstel en/of de ontwikkeling van natuurwetenschappelijke waarde en/of ecologische waarde krijgt prioriteit. Bij eventuele herinrichting ten behoeve van broedvogels of andere natuurwaarden moet de oorspronkelijke middeleeuwse kavelstructuur herkenbaar blijven. Voortzetting van agrarisch gebruik blijft mogelijk. Verder komt in het landelijk gebied de bestemming “Agrarisch met waarden – natuurwaarden” voor. Deze bestemming beschermt de ecologische verbindingszone.
Voor het hele landelijke gebied is een aanlegvergunningenstelsel opgenomen.
Haarlem heeft een rijk verleden. Vele archeologische vondsten tonen dat aan. Na de
laatste IJstijd, zo'n 10.000 jaar geleden, maakte het overgrote deel van Noord- en
Zuid-Holland deel uit van de Noordzee. Zo´n 5600 jaar geleden ontstonden, evenwijdig
aan de huidige kustlijn, lange smalle zandbanken, ook wel strandwallen genaamd. Op
deze strandwallen vond duinvorming plaats. Oostelijk van deze strandwallen, waar de
Noordzee geen vat meer kreeg op het uitgestrekte water, vormden zich onafzienbare
moerassen.
Het huidige Haarlem ligt zowel op de oudste strandwal, 56 eeuwen geleden ontstaan,
als op de op een en twee na oudste strandwal van Nederland. Op deze strandwallen werden
aanvankelijk alleen eenvoudige onderkomens gebouwd door jagers en vissers. Later,
vanaf circa 4000 jaar geleden, werden er akkers aangelegd en verrezen er grote boerderijen.
Op deze plek ontstond vele eeuwen later, in de Karolingische tijd, de nederzetting
Harulahem. Harulahem, later verbasterd tot Haarlem, doet zijn naam eer aan: huis(en)
op een open plek in een op zandgrond gelegen bos. Zand, wind en water hebben dus de
basis gevormd van Haarlem.
De in de 11e maar vooral in de 12e eeuw snel groeiende pre-stedelijke nederzetting
Haarlem, gelegen aan de belangrijke noord-zuid verbindingen, de waterweg het Spaarne
en de midden op de strandwal gelegen landweg, kreeg in 1245 stadsrechten. Het ontwikkelde
zich tot een voor die tijd belangrijke stad. De resten van woningen, huisraad en andere
sporen van vroegere bewoning zijn in de loop der eeuwen door stuifafzettingen en kunstmatige
ophogingen verborgen geraakt in de Haarlemse bodem. De Haarlemse bodem is dus letterlijk
een opeenstapeling van 56 eeuwen bewoningsgeschiedenis in de vorm van archeologische
landschappen, opgebouwd uit diverse bodemlagen. Van tijd tot tijd komen deze lagen
bij graafwerkzaamheden weer aan het daglicht.
Het Europese Verdrag inzake de bescherming van het archeologisch erfgoed (het verdrag van Valletta) geeft aan dat archeologie ook internationaal in de belangstelling staat. Het verdrag van Valletta bepaalt onder andere dat het archeologisch belang wordt meegewogen bij besluitvorming rond ruimtelijke ordeningsaspecten. Daarom heeft de provincie Noord-Holland de aanwezige Cultuurhistorische Waarden (CHW) in de provincie geïnventariseerd. In het kader van dit bestemmingsplan is een overzicht gemaakt van de archeologische, stedenbouwkundig-historische en geografisch-historische waarden in het plangebied (zie bijlage 7). Het bestemmingsplan Hekslootgebied / Spaarndam heeft hoge tot zeer hoge archeologische, bouwkundige en historische waarden.
Deze waarden zijn aangegeven op de provinciale Cultuurhistorische Waardenkaart. Deze kaart heeft een informerend karakter. Bedoeling is dat de CHW in toenemende mate in ruimtelijke plannen worden meegenomen en op deze wijze worden beschermd en behouden.
In onderliggende paragraaf is een korte samenvatting opgenomen van het overzicht uit bijlage 7.
Archeologische waarde
Uit de door de provincie Noord-Holland opgestelde Cultuurhistorische Waardenkaart blijkt dat een groot deel van het Hekslootgebied beschouwd wordt als een archeologisch waardevol gebied en dat de Slaperdijk, het Verdolven land en delen van Spaarndam beschouwd worden als een archeologisch gebied met hoge waarden (zie afbeelding 7).
Afbeelding 7: Archeologische vlakken
Bron: Noord-Holland CHW (internet voetnoot: Provincie Noord-Holland, Cultuurhistorische Waardenkaart: http://www.noord-holland.nl/chw/start.asp?mapsize=684 - februari 2008 , 2008)
De archeologische waarde bestaat uit te verwachten aanwezigheid, onder het maaiveld, van oudheidkundige resten, archeologische sporen en bodemvondsten. Samen bevatten zij een veelheid aan oudheidkundige informatie over ouderdom en ruimtelijke ontwikkeling van dit deel van de gemeente Haarlem.
De begrenzing van het archeologisch waardevolle gebied (met CHW-code KEN341A en KEN340A) is vastgesteld door de stadsarcheoloog van de gemeente Haarlem en overgenomen door de provincie Noord-Holland. Verwacht wordt dat zich hier sporen van bewoning zullen bevinden daterend vanaf het Laat-Neolithicum tot en met de Romeinse tijd. Dit gebied is aangegeven op de bestemmingsverbeelding.
Tabel 6
KEN340A | Omschrijving | |
Cultuurhistorische typering | Historische stads- of dorpskern | |
Periode van ontstaan | Late Middeleeuwen - Nieuwe Tijd | |
Huidig voorkomen | Bebouwing | |
Waardering | Hoge waarde | |
Motivering | De begrenzing is vastgesteld door de gemeentelijk archeoloog van Haarlem. Binnen deze zone bevinden zich sporen van bewoning en gebruik uit zowel de Middeleeuwen als de Prehistorie. De archeologische waarde van historische kernen bestaat uit de reeds aangetroffen of te verwachten aanwezigheid, boven of onder de grond, van bouwhistorische resten en archeologische sporen en voorwerpen. Samen bevatten zij een veelheid aan historische informatie over ouderdom en ruimtelijke ontwikkeling van de kern. |
Tabel 7
KEN341A | Omschrijving | |
Cultuurhistorische typering | Sporen van bewoning | |
Periode van ontstaan | Laat Neolithicum - Romeinse Tijd | |
Huidig voorkomen | Deels bebouwd | |
Waardering | Van waarde | |
Motivering | De begrenzing is vastgesteld door de gemeentelijk archeoloog van Haarlem op grond van vondsten en geologische ondergrond (strandwal). Verwacht wordt dat zich hier sporen van bewoning zullen bevinden daterend vanaf het Laat-Neolithicum tot en met de Romeinse tijd. |
Archeologische Beleidskaart Haarlem (ABH)
Aansluiting met ruimtelijke ordening is een voorwaarde om adequaat en op tijd in te kunnen spelen op bouwontwikkelingen in de stad en verlies van waardevol bodemarchief te voorkomen. Hiervoor heeft de gemeente Haarlem een archeologische verwachtingskaart voor de gehele stad ontwikkeld. Met deze kaart geeft het gemeentebestuur aan in welke gebieden grondroerende activiteiten van een bepaalde omvang vergunningsplichtig zijn.
De Wet op de archeologische monumentenzorg (Wamz) bepaalt dat de gemeente in de voorbereidingsfase van een bestemmingsplan een inventarisatie naar (verwachte) archeologische waarden uit laat voeren. In het bestemmingsplan stelt de gemeente vervolgens voorwaarden aan het uitvoeren van bodemroerende activiteiten voor die gebieden waarvan in de inventarisatie is vastgesteld dat ze (potentieel) archeologisch waardevol zijn. Hiermee wordt bereikt dat naast andere belangen, ook het archeologisch belang een volwaardige plaats krijgt.
Verder bepaalt artikel 41a van de Monumentenwet dat projecten kleiner dan 100 m2 vrijgesteld zijn van archeologisch onderzoek. De gemeenteraad kan een hiervan afwijkende oppervlakte vaststellen. Het is voor de wetgever immers onmogelijk om voor iedere gemeente een passende maatgeving te verschaffen. Haarlem heeft een archeologische ondergrond die qua archeologische waarde sterk uiteenloopt. Daarom is het noodzakelijk de in artikel 41a gestelde oppervlaktebepaling te nuanceren. In het nieuwe beleid krijgen de archeologisch zeer waardevolle gebieden een strenger regime en de archeologisch wat minder waardevolle gebieden een ruimer regime. Gevolg is dat een groot gedeelte van het Haarlems grondoppervlak een veel grotere vrijstelling van archeologisch onderzoek heeft gekregen en dat voor een klein gedeelte ervan een strenger regime is bepaald. Door deze nuancering is de archeologische wet- en regelgeving zo hanteerbaar mogelijk gemaakt.
Afbeelding 8: uitsnede Archeologische beleidskaart Haarlem
De archeologisch waardevolle gebieden op de ABH worden in dit bestemmingsplan opgenomen met de dubbelbestemming "Waarde - Archeologie". In de planregels worden de relevante begrippen gedefinieerd en wordt aangegeven welke archeologische voorwaarden aan een reguliere bouwvergunning of aanlegvergunning kunnen worden verbonden.
Historisch geografische waarden
Verder blijkt dat er in het plangebied historisch geografische lijnen en vlakken voorkomen met hoge tot zeer hoge waarde (zie afbeeldingen 9 en 10).
Afbeeldingen 9 en 10: Historische vlakken en lijnen
Bron: Noord-Holland CHW (internet, 2008)
Bouwkundige waarde
Uit de Cultuurhistorische Waardenkaart blijkt dat in het plangebied historisch stedenbouwkundige punten en vlakken voorkomen die van zeer hoge waarde zijn (zie afbeeldingen 11 en 12).
Afbeeldingen 11 en 12: Bouwkundige vlakken en punten
Bron: Noord-Holland CHW (internet, 2008)
Monumenten
De bescherming van een monument is geregeld in de Monumentenwet 1988 en de gemeentelijke monumentenverordening. Het totaal aantal monumenten in het plangebied bedraagt 57 (zie bijlage 2).
Met ingang van 1 februari 2003 is het zogenoemde Luchthavenindelingbesluit (LIB) van
kracht. In het LIB, onderdeel van de gewijzigde Wet Luchtvaart (ofwel de "Schipholwet"),
is rond de luchthaven Schiphol een beperkingengebied aangewezen. Hierbinnen gelden
regels omtrent beperking van bestemming en gebruik van grond in verband met het externe
veiligheidsrisico en de geluidbelasting vanwege het luchthavenverkeer. Daarnaast worden
regels gesteld omtrent beperkingen van de maximale hoogte van objecten, en van vogelaantrekkende
bestemmingen en vogelaantrekkend gebruik. De hoogtebeperkingen zijn opgelegd om ervoor
te zorgen dat vliegtuigen op een veilige manier van en naar de luchthaven Schiphol
kunnen vliegen.
De beperkingen voor de vogelaantrekkende bestemmingen en vogelaantrekkend gebruik
zijn opgelegd om te voorkomen dat zich in de nabijheid van de luchthaven concentraties
vogels bevinden, die hinderlijk kunnen zijn voor vliegtuigen.
Voor het gehele bestemmingsplangebied gelden hoogtebeperkingen, van zuid naar noord
oplopend van 68 tot 100 meter. Daarbij moet bedacht worden dat de hoogtematen gerelateerd
worden aan de referentiehoogte van de luchthaven: -4.00 N.A.P. Dat betekent dat een
hoogtemaat van 70 meter, een hoogte beperking oplevert van +66.00 N.A.P.
Daarnaast geldt voor een zeer klein deel, het zuidelijke deel van het Hekslootgebied
en het zuidelijke deel van Spaarndam, beperkingen ten aanzien van vogelaantrekkende
bestemmingen en vogelaantrekkend gebruik.
Onder vogelaantrekkende bestemmingen en vogelaantrekkend gebruik wordt verstaan:
Conclusie
Voor het gehele plangebied gelden beperkingen op basis van het bovengenoemde Luchthavenindelingbesluit. De beperkingen voor vogelaantrekkende bestemmingen en vogelaantrekkend gebruik gelden voor een zeer klein deel van het plangebied. In dit deel van het bestemmingsplan is één vogelaantrekkende bestemming opgenomen. Het betreft een smalle strook met de bestemming "Natuur". Op basis van artikel 8.9 van de Wet Luchtvaart dient hiervoor een verklaring van geen bezwaar verkregen te worden. Echter het huidige gebruik van deze strook verandert niet in de nieuwe situatie. Het hele Hekslootgebied maakt namelijk deel uit van de Ecologische Hoofdstructuur en is aangewezen als weidevogelgebied.
De hoogtebeperkingen variëren van 68 meter in het zuiden tot 100 meter in het noorden. De op de verbeelding aangegeven maximale hoogten van bebouwing zijn hiermee niet in strijd.
Externe veiligheid betreft het beheersen van risico's die ontstaan voor de omgeving door het gebruik, de opslag en het vervoer van gevaarlijke stoffen, zoals bijvoorbeeld vuurwerk, LPG, fossiele brandstoffen en oplosmiddelen over weg, water, spoor en door buisleidingen. Deze activiteiten leggen beperkingen op aan de ruimtelijke ontwikkelingen van een gebied. Er zijn veiligheidsafstanden nodig tussen bedrijven en of (spoor) wegen waar gevaarlijke stoffen worden opgeslagen en/of vervoerd. Het Besluit externe veiligheid inrichtingen wil burgers in hun woon- en leefomgeving een wettelijk minimum beschermingsniveau bieden tegen gevaarlijke stoffen. De milieukwaliteitseisen betreffen het zogenaamde plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR).
Plaatsgebonden risico
Dit is het risico op een bepaalde plaats, uitgedrukt als de kans per jaar dat een gemiddelde persoon op die plaats in de omgeving van een inrichting of transportroute overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval. Uitgangspunt is dat die persoon onbeschermd en permanent op die plaats aanwezig is. Binnen een risicocontour van 10-6 mogen geen kwetsbare objecten zijn gelegen zoals scholen en woningen.
Groepsrisico
Het groepsrisico drukt de kans per jaar uit dat een groep mensen van een minimaal bepaalde omvang overlijdt als direct gevolg van een ongeval in de omgeving van een inrichting of transportroute waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn.
Risicodragende activiteiten bij inrichtingen
Er bevinden zich binnen de invloedssfeer van het deelgebied geen inrichtingen waarop het Besluit Vaststelling van milieukwaliteitseisen voor externe veiligheid van inrichtingen van toepassing is.
Vervoer gevaarlijke stoffen over de weg
In en direct rond het plangebied vindt geen vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg plaats.
Vervoer gevaarlijke stoffen over water
In en direct rond het plangebied vindt geen vervoer van gevaarlijke stoffen over water plaats.
Aardgastransportleidingen
Op ca. 6 meter uit het plangebied, parallel aan de Vergierdeweg, ligt een regionale 6" / 40 bar aardgastransportleiding van de Gasunie. De invloedsfeer van deze leiding bij een eventuele calamiteit reikt tot binnen het plangebied.
Tabel 8: Veiligheidsafstanden volgens het nieuwe EV-beleid
Leidingnr. | Diam. | Ontwerp druk | Vrijwarings-zone | 1 % Letaliteitgrens | 100 % Letaliteitgrens |
W-534-09 | 6" | 40 | 4 meter | 70 meter | 50 meter |
Toelichting 1% letaliteitgrens (9,8 kW/m2-contour):
De 1% is de uiterste grens waarbinnen beïnvloeding van het GR mogelijk is. Dit kan door een toename van bebouwing inclusief bewoning, maar ook door bijvoorbeeld een wijziging van een bestaande bestemming in een nieuwe waardoor meer bemensing mogelijk is.
Toelichting 100% letaliteitgrens (35 kW/m2-contour):
Binnen de 100% afstand is de invloed van de leiding zodanig groot dat binnen deze afstand geen overleving mogelijk is. Toename van bebouwing en bewoning binnen deze afstand draagt zeer sterk bij aan een verhoging van het GR. Echter, gezien de lage concentratie bewoning nabij de leiding, zal dit een zeer geringe invloed op het GR hebben.
Conclusie
In het gebied Hekslootgebied/ Spaarndam zijn geen risicovolle inrichtingen (bedrijf) gelegen, die vallen onder de werkingsfeer van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
In en direct rond het plangebied vindt geen vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg en over water plaats.
Op grond van de toetsing aan het nieuwe externe veiligheidsbeleid kan geconcludeerd worden dat het plangebied binnen de 100% letaliteitgrens van de transportleiding valt. Gezien de lage concentratie bewoning nabij de leiding, zal dit een zeer geringe invloed op het GR hebben.
Er liggen volgens de bij het Streekplan Noord-Holland-Zuid behorende kaart “milieubeschermingsgebieden, geluids- en veiligheidszones en technische infrastructuur” geen hoofdgasleidingen of landelijke/regionale leidingstroken in of in de nabijheid van het plangebied. In dit licht zijn er geen belemmeringen voor het bestemmingsplan. Echter op ca. 6 meter uit het plangebied, parallel aan de Vergierdeweg, ligt een regionale 6" / 40 bar aardgastransportleiding van de Gasunie. De invloedsfeer van deze leiding bij een eventuele calamiteit reikt terdege tot binnen het plangebied( zie paragraaf 4.9).
Ten behoeve van de watervoorziening van Kennermerland en omgeving Hoofddorp ligt een zeer belangrijke drinkwatertransportleiding van 800 mm in het plangebied. Gezien het belang van deze leiding is een dubbelbestemming "Leiding - Leidingstrook" opgenomen in de regels en tevens is de strook op de verbeelding weergegeven. Er zijn geen belemmeringen voor het bestemmingsplan.
Volgens dezelfde kaart is een gedeelte van het plangebied gelegen binnen het straalpad van het KPN-zendstation in Haarlem. In de voor straalverbindingen gereserveerde zones gelden maximaal toegestane bebouwingshoogten. Bouwwerken en andere obstakels in deze zones dienen de toegestane bebouwingshoogten niet te overstijgen met het oog op het ongestoord laten verlopen van de verbindingen.
In de zone straalpad vindt één ruimtelijke ontwikkeling plaats. De Grote Sluis in Spaarndam wordt in 2009/2010 gerenoveerd. Aangezien de bouwhoogte van deze ontwikkeling en de bouwhoogtes van bouwwerken in de zone en in de omgeving van het straalpad gelijk blijven, zal er geen sprake zijn van een verstoring van de straalverbindingen. In dit licht zijn er geen belemmeringen voor het bestemmingsplan.
Het Haarlemse deel van Spaarndam ligt binnen de bij het Streekplan Noord-Holland Zuid behorende kaart "Rode Contouren" en omvat onder andere de historische kern van het dorp. Het landelijke gebied is een open gebied met hoge ecologische en hoge cultuurhistorische waarden. Bij beide delen bestaat de ambitie voornamelijk uit behoud en versterken van bestaande kwaliteiten.
Hieronder wordt eerst de visie voor het landelijk gebied beschreven, vervolgens wordt de visie voor Spaarndam toegelicht.
Het landelijk gebied
Het landelijk gebied wordt begrensd door de Spaarndamseweg, het Spaarne, de Vondelweg, de gemeentegrens Haarlem - Velsen en de westelijke dorpsgrens van Spaarndam.
In de Nota Ruimte wordt geconstateerd dat op verschillende plaatsen in Nederland het landschap steeds meer versnippert. Waardevolle landschappen worden soms aan het zicht onttrokken door nieuwe bebouwing. Het Rijk streeft ernaar om landschappen met natuurlijke, landschappelijk en culturele waarden te behouden en verder te versterken. Ook het Haarlemse beleid (o.a. structuurplan Haarlem 2020) is erop gericht een substantieel open groengebied tussen het stedelijk gebied van Haarlem en Amsterdam te behouden.
Het Hekslootgebied is beperkt toegankelijk voor recreanten via het dwars door het gebied lopende eeuwenoude Assendelver voetpad. Doordat het gebied deel uit maakt van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en is aangewezen als weidevogelgebied is rust in dit gebied gewenst. Het Hekslootgebied en het Verdolven Land zijn als "Agrarisch met waarden – natuurwaarden" bestemd. Binnen deze bestemming wordt grondgebonden agrarische bedrijvigheid mogelijk gemaakt met uitsluiting van een paardenfokkerij, een en ander om het karakter van het Hekslootgebied open te houden ten behoeve van de weidevogels. Binnen de bestemming "Agrarisch met waarden - natuurwaarden" wordt geen nieuwe bebouwing toegestaan om de openheid van het gebied en de landschappelijke kwaliteiten van het gebied te waarborgen. Binnen de nabijgelegen gronden met de bestemming "Agrarisch" langs de Vergierdeweg zijn bouwvlakken opgenomen. Alleen daar mag bebouwing worden opgericht.
Er is ruimte om op het agrarische perceel tussen Vergierdeweg 310 - 312 en Vergierdeweg 290 een melkveehouderij op te richten (zie bijlage 15). Wel dient de gemeenteraad te zijner tijd een gemeentelijke verordening vast te stellen. Door een gemeentelijke verordening kan de afstand tussen een geurgevoelig object en de veehouderij worden gehalveerd (Artikel 6.3 van de Wet geurhinder en veehouderij). Buiten de bebouwde kom kan de afstand worden verkleind tot 25 meter. Voor een gemeentelijke verordening is een gebiedsgerichte benadering noodzakelijk waarbij een visie op de gebiedsontwikkeling van (een deel van) het gemeentelijk grondgebied moet worden gegeven.
Het EHS-gebied in de Oude Spaarndammerpolder heeft de bestemming "Natuur", agrarische activiteiten zijn gelet op de definitie voor 'extensief agrarisch medegebruik' mogelijk.
Voor het hele landelijke gebied is een aanlegvergunningenstelsel opgenomen.
Belangrijk is dat de randen van het Hekslootgebied toegankelijk zijn en blijven voor bewoners van de nabijgelegen groenarme wijken en voor recreanten. Daarnaast wordt door de combinatie van een betere toegankelijkheid en natuur de mogelijkheid tot groenbeleving voor heel Haarlem (en omgeving) vergroot. In dit bestemmingsplan wordt het doortrekken van het fiets-/ wandelpad langs de Vondelweg mogelijk gemaakt. Er is een particulier initiatief bij de gemeente bekend om een wandelpad van de Vondelweg naar de Slaperdijkweg te realiseren. Dit initiatief is nog niet concreet genoeg om in het bestemmingsplan op te kunnen nemen. Ook vanwege de ligging in EHS dient daarover meer helderheid te bestaan. In dit bestemmingsplan wordt dit dan ook niet mogelijk gemaakt. Mocht er op termijn meer duidelijkheid en overeenstemming hierover bestaan, dan kan dit gerealiseerd worden in een separate planologische procedure.
Extra fiets- en/ of wandelpaden door het hart van het Hekslootgebied worden in het bestemmingsplan uitgesloten.
Water
De Verdolven Landen en de Oude Spaarndammerpolder zijn in het IWP en structuurplan aangewezen voor lokale seizoens- en piekberging, hier kan tijdens natte perioden het overtollig gebiedseigen water worden geborgen.
Of de genoemde gebieden geschikt zijn voor seizoens- en piekberging is niet zeker. Op basis van nader onderzoek zal moeten blijken of de beoogde waterberging uit financieel, maatschappelijk en landschappelijk oogpunt uitvoerbaar is. In dit bestemmingsplan wordt geen rekening gehouden met grootschalige waterberging in de zin van seizoensberging of piekberging. Wel wordt het verruimen van bestaande sloten en het op beperkte schaal graven van nieuwe watergangen mogelijk gemaakt door in de planregels de bestemmingen "Agrarisch", "Groen", "Natuur", "Recreatie" en "Verkeer" mede voor waterlopen en waterpartijen mogelijk te maken. Bij eventuele herinrichting ten behoeve van broedvogels of andere natuurwaarden moet de oorspronkelijke middeleeuwse kavelstructuur herkenbaar blijven.
Een wens uit het IWP en structuurplan is schoon duinwater het Hekslootgebied in te laten. Zo kan het schone duinwater ten goede komen aan de ecologische ontwikkeling van deze polder. Deze oost-westverbinding wordt op dit moment gerealiseerd in het naastgelegen plangebied. Binnen het bestemmingsplangebied wordt deze waterverbinding mogelijk gemaakt door in de planregels de bestemmingen "Agrarisch", "Groen", "Natuur", "Recreatie" en "Verkeer" mede voor waterlopen en waterpartijen mogelijk te maken.
Stelling van Amsterdam
In de Nota Ruimte is de Stelling van Amsterdam aangewezen als nationaal landschap. Nationale landschappen zijn gebieden "met internationaal zeldzame of unieke en nationaal kenmerkende landschapskwaliteiten en in samenhang daarmee bijzondere natuurlijke en recreatieve kwaliteiten".
Het Nationaal Landschap "Stelling van Amsterdam" wordt in dit bestemmingsplan beschermd door het gebied de bestemming "waarde-cultuurhistorie" te geven. De hoofdbebouwing van de Stelling van Amsterdam is opgenomen op de waarderingskaart (Rijksmonument, orde 1).
Het Fort Bezuiden Spaarndam heeft de bestemming "Maatschappelijk" gekregen.
Spaarndam
Het plandeel Spaarndam wordt begrensd door de Stelling van Amsterdam, het Spaarne, de gemeentegrens Haarlem - Haarlemmerliede en Spaarnwoude, en het IJ.
Voor het Spaarndam is de opzet grotendeels consoliderend van karakter. Dit betekend het beschermen van de bestaande kwaliteiten van het plangebied
Een van de speerpunten van Haarlemse beleid (structuurplan Haarlem 2020) is versterking van de culturele en toeristische wervingskracht in de gemeente. Ruimte voor het versterken van de culturele en toeristische wervingskracht van Haarlem is o.a. te vinden aan en op het Spaarne en in Spaarndam. Voor Spaarndam wordt gedoeld op het manifesteren van het Fort Bezuiden Spaarndam, als onderdeel van de Stelling van Amsterdam (zie Stelling van Amsterdam). Voor het Spaarne wordt gedoeld op een versterking van de (water)recreatie in en bij het dorp. De ambities zoals genoemd in het Spaarneplan zijn leidend.
De dorpsraad Spaarndam wil graag een parkeervoorziening in het volkstuinencomplex ter hoogte van de kruising Kerklaan - Pol. Echter zijn er op dit moment te weinig concrete gegevens om een parkeerplaats op deze locatie positief te bestemmen. De betreffende gronden zijn in bezit van Hoogheemraadschap Rijnland. Er zal nader overleg en onderzoek moeten plaatsvinden alvorens er kan worden overgegaan tot het nemen van een planologisch besluit over een parkeervoorziening. Hiervoor zal te zijner tijd een separate procedure voor gevolgd kunnen worden.
In 2004 en 2005 heeft Rijnland onderzoek verricht naar de onderhoudstoestand van de Grote Sluis in Spaarndam. Hieruit kwam een groot aantal gebreken naar voren. Een grootschalige renovatie bleek noodzakelijk. Ook zijn de wensen van de gebruikers van de sluis door Rijnland geïnventariseerd. Een deel daarvan kan met de renovatie in 2009 / 2010 worden gerealiseerd.
Rijnland gaat onder andere de volgende werkzaamheden uitvoeren:
Vrijstellingsprocedure ex art. 19.1 WRO
Het bouwplan is in strijd met het ter plaatse vigerende bestemmingsplan. Medewerking aan het bouwplan is alleen mogelijk met toepassing van artikel 19, eerste lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. De toepassing van deze procedures vergt een goede ruimtelijke onderbouwing, waarbij de eisen die aan een ruimtelijke onderbouwing worden gesteld hoger zijn, naarmate de inbreuk op het planologisch regime groter wordt. In de nu voorliggende situatie is sprake van een beperkte inbreuk op het planologisch regime. Het bestemmingsplan staat het gebruik van deze gronden ten behoeve van een sluizencomplex toe, waarbij wordt opgemerkt dat op de gronden bestemd voor water, noodzakelijke bouwwerken en oeverkaden voor het verkeer te water zijn toegestaan.
Ten behoeve van de vrijstellingsprocedure op grond van de WRO wordt verwezen naar de ruimtelijke onderbouwing met projectnummer 242204, van 14 november 2007 en de daarin genoemde rapporten ten aanzien van het bodemonderzoek, de waterparagraaf, de natuurtoets en het archeologisch onderzoek en het planschadeonderzoek ex artikel 49 WRO.
Deze stukken maken integraal onderdeel uit van de ruimtelijke onderbouwing. Uit de uitgevoerde onderzoeken blijkt dat zich geen belemmeringen voordoen voor het vernieuwen van het sluizencomplex met een sluisbedieningspost aan de Grote Sluis.
Gelet op het Rijks-, provinciaal en gemeentelijk beleid, de gewenste ruimtelijke ontwikkelingen voor dit gebied, de ruimtelijke onderbouwing van de aanvrager en het advies van de stedenbouwkundige, is er naar ons oordeel sprake van een goede ruimtelijke onderbouwing, zodat medewerking kan worden verleend aan het verzoek om vrijstelling van het bestemmingsplan Spaarndam. Het bouwplan past ook in het ontwerpbestemmingsplan Hekslootgebied /Spaarndam.
Het boezemgemaal Spaarndam voert het overtollige water af naar het boezemkanaal. Dit kanaal staat via de boezemsluis in de Spaarndammerdijk in verbinding met het IJ. Het IJ maakt via zijkanaal C onderdeel uit van het Noordzeekanaal. Rijnland is voornemens het boezemgemaal Spaarndam te vernieuwen. Hiervoor voert Rijnland momenteel variantenstudies uit. De toekomstige situatie wordt in het bestemmingsplan mogelijk gemaakt binnen de bestemming "Water - Waterstaat". Het gehele plangebied (zie afbeelding 13) krijgt de bestemming "Water - Waterstaat".
Afbeelding 13: plangebied Boezemgemaal Spaarndam (foto: www.rijnland.net)
Sauna van Egmond aan de Van Egmondstraat 4 te Haarlem zoekt een nieuwe locatie. Als
nieuwe locatie is de locatie Noord-Akendam (Vergierdeweg 452-454 ) in beeld gekomen.
Deze voormalige boerderij uit de 17e eeuw is momenteel bouwkundig in zeer slechte
staat. Op het terrein zal een sauna en wellnesscomplex ontwikkeld worden en de boerderij
zal met behulp van Stichting Boerderij en Landschap in ere hersteld worden, waarbij
plaats geboden wordt aan een theeschenkerij en theetuin.
Het voornemen betreft het toevoegen van een stedelijke functie buiten de rode contouren.
Al het gebied buiten de rode contour behoort tot het landelijke gebied. Buiten het
gebied mag geen verdere verstedelijking plaatsvinden. Een ontheffing van de Provinciale
Ruimtelijke Verordening Noord-Holland 2009 (verder Verordening genoemd) is benodigd
voor het mogelijk maken van dit initiatief. Een aanvraag tot ontheffing van de Verordening
moet vergezeld gaan van een beeldkwaliteitsplan zoals gesteld in artikel 2, lid 3
van de Verordening.
Afbeelding 14: Ligging van de projectloctie
Het plan ligt gedeeltelijk in de Ecologische Hoofdstructuur, Rijksbufferzone Haarlem - Amsterdam en het Nationaal Landschap Stelling van Amsterdam. Artikel 6 van de Verordening is van toepassing. Hiervoor is een ontheffing aangevraagd.
In het bestemmingsplan is een wijzigingsbevoegdheid met een aantal voorwaarden opgenomen, waardoor 'Sauna van Egmond' via een aparte planologische procedure gerealiseerd zou kunnen worden (zie art. 24).
In bijlage 14 is het ontheffingsverzoek van het verstedelijkingsverbod ex. artikel 6 lid 1 van de Verordening opgenomen t.b.v de mogelijke ontwikkeling van Sauna van Egmond. Bijlage 14 dient tevens als ruimtelijke onderbouwing.
Quickscan Flora en Fauna
Uit de bijgevoegde quickscan Flora en fauna in bijlage 14 blijkt dat de benodigde ontheffingen uit de Flora- en Faunawet redelijkerwijze kunnen worden verkregen indien van de wijzigingsbevoegdheid gebruik zal worden gemaakt. Er dient, gezien de ligging van het plangebied in/ nabij de EHS en de aanwezigheid van strikt beschermde soorten, een aanvullend onderzoek in de geschikte onderzoeksperiodes uitgevoerd te worden, zodat alle natuurwaarden volledig in beeld gebracht kunnen worden.
Op welke wijze de uiteindelijke compensatie van natuur- en recreatiewaarden zal plaatsvinden, zal primair in het kader van de te voeren wijzigingsprocedure zelf beantwoord worden.
Projectmotivering
Het complex Noord-Akendam vormt een intermediair tussen het landelijk en het stedelijk gebied, de groene massa’s van de begraafplaats en het open landschap van het Hekslootgebied. Het beeld is landelijk, historisch en agrarisch, maar daarachter en onder verschuilen zich meerdere functies die de restauratie van de unieke boerderij en erf financieren. Al met al worden met het plan vier doelen gediend:
De genoemde maatregelen moeten in een volgende fase worden uitgewerkt in een inrichtingsplan. Bij deze uitwerkingsslag zullen de belangengroepen Vereniging Behoud de Hekslootpolder en Stichting Historisch Schoten betrokken worden. Deze groepen zijn kenners van respectievelijk de lokale natuurwaarden en de historie van de plek. Hun inbreng zal mede bepalend zijn voor de definitieve inrichting van de locatie. Daarnaast kunnen Staatsbosbeheer en het Recreatieschap Noord-Holland nog een bijdrage leveren door gegevens en inzichten.
Een verzoek van de eigenaar van de "Vischwinkel" aan de Spaarndammerdijk 97A om gebruik te maken van de binnenplanse vrijstelling/ontheffing voor complementaire daghoreca is door de gemeente gehonoreerd.
Het huidige gebruik is een viswinkel ten behoeve van vis of visgerelateerde producten. Het gewenste gebruik betreft het huidige gebruik aangevuld met de mogelijkheid van consumptie ter plaatse. De gemeente is bereid deze ontheffing te verlenen en dit gebruik op te nemen in het bestemmingsplan. Het perceel aan de Spaarndammerdijk 97A wordt bestemd als "Gemengd 2" met nadere functieaanduiding "horeca 1 (h1)".
Het bestaande winkelpand wordt afgebroken. Daarvoor in de plaats worden zes wooneenheden gerealiseerd. De voormalige supermarkt aan het Visserseinde is verplaatst naar de Lageweg 1 te Spaarndam.
De woonfunctie is niet bezwaarlijk in deze woonomgeving. Tevens zal de openbare weg beter gaan functioneren nu het winkelend publiek geen gebruik meer maakt van de smalle dijk.
De nieuwbouw is passend in de schaal van de dijkwoningen en van de omgeving. Het bebouwd oppervlak blijft nagenoeg gelijk.
Parkeren wordt op eigen terrein voorzien.
Het bouwplan is in dit bestemmingsplan opgenomen.
Op 2 oktober 2002 is een bouwaanvraag ingediend voor het bouwen van een woning aan de Westkolk 36. Het pand is gelegen in het beschermd dorpsgezicht. De aanvraag betreft het vervangen van een bedrijfspand door een woonhuis. Het beoogde gebruik past binnen de bestemming die het perceel heeft volgens het bestemmingsplan Spaarndam Beschermd Dorpsgezicht. De aanvraag wijkt echter van het bestemmingsplan af waar het gaat om de afmetingen van de te realiseren bouwmassa: er is sprake van een afwijking voor wat betreft de goothoogte van de hoofdbebouwing, en de mate waarin wordt gebouwd achter de achtergevelrooilijn.
Het bestemmingsplan Spaarndam Beschermd Dorpsgezicht geeft voor de hoofdbebouwing als maximale hoogte een maat van ca. 3,50 meter aan, d.w.z. de hoogte van het nu aanwezige (plat afgedekt) bedrijfspand. In afwijking daarvan wordt nu een aanvraag gedaan voor een bebouwing van twee volledige bouwlagen met daarboven een kapverdieping. Het gaat daarbij dan om een goot- resp. bouwhoogte van ca. 6 resp. 9 meter.
Er zijn ambtelijke adviezen ingewonnen bij stedenbouw, welstand, brandweer, milieu, verkeer en bouwfysica. Deze zijn allen positief ( 16 januari 2003, resp. 6 maart 2003, resp. 13 januari 2003, resp. 6 november 2002, resp. 30 oktober 2002, resp. 19 mei 2003).
Tevens heeft de Rijksdienst voor de Monumentenzorg op 18 juni 2003 een positief advies gegeven.
Voor realisering van het bouwplan was een vrijstelling nodig ex art. 19, lid 2 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO). Naar aanleiding van de publicatie en ter visie legging van de bouwaanvraag welke noodzakelijk is bij een ex art. 19, lid 2 van de WRO zijn er zienswijzen ingediend.
Naar aanleiding van de ingediende zienswijzen heeft er op 19 augustus 2003 een hoorzitting plaatsgevonden. In mei 2004 zijn er naar aanleiding van argumenten aangevoerd in de hoorzitting nadere tekeningen overlegd.
Op 6 augustus 2003 heeft de rechtbank in Den Haag naar aanleiding van jurisprudentie van de Raad van State een uitspraak gedaan m.b.t. de te voeren vrijstellingsprocedures in het beschermd stads- en dorpsgezicht. De vrijstelling mag pas verleend worden als er een ontwerpbestemmingsplan voor het bouwplan is vastgesteld. Door het opnemen van het bouwplan in dit bestemmingsplan wordt hierin voorzien.
Stedenbouwkundig
Stedenbouwkundig gezien is het afwijken van de in het bestemmingsplan Spaarndam Beschermd Dorpsgezicht bepaalde maximummaten verantwoord omdat:
Volgens het bestemmingsplan Spaarndam Beschermd Dorpsgezicht is achter de achtertgevelrooilijn bebouwing in één laag toegestaan tot een oppervlakte van ten hoogste 14 m2, en wel ten behoeve van de bouw van een schuur en/of garage. De plankaart geeft voorts aan op welke plekken die 14 m2 wel, en waar deze niet gerealiseerd mag worden.
In de voorliggende aanvraag wordt de achtergevelrooilijn een bebouwing van een kleine 20 m2 voorgesteld, en wel als uitbreiding van de beganegrondlaag die grotendeels bedoeld is als hoofdwoonvertrek, en in beperkte mate als berging. De voorgestelde aanbouw ligt binnen de grenzen waarbinnen volgens het bestemmingsplan Spaarndam Beschermd Dorpsgezicht (de eerder vermelde 14 m2) bijgebouwen tot stand mogen komen.
Bodemonderzoek
Op 15 juli 1999 is er een onderzoek uitgevoerd door BK Ingenieurs Velserbroek. De rapportage is beoordeeld aan de hand van de Haarlemse bouwverordening en de onderzoeksstrategie zoals die is beschreven in de NVN 5740. Door de afdeling milieu, bureau Bodem is in oktober 2002 beoordeeld of op grond van de aangetroffen verontreiniging actuele gezondheidsrisico's aanwezig kunnen zijn voor de gebruikers van het bouwwerk.
Op grond van de rapportage en de huidige en toekomstige situatie is door de gemeente Haarlem geconcludeerd dat:
Conclusie
Bij nieuwbouw moet het gehele perceel worden onderzocht en moet het gehele perceel voldoen aan het gebruik:"wonen met tuin". daarom moet er nader onderzoek uitgevoerd worden naar de ernst en omvang van de bodemverontreinigingen ter plaatse van de gedempte sloot. Op basis van de nog te bepalen ernst en urgentie van deze verontreiniging moet beoordeeld worden of ter plaatse van de gedempte sloot sanerende maatregelen noodzakelijk zijn. Mogelijk dat hiertoe een saneringsplan moet worden ingediend.
Pas als er gesaneerd is mag er worden gestart met de bouwactiviteiten.
Verkeer
De parkeernorm voor woningen is 1,2 ppl./woning. De parkeerbehoefte voor de opslag komt te vervallen. Met de norm van 0,5 ppl./100m2 bvo, kan deze behoefte gesteld worden op 0,5 ppl. In principe dient voor de bouw van de woning voorzien te worden in 0,7 ppl. De bouwverordening stelt dat deze parkeerbehoefte op eigen terrein wordt opgevangen. Hier wordt niet aan voldaan.
Het college van B&W kan vrijstelling verlenen van de bouwverordening. In de directe omgeving van de bouwlocatie wordt geparkeerd op de Westkolk. Hier is beperkt ruimte beschikbaar. Tevens is in de omgeving van de Westkolk ook beperkt parkeerruimte te vinden. De afdeling Verkeer adviseert het college gebruik te maken van de mogelijkheid tot het verlenen van vrijstelling.
In de voorgaande hoofdstukken zijn de beleidsuitgangspunten en beperkingen beschreven. Deze beleidsuitgangspunten zijn in de planregels vervat en op de verbeelding weergegeven als bestemmingen en aanduidingen. Dit hoofdstuk geeft een verklaring van de planregels, en geeft aan waarom voor een bepaalde regeling is gekozen.
De Wet ruimtelijke ordening verplicht bestemmingsplannen op te stellen voor de bebouwde kom. In de Wro en het Besluit op de ruimtelijke ordening is nader uitgewerkt uit welke onderdelen een bestemmingsplan in ieder geval moet bestaan. Het gaat om een verbeelding met planregels en een toelichting daarop. Daarnaast biedt zowel de Wro als het Bro opties voor een nadere juridische inrichting van een bestemmingsplan.Hierbij moet gedacht worden aan de toepassing van ontheffingsmogelijkheden en wijzigingsbevoegdheden. De bruikbaarheid van deze instrumenten is geheel afhankelijk van het doel van het bestemmingsplan en de gewenste bestemmingsmethodiek. Uitgangspunt is dat het bestemmingsplan moet voorzien in een passende regeling voor de komende tien jaar. Dat is in principe de geldigheidsduur van een bestemmingsplan.
Het juridische bindende onderdeel van het bestemmingsplan bestaat uit de verbeelding en de regels. De regels bevatten het juridisch instrumentarium voor het regelen van het gebruik van de gronden en gebouwen en bepalingen omtrent de toegelaten bebouwing. De verbeelding heeft een ondersteunende rol voor de toepassing van de regels alsmede de functie van visualisering van de bestemmingen. De verbeelding vormt samen met de regels het voor de burgers bindende onderdeel van het bestemmingsplan.
Het bestemmingsplan is te karakteriseren als een conserverend of consoliderend bestemmingsplan. Dat betekent dat de huidige bouw- en gebruiksmogelijkheden zoveel mogelijk zijn overgenomen en er geen ingrijpende veranderingen mogelijk worden gemaakt.
De vorige Wet op de Ruimtelijke Ordening (hierna WRO) en het daarbij behorende Besluit op de ruimtelijke ordening (Bro 1985) bevatten bijna geen bepalingen over de opbouw en de verbeelding van het bestemmingsplan voor de verschijningsvorm van het bestemmingsplan. Dit heeft er toe geleid dat in de praktijk allerlei varianten zijn toegepast. Hierdoor zijn er zeer verschillende bestemmingsplannen ontstaan. Bestemmingsplannen met dezelfde beleidsmatige inhoud en met hetzelfde doel zagen er geheel anders uit en waren moeilijk vergelijkbaar. Hierdoor ontbrak het aan duidelijkheid voor de gebruiker van het bestemmingsplan. En dit terwijl leesbaarheid, raadpleegbaarheid en helderheid voor de gebruiker van het bestemmingsplan van groot gewicht zijn. Het gaat bij bestemmingsplannen om de belangen van burgers en bedrijven. Zij dienen zich snel en op eenvoudige wijze een juist beeld te kunnen vormen van de planologische mogelijkheden en beperkingen op één of meer locatie(s). Daarnaast is de vergelijkbaarheid van ruimtelijke plannen van groot belang voor degenen die deze plannen in grotere samenhang willen zien. Denk hierbij aan degenen die betrokken zijn bij de planvoorbereiding, de planbeoordeling, de monitoring van beleid en de handhaving. De Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen (hierna SVBP 2008) maakt het mogelijk om bestemmingsplannen te maken die op vergelijkbare wijze zijn opgebouwd en op een zelfde manier worden verbeeld. De SVBP geeft bindende standaarden voor de opbouw en de verbeelding van het bestemmingsplan, zo ook voor de regels.
De regels van dit bestemmingsplan vallen conform de SVBP 2008 in 4 hoofdstukken uiteen. Hoofdstuk 1 bevat de inleidende regels. Hoofdstuk 2 regelt de bestemmingen en het daarop toegestane gebruik. Hoofdstuk 3 bevat de algemene regels zoals algemene ontheffingsregels, algemene wijzigingsregels en algemene procedureregels. Hoofdstuk 4 tot slot bevat de overgangs- en slotregels.
Begrippen (artikel 1)
In dit artikel worden de begrippen gedefinieerd, die in de regels worden gehanteerd. Bij de toetsing aan het bestemmingsplan wordt uitgegaan van de in dit artikel aan de betreffende begrippen toegekende betekenis. Voor zover er geen begrippen zijn gedefinieerd wordt aangesloten bij het normaal spraakgebruik.
Wijze van meten (artikel 2)
Dit artikel geeft aan hoe hoogte- en andere maten die bij het bouwen in acht genomen dienen te worden, gemeten moeten worden. Een aantal bepalingen zijn op grond van de SVBP 2008 dwingend voorgeschreven.
Agrarisch (artikel 3)
Deze bestemming regelt het bestaande gebruik van de gronden van de bestaande agrarische bedrijven in het plangebied. Het gaat met name om bestaande agrarische bedrijven langs de Vergierdeweg. De gronden mogen worden gebruikt overeenkomstig het huidige gebruik. Ook de bestaande bouwmogelijkheden zijn opgenomen in dit nieuwe plan. Wonen is uitsluitend toegestaan in de op de verbeelding aangeduide bedrijfswoning. Er wordt niet voorzien in een uitbreiding van het aantal bestaande bedrijfswoningen. Er is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om de bestemming Agrarisch' onder voorwaarden te wijzigen in de bestemming 'Natuur'.
Ook is onder voorwaarden de vergroting van het agrarische bouwvlak mogelijk tot 2 hectare.
Agrarisch met waarden - natuurwaarden (artikel 4)
De gronden met deze bestemming zijn de zogenaamde 'Verdorven Landen' en een groot deel van het Hekslootgebied. In de doeleinden is naast de agrarische gebruiksmogelijkheden het gebruik als ecologische verbindingszone toegevoegd. Op de gronden mogen geen gebouwen mogen gebouwd, maar uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Te denken valt aan bijvoorbeeld hekwerken. Er is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om de bestemming Agrarisch met waarden- natuurwaarden onder voorwaarden te wijzigen in de bestemming 'Natuur'.
Bedrijf (artikel 5)
Ook de in het gebied voorkomende bedrijven zijn overeenkomstig het huidige gebruik en bouwmogelijkheden in dit bestemmingsplan opgenomen. Rekening houdend met het plangebied zijn alleen bedrijven categorie A en B vermeld bij de regels behorende bedrijvenlijst toegestaan. Deze lijst is onderdeel van het zogenaamde Groene Boekje ("Bedrijven en milieuzonering" van de Vereniging Nederlandse Gemeenten 2007). Een uitzondering is gemaakt voor de bestaande palingrokerij aan de IJdijk. Dit is een bedrijf van categorie C en heeft als zodanig een maatbestemming gekregen. Alleen op deze locatie zijn bedrijven van deze categorie toegestaan. Er is een ontheffingsmogelijkheid voor het college opgenomen om de aanduiding op de verbeelding te verwijderen indien de activiteit ter plaatse gedurende minimaal een half jaar is beëindigd en er geen redenen zijn dat deze op korte termijn wordt voortgezet. Ook hier geldt dat nieuwe bedrijfswoningen niet zijn toegestaan. Wonen mag alleen plaatsvinden in (reeds bestaande) bedrijfswoningen en niet in bedrijfsruimten.
Gemengd - 2 (artikel 6)
Deze bestemming ziet op de in het gebied voorkomende detailhandelsvestigingen en horecabedrijven. Horeca is alleen mogelijk op de locaties op de verbeelding nader aangeduid. De maximale toegestane horecacategorie is op de verbeelding aangeduid met een verwijzing in de regels. De horeca mag zich niet uitbreiden; omgekeerd is er wel een uitwisselbaarheid tussen horeca en detailhandel; van horecabedrijven mag detailhandel (winkels) gemaakt worden. Wonen op de begane grond is tevens toegestaan. Ook zijn kleinschalige bedrijven die goed passen in een woonomgeving toegestaan.
Groen (artikel 7)
De bestemming "Groen" wordt toegepast op de in het bestemmingsplan voorkomende meer structurele groenvoorzieningen. Binnen deze bestemming is een groot aantal mogelijke functies opgenomen, die uitwisselbaar zijn. Gebouwen zijn niet toegestaan op deze gronden.
Maatschappelijk (artikel 8)
In het gebied komen enkele maatschappelijke voorzieningen voor, waaronder een school. Ook de kerk en de bijbehorende begraafplaats vallen onder deze bestemming.
Natuur (artikel 9)
De bestemming Natuur ziet voor een groot deel op die gronden die deel uitmaken van de EHS. Extensieve vormen van agrarisch medegebruik, bijvoorbeeld voor het weiden van schapen en koeien als vorm van natuurbeheer zijn hier mogelijk. Door het gebied lopen enkele onverharde voetpaden. Deze worden behouden en zijn bedoeld voor extensieve dagrecreatie, die vormen van recreatie die gericht zijn op natuurbeleving. Uitbreiding van het aantal voetpaden is niet gewenst. Deze gronden mogen niet worden bebouwd, met uitzondering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde tot een hoogte van 1 meter. Gedacht kan worden aan bouwwerken die noodzakelijk zijn i.v.m beheer van de natuurgebieden, zoals hekwerken. In het gebied komt een ooievaarsnest voor, die niet hoger mag zijn dan de bestaande hoogte. Voor bepaalde werkzaamheden is een aanlegvergunning noodzakelijk, ter meerdere bescherming van de landschappelijke en/ of natuurwaarden. Zo is er ter bescherming van het vogelweidegebied specifiek een aanlegvergunning vereist voor het planten van diepwortelende beplantingen en bomen.
Recreatie (artikel 10)
Het gaat hier om de bestaande volkstuinen. De huidige bouw- en gebruiksmogelijkheden zijn ook hier zoveel mogelijk overgenomen. Dat betekent dat gebouwen uitsluitend zijn toegestaan op het volkstuinencomplex in het zuiden van het plangebied. Per volkstuin mag hier 1 gebouw worden opgericht onder de genoemde voorwaarden. Ook mag er 1 gebouw ten behoeve van centrale voorzieningen worden opgericht. Op de overige in het plangebied voorkomende volkstuincomplexen mag niet worden gebouwd.
Recreatie – Jachthaven (artikel 11)
De in Spaarndam gelegen jachthaven heeft een specifieke bestemming gekregen. Er wordt niet voorzien in een uitbreiding van de activiteiten. Gebouwen zijn niet toegestaan. Binnen deze bestemming komen ook een tweetal woonschepen voor die een specifieke aanduiding op de verbeelding hebben gekregen; woonschepen op een andere plek dan de aangeven plaats is niet toegestaan.
Tuin 1 (artikel 12)
De Tuin 1 bestemming ziet op (voor)tuinen behorende bij de woonhuizen. Op deze gronden mag uitsluitend worden bebouwd met bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Voor erfafscheidingen gelden specifieke hoogtematen, overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mogen maximaal 3 m hoog zijn op basis van het bestemmingsplan.
Tuin 2 (artikel 13)
De Tuin 2 bestemming ziet op erven/ achtertuinen behorende bij de woonhuizen. Op deze gronden mogen - tot een bepaald maximum - aan- en uitbouwen en bijgebouwen worden gerealiseerd behorende bij de hoofdbebouwing. Het bewonen van bijgebouwen is niet toegestaan.
Tuin 3 (artikel 14)
De Tuin 3 bestemming ziet op de tuinen/erven die voor de volle 100% bebouwd mogen worden met aan-, uit- en bijgebouwen behorende bij de hoofdbebouwing.
Verkeer (artikel 15)
Binnen deze bestemming valt de in het plangebied voorkomende infrastructuur. Binnen deze bestemming zijn verschillende doeleinden mogelijk, zoals bij de verkeersbestemming behorende parkeervoorzieningen, enzovoorts.
Water (artikel 16)
Het op de verbeelding aangeduide water betreft de in het plangebied voorkomende (hoofd)watergangen. Het gaat om het Spaarne en in het plangebied voorkomende sloten etc. Op de gronden met de bestemming 'Water' mag niet worden gebouwd, behoudens waar het gaat om het veranderen of vernieuwen van bestaande beschoeiingen, kaden, aanlegplaatsen, remmingen, meerpalen, en dukdalven.Daarnaast zijn deze gronden bestemd voor een aantal woonschepen. Deze zijn specifiek op de verbeelding aangeduid en mogen alleen daar voorkomen.
Water- Waterstaat (artikel 17)
De in het gebied voorkomende sluizen en bijbehorende voorzieningen vallen onder deze bestemming. Aangezien het huidige sluismeubiliar zoveel mogelijk in stand dient te blijven, en de aanblik die de historische sluizen bieden zo min mogelijk dienen te worden verstoord is een aanlegvergunningenstelsel opgenomen.
Wonen (artikel 18)
De bestaande woningen, met uitzondering van eventuele bedrijfswoningen, vallen onder deze bestemming. Binnen deze bestemming is naast het wonen onder voorwaarden ook toegestaan beroepsmatige activiteiten uit te oefenen. Voorwaarden hiervoor zijn wel dat wonen de hoofdfunctie van de woning blijft en dat voor de beroepsmatige activiteiten maximaal 40% met een absoluut maximum van 120m² van de woning mag worden gebruikt. Wonen in bijgebouwen is niet toegestaan.
Leiding- Leidingstrook (dubbelbestemming, artikel 19)
Deze bestemming is opgenomen ten behoeve van een drinkwaterleiding van PWN.
Waarde- Archeologie (dubbelbestemming, artikel 20)
De aanwezige archeologische waarden worden opgenomen door middel van de dubbelbestemming 'Waarde- Archeologie'. De voor 'Waarde- Archeologie' aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, tevens bestemd voor de bescherming en de veiligstelling van archeologische waarden. Er is aangesloten bij de indeling van de beleidskaart van de gemeente door de te verwachten archeologische waarden te beschermen middels de verschillende categorieën. In het bestemmingsplan komen de categorieën 2 tot en met 4 voor.
Waarde- Beschermd Dorpsgezicht (dubbelbestemming, artikel 21)
Uitgangspunt van de regeling Beschermd Dorpsgezicht in dit plan is, dat bij recht tot de bestaande omvang en situering gebouwd mag worden. Dit is ten eerste geregeld in de afzonderlijke bestemmingen. De plaats van de gebouwen is vastgelegd. Gebouwen mogen uitsluitend binnen de op de plankaart aangegeven bouwvlakken worden gebouwd. Verder is in de afzonderlijke bestemmingen de toegestane goot- en bouwhoogte geregeld.
Het Beschermd Dorpsgezicht wordt aanvullend geregeld in de dubbelbestemming ‘Beschermd Dorpsgezicht. In deze dubbelbestemming worden extra regels gesteld.
Ter handhaving van het historisch bepaalde aanzicht vanaf de straat en de perceelsindeling, is de breedte van de gebouwen vastgelegd op de bestaande breedte. Via ontheffing kunnen, onder strikte voorwaarden, ten hoogste twee aan elkaar grenzende panden, uitsluitend op begane grondniveau, tot één geheel worden samengevoegd.
Voor wat betreft de plaats van de gevels van gebouwen is vastgelegd dat de voor- en de achtergevel van een hoofdgebouw uitsluitend in de bouwgrens mogen worden gebouwd. Via een ontheffing is bepaald dat in (zeer) beperkte mate áchter en vóór gevelvlakken mag worden gebouwd. Bij deze ontheffing geldt als voorwaarde dat de kwaliteit van het Beschermd Dorpsgezicht niet onevenredig mag worden aangetast.
Verder mag de dakvorm niet worden gewijzigd. Het dorpsgezicht van Spaarndam wordt mede bepaald door de duidelijke nokrichtingen en de afwisseling van kapvorm. Via ontheffing kan van de voorgeschreven bekapping worden afgeweken, ook hier weer onder voorwaarde dat de kwaliteiten van het Beschermd Dorpsgezicht niet onevenredig mogen worden aangetast. Bij de verlening van hierboven genoemde ontheffingsmogelijkheden wint het college advies in van de Dorpsraad Spaarndam.
Waarde – Cultuurhistorie (dubbelbestemming, artikel 22)
Binnen de bestemming "Waarde-cultuurhistorie” aangewezen gronden zijn mede bestemd voor het behoud en de versterking van de cultuurhistorische waarden. Voor deze bestemming geldt een aanlegvergunning. Het gaat hier om de gronden die binnen de Stelling van Amsterdam vallen.
Waterstaat- Waterkering (dubbelbestemming, artikel 23)
Binnen deze bestemming is er voor werken/ werkzaamheden die een belemmering zouden
kunnen vormen voor de waterkering een aanlegvergunningenstelsel, overeenkomstig de
hiervoor genoemde bestemmingen.
Wro-zone wijzigingsbevoegdheid 1 (artikel 24)
In dit artikel zijn de voorwaarden opgenomen waaronder 'Sauna van Egmond' op deze locatie via een aparte planologische procedure gerealiseerd zou kunnen worden. Zie hiervoor, paragraaf 5.2.3.
Wro-zone wijzigingsbevoegdheid 2 (artikel 25)
In dit artikel zijn de voorwaarden opgenomen waaronder een halfverharde parkeerterrein op deze locatie via een aparte planologische procedure gerealiseerd zou kunnen worden.
Anti- dubbeltelregel (artikel 26)
Dit artikel regelt hoe voorkomen kan worden dat er in feite meer wordt gebouwd dan het bestemmingsplan beoogt, bijvoorbeeld in het geval (onderdelen van) bouwpercelen van eigenaars verschillen en wisselen. De regeling is met name van belang met het oog op woningbouw. Door verwerving van een extra (bouw)perceel of een gedeelte daarvan, kunnen de gronden niet meegenomen worden met de berekening van de bouwmogelijkheden van het nieuwe perceel als de nieuw verworven gronden reeds meegenomen zijn bij de berekening van een eerdere bouwvergunning. Het is dus niet toegestaan gronden twee keer in te zetten om een bouwvergunning te verkrijgen.
Algemene ontheffingsregels (artikel 27)
Ten behoeve van de flexibiliteit en bruikbaarheid in de praktijk is voorzien in bepaalde algemene ontheffingsregels voor het college van burgemeester en wethouders. Zo kan er een ontheffing plaatsvinden voor de in het plan aangegeven maten tot ten hoogste 10 %. Ook is in dit artikel de zogenaamde toverformule opgenomen. Gebruik van gronden in strijd met het bestemmingsplan is op grond van de Wet ruimtelijke ordening (artikel 7.10 Wro) strafbaar. In de diverse bestemmingen is opgenomen wat voor die bestemming in elk geval als strijdig gebruik moet worden aangemerkt. De toverformule houdt een ontheffingsmogelijkheid in voor het college voor die specifiek benoemde gebruiksverboden in het plan, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
Algemene procedureregels (artikel 28)
Ten aanzien van de ontheffingsbevoegdheden, nadere eisenregelingen, wijzigingsbevoegdheden en het aanlegvergunningenstelsel is een algemeen procedurevoorschrift opgenomen. De procedure van wijziging is dwingend voorgeschreven in de nieuwe Wro, waarnaar voor deze procedure dan ook naar wordt verwezen.
Overgangsbepalingen (artikel 29)
In dit artikel is het overgangsecht ten aanzien van gebruik en bebouwing opgenomen. Het overgangsrecht houdt in dat gebruik en bebouwing dat in strijd is met het nieuwe bestemmingsplan, maar reeds aanwezig was ten tijde van de voorgaande plannen, onder voorwaarden, mag worden voortgezet. Deze voorwaarden zijn opgenomen in het Besluit ruimtelijke ordening 2008 in de artikelen 3.2.1 tot en met 3.2.3 met de verplichting deze op te nemen in het bestemmingsplan.
Slotbepaling (artikel 30)
Het laatste artikel van de regels betreft de citeertitel van het onderliggende bestemmingsplan.
Bouwgrenzen en bestemmingsgrenzen
Uitgaande van de bestaande bebouwing en bestaand gebruik zijn op de verbeelding bouwgrenzen en in de regels bebouwingsregelingen aangegeven. De bouwgrenzen geven het gebied aan waarbinnen mag worden gebouwd. Over het algemeen zijn de bestaande bouwgrenzen overgenomen en deze bepalen het bouwvlak. Het bouwvlak mag in principe voor 100% worden bebouwd, tenzij in de regels anders staat aangegeven. De bestemmingen worden gescheiden door de bestemmingsgrens.
Regeling voor huidige bebouwing, bouw- en goothoogte
In dit bestemmingsplan wordt uitgegaan van behoud en bescherming van de bestaande situatie. De bestaande bebouwing wordt daarom positief bestemd. Alle bebouwing die legaal aanwezig was tijdens de afronding van de bouwblokopnames is positief bestemd.
Het bestemmingsplan Hekslootgebied / Spaarndam is een bijzonder bestemmingsplan, aangezien een gedeelte van het dorp Spaarndam is aangewezen als Beschemd Dorpsgezicht. Deze aanwijzing tot beschermd dorpsgezicht houdt de verplichting in dat in het bestemmingsplan beschermde regels moeten worden opgenomen. Dat betekent dat in dit bestemmingsplan in eerste instantie wordt uitgegaan van de bestaande situatie. In het bestemmingsplan is daarom een aparte bijlage (bijlage 2 van de planregels) bij het bestemmingsplan van de bestaande gevels opgenomen met een koppeling in de regels van de bestemming Waarde- Beschermd Dorpsgezicht. De percelen die in het beschermde dorpsgezicht vallen zijn pandsgewijs gefotografeerd. Zo wordt in een oogopslag duidelijk wat de bestaande dakhelling, nokvorm enzovoorts is. Voor de bestaande bouw- en goothoogten zijn per adres verwerkt in een schematisch overzicht. Zo bestaat de gevelopname dus uit 2 onderdelen:
Gelet op bovenstaande regeling staan er voor het Beschermd Dorpsgezicht geen maatvoeringen op de verbeelding.
Voor panden die op de waarderingskaart zijn aangeduid als orde 1 of 2 dient bij bouwen de bestaande maatvoering gehandhaafd te blijven. Voor orde 3- en nieuwbouwpanden zijn de maximale bouw- en goothoogte vastgelegd.
Waarderingskaart Hekslootgebied Spaarndam
Specifiek voor dit bestemmingsplan is een waarderingskaart opgesteld. Voor een toelichting op de methodiek waarderingskaart wordt tevens verwezen naar bijlage 3.
Het doel van de waarderingskaart is voor bepaalde panden die bouwhistorische of architectuurhistorische kwalititeiten hebben specifieke bouwregels op te nemen, die afwijken van de regels voor bebouwing die niet deze bouwhistorische en/of architectuurhistorische kwaliteiten hebben. Via de bouwregels worden de aanwezige kwaliteiten extra beschermd. Voor gebouwen die op de waarderingskaart zijn aangeduid als 'orde 1' of 'orde 2' dient bij bouwen de bestaande bouw- en goothoogte zoals op de verbeelding aangeduid gehandhaafd te blijven; Het gaat om de volgende indeling:
Orde 1 zijn gebouwen die beschermd zijn op grond van de Monumentenwet of de gemeentelijke monumentenverordening.
Orde 2 betreft gebouwen (ook bruggen) van voor 1960 die op grond van hun hoge architectonische kwaliteit en/ of vanwege het feit dat ze zeer bepalend zijn voor het beeld van de straatwand ter plaatse, behoudenswaardig zijn. Zie bijlage 4 voor een redengevende omschrijving orde 2 panden.
Orde 3 omvat bouwwerken van voor 1960 met een wisselende architectonische kwaliteit.
Bij de nieuwbouw aanduiding gaat het om gebouwen van na 1960.
Naast de bestemmingsbepalingen gelden voor Orde 1 panden ook nog de beschermende bepalingen van de Monumentenwet. Daarnaast geldt voor een deel van het plangebied de dubbelbestemming Waarde - Beschermd Dorpsgezicht of Waarde - Cultuurhistorie. Deze dubbelbestemmingen kennen ook bepalingen die behoudenswaardige gebouwen beschermen.
Met dit plan wordt beoogd een voor de burgers duidelijk en herkenbaar beleid te formuleren. Op grond daarvan mag dan ook van de gemeente verwacht worden dat er door haar wordt opgetreden als de regels van het bestemmingsplan niet worden nageleefd. Immers, de ruimtelijke kwaliteit van het gebied loopt gevaar als er in strijd met het bestemmingsplan wordt gebouwd of indien het gebouwde in strijd met het bestemmingsplan wordt gebruikt. Het achterwege laten van handhaving of het niet goed uitvoeren ervan kan ertoe leiden dat zich ongewenste ruimtelijke ontwikkelingen voordoen, die negatieve gevolgen hebben voor de ruimtelijke kwaliteit en de veiligheid.
Derhalve dient hier het beleid van de gemeente inzake handhaving uiteen gezet te worden en te worden aangegeven hoe de handhaving van het bestemmingsplan zal worden opgepakt. De landelijke Stuurgroep Handhaven op Niveau heeft het concept programmatisch handhaven ontwikkeld. Eens in de vier jaar wordt een integraal handhavingsbeleid opgesteld waarin de prioriteiten staan aangegeven die zullen worden aangepakt. De prioritering van de gemeente laat onverlet dat altijd als eerste prioriteit zal gelden dat calamiteiten met een levensbedreigend karakter, waarbij men moet denken aan instortings- en brandgevaar en asbestvervuiling, 100% zullen worden aangepakt.
De opzet van het programmatisch aanpakken is dat niet alle illegale situaties worden opgepakt, maar wel een werkbaar aantal zaken, dat een uitstralend effect zal hebben. Daarbij wordt gebruik gemaakt van een prioriteitenladder (ontwikkeld door Gemeente Haarlem) met een bijbehorend puntensysteem, dat de mate van prioriteit tot handhavend optreden aangeeft. Naast zaken die voldoende capaciteit hebben om het direct inzetten ervan te rechtvaardigen pakt de gemeente zaken projectmatig aan. Nieuw vastgestelde bestemmingsplannen lenen zich bij uitstek voor een projectmatige aanpak.
Het dorp Spaarndam is een plangebied binnen het Beschermd Dorpsgezicht, hetgeen impliceert dat voor de prioriteitsstelling zeer bepalend is of deze overtreding vanaf de openbare weg zichtbaar is. In dat geval is sprake van een verhoogde prioriteit.
Handhaving van de bestemmingsplannen vindt in de gemeente Haarlem plaats middels bestuursrechtelijke weg. Rechtszekerheid en gelijke behandeling van burgers staat hierbij voorop. Daarbij is ook communicatie zeer belangrijk en hier kan bovendien een preventieve werking van uitgaan. Hierbij zal men name onder de aandacht worden gebracht de relatie met de na te streven beleidsdoelstellingen, zodat voor iedere inwoner, eigenaar en ondernemer duidelijk mag zijn hoe en wanneer er gehandhaafd zal worden.
Dit bestemmingsplan is voornamelijk conserverend van karakter en er zijn geen grote ingrepen voorzien die het opstellen van een grondexploitatieberekening rechtvaardigen. Waar ingrepen in het openbare gebied noodzakelijk zijn, zullen deze worden gefinancierd uit algemene middelen cq een investeringsplan. Uit dien hoofde kan worden vermeld dat het bestemmingsplan financieel uitvoerbaar is.
Voorafgaand aan het opstellen van het concept ontwerp bestemmingsplan heeft vooroverleg plaats gevonden met het Hoogheemraadschap van Rijnland. In het kader van het pré advies Watertoets heeft Rijnland d.d. 10 juli 2008 per brief de volgende opmerkingen gegeven. Cursief de reactie van de gemeente.
In dit bestemmingsplan wordt in de waterparagraaf verwezen naar het Rijnlandse beleid. Een beknopte samenvatting van het beleid van het Hoogheemraadschap Rijnland is opgenomen in bijlage 4.
Deze opmerking is in dit bestemmingsplan verwerkt in de waterparagraaf.
De naam van dit bestemmingsplan is aangepast.
Deze opmerking is in dit bestemmingsplan verwerkt in de waterparagraaf.
Ondanks herhaalde verzoeken hebben wij geen kaart ontvangen. De zones worden daarom in de volgende fase van het bestemmingsplan op de verbeelding opgenomen.
In de toelichting is onder de waterparagraaf een alinea waterkering toegevoegd.
Deze gewenste waterverbinding wordt vermeld in hoofdstuk 3 Beleidskader en in hoofdstuk 5 Planbeschrijving.
In de planregels wordt deze verbinding mogelijk gemaakt.
In genoemde artikelen worden 'waterlopen en waterpartijen' aan de doeleindenomschrijving toegevoegd.
Overeenkomstig artikel 3.1.1 Bro is het ontwerpbestemmingsplan toegezonden aan:
De volgende instanties hebben schriftelijk hun opmerkingen kenbaar gemaakt:
In bijlage 12 zijn de artikel 3.1.1 Bro reacties toegevoegd. In bijlage 13 volgt een reactie daarop van het gemeentebestuur. De ingezonden reacties zijn samengevat.
Bij dit bestemmingsplan is een waarderingskaart opgesteld. Hierin zijn een aantal orden weergegeven. In deze bijlage worden de orden, de methodiek tot het toekennen van een orde toegelicht. In bijlage 4 wordt een Redengevende omschrijving gegeven van orde 2 panden.
1. Orden
Op de waarderingskaart komen de volgende ordes naar voren:
Orde 1 zijn gebouwen die beschermd zijn op grond van de Monumentenwet of de gemeentelijk Monumentenverordening.
Orde 2 beeldbepalende panden: gebouwen van voor 1960 die op grond van hun hoge architectonische kwaliteit en / of vanwege het feit dat ze zeer bepalend zijn voor het beeld van de straatwand ter plaatse, behoudenswaardig zijn. (zie de redengevende omschrijving van de orde 2 panden)
Orde 3 omvat bouwwerken van voor 1960 van wisselende architectonische kwaliteit die wat schaal en detaillering betreft passen in de gevelwand maar geen architectonische of stedenbouwkundige meerwaarde hebben. Ook gebouwen die door ingrijpende wijzigingen hun meerwaarde hebben verloren behoren tot deze categorie.
Bij de nieuwbouw aanduiding gaat het om gebouwen van na 1960. Deze zijn niet gewaardeerd.
Ensembles en seriebouw worden aangegeven op de kaart. Dit betreft panden die in één bouwstroom zijn neergezet. Als in de vormgeving van de verschillende panden de suggestie wordt gewekt dat het om een groter gebouw gaat, wordt dat een ensemble genoemd. Een aantal panden naast elkaar die in dezelfde architectuur zijn uitgevoerd is seriebouw. Voor ensembles en seriebouw geldt dat de samenhang tussen de verschillende panden niet mag worden verstoord.
2. Methodiek
De bepaling van de ordes voor de panden op de waarderingskaart vloeit voort uit een tweetal zaken:
1) waardering van de stedenbouwkundige zones.
2) waardering van de kleinste architectuureenheid (individueel pand of ensemble).
De combinatie van 1 en 2 bepalen uiteindelijk de ordes en dus wat het gewenst ruimtelijk beeld is. Dit betekent dat op zich onaanzienlijke architectuur in een bepaalde stedenbouwkundige context toch een hoge waardering kan krijgen en daarmee tevens bescherming (orde 1 of 2 pand). Omgekeerd als een straat of een buurt nog bijna geheel ingevuld is met architectuur uit de periode van de eerste aanleg, versterkt dat de stedenbouwkundige meerwaarde.
Waardering van de stedenbouwkundig zones
Middels een stedenbouwkundig zonestelsel zijn alle straten in Spaarndam gewaardeerd. Deze methodiek is gebaseerd op een waarderingssysteem die in eerste instantie is ontwikkeld door het bureau Mattie en de Moor voor een aantal Amsterdamse wijken. De stedenbouwkundige zones zijn bedoeld als nadere verfijning ten opzichte van het beschermd dorpsgezicht. Binnen het beschermd dorpsgezicht is de kwaliteit gemiddeld hoog. In de zonekaart is de kwaliteit nader uitgesplitst. Hierbij wordt gekeken naar de plattegrond, de continuïteit van het historisch gevelbeeld, de kwaliteit van het profiel, de aanwezigheid van architectonische en /of stedenbouwkundige verbijzondering en in mindere mate het groen en de bestrating.
De volgende stedenbouwkundige zones worden onderscheiden:
Zone A: zone van bovenlokaal belang, met zeer waardevolle of uniek planmatige historisch stedenbouwkundige plattegrond, hoge continuïteit van het historisch gevelbeeld, ingevuld met bovengemiddelde historische architectuur en een zeer evenwichtig profiel van de straat en de opstanden.
Zone B: zone met een historisch stedenbouwkundig belangrijke plattegrond, architectonische continuïteit van het gevelbeeld en een evenwichtig profiel van de straat en de opstanden.
Zone C: zone met een goeddeels historisch stratenpatroon, een overwegend homogeen historisch gevelbeeld met hooguit enkele verstoringen, een redelijk evenwichtig profiel van de straat en de opstanden. Geen meerwaarde in ontwerp en bebouwing
Zone D: zone zonder historisch vooropgezette plattegrond of verstoorde plattegrond, een verstoord historisch gevelbeeld en/of met een onevenwichtig profiel of storende schaalverschillen.
Waardering van de kleinste architectuureenheid:
Vervolgens is elke architectuureenheid, soms bestaande uit één enkel pand, soms bestaande uit een ensemble of seriebouw gewaardeerd volgens een aantal architectuurcategorieën.
De volgende vier architectuurcategorieën worden onderscheiden:
Categorie 1: monumenten of potentiële monumenten of daarmee gelijk te stellen elementen
Categorie 2: panden met architectonische en/of stedenbouwkundige verbijzondering
Categorie 3: basispanden die de historische gevelwand ondersteunen maar zonder architectonische en /of stedenbouwkundige meerwaarde.
Categorie 4: panden zonder meerwaarde, en de architectonische missers of ingrijpend gewijzigde panden.
Nieuwbouwpanden: panden na 1960 worden niet gewaardeerd omdat het uitspreken van een afgewogen oordeel vanwege de jonge leeftijd ervan lastig is. De benodigde historische afstand, en dus het overzicht dat nodig is voor een kwalitatief oordeel, ontbreekt.
Combinatie van zones met categorieën
Door de stedenbouwkundige zones en de architectonische ordes aan elkaar te koppelen ontstaat een simpele matrix waaruit in één oogopslag valt af te lezen wat de consequenties zijn voor de waarderingskaart beschermd dorpsgezicht. Vanwege de context kunnen architectonische en stedenbouwkundige waarden elkaar versterken. Als een eenvoudig pand onderdeel uitmaakt van een hele, gave gevelwand, geeft dat de architectuur een zekere meerwaarde. Omgekeerd, als een straat bijna geheel is ingevuld met panden van een hoge historisch architectonische kwaliteit versterkt dat de stedenbouwkundige meerwaarde.
Categorie Zone |
Categorie 1 | Categorie 2 | Categorie 3 | Categorie 4 | |||
A | Orde 1 | Orde 1 | Orde 2 | Orde 3 | |||
B | Orde 1 | Orde 2 | Orde 2 | Orde 3 | |||
C | Orde 1 | Orde 2 | Orde 3 | Orde 3 | |||
D | Orde 1 | Orde 2 | Orde 3 | Orde 3 |
Straat | Huisnr. | Korte omschrijving orde 2 panden |
Steden-bouw- kundige zone |
Boezemkade | 2 | Bouwjaar late 19de eeuw (één geheel met Visserseinde 1-3). Markant op de hoek van twee straten gelegen pand dat deel uitmaakt van een waardevol historisch ensemble. Afgezien van enkele vernieuwingen (ramen benedenverdieping) bleef het authentieke karakter goed behouden. Het bouwwerk telt twee bouwlagen en een zolderverdieping onder een afgeplat omlopend schilddak met vernieuwde lijsten. Aan de kant van de dijk is het pand in roodbruine baksteen gemetseld, met een vier vensterassen brede voorgevel. Op de begane grond bevinden zich hier twee ingangen, afgewisseld door twee vensters. De bovenverdieping telt twee vensters. Al deze gevelopeningen hebben bakstenen segmentbogen met boogtrommels. Een eenvoudig hoofdgestel vormt de gevelbeëindiging. Langs de Boezemkade is de gevel juist in gele baksteen gemetseld. Hier bevinden zich enkele verspreid liggende gevelopeningen. Door de contrastwerking met het gele metselwerk zijn de in roodbruine baksteen gemetselde speklagen van het pand hier beter zichtbaar. | A |
Havenplein | 1 t/m 36 | Bouwjaar 1926 ; architect A.M.J. Sevenhuijsen. Het betreft een vanuit één opzet gerealiseerd woningbouwcomplex dat uit vijf rondom een pleintje met plantsoen gesitueerde bouwblokken bestaat. In zijn opzet heeft het complex het karakter van een besloten hofje. Sevenhuijsen voerde de woningen uit in Amsterdamse Schooltrant, met mansardedaken en van houtbeschot voorziene topgevels. Overwegend gaaf bewaard gebleven karakter. Waar ramen en deuren werden vernieuwd gebeurde dit zoveel mogelijk in aansluiting bij de authentieke opzet. De woningen zijn éénlaags en elk twee vensterassen breed. Naast de ingangen bevinden zich woonkamervensters in een liggend formaat. Diverse blokken hebben op de uiteinden een 'geknikte' topgevel met houtbeschot. | B |
Kerklaan | 1 | Bouwjaar ca. 1895; aanbouw 1986. Zeer markant gelegen dijkwoning die deel uitmaakt van een waardevol historisch ensemble waartoe ook de oude kerk van Spaarndam behoort. De Kerklaan sluit hier aan op de IJdijk. Het pand telt één bouwlaag met een vooral aan de Kerklaan sterk in het zicht liggende souterrainverdieping. Zolderverdieping onder een mansarde met gesmoorde pannendekking en zowel voor als achter een houten dakkapel met timpaan en klauwstukken. Ondanks de latere aanbouw bleef het authentieke karakter van dit woonhuis goed herkenbaar, met oorspronkelijke schuiframen. De voorgevel is drie vensterassen breed met licht getoogde vensters. Gietijzeren muurankers. | A |
Kerklaan | 2 en 4 | Bouwjaar ca 1910-1915 (dienstwoningen Gemaal van Rijnland). De in een traditionalistische trant vormgegeven woningen vormen een éénlaags bouwblok en hebben een zolderverdieping onder een gezamenlijke mansarde met de nok evenwijdig aan de voorgevel en een gesmoorde pannendekking. Op het voorschild bevinden zich twee dakkapellen met ramen met veelruits roedenverdeling. Beide woningen zijn twee vensterassen breed en verlevendigd met gemetselde speklagen en dito sluitstenen. Een in siermetselwerk uitgevoerde architraaf is verbonden met de houten sierkorbelen die de goot ondersteunen. Aan de kopzijden van het blok sluiten de dakoverstekken aan op sierspanten. Per woning een ingang en een breed woonkamervenster. De diverse gevelopeningen bevatten oorspronkelijke houten ramen en deuren. Er zijn bovenlichten met roedenverdeling. | B |
Kerkplein | 1 | Bouwjaar ca. 1900. Afgezien van een enkele vernieuwing goed behouden gebleven woning die deel uitmaakt van een waardevol historisch ensemble waartoe ook de oude kerk van Spaarndam behoort. Dit ensemble markeert de aansluiting van het Kerkplein op de IJdijk. Het onderhavige pand is éénlaags en heeft een zolderverdieping onder een mansarde met gesmoorde kruispannen. Op het voorschild bevindt zich een houten dakkapel met klauwstukken. De asymmetrische voorgevel heeft rechts van de middenas de hoofdingang. Zowel links als rechts bevindt zich een venster onder een strek. Markante goot met sierklossen. | B |
Kerkplein | 2 en 2A | Markant bouwwerk dat bestaat uit een trafohuis en een werkplaats. Het van een houten uitbouw voorziene object oogt laat 19de-eeuws en is dan later deels verbouwd voor de trafofunctie. Gaaf bewaard gebleven karakter met gevels die in handvormsteen werden gemetseld. De latere houten uitbouw bevat ramen met vellingkanten. Het bouwwerk maakt deel uit van een historisch ensemble waartoe ook de oude kerk van Spaarndam behoort. | B |
Kerkplein | Bij 3 | Begraafplaats van de Nederlands Hervormde kerk op nr. 3 (RM). De begraafplaats heeft een in hoofdzaak rechthoekige plattegrond en wordt omkaderd door bakstenen kerkhofmuren. Deze zijn voorzien van posten (steunberen) en ezelsruggen. De twee toegangen van de begraafplaats bestaan uit (deels historische) draaihekken. Ze liggen ingeklemd tussen bakstenen posten met hardstenen dekblokken. Op het terrein zijn twee schuinsgewijs op elkaar aansluitende paden. | B |
Oostkolk | (7) | Achtergevel IJdijk 43, zie aldaar | A |
Oostkolk | 9 | Sobere mansardekapgevel uit het eerste kwart van de 20ste eeuw met symmetrische indeling waarvan de roredeindeling historiserend werd vernieuwd, rug aan rug met IJdijk 41. | A |
Oostkolk | 17A | Bouwjaar ca. 1910. Mogelijke architect is A.A. Kok die tezamen met A.R. Hulshoff het nabijgelegen raadhuisje van Spaarndam bouwde. Het in een nieuw-historiserende stijl vormgegeven bouwwerk is opgezet als een woonhuis met bedrijfsruimte. Het pand kreeg dan ook twee ingangen. Er zijn twee bouwlagen en een zolderverdieping onder een zadeldak met roodkeramische pannendekking. De drie vensterassen brede voorgevel bevat op de begane grond uiterst links en rechts een ingang onder een forse doorlopende luifel met daarlangs een reeks bovenlichten. Op de bovenverdieping drie vensters met een kruiskozijn. De kruiskozijnen en luifel alsook de op het dak aansluitende trapgevel zijn karakteristiek voor de vormentaal van de Hollandse Renaissance waardoor de architect zich liet inspireren. Gaaf bewaard gebleven karakter met originele ramen en deuren. Markante ligging als onderdeel van de historische gevelwanden in het centrum van Spaarndam. | A |
Oostkolk | 19 | Eenvoudig woonhuis van twee bouwlagen met een tuitgevel uit 1934, in 1980 historiserend gerenoveerd met roederamen. | A |
Oostkolk | 21 | Breed woonhuis, oorspronkelijk uit het begin van de 20ste eeuw, in 1967 voorzien van een historiserende klokgevel naar ontwerp van architect Klaas de Boer. | A |
Oostkolk | 23 | Eenvoudig woonhuis, vermoedelijk ca. 1900 gebouwd, in twee lagen met kroonlijst en mansardekap met frontale dakkapel. Bruinrood metselwerk met speklagen en sluitstenen van grijze (natuur)steen, segmentbogen boven de kozijnen met siermetselwerk in de boogvelden. Twee T-raamkozijnen op de eerste verdieping en een drielichtsraamkozijn op de begane grond. | A |
Oostkolk | 25 | Woonhuis met dwarshuis aan de Taanplaats van onbekende ouderdom, in 1982 grestaureerd door architect Klaas de Boer, waarbij het dwarshuis ook een kroonlijst kreeg en een zadeldak met voorgeveldakschild. Bouwmassa in twee bouwlagen met bekapping met in de 'oksel' een balkon. Raam- en deurkozijnen grotendeels naar de oude vormen gereconstrueerd. | A |
Pol | 1 | Bouwjaar 1925; architect A.M.J. Sevenhuijsen. Het gaat om een markant gelegen en gaaf bewaard gebleven villa die is ontworpen door een vooraanstaande architect. Sevenhuijsen voerde de woning uit in Amsterdamse Schoolstijl met expressieve kappen en houtbeschot. Schilderachtig samengestelde bouwmassa met hoge schoorsteen. De eerste steen werd gelegd door burgemeester De Haas van Dorsser. Lange tijd is het pand in bebruik geweest als een dokterswoning met praktijk. Het bouwwerk is in hoofdzaak éénlaags en wordt gekenmerkt door in elkaar grijpende bouwdelen die deels in schoonmetselwerk zijn uitgevoerd en deels met gepotdekseld houtbeschot zijn afgewerkt. De zadeldaken omvatten bovenverdiepingen en vlieringen. Ze hebben vrij steile schilden en zijn gedekt met roodkeramische pannen. Oorspronkelijke houten ramen en deuren. De hoofdingang is opgenomen in een paraboolvormige portiek. Aan de rechterzijde (oostkant) bijbehorende garage. Tezamen met belendende historische bebouwing en door de locatie tegenover de haven van Spaarndam maakt het bouwwerk deel uit van een harmonieus ensemble. | B |
Pol | 2 | Vroeg 20ste eeuw langgerekt woonhuis van één bouwlaag met mansardekap. Kopgevel met siermetselwerk. Deel sterk vernieuwd met gepleisterde zijgevel. | B |
Pol | 6 en 6bv | Laat 19de-eeuws. Sober vormgegeven deels vrijstaande woning die deel uitmaakt van een historisch ensemble tegenover de haven van Spaarndam. Het pand onderging enige wijzigingen (vernieuwde ramen en voordeur) maar het authentieke karakter is goed herkenbaar gebleven. De bouwmassa is tweelaags en voorzien van een plat dak. Drie vensterassen brede voorgevel met links op de begane grond de hoofdingang. De overige vensterassen bevatten zowel boven als beneden elk een venster onder een bakstenen strek en met oorspronkelijke kozijnen met vellingkanten. Gietijzeren sierankers wisselen de gevelopeningen af. Langs de bovenzijde van de gevel bevindt zich een houten lijstgoot. | B |
Pol | 8-10 | Bouwjaar ca. 1900. Deels vrijstaand pand dat oorspronkelijk uit een beneden- en bovenwoning zal hebben bestaan. Hiernaar wordt verwezen door de tot een venster gewijzigde ingang uiterst links in de voorgevel. Het bouwwerk telt twee bouwlagen en heeft een zolderverdieping onder een mansarde met de nok haaks op de voorgevel. Aan de voor- en achterkant sluit de kap aan op een topgevel. Het pand is uitgevoerd in neorenaissance-trant, met speklagen en vensterbogen met sluitstenen. Op de begane grond bevinden zich vier gevelopeningen en op de bovenverdieping drie. Laatstgenoemde vensters behielden de oorspronkelijke houten T-schuiframen. Op de zolderverdieping nog een venster gevat onder een segmentboog met een decoratieve boogtrommel. Alhoewel de woning enige wijzigingen onderging (vernieuwde ramen op de begane grond, vernieuwde windveren) bleef het authentieke karakter goed herkenbaar. Ligging tegenover de haven van Spaarndam, waar het object deel uitmaakt van een waardevol historisch ensemble. | B |
Pol | 12 | Vroeg 20ste eeuw. Deels vrijstaand voormalig vissershuisje tegenover de haven van Spaarndam. Het pand heeft een vrij gaaf bewaard gebleven karakter en telt één bouwlaag en een zolderverdieping onder een mansarde. De nokrichting ligt haaks op de voorgevel en de dakdekking bestaat uit gesmoorde oudhollandse pannen. Op het voorschild staat een (vernieuwde) houten dakkapel met een timpaan. De voorgevel is drie vensterassen breed en asymmetrisch ingedeeld. Rechts bevindt zich de hoofdingang en links zijn er twee vensters met een T-schuifraam. Gietijzeren muurankers wisselen de gevelopeningen af en een gepleisterd hoofdgestel met een houten kroonlijst vormt de gevelbeëindiging. Het pand maakt tezamen met de belendende bebouwing deel uit van een waardevol historisch ensemble. | B |
Pol | 14 | Traditioneel woonhuis uit 1937 van twee bouwlagen met flauw zadeldak. | B |
Pol | 16 | Vóór 1929, in aanleg 1874. Markante en overwegend gaaf bewaard gebleven vrijstaande woning uit het interbellum en tegenover de haven van Spaarndam. De bouwmassa is één bouwlaag hoog en voorzien van een zolderverdieping onder een evenwijdig aan de voorgevel gelegen mansarde. De kap heeft rode pannendekking en sluit langs de zijkanten van het huis aan op een topgevel. Sobere rationalistische vormgeving met een vijf vensterassen brede voorgevel waarvan de middelste as uitmondt in een dakhuis met schuine zijden. In deze as is de hoofdingang gesitueerd met aan weerskanten telkens twee vensters. Oorspronkelijke houten ramen met bovenlichten met geel kathedraalglas (latere voorzetvensters). Ook in de zijgevels bevinden zich diverse gevelopeningen, deels met schuiframen en veelruits bovenlichten. De woning maakt tezamen met belendende bebouwing deel uit van een stedenbouwkundig waardevol ensemble. | B |
Pol | 22 | Traditioneel, dwarsgeplaatst woonhuis uit het begin van de 20ste eeuw van één bouwlaag met mansardekap. Ondanks witgeschilderde zijgevel, niet passende donkerbruine roederamen en merkwaardig toegevoegd balkon karakteristieke hoofdvorm met het met kruispannen en bijbehorende knikpannen gedekte dak. | B |
Pol | 30 | Traditioneel klein woonhuis uit het begin van de 20ste eeuw van één bouwlaag met een in het voorgeveldakschild omlopende mansardekap; voorgevel met kroonlijst en sierlijke dakkapel met timpaan, raamkozijn op de begane grond vergroot t.o.v. de oorspronkelijke, nog afleesbare situatie. | B |
Pol | 32 en 34 | Traditioneel groot dubbel woonhuis uit het begin van de 20ste eeuw van twee bouwlagen met een in het voorgeveldakschild omlopende mansardekap; drie vensterassen brede voorgevel met kroonlijst en gekoppelde voordeuren. | B |
Pol | 36 | Eind 19de-begin 20ste eeuw. Overwegend gaaf bewaard gebleven arbeiders- danwel visserswoninkje met één bouwlaag en een zolderverdieping onder een haaks op de voorgevel gelegen zadeldak. Gesmoorde pannendekking. Op het voorschild bevindt zich een houten dakkapel met timpaan. De door een hoofdgestel beëindigde voorgevel is drie vensterassen breed, met links twee vensters en rechts een ingang. Deels gewijzigde invulling maar het authentieke karakter bleef goed herkenbaar. Met glas-in-lood gevulde bovenlichten. Het pand ligt vrijstaand tegenover de haven van Spaarndam en maakt deel uit van een waardevol historisch ensemble. | B |
Pol | 38 en 40 | Eind 19de-begin 20ste eeuw. Blok van twee vanuit één opzet gerealiseerde woninkjes voor vissers danwel arbeiders. Ze zijn grotendeels gaaf bewaard gebleven. De bouwmassa telt één bouwlaag. Beide woningen kregen een zolderverdieping onder een afzonderlijke kap in de vorm van een mansarde. De mansardes hebben gesmoorde pannendekking en zijn elk aan de voorkant voorzien van een dakkapel met timpaan (bij het rechter pand in een gewijzigde opzet). De twee woningen hebben elk een twee vensterassen brede voorgevel met een woonkamervenster en ingang. Vensters en ingangen bevatten een historische invulling met houten deuren en dito schuiframen. Bovenlichten zijn verlevendigd met glas-in-lood. Markante ligging tegenover de haven van Spaarndam, als onderdeel van een waardevol historisch ensemble. | B |
Pol | 42 en 44 | Dubbel woonhuis uit 1927 naar ontwerp van architect W. Groot in sobere Amsterdamse Schoolstijl van twee bouwlagen met plat dak; driezijdige erker bij nummer 42 met typisch balkonhek; enig siermetselwerk als bekroning van de voorgevel. | B |
Pol | 46 | Bouwjaar 1912. Architect onbekend. Gaaf bewaard gebleven ruime villa die is gerealiseerd als een burgemeesterswoning. Het pand telt twee bouwlagen en een zolderverdieping onder een tentdak met in de top een bakstenen schoorsteen. Gesmoorde pannendekking. Ondanks enkele wijzigingen bleef het authentieke karakter goed herkenbaar. De rationalistische vormgeving blijkt uit de vrij sobere opzet, met een tussen beide bouwlagen gelegen siermetselwerkstrook in baksteen. Een hoofdgestel vormt de gevelbeëindiging. Op de twee vensterassen brede voorgevel sluit rechts een erker met balkon aan. Ook de linker zijgevel is twee assen breed. De rechter zijgevel heeft een drie assen brede indeling met in het midden de hoofdingang, overhuifd door een luifel. Markante ligging aan de overzijde van het water en vlakbij de haven van Spaarndam. | B |
Pol | 48 en 50 | Bouwjaar 1914. Het betreft de dubbele dienstwoning van het naastgelegen Gemaal van Rijnland. De twee woningen waren bestemd voor de machinisten en stokers. Overwegend gaaf bewaard gebleven karakter. De traditioneel-zakelijk vormgegeven bouwmassa is éénlaags en voorzien van een zolderverdieping onder een evenwijdig aan de voorgevel gelegen zadeldak met rode pannendekking. Op het voorschild sluiten twee forse en gekoppelde steekkappen aan. De in hoofdzaak symmetrische voorgevel wordt gekenmerkt door een risalerend middendeel met tweemaal twee vensters. Per woning mondt dit middendeel uit in een gepleisterde topgevel waarop voornoemde steekkappen aansluiten. In de topgevels ontvangen de woningen daglicht via getrapte vensters. De hoofdingangen liggen aan de zijkant van de woningen. Markante ligging aan de overzijde van het water (Spaarne: Mooie Nel). | B |
Slaperdijkweg | Zonder nummer | Uit ca. 1935 daterend en vrij gaaf bewaard gebleven huisje in Delftse Schoolstijl dat deel uitmaakt van een poldergemaal. Het huisje is éénlaags en in handvormsteen gemetseld ('genuanceerd metselwerk'). Steunberen sluiten aan op de gevelhoeken en verder wordt het gebouwtje gekenmerkt door tuitgevels met een hals en schouders. Ze omklemmen een zadeldak met vernieuwde dekking. Markante ligging langs de dijk en in het polderlandschap. | B |
Spaarndammerdijk | 70A en 71A | Bouwjaar omstreeks 1910-1915. Hoekpand dat deel uitmaakt van een historische gevelwand vlakbij een brug met sluis. De bouwmassa is in hoofdzaak tweelaags en voorzien van een afgeplat omlopend schilddak. Links aan de voorzijde is een derde bouwlaag gerealiseerd, welke het dak aan het zicht onttrekt. Het metselwerk van de gevels bestaat uit rosebruine baksteen en is verlevendigd met speklagen in kleurige verblendsteen. Vergelijkbaar siermetselwerk kenmerkt de vensterbogen en boogtrommels. Aan de voorkant is het pand zes vensterassen breed, waarvan de linker as een afgeschuinde hoekpartij vormt. In het gepleisterde souterrain bevinden zich diverse kleine vensters en tweemaal wordt deze sokkelzône onderbroken door een portiekingang. De woonverdieping bevat een aantal verschillend ingevulde vensters met bovenlichten met glas-in-lood. In de derde bouwlaag zijn twee vensters gelegen. Alhoewel de invulling van de gevelopeningen vernieuwing onderging gebeurde dit zoveel mogelijk in aansluiting bij het authentieke karakter. | A |
Spaarndammerdijk | 72 | Bouwjaar omstreeks de late 19de eeuw. Het betreft een opmerkelijke tweelaags dijkwoning die via een loopbrug op het wegdek aansluit. De lager gelegen verdieping zal oorspronkelijk een werkplaats hebben geherbergd. Hier bevindt zich een gevelopening met een gewijzigde invulling. Op de bovenverdieping bevindt zich rechts een ingangsportiek. Links daarvan twee vensters. Opmerkelijke gepleisterde gevelafwerking met blinde gevelvelden (casementen) met ingekerfde sier- en ruitmotieven. Het pleisterwerk is verder in blokverband uitgevoerd. Zolderverdieping onder een schilddak met de nok haaks op de voorgevel en voorzien van roodkeramische pannendekking. | A |
Spaarndammerdijk | 73 | Opmerkelijk woonhuis van twee bouwlagen met een zadeldak met aan de voorgevel een sterk overstek met aftimmering in chalet-stijl. Oneigenlijk wit geschilderd metselwerk en zwart geschilderde segmentboogvormige rollagen boven de kozijnen. | A |
Spaarndammerdijk | 78A | Nieuwbouw 1968. Gaaf bewaard gebleven woonhuis in Delftse Schooltrant, karakteristiek voor de ontwikkelingen in de eerste decennia na de oorlog. Het pand maakt deel uit van de historische lintbebouwing aan de dijk. De bouwmassa telt één bouwlaag en een zolderverdieping onder een zadeldak met de nok haaks op de voorgevel. Roodkeramische pannendekking. Op het rechter dakschild bevindt zich een later toegevoegde dakkapel maar verder wordt de woning gekenmerkt door een authentiek karakter. In de twee vensterassen brede voorgevel bevindt zich rechts de hoofdingang. Links hiervan een tweelichtsvenster met schuiframen met roedenverdeling. Het in de topgevel gelegen zoldervenster bevat eveneens een veelruits schuifraam. Een bakstenen hals ofwel tuit sluit de topgevel af, welke verder is voorzien van gemetselde schouders. | A |
Spaarndammerdijk | 79 | Bouwjaar ca. 1905. Eénlaags woonhuisje dat deel uitmaakt van de historische bebouwing aan de voet van de dijk. Het pand heeft een zolderverdieping onder een zadeldak met de nok haaks op de voorgevel. Uit roodkeramische pannen bestaande dekking. De voorgevel is drie vensterassen breed met links een ingang en rechts twee vensters. In de op het dak aansluitende topgevel bevindt zich een zoldervenster. Het in een sobere neorenaissancetrant uitgevoerde pand wordt gekenmerkt door speklagen in rode en gele verblendsteen. Gaaf bewaard gebleven karakter met oorspronkelijke T-schuiframen en – op de verdieping – ramen met liggende roeden. | A |
Spaarndammerdijk | 80 | Reconstructie van een qua oorsprong uit de tweede helft van de 19de eeuw daterende voormalige visserswoning. Het pand maakt deel uit van de historische dijkbebouwing en staat haaks op de weg. De markante bouwmassa is éénlaags en heeft een zolderverdieping onder een zadeldak met roodkeramische oudhollandse pannen. Via een afsteek sluit de kap aan op een langs de rechterzijde van de woning lopende zijbeuk waarvan de gevels zijn voorzien van houtbeschot. De hoofdmassa is evenwel witgepleisterd en bevat smeedijzeren staafankers. Diverse gevelopeningen. Alhoewel ramen en deuren zijn vernieuwd in een van de authentieke situatie afwijkende opzet bleef het authentieke karakter van het pand goed herkenbaar en vormt de woning een wezenlijk onderdeel van een uit diverse woningen bestaand ensemble aan de voet van de dijk. | A |
Spaarndammerdijk | 81 | Het betreft hier grotendeels een reconstructie van een qua oorsprong uit de tweede helft van de 19de eeuw daterende voormalige visserswoning. Het pand maakt deel uit van de historische dijkbebouwing en staat haaks op de weg. De markante bouwmassa is éénlaags en heeft een zolderverdieping onder een zadeldak met roodkeramische pannen. Witgepleisterde gevelafwerking, maar aan de kant van de dijk is de op het dak aansluitende topgevel voorzien van houtbeschot. Er zijn vensters met veelruits roedenverdeling. De hoofdingang ligt aan de linkerzijde van het pand. | A |
Spaarndammerdijk | 85-85A | Bouwjaar ca. 1900, met latere verbouwingen. Markant op de hoek van de Grote Sluis gelegen dubbele woning die in de loop van de tijd diverse vernieuwingen onderging (dakdekking, ramen), maar in aansluiting bij het authentieke karakter. Het pand telt twee bouwlagen maar omdat de voorgevel hoger is doorgestoken dan de zijgevels ligt aan de zij- en achterkanten slechts één bouwlaag in het zicht. Zolderverdieping onder een mansarde met de nok haaks op de voorgevel. Deze gevel is vijf vensterassen breed en wordt op de begane grond gekenmerkt door een afwisseling van twee ingangen en drie vensters onder een bakstenen strek. Op de bovenverdieping zijn er twee vensters en hier vormt een hoofdgestel de gevelbeëindiging. Aan de kant van de Grote Sluis valt de woning op door de in houtbeschot uitgevoerde gevelafwerking. | A |
Spaarndammerdijk | 87 | Bouwjaar tweede helft 19de eeuw. Tot de historische lintbebouwing aan de dijk behorende voormalige vissers- of arbeiderswoning, op de hoek van de Grote Sluis. Het pand heeft een vernieuwde detaillering maar in aansluiting bij het authentieke karakter. Er zijn schuiframen met veelruits roedenverdeling en houten vensterluiken. De bouwmassa telt één bouwlaag en een zolderverdieping onder een zadeldak met de nok evenwijdig aan de dijk. Roodkeramische pannendekking. Aan de kant van de dijk heeft de betreffende lengtegevel een breedte van twee vensterassen. Hier bevinden zich twee vensters met ramen als genoemd. In zijn opzet en vormgeving is de woning karakteristiek voor de veelal sobere historische bebouwing van een vissersplaats. | A |
Spaarndammerdijk | 89A | Zeer eenvoudig dwarsgeplaatst dijkhuis van één bouwlaag met schillddak, van vóór 1926, van belang vanwege de karakteristieke contour. | A |
Spaarndammerdijk | 91 | Vanwege de hoofdvorm kenmerkend dwars dijkhuis van één bouwlaag met schilddak, in 1969 sterk vernieuwd. | A |
Spaarndammerdijk | 94 | Afgezien van de vernieuwing van enkele ramen en de dakdekking gaaf bewaard gebleven winkel- en woonhuis. Waarschijnlijk is de bouwmassa ouder dan de uit omstreeks 1905 daterende voorgevel. Oorspronkelijk zal het hier om twee pandjes zijn gegaan, welke later zijn samengevoegd en een gezamenlijke nieuwe voorgevel kregen. Aan de dijk ligt één bouwlaag in het zicht. Er zijn zolders onder twee afzonderlijke mansardekappen met de nok haaks op de straat. Langs de zijkanten van het huis sluiten op de zolders hoge houten dakhuizen aan. Op de voorschilden bevinden zich deels versoberde houten dakkapellen met 'timpaan'. Het woongedeelte (links) is aan de voorkant twee vensterassen breed met vensters onder een strek. Rechts hiervan is de gaaf bewaard gebleven winkelpui van een voormalige slagerij (Vleeschhouwerij en Varkensslagerij J. Plas). Deze bestaat uit een afzonderlijke winkelingang en een dito etalagevenster, elk onder een segmentboog met geboorte- en sluitstenen. De voorgevel is verder verlevendigd met een siermetselwerklijst en een hoofdgestel. Opmerkelijk gaaf bewaard gebleven winkelinterieur met betegeling en sierlijsten. | A |
Spaarndammerdijk | 98 en 98A | Bouwjaar 1902. Dit karakteristieke horecapand onderging diverse vernieuwingen en werd later geheel overgeschilderd, maar nog altijd vormt dit bouwwerk een goed herkenbaar historisch voorbeeld van een café met woning in een kleine vissersplaats. Verder is het object een wezenlijk onderdeel van een historische gevelwand. De bouwmassa telt één bouwlaag en een zolderverdieping onder een mansardedak dat evenwijdig aan de straat ligt. De voorgevel is zeven vensterassen breed en wordt gekenmerkt door een reeks vensters en ingangen. Neorenaissancistische vormgeving met speklagen, segmentbogen en een dakkapel met timpaan. | A |
Spaarndammerdijk | 100A | In de huidige verschijningsvorm dateert dit pand uit omstreeks 1900, maar vermoedelijk is er een oudere kern waardoor het object bouwhistorisch waardevol kan zijn. Deze dijkwoning werd opgezet als een vissers- danwel arbeiderswoning en telt één bouwlaag en een zolderverdieping onder een haaks op de voorgevel gelegen schilddak met roodkeramische pannendekking. Op het voorschild staat een (deels behouden gebleven) houten dakkapel met klauwstukken. De voorgevel is drie vensterassen breed en heeft links twee vensters en rechts de hoofdingang. Gewijzigde detaillering. | A |
Spaarndamseweg | Zonder nummer | Groenebrug. Deze waarschijnlijk uit het midden van de 19de eeuw daterende brug vormt een markant en wezenlijk onderdeel van het open poldergebied bij Spaarndam. De brug is deels in beton gereconstrueerd en bevat bovendien niet-oorspronkelijk hekwerk. Het authentieke karakter bleef evenwel goed herkenbaar. Bij de brug hoort een voormalig sluisje. Karakteristiek is vooral de opzet met bakstenen vleugelmuren en brughoofden. De oorspronkelijke afdekking van deze onderdelen bestaat uit hardstenen dekplaten. | B |
Taanplaats | 4 | Bebouwing uit het eerste kwart van de 20ste eeuw van twee kleine, haaks op elkaar staande woonhuizen met mansardekap waartussen in de oksel een verbindende bouwlaag, die in 1978 van een bekapping werd voorzien. | B |
Taanplaats | 24 | Bouwjaar ca. 1800 (vermoedelijk oudere kern). Dit bouwwerk sluit ruggelings aan op Westkolk 52-54-56 (RM). Het pand zou in het verleden in gebruik zijn geweest als een timmermanswerkplaats met woning. Uitgaande van de dubbele kap zal het hier oorspronkelijk zelfs om een dubbele woning zijn gegaan. De bouwmassa heeft een in authentieke stijl vernieuwde detaillering en is voorzien van in blokverband gepleisterde gevels. Er zijn twee bouwlagen en zolders onder een schilddak. De voor- en zijgevels zijn asymmetrisch ingedeeld en worden gekenmerkt door gevelopeningen van verschillend formaat. Aan de kant van de Taanplaats zijn er enkele veelruits schuiframen. | B |
Taanplaats | 26 | Bouwjaar ca. 1800 (vermoedelijk oudere kern). Dit bouwwerk sluit ruggelings aan op Westkolk 50 (RM). Het tweelaags pand heeft een in historische stijl vernieuwde detaillering. In blokverband gepleisterde voorgevel met een asymmetrische indeling. Deze gevel is twee vensterassen breed met rechts een ingang. Verder zijn er vensters met veelruits schuiframen. De zolderverdieping is gevat onder een schilddak met de nok haaks op de voorgevel. | B |
Taanplaats | 28 | Bouwjaar ca. 1800 met vermoedelijk een oudere bouwkern. Het pand maakt deel uit van het historische bouwblok tussen de Westkolk en de Taanplaats, in het centrum van de oude vissersplaats. Hier vormt het onderhavige adres een eenheid met het 18de-eeuwse pand aan de Westkolk 48 (RM). De bouwmassa is tweelaags en voorzien van een zolderverdieping onder een schilddak met roodkeramische pannendekking. In de twee vensterassen brede voorgevel bevindt zich rechts een ingang met links daarvan een venster. Op de bovenverdieping zijn er twee vensters. Het pand bleef overwegend gaaf behouden en heeft enkele in authentieke stijl vernieuwde ramen. Markante ligging tegenover de haven van Spaarndam. | B |
Taanplaats | 30 | Eén geheel met Westkolk 46, zie aldaar. | A |
Taanplaats | Zonder nummer | Tussen de Westkolk en de Oostkolk in het centrum van Spaarndam gelegen brug, ook bekend als Balkbrug, vlakbij het water van het Spaarne. In haar huidige opzet dateert de brug uit omstreeks 1905. Destijds verving de brug een ouder exemplaar. Het gaaf bewaard gebleven object is uitgevoerd als een ijzeren ophaalbrug, volgens het 'Amsterdamse brugtype'. De brug heeft een uit ijzeren H-balken samengestelde hamei (zonder poort) en een in dito materiaal uitgevoerde balans met schoorverbindingen. Er zijn bakstenen bruggenhoofden met hardstenen haalkommen. Ze maken deel uit van het sluiscomplex dat zich hier bevindt. | A |
't Vaartje | 12 | Nieuwbouw 1975 (ruggelings tegen Visserseinde 41). Het betreft hier de nauwkeurige reconstructie van een houten huis dat qua oorsprong uit de tweede helft van de 19de eeuw zal dateren. Het pand is éénlaags en boven een met cementpleister afgewerkte fundering opgetrokken in hout. De gevels bestaan uit gerabatte horizontale houtdelen. Zolderverdieping onder een zadeldak met roodkeramische dekking en houten windveren. Er zijn diverse verspreid liggende gevelopeningen met veelruits ramen. Goed voorbeeld van de voor de historische vissersplaats Spaarndam karakteristieke bebouwing. | C |
Visserseinde | 1-3 | Bouwjaar late 19de eeuw (één geheel met Boezemkade 2). Markant op de hoek van twee straten gelegen pand dat deel uitmaakt van een waardevol historisch ensemble. Afgezien van enkele vernieuwingen (ramen benedenverdieping) bleef het authentieke karakter goed behouden. Het bouwwerk telt twee bouwlagen en een zolderverdieping onder een afgeplat omlopend schilddak met vernieuwde lijsten. Aan de kant van de dijk is het pand in roodbruine baksteen gemetseld, met een vier vensterassen brede voorgevel. Op de begane grond bevinden zich hier twee ingangen, afgewisseld door twee vensters. De bovenverdieping telt twee vensters. Al deze gevelopeningen hebben bakstenen segmentbogen met boogtrommels. Een eenvoudig hoofdgestel vormt de gevelbeëindiging. Langs de Boezemkade is de gevel juist in gele baksteen gemetseld. Hier bevinden zich enkele verspreid liggende gevelopeningen. Door de contrastwerking met het gele metselwerk zijn de in roodbruine baksteen gemetselde speklagen van het pand hier beter zichtbaar. | A |
Visserseinde | 2-4 | Dubbel woonhuis uit het begin van de 20ste eeuw van één bouwlaag met mansardekap, waarvan de rechter woning, huisnummer 2, in 1929 werd verbouwd tot een winkel met winkelpui, gevelafwerking met voornamelijk witte verblendsteen, een forse goot op overstek met Amsterdamse School-details én een tamelijk forse dakkapel. De linkerwoning behield grotendeels de oorspronkelijke bouwvorm en detaillering met traditionele raam- en deurkozijnen en een kroonlijst als gevelafsluiting. | A |
Visserseinde | 6 | Bouwjaar 1919-1920 (gebouwd als dubbel woonhuis met, waar nu de iets vooruitspringende nummers 8A en 10 zijn, de palingrokerij). Dit eertijds met een bedrijfsruimte gecombineerde woonhuis vormt een wezenlijk onderdeel van de historische gevelwand langs de dijk aan het Visserseinde, nabij de aansluiting op de Boezemkade. Het pand onderging enkele vernieuwingen (ramen en erker) maar het authentieke karakter bleef goed herkenbaar. Sober-rationalistische vormentaal. Tweelaags bouwmassa met een zolderverdieping onder een zadeldak met rode Tuile-du-Nordpannen. Op het voorschild sluiten twee dakhuizen aan, met een vanuit de gevel doorgestoken venster danwel balkonpui. Op de begane grond bevinden zich twee vensters en een erker met balkon. De onder een luifel gevatte ingang is volledig gaaf met een bruingeverniste deur en neven- en bovenlichten met glas-in-lood. In de bovenlichten van de vernieuwde ramen in de overige gevelopeningen bevindt zich herplaatst glas-in-lood, deels van een bijzonder karakter (twee linker vensters begane grond). Een hoog liggend drielichtsvenster markeert op de bovenverdieping de middenas van het pand. Links op de begane grond is de eerste steen gelegd. Bakstenen tuinmuurtjes met ezelsruggen scheiden het voorterrein van de straat. | A |
Visserseinde | 7 | Markante woning van twee bouwlagen met forse kroonlijst en rijke dakkapel in de kapverdieping gedekt met een in het voorgeveldakschild omlopende mansardekap, bouwjaar begin 20ste eeuw. Boven de traditionele kozijnen met licht getoogde bovendorpels hanekammen, op de eerste verdieping zeslichts-raamkozijnen met (niet-oorspronkelijk) kleppend bovenlicht, op de begane grond vast horizontaal zeslichtsraam, siersmeedankers. | A |
Visserseinde | 13 | Vanwege de karakteristieke hoofdvorm typerende woonhuisbouw van één bouwlaag met een schilddak waarvan de drie vensters brede voorgevel iets hoger werd opgetrokken en van een geprofileerde goot werd voorzien waarop de dakkapel met oren en timpaan in het voorgeveldakschild rust. Sterk vernieuwd in 1970. | A |
Visserseinde | 16 | Zeer eenvoudig dwars huisje uit het begin van de 20ste eeuw, van één bouwlaag (op een onderbouw) boven de dijk met een kapverdieping met een omlopend gebroken dakschild of mansardekap waarbij de voorgevel iets hoger werd opgetrokken met een geprofileerde gootkroonlijst op een deels in cementpleister uitgevoerd fries. Vier vensterassen in de voorgevel waarvan één met blindnis; sierankers. | A |
Visserseinde | 18,20 en 22 | Groepje van drie eenvoudige arbeiderswoningen uit het begin van de 20ste eeuw; één bouwlaag boven de dijk onder een gezamenlijk zadeldak gedekt met matgrijze tuile du nord; voorgevel met contrasterend siermetselwerk in de hanekammen boven de kozijnen; eenvoudige gootkroonlijst en zijgeveltoppen met windveren, waterborden en een platte makelaar. | A |
Visserseinde | 25 | Karakteristiek woonhuis uit het begin van de twintigste eeuw van één bouwlaag met een mansardekap waarvan de voorgeveltop een sierbekleding van hout kreeg in 1928. | A |
Visserseinde | 27 en 29 | Eenvoudig langgerekt dubbel woonhuis uit het begin van de 20ste eeuw met karakteristieke contouren van één bouwlaag met een mansardekap, waarvan de topgevel in 1977 werd vernieuwd. | A |
Visserseinde | 41 | Eenvoudig woonhuis van één bouwlaag met een mansardekap maar met een voorgevel over twee bouwlagen, waarvan de hoogte werd overgenomen op een deel van de zijgevels in 1949. Metselwerk met sierbanden in contrasterende kleuren, ruitvormen en hanekammen boven de grotendeels traditionele raamkozijnen; voordeur vermoedelijk uit de bouwtijd; kroonlijst met houten gootklossen. | A |
Visserseinde | 43 | Eenvoudig breed woonhuis, oorspronkelijk met zadeldak, maar in 1927 voorzien van een mansardekap met overstek, sierspant en makelaar. Kozijnindeling van de voorgevel eveneens uit 1927. Gevels oneigenlijk wit geschilderd. | A |
Visserseinde | 47 | Visserseinde 47 bestaat uit een eenvoudige bebouwing van één laag met een zadeldak
uit het midden van de 19de eeuw, waartegen in 1977 een aanbouw onder een luifeldak
kwam en een dakkapel op het zuidoostelijk dakvlak. Voorgeveltop met windveren en waterborden;
voorgevelkozijnen met (moderne) houten luiken. De achtergevel grenst aan Visserseinde
49 (Rijksmonument) De schuur achter Visserseinde 49 is grotendeels vernieuwd maar vormt nog altijd een goed voorbeeld van de historische schurenbouw in de vissersplaats Spaarndam. Vermoedelijk ligt de oorsprong van de schuur in het laatste kwart van de 19de eeuw. Het gebouwtje is éénlaags en werd boven een bakstenen fundament in hout opgetrokken. De gevels bestaan uit gerabatte horizontale houtdelen. Verder heeft de schuur een zadeldak dat is gedekt met gesmoorde Oudhollandse pannen. Decoratieve windveren en makelaars verlevendigen de dakoverstek. |
A |
Visserseinde | 69 en 71 | Traditioneel langgerekt woonhuis onder asymmetrisch zadeldak met aan de dijkzijde een overstek met uitgeschulpte sierrand en platte makelaar. | A |
Visserseinde | 77 | Schilderachtig en houtbouwensemble, deels van betrekkelijk recente datum. | C |
Visserseinde | 81 en 83 | Bouwjaar ca. 1900. Op de hoek van de Nieuwe Rijweg gelegen dubbele woning die vanuit één opzet tot stand is gekomen. Hier valt het bouwwerk op door de terugwijkende ligging ten opzichte van de langs het Visserseinde gelegen dijk. De woningen hebben elk een zolderverdieping onder een afzonderlijke mansarde met de nok haaks op de voorgevel en met roodkeramische pannen. Omdat de voorgevel hoger is doorgestoken dan de zijgevels is de bouwmassa aan de voorkant tweelaags en gaan de mansardes hier deels schuil achter een 'schermgevel'. De twee woningen zijn elk drie vensterassen breed en hebben op de begane grond een opzij gesitueerde ingang met daarnaast twee vensters. Op de bovenverdieping hebben ze elk twee vensters. Er zijn oorspronkelijke draai- en schuiframen. | A |
Westkolk | 14 en 16 | Dubbel woonhuis uit 1934 van twee bouwlagen met schilddak, eenvoudige gootlijst en traditionele kozijnvormen; gekoppelde voordeuren en gekoppelde raamkozijnen in de rechter vensteras; buitenproportionele dakkapel op het rechter dakvlak van later datum; in 1981 gerenoveerd. | A |
Westkolk | 18 en 20 | Woonhuis van onbekende ouderdom van twee bouwlagen met roodgedekt schilddak, in 1975 historiserend gerestaureerd waarbij de kozijnen in de puizone toegevoegd werden. | A |
Westkolk | 36 | Karakteristieke dubbele deur met bovenlicht en sierlijst op consoles als bedrijfstoegang naar onderstuk met plat dak. | A |
Westkolk | 38 | Eenvoudig huis van onbekende ouderdom van één bouwlaag met zadeldak; tuitgevel met rollaagafdekking; op de begane grond T-ramen en op de verdieping een 9-ruits roederaam. | A |
Westkolk | 44 en 44B | Voor- en achterhuis van onbekende ouderdom bestaande uit twee bouwvolumens met een tussenlid; het voorhuis met twee bouwlagen en een stijl schilddak, voorgevel met sobere gootlijst, drie T-ramen op de verdieping, klassieke dakkapel, ramen op de begane grond oneigenlijk gemoderniseerd; het achterhuis van twee bouwlagen met een flauw zadeldak, voorgevel met T-ramen, deels aangevuld in 1983. | A |
Westkolk | 46 | Bouwjaar 1955; architect C. Brakel en H.G. ten Broeke (één geheel met Taanplaats 30
en 32) Historiserende nieuwbouw van een langgerekt dubbel woonhuis met een klokgevel aan de Westkolk. Symmetrisch opgebouwd voorgevel met pui met dubbele deuren in vlakke omlijsting en 12-ruits roederamen op de eerste verdieping. In de zijgevel en aan de Taanplaats traditionele raam- en deurkozijnen. (In één bouwstroom gerealiseerd met Taanplaats 32 en 34). |
A |
IJdijk | 3,5 en 7 | Bouwjaar 1941; architect J.C. Dop. Markant en gaaf bewaard gebleven bedrijfspand dat is opgezet met een werkplaats en twee bovenwoningen. Het pand behoort tot de historische lintbebouwing langs de IJdijk. Tweelaags bouwmassa met een zolderverdieping onder een zadeldak met de nok evenwijdig aan de voorgevel. Een fraai gemetselde bakstenen klokgevel met steekkap sluit rechts aan op het voorschild. De langs de dijk gesitueerde voorgevel is vijf vensterassen breed en wordt op de begane grond gekenmerkt door een reeks vensters en ingangen, waaronder de fors opgezette bedrijfsingang met dubbele deur. Links hiervan bevindt zich de door C. Polderman gelegde eerste steen. Ook op de bovenverdieping een reeks gevelopeningen. Ramen en ingangen behielden hun oorspronkelijke houten invulling. Karakteristiek voor het Delftse Schoolkarakter van het pand is niet alleen de toepassing van een oudhollandse klokgevel maar ook het in ambachtelijke handvormsteen uitgevoerde metselwerk en de op 18de-eeuwse voorbeelden stoelende veelruits roedenverdeling van de ramen. | A |
IJdijk | 9 | In 1973 herbouwd pand Zomervaart 12a, Haarlem; klokgevel met segmentboogvormig timpaan, voluutkrullen en roederamen; één bouwlaag met zolder- en vlieringverdieping onder het rood gedekte zadeldak. | A |
IJdijk | 10 en 12 | Traditioneel, vrij gaaf bewaard eenvoudig dubbel dijkhuis van één bouwlaag boven de dijk met een gezamendlijk dwars zadeldak; grijze pannen, topgevels met windeveren en waterborden, zware, eenvoudige gootlijst, dakkapellen deels vernieuwd, roodbruin metselwerk in kruisverband met hanekammen boven de houten kozijnen. | A |
IJdijk | 13 | Bouwjaar 1909 (achteraanbouw nieuw 1988). Karakteristieke vroeg 20ste-eeuwse dijkwoning die deel uitmaakt van de historische lintbebouwing langs de IJdijk. Het pand is vrijstaand en ligt naast de Woerdersluis uit 1611. De bouwmassa telt twee lagen en een zolderverdieping onder een mansarde met de nok haaks op de voorgevel. Doordat de voorgevel hoger is doorgestoken dan de (éénlaags) zijgevels gaat de kap hier deels achter schuil. Twee vensterassen brede voorgevel met links de hoofdingang en rechts een drielichtsvenster. Tussen deze gevelopeningen bevindt zich de in 1909 door Hendrik Balm Jzn. gelegde eerste steen. Op de bovenverdieping bevinden zich twee vensters. Dakdekking, ramen en voordeur zijn vernieuwd maar het authentieke karakter van de woning bleef goed herkenbaar. Vormgeving in neorenaissancetrant met speklagen en vensterbogen met sluitstenen. Een hoofdgestel vormt de gevelbeëindiging. Smeedijzeren sierankers. | A |
IJdijk | 14 | Zeer eenvoudig, smal dijkhuis van één boulaag boven de dijk met een mansardekap met klein overstek en platte makelaar aan de voorgevel; bouwjaar begin 20ste eeuw, in 2002 sterk vernieuwd. | A |
IJdijk | 23 | Bouwjaar 1929 ; architect J. Ruijgvoorn. Gaaf bewaard gebleven dijkwoning die karakteristiek is voor de bouwkundige ontwikkelingen in het interbellum. Het in een sobere zakelijke trant vormgegeven pand telt één bouwlaag en een bovenverdieping en vliering onder een expressieve en opmerkelijk hoge kap met rode pannendekking. De nok ligt haaks op de voorgevel welke twee vensterassen breed is. Links bevindt zich de hoofdingang en rechts een drielichtsvenster, beide met een oorspronkelijke invulling en bovenlichten met glas-in-lood. Van de op het dak aansluitende topgevel zijn de schuine zijden verlevendigd met siermetselwerk. In het midden van de gevel is er hier een venster met drie ramen met liggende roeden. Geheel bovenin nog een klein zoldervenster. | A |
IJdijk | 25, 27 en 29 | Bouwjaar ca. 1910. Alhoewel de ramen en deuren zijn vernieuwd bleef het authentieke karakter van dit markante bouwwerk goed herkenbaar. Het gaat hier om drie vanuit één opzet tot stand gebrachte arbeiderswoningen. Aan de dijk tellen ze één bouwlaag en een zolderverdieping onder een gezamenlijk afgeplat omlopend schilddak met vernieuwde dekking. De in hoofdzaak symmetrische voorgevel is ter hoogte van de opzij gelegen woningen telkens twee vensterassen breed met een hoofdingang en een woonkamervenster. De vensters zijn hier gevat onder een segmentboog met aanzetblokken. De middelste woning heeft links een ingang en rechts twee vensters. Hiervan werd het linker venster voorzien van een segmentboog, de overige twee gevelopeningen kregen een hanekam. De symmetrie van het blok wordt geaccentueerd door de gemetselde sierdammen langs de hoeken van het middelste pand. Verder zijn er opmerkelijke gedecoreerde bakgoten. | A |
IJdijk | 26 | In de huidige verschijningsvorm dateert dit pand vermoedelijk uit het midden van de 20ste eeuw. Uitgaande van de forse smeedijzeren muurankers in de zijgevels gaat het hier evenwel waarschijnlijk om een veel oudere bouwkern, mogelijk zelfs 18de- of eerste helft 19de-eeuws. Aan de dijk telt het pand één bouwlaag met een zolderverdieping onder een schilddak. De nok ligt evenwijdig aan de voorgevel en de dakdekking bestaat uit gesmoorde keramische pannen. Op het voorschild staat een vernieuwde dakkapel met klauwstukken. De drie vensterassen brede en in Delftse Schooltrant vormgegeven voorgevel bevat links een vrml. winkelingang. Aan weerskanten bevindt zich een venster met veelruits roedenverdeling, waarvan het linker exemplaar – vermoedelijk een vrml. etalagevenster – breder van formaat is. | A |
IJdijk | 31 | Uit omstreeks 1900 daterende woning die deel uitmaakt van een waardevol historisch ensemble waartoe ook de twee als RM beschermde buurpanden op de nrs. 33-35 behoren. Het bouwwerk telt twee bouwlagen en een zolderverdieping onder een mansarde met de nok haaks op de straat en gedekt met roodkeramische pannen. De voorgevel is twee vensterassen breed. Op de begane grond bevindt zich rechts een ingang, met links hiervan een venster. Net als de twee vensters op de bovenverdieping is dit gevuld met een veelruits schuifraam. Een hoofdgestel vormt de gevelbeëindiging. | A |
IJdijk | 34,36,38, 40,42 en 44 |
Bijzonder ensemble van zes arbeidershuisjes van één bouwlaag onder gezamenlijk langgerekt schilddak uit het eind van de 19de of het begin van de 20ste eeuw; merkwaardige iets naar buiten geplaatste kozijnen (één raam- en één deurkozijn per woning); iedere woning heeft een traditionele dakkapel met sober timpaan en gestileerde oren; markering van de woninggrenzen met contrasterende gele steen. | A |
IJdijk | 37 | In 1977 sterk vernieuwd pand dat evenwel vermoedelijk qua oorsprong uit de late 19de eeuw dateert en een wezenlijk onderdeel vormt van de historische dijkbebouwing. De woning is één bouwlaag hoog en heeft een zolderverdieping onder een mansarde met de nok haaks op de voorgevel. Het dak is gedekt met roodkeramische pannen en voorzien van houten windveren met een makelaar. De op de dijk gerichte voorgevel is twee vensterassen breed, met vensters met veelruits schuiframen. Op de verdieping bevindt zich nog een venster. Geheel witgepleisterde gevels met smeedijzeren staafankers. | A |
IJdijk | 41 | Woonhuis van onbekende ouderdom van twee bouwlagen onder een zadeldak met een zijaanbouw rug aan rug met Oostkolk 9; sobere grijsgepleisterde gevel met sierankers en houten kozijnen op de begane grond nog met T-ramen. | A |
IJdijk | 43 | Uit de late 19de eeuw daterende woning die vrij gaaf bewaard is gebleven en aan de voorzijde drie bouwlagen hoog is. Doordat de gevels langs de zijkanten slechts twee lagen hoog zijn doorgestoken ligt de mansardekap hier volledig in het zicht. Aan de voorzijde gaat deze deels schuil achter een 'schermgevel'. Het dak is gedekt met roodkeramische pannen. Aan de voorkant valt het onderscheid op tussen een onderbouw of souterrainverdieping en de eigenlijke woonverdieping die vanaf de dijk bereikbaar is via een loopbrug. De gevel is drie vensterassen breed met op de hoofdverdieping in het midden de hoofdingang en aan weerskanten hiervan een venster met een T-schuifraam. In de schermgevel bevindt zich in het midden een zoldervenster. | A |
IJdijk | Zonder nummer | Uit 1955 daterend oorlogsmonument naar een ontwerp van ir. Gijsbert Friedhoff. Het object staat markant bij de aansluiting van de IJdijk op het Kerkplein en is aan de kant van dit plein gecombineerd met bakstenen trappen en keermuren met ezelsruggen. De trappen verbinden het lager gelegen plein met de dijk. Het monument werd in hardsteen uitgevoerd en bestaat uit een piloon met tekst en wapenschild. Een bronzen vlamhouder bekroont het object. | A |
Het Europese Verdrag inzake de bescherming van het archeologisch erfgoed (het verdrag van Valletta) geeft aan dat archeologie ook internationaal in de belangstelling staat. Het verdrag van Valletta bepaalt onder andere dat het archeologisch belang wordt meegewogen bij besluitvorming rond ruimtelijke ordeningsaspecten. Daarom heeft de provincie Noord-Holland de aanwezige Cultuurhistorische Waarden (CHW) in de provincie geïnventariseerd. In het kader van dit bestemmingsplan is in onderliggende bijlage een overzicht gemaakt van de archeologische, stedenbouwkundig-historische en geografisch-historische waarden in het plangebied. Het bestemmingsplan Hekslootgebied / Spaarndam heeft hoge tot zeer hoge archeologische, bouwkundige en historische waarden.
Deze waarden zijn aangegeven op de provinciale Cultuurhistorische Waardenkaart. Deze kaart heeft een informerend karakter. Bedoeling is dat de CHW in toenemende mate in ruimtelijke plannen worden meegenomen en op deze wijze worden beschermd en behouden.
Archeologische waarde
Uit de door de provincie Noord-Holland opgestelde Cultuurhistorische Waardenkaart blijkt dat een groot deel van het Hekslootgebied beschouwd wordt als een archeologisch waardevol gebied en dat de Slaperdijk, het Verdolven land en delen van Spaarndam beschouwd worden als een archeologisch gebied met hoge waarden (zie afbeelding 1).
Afbeelding 1: Archeologische vlakken
Bron: Noord-Holland CHW (internet, 2008)
De archeologische waarde bestaat uit te verwachten aanwezigheid, onder het maaiveld, van oudheidkundige resten, archeologische sporen en bodemvondsten. Samen bevatten zij een veelheid aan oudheidkundige informatie over ouderdom en ruimtelijke ontwikkeling van dit deel van de gemeente Haarlem.
De begrenzing van het archeologisch waardevolle gebied (met CHW-code KEN341A en KEN340A) is vastgesteld door de stadsarcheoloog van de gemeente Haarlem en overgenomen door de provincie Noord-Holland. Verwacht wordt dat zich hier sporen van bewoning zullen bevinden daterend vanaf het Laat-Neolithicum tot en met de Romeinse tijd. Dit gebied is aangegeven op de bestemmingsverbeelding.
Tabel 1
KEN340A | Omschrijving | |
Cultuurhistorische typering | Historische stads- of dorpskern | |
Periode van ontstaan | Late Middeleeuwen - Nieuwe Tijd | |
Huidig voorkomen | Bebouwing | |
Waardering | Hoge waarde | |
Motivering | De begrenzing is vastgesteld door de gemeentelijk archeoloog van Haarlem. Binnen deze zone bevinden zich sporen van bewoning en gebruik uit zowel de Middeleeuwen als de Prehistorie. De archeologische waarde van historische kernen bestaat uit de reeds aangetroffen of te verwachten aanwezigheid, boven of onder de grond, van bouwhistorische resten en archeologische sporen en voorwerpen. Samen bevatten zij een veelheid aan historische informatie over ouderdom en ruimtelijke ontwikkeling van de kern. |
Tabel 2
KEN341A | Omschrijving | |
Cultuurhistorische typering | Sporen van bewoning | |
Periode van ontstaan | Laat Neolithicum - Romeinse Tijd | |
Huidig voorkomen | Deels bebouwd | |
Waardering | Van waarde | |
Motivering | De begrenzing is vastgesteld door de gemeentelijk archeoloog van Haarlem op grond van vondsten en geologische ondergrond (strandwal). Verwacht wordt dat zich hier sporen van bewoning zullen bevinden daterend vanaf het Laat-Neolithicum tot en met de Romeinse tijd. |
Historisch geografische waarden
Verder blijkt dat er in het plangebied historisch geografische lijnen en vlakken voorkomen met hoge tot zeer hoge waarde (zie afbeeldingen 2 en 3).
Afbeelding 2: Historische lijnen
Bron: Noord-Holland CHW (internet, 2008)
Tabel 4
KEN074G | Omschrijving | |
Cultuurhistorische typering | Afwatering binnen polders | |
Functie | Waterstaat | |
Huidig voorkomen | Wetering | |
Waardering | Hoge waarde | |
Motivering | Kenmerkend voor de veen- en kleigebieden in Kennemerland is het grote aantal waterlopen die zijn gegraven ter ontwatering. De Heksloot is goed herkenbaar. Gegraven waterlopen zijn zowel provinciaal als nationaal niet zeldzaam. |
Tabel 5
KEN253G | Omschrijving | |
Cultuurhistorische typering | Liniedijk | |
Functie | Defensie | |
Cultuurhistorische eenheid | Stelling van Amsterdam | |
Waardering | Hoge waarde | |
Motivering | Kenmerkend voor Kennemerland is het voorkomen van een groot aantal verdedigingswerken. Uit de 20e eeuw dateren de forten van de Stelling van Amsterdam. Bij Spaarndam ligt tussen beide forten een liniewal. Dergelijke liniedijken zijn zowel provinciaal als nationaal gezien zeldzaam. |
Afbeelding 3: Historische vlakken
Bron: Noord-Holland CHW (internet, 2008)
Tabel 6
KEN272G | Omschrijving | |
Cultuurhistorische typering | Dijk | |
Functie | Waterstaat | |
Cultuurhistorische eenheid | Noorder IJ- en zeedijken | |
Waardering | Hoge waarde | |
Motivering | Dijken zijn zeer kenmerkend voor Kennemerland. De Spaarndammerdijk liep van Spaarndam naar Amsterdam en is nog zeer goed herkenbaar, met name in het gebied van Kennemerland. Dit soort regionale dijken zijn provinciaal en nationaal tamelijk zeldzaam. |
Tabel 7
KEN071G | Omschrijving | |
Cultuurhistorische typering | Agrarisch | |
Functie | Waterstaat | |
Cultuurhistorische eenheid | N.v.t. | |
Waardering | Hoge waarde | |
Motivering | Kenmerkend voor Kennemerland zijn de onregelmatig blok- en strookvormig verkavelde veenpolders in het westen van de regio. De Spaarndammer/Hekslootgebied ligt oostelijk van de strandwal van Haarlem-Schoten en is goed bewaard gebleven. Binnen de polder liggen een groot aantal elementen behorende tot de Stelling van Amsterdam/Positie van Spaarndam. Polders met een opstrekkend verkavelingspatroon zijn zowel provinciaal als nationaal niet zeldzaam. |
Tabel 8
KEN245G | Omschrijving | |
Cultuurhistorische typering | Militair strategisch landschap | |
Functie | Defensie | |
Cultuurhistorische eenheid | Stelling van Amsterdam | |
Waardering | Zeer hoge waarde | |
Motivering | Kenmerkend voor Kennemerland is het voorkomen van een groot aantal verdedigingswerken. Uit de 20e eeuw dateren de forten van de Stelling van Amsterdam. Bij Spaarndam liggen in de Oude Spaarndammerpolder een groot aantal kleine verdedigingswerken en een inundatiekanaal. Dergelijke militaire landschappen zijn zowel provinciaal als nationaal gezien zeldzaam. |
Tabel 9
KEN246G | Omschrijving | |
Cultuurhistorische typering | Verdedigingswerk | |
Functie | Defensie | |
Cultuurhistorische eenheid | Stelling van Amsterdam | |
Waardering | Zeer hoge waarde | |
Motivering | Kenmerkend voor Kennemerland is het voorkomen van een groot aantal verdedigingswerken. Uit de 20e eeuw dateren de forten van de Stelling van Amsterdam. De positie van Spaarndam bestond uit een tweetal forten die verbonden waren met een liniewal. Dergelijke militaire ensembles zijn zowel provinciaal als nationaal gezien zeldzaam. |
Tabel 10
KEN288G | Omschrijving | |
Cultuurhistorische typering | Sluisnederzetting | |
Functie | Wonen | |
Cultuurhistorische eenheid | N.v.t. | |
Waardering | Hoge waarde | |
Motivering | Om het punt waar het Spaarne in het IJ uitmondde lagen een aantal sluizen. Rond dit sluizencomplex ontstond het vissersdorpje Spaarndam. |
Bouwkundige waarde
Uit de Cultuurhistorische Waardenkaart blijkt dat in het plangebied historisch stedenbouwkundige punten en vlakken voorkomen die van zeer hoge waarde zijn (zie afbeeldingen 4 en 5).
Afbeelding 4: Bouwkundige punten
Bron: Noord-Holland CHW (internet, 2008)
Tabel 11
KEN248B | Omschrijving | |
Cultuurhistorische typering | Inlaatduiker | |
Functie | Waterstaat | |
Cultuurhistorische eenheid | Stelling van Amsterdam | |
Waardering | Zeer hoge waarde | |
Motivering | De Inlaatduiker in de Gruiterspolder te Spaarndam maakt onderdeel uit van de voormalige Stelling van Amsterdam, de kringstelling van permanente verdedigingsbouw rond de hoofdstad, die tevens gold als Nationaal Reduit en werd aangelegd tussen 1880 en 1918 door het Departement van Oorlog. Aan het westelijk front van de stelling dat geringe mogelijkheden tot inundatie bezat, werd de hoofdverdedigingslijn van extra verdedigingswerken voorzien. Voor het belangrijkste deel werden die ondergebracht in de Positie bij Spaarndam. Op een plek die reeds eerder met batterijen versterkt was, werd ten behoeve van de uiteindelijke Stelling van Amsterdam in twee perioden een omvangrijk stelsel van vestingwerken gerealiseerd; de verdedigingswerken aangelegd tussen 1882 en 1903 kregen in de periode 1916-1919 aanzienlijke uitbreiding met een voorstelling. De duiker werd circa 1890 aangelegd en valt dus binnen de eerste periode. |
Tabel 12
KEN252B | Omschrijving | |
Cultuurhistorische typering | Stenen beer | |
Functie | Defensie | |
Cultuurhistorische eenheid | Stelling van Amsterdam | |
Waardering | Zeer hoge waarde | |
Motivering | De Stenen beer aan de Slapersdijk bij Spaarndam maakt onderdeel uit van de voormalige Stelling van Amsterdam, de kringstelling van permanente verdedigingsbouw rond de hoofdstad, die tevens gold als Nationaal Reduit en werd aangelegd tussen 1880 en 1918 door het Departement van Oorlog. Aan het westelijk front van de stelling dat geringe mogelijkheden tot inundatie bezat, werd de hoofdverdedigingslijn van extra verdedigingswerken voorzien. Voor het belangrijkste deel werden die ondergebracht in de Positie bij Spaarndam. |
Tabel 13
KEN250B | Omschrijving | |
Cultuurhistorische typering | Grenspaal | |
Functie | Territoriaal | |
Cultuurhistorische eenheid | Stelling van Amsterdam | |
Waardering | Zeer hoge waarde | |
Motivering | De drievoudige grensaanduiding (waaronder een uit de Positie bij Spaarndam) verenigt op een plek drie gebiedsscheiding met elk een eigen betekenis en elk van de drie daterend uit een andere periode. Het punt ligt geografisch bepaald door de grens tussen de huidige gemeente Velsen en Haarlem, westelijk van Spaarndam, waar de Velserdijk vanuit het noordoosten op de Slaperdijk aansluit. De grensaanduidingen worden gemaakt door drie tegen elkaar geplaatste grenspalen, die te benoemen zijn als: - hardstenen grenspaal tussen de voormalige gemeente Spaarndam en de gemeente Velzen; - hardstenen grenspaal tussen de voormalige hoogheemraadschap Hondsbossche en Duinen tot Petten en dat van Rijnland; - gewapend betonnen grenspaal D 88 uit de Positie bij Spaarndam (Stelling van Amsterdam). Hoewel de twee eerstgenoemde grenspalen geen militaire betekenis hebben gehad, vallen de drie palen gezamenlijk onder de bescherming als aanduiding van een locatie in drie gedaanten en worden ze hier beschreven onder objectnummer 11.07/12.11 van de Stelling van Amsterdam. |
Tabel 14
KEN251B | Omschrijving | ||
Cultuurhistorische typering | |||
Functie | Historisch bouwkundig object | ||
Cultuurhistorische eenheid | Stelling van Amsterdam | ||
Huidig voorkomen | Woonhuis | ||
Waardering | Zeer hoge waarde | ||
Motivering | De Opzichterswoning bij Spaarndam maakt onderdeel uit van de voormalige Stelling van Amsterdam, de kringstelling van permanente verdedigingsbouw rond de hoofdstad, die tevens gold als Nationaal Reduit, en werd aangelegd tussen 1880 en 1918 door het Departement van Oorlog. Aan het westelijk front van de stelling, dat geringe mogelijkheden tot inundatie bezat, werd de hoofdverdedigingslijn van extra verdedigingswerken voorzien. Voor het belangrijkste deel werden die ondergebracht in de Positie bij Spaarndam. Op een plek die reeds eerder met batterijen versterkt was, werd ten behoeve van de uiteindelijke Stelling van Amsterdam, in twee periode een omvangrijk stelsel van vestigingswerken gerealiseerd; de verdedigingswerken aangelegd tussen 1882 en 1903 kregen in de periode 1916-1919 een aanzienlijke uitbreiding met een voorstelling. De woning dateert uit circa 1890 en valt binnen de eerste periode. |
Tabel 15
KEN253B | Omschrijving | |
Cultuurhistorische typering | Inlaatduiker | |
Functie | Waterstaat | |
Cultuurhistorische eenheid | Stelling van Amsterdam | |
Waardering | Zeer hoge waarde | |
Motivering | De Inlaatduiker in de Oude Spaarndammerpolder maakt onderdeel uit van de voormalige Stelling van Amsterdam, de kringstelling van permanente verdedigingsbouw rond de hoofdstad, die tevens gold als Nationaal Reduit en werd aangelegd tussen 1880 en 1918 door het Departement van Oorlog. Aan het westelijk front van de stelling dat geringe mogelijkheden tot inundatie bezat, werd de hoofdverdedigingslijn van extra verdedigingswerken voorzien. Voor het belangrijkste deel werden die ondergebracht in de Positie bij Spaarndam. Op een plek die reeds eerder met batterijen versterkt was, werd ten behoeve van de uiteindelijke Stelling van Amsterdam in twee perioden een omvangrijk stelsel van vestingwerken gerealiseerd; de verdedigingswerken aangelegd tussen 1882 en 1903 kregen in de periode 1916-1919 aanzienlijke uitbreiding met een voorstelling. De inlaatduiker werd in 1890 aangelegd en dateert dus uit de eerste periode. |
Tabel 16
KEN254B | Omschrijving | |
Cultuurhistorische typering | Nevenbatterij | |
Functie | Defensie | |
Cultuurhistorische eenheid | Stelling van Amsterdam | |
Waardering | Zeer hoge waarde | |
Motivering | De Nevenbatterij bij Spaarndam-Zuid maakt onderdeel uit van de voormalige Stelling van Amsterdam, de kringstelling van permanente verdedigingsbouw rond de hoofdstad, die tevens gold als Nationaal Reduit en werd aangelegd tussen 1990 en 1918 door het Departement van Oorlog. Naar militaire bevelstructuur behoorde de batterij tot sector Sloten groep Halfweg, vak Spaarndam. Aan het westelijk front van de stelling dat geringe mogelijkheden tot inundatie bezat, werd de hoofdverdedigingslijn van extra verdedigingswerken voorzien. Voor het belangrijkste deel werden die ondergebracht in de Positie bij Spaarndam. Op een plek die reeds eerder met batterijen versterkt was, werd ten behoeve van de uiteindelijke Stelling van Amsterdam in twee perioden een omvangrijk stelsel van vestingwerken gerealiseerd; de verdedigingswerken aangelegd tussen 1882 en 1903 kregen in de periode 1916-1919 aanzienlijke uitbreiding met een voorstelling. De nevenbatterij dateert uit de eerste periode. |
Tabel 17
KEN257B | Omschrijving | |
Cultuurhistorische typering | Inundatiekanaal | |
Functie | Defensie | |
Cultuurhistorische eenheid | Stelling van Amsterdam | |
Waardering | Zeer hoge waarde | |
Motivering | Het Inundatiekanaal door de Voorstelling bij Spaarndam maakt onderdeel uit van de voormalige Stelling van Amsterdam, de kringstelling van permanente verdedigingsbouw rond de hoofdstad, die tevens gold als Nationaal Reduit en werd aangelegd tussen 1880 en 1918 door het Departement van Oorlog. Aan het westelijk front van de stelling dat geringe mogelijkheden tot inundatie bezat, werd de hoofdverdedigingslijn van extra verdedigingswerken voorzien. Voor het belangrijkste deel werden die ondergebracht in de Positie bij Spaarndam. Op een plek die reeds eerder met batterijen versterkt was, werd ten behoeve van de uiteindelijke Stelling van Amsterdam in twee perioden een omvangrijk stelsel van vestingwerken gerealiseerd; de verdedigingswerken aangelegd tussen 1882 en 1903 kregen in de periode 1916-1919 aanzienlijke uitbreiding met een voorstelling. Het inundatiekanaal dateert uit de tweede periode. |
Tabel 18
KEN184B | Omschrijving | |
Cultuurhistorische typering | Fort | |
Functie | Defensie | |
Cultuurhistorische eenheid | Stelling van Amsterdam | |
Waardering | Zeer hoge waarde | |
Motivering | Unesco monument en provinciaal monument Fort bezuiden Spaarndam maakt onderdeel uit van de voormalige Stelling van Amsterdam, de kringstelling van permanente verdedigingsbouw rond de hoofdstad, die tevens gold als Nationaal Reduit en werd aangelegd tussen 1880 en 1918 door het Departement van Oorlog. Naar militaire bevelstructuur behoorde het fort tot sector Sloten, groep Halfweg, vak Spaarndam. Aan het westelijk front, dat geringe mogelijkheden tot inundatie bezat, werd de stelling van extra verdedigingswerken voorzien. Voor het belangrijkste deel werden die ondergebracht in de zogenaamde Positie bij Spaarndam. |
Tabel 19
KEN255B | Omschrijving | |
Cultuurhistorische typering | Damsluis | |
Functie | Waterstaat | |
Cultuurhistorische eenheid | Stelling van Amsterdam | |
Waardering | Zeer hoge waarde | |
Motivering | De Damsluis en het toevoerkanaal bij het Boezemkanaal van het Stoomgemaal te Spaarndam maken onderdeel uit van de voormalige Stelling van Amsterdam, de kringstelling van permanente verdedigingsbouw rond de hoofdstad, die tevens gold als Nationaal Reduit en werd aangelegd tussen 1880 en 1918 door het Departement van Oorlog. Aan het westelijk front van de stelling dat geringe mogelijkheden tot inundatie bezat, werd de hoofdverdedigingslijn van extra verdedigingswerken voorzien. Voor het belangrijkste deel werden die ondergebracht in de positie bij Spaarndam. Op een plek die reeds eerder met batterijen versterkt was, werd ten behoeve van de uiteindelijke Stelling van Amsterdam in twee periode een omvangrijk stelsel van vestingwerken gerealiseerd; de verdedigingswerken aangelegd tussen 1882 en 1903 kregen in de periode 1916-1919 aanzienlijke uitbreiding met een voorstelling. De damsluis dateert uit 1890 en behoort dus tot de eerste periode. |
Tabel 20
KEN256B | Omschrijving | |
Cultuurhistorische typering | Damsluis | |
Functie | Waterstaat | |
Cultuurhistorische eenheid | Stelling van Amsterdam | |
Waardering | Zeer hoge waarde | |
Motivering | De Damsluis in het kanaal naar de (gedempte) Kleine Sluis nabij het Spaarne maakt onderdeel uit van de voormalige Stelling van Amsterdam, de kringstelling van permanente verdedigingsbouw rond de hoofdstad, die tevens gold als Nationaal Reduit en werd aangelegd tussen 1880 en 1918 door het Departement van Oorlog. Aan het westelijk front van de stelling dat geringe mogelijkheden tot inundatie bezat, werd de hoofdverdedigingslijn van extra verdedigingswerken voorzien. Voor het belangrijkste deel werden die ondergebracht in de Positie bij Spaarndam. Op een plek die reeds eerder met batterijen versterkt was, werd ten behoeve van de uiteindelijke Stelling van Amsterdam in twee perioden een omvangrijk stelsel van vestingwerken gerealiseerd; de verdedigingswerken aangelegd tussen 1882 en 1903 kregen in de periode 1916-1919 aanzienlijke uitbreiding met een voorstelling. De damsluis dateert uit de eerste periode. |
Tabel 21
KEN198B | Omschrijving | |
Cultuurhistorische typering | Gemaal | |
Functie | Historisch bouwkundig object | |
Cultuurhistorische eenheid | ||
Waardering | Hoge waarde | |
Motivering | Provinciaal Monument Gemaal, gebouwd in 1844 als stoomgemaal met schepraderen ten behoeven van de Rijnlandsboezem. Sinds 1936 in gebruik als dieselgemaal met schepraderen, uitstaande op de boezem van het Noordzeekanaal. Het gemaal is ten zuidwesten van Spaarndam gesitueerd en bestaat uit een machinegebouw van het bouwtype I met voor- en achterwaterloop. |
Tabel 22
KEN258B | Omschrijving | |
Cultuurhistorische typering | Damsluis | |
Functie | Waterstaat | |
Cultuurhistorische eenheid | Stelling van Amsterdam | |
Waardering | Zeer hoge waarde | |
Motivering | De Damsluis aan de Heksloot nabij het Spaarne maakt onderdeel uit van de voormalige Stelling van Amsterdam, de kringstelling van permanente verdedigingsbouw rond de hoofdstad, die tevens gold als Nationaal Reduit en werd aangelegd tussen 1880 en 1918 door het Departement van Oorlog. Aan het westelijk front van de stelling, dat geringe mogelijkheden tot inundatie bezat, werd de hoofdverdedigingslijn van extra verdedigingswerken voorzien. Voor het belangrijkste deel werden die ondergebracht in de Positie bij Spaarndam. Op een plek die reeds eerder met batterijen versterkt was, werd ten behoeve van de uiteindelijke Stelling van Amsterdam in twee perioden een omvangrijk stelsel van werken gerealiseerd; de aanleg bij de inrichting van de stelling als geheel tussen 1880 en omstreeks 1905 werd 1917-1918 met een Voorstelling aanzienlijk uitgebreid. De damsluis aan de Heksloot dateert uit de tweede periode. |
Afbeelding 5: Bouwkundige vlakken
Bron: Noord-Holland CHW (internet, 2008)
Tabel 23
KEN005B | Omschrijving | |
Cultuurhistorische typering | Militair strategisch landschap | |
Functie | Historisch stedenbouwkundige structuur | |
Cultuurhistorische eenheid | Stelling van Amsterdam | |
Waardering | Zeer hoge waarde | |
Motivering | Toekomstig Beschermd Rijksgezicht Stelling van Amsterdam |
Tabel 24
KEN159B | Omschrijving | |
Cultuurhistorische typering | Dorpsgezicht | |
Functie | Historisch stedenbouwkundige structuur | |
Huidig voorkomen | Dorpskern met kolk en sluizen | |
Waardering | Zeer hoge waarde | |
Motivering | Rijksbeschermd dorpsgezicht |
In het kader van de participatie met de Wijkraden is het concept ontwerpbestemmingsplan gelijktijdig met het wettelijk vooroverleg ex art. 3.1.1 Bro aan de wijkraden Spaarndam, Dietsveld Vogelbuurt en Vondelkwartier verzonden. Gedurende een periode van 6 weken was het mogelijk om een schriftelijke reactie per mail te geven.
Op 13 oktober 2008 is de schriftelijke reactie van de wijkraad Spaarndam ontvangen. In deze bijlage worden de onderdelen van de schriftelijke reactie kort samengevat, waarna de beantwoording van de gemeente volgt.
De schriftelijke reactie is als bijlage 8 bijgevoegd.
Inhoud reactie dorpsraad Spaarndam | Reactie gemeente | |
1 | In uw brief merkt u op, dat bestaande bouw- en gebruiksmogelijkheden uit de verouderde regelingen worden gerespecteerd en dat nieuwe ontwikkelingen niet mogelijk worden gemaakt, uitgezonderd de verlenging van de Grote Sluis. Met deze uitgangspunten voor een conserverend ruimtelijk beleid voor Spaarndam stemmen wij van harte in. | Deze reactie wordt voor kennisgeving aangenomen. Wij voegen hier aan toe dat er nog
wat ontwikkelingen spelen: - Westkolk 36; - Vissereinde 6 t/m 10; - Sauna van Egmond. |
2 | Zoals u wellicht weet, wordt de nieuwe woonwijk SpaarneBuiten ontwikkeld. De Dorpsraad heeft daarover grote zorgen. In het bijzonder de geplande hoogbouw vinden wij absoluut niet passen in deze landelijke omgeving en een aantasting van het historische aanzicht van het oude Spaarndam. Bovendien is de te verwachten verkeersoverlast voor ons onaanvaardbaar. Onze zorgen hebben wij reeds tijdens een gesprek overgebracht aan het college van burgemeester en wethouders van uw gemeente. Ook u vragen wij hiervoor uw bijzondere aandacht en uw invloed aan te wenden om deze plannen om te buigen in een richting die meer past bij de schaal en het beschermde dorpsgezicht van Spaarndam. | De gemeente Haarlem is in overleg met de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude over deze ontwikkeling. De zorgen van bewoners van Spaarndam worden daarbij overgebracht met name ten aanzien van de verkeersafwikkeling. Ten aanzien van de hoogte van de voorgenomen bebouwing in relatie tot het Beschermde Dorpsgezicht kan worden opgemerkt dat de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten (RACM) samen met de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude verantwoordelijk is voor het behoud en de duurzame ontwikkeling van archeologische waarden, gebouwde monumenten en cultuurlandschappen. De gemeente Haarlem heeft de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude geattendeerd op de zorgen van omwonenden. |
3 | Bij de beoordeling van het voorliggende concept moet bedacht worden dat twee verschillende
regiems moeten worden samengevoegd, die sterk uiteenlopen. - Het gedetailleerde en strenge regiem van het Beschermd Dorpsgezicht Spaarndam en de overige bestemmingsplannen met een lichter regiem. - Voor het Visserseinde, Havenplein, Nieuwe Rijweg, Boezemkade, 't Vaartje en een deel van de Pol en Kerklaan betekent dat een verzwaring van het regiem. Het is daarbij moeilijk de balans te vinden tussen bescherming enerzijds en dagelijks gebruik/bewoonbaarheid anderzijds. |
Voor specifiek het Beschermd Dorpsgezicht is in het ontwerpbestemmingsplan een dubbelbestemming
'Beschermd Dorpsgezicht' opgenomen in de bestemmingsregels. Als hoofdregel geldt –
in het algemeen – dat de bestaande afmetingen gehandhaafd dienen te blijven. Ook is
er voor de uitvoering van bepaalde werken een aanlegvergunningenstelsel opgenomen.
Daarnaast gelden voor het beschermd dorpsgezicht –los van de bepalingen van het bestemmingsplan
- de beschermende bepalingen uit de Monumentenwet. Daarin is bepaald dat in beschermdende
stads- of dorpsgezichten het (op grond van artikel 37) verboden is een bouwwerk geheel
of gedeeltelijk af te breken zonder of in afwijking van een schriftelijke (sloop)vergunning
van B & W. De bestemmingen buiten het Beschermd Dorpsgezicht zijn (zoveel mogelijk) bestemd conform de vigerende regelingen. Dit betekent dat – kleine wijzigingen daargelaten – sprake is van dezelfde bouw- en gebruiksmogelijkheden als op grond van de huidige bestemmingsplannen, en dus zeker geen verzwaring van het regime. |
4 | Er ontbreken afspraken waaraan de Dorpsraad het recht kan ontlenen te adviseren over bouwaanvragen binnen dit nieuwe bestemmingsplan. Dat is in het vigerende bestemmingsplan Beschermd Dorpsgezicht Spaarndam wel geregeld. | De bestaande regeling is juridisch niet (meer) houdbaar, op basis van jurisprudentie van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het is namelijk niet toegestaan om in regels die bij recht bepaalde bouwmogelijkheden toestaan, te bepalen dat een (extern) adviseur moet worden ingeschakeld. Is een nadere afweging nodig, dan moet worden gekozen voor bijv. een ontheffingsregeling. In de dubbelbestemming |
5 | -Blz. 19, vierde alinea (parkeren): Er wordt weliswaar geparkeerd op de Westkolk, doch dit is een gedoogde situatie. De wens is een vervangend parkeerterrein te creëren op de volkstuinen tussen Boezemkanaal en Kerklaan. |
Deze reactie wordt voor kennisgeving aangenomen. |
6 | -Blz. 19, zevende alinea (fietspaden): Er bevinden zich geen fietspaden langs het Visserseinde, IJdijk en Spaarndammerdijk. Alleen ter hoogte van de kunstmatig aangelegde wegversmallingen bij de Kolk- en Boezembrug zijn fietsstroken aangelegd. Er is nog wel zorg over de gevaarlijke fietsoversteek op het kruispunt Nieuwe Rijweg en Visserseinde, met name naar en van Fort Noord. |
Naar aanleiding van de reactie is de toelichting aangepast. De reactie betreffende de gevaarlijke fietsoversteek is doorgezonden naar de afdeling Openbare Ruimte, Groen en Verkeer. Dit bestemmingsplan ziet niet toe op de feitelijke inrichting van de openbare ruimte. Voor verdere informatie wordt verwezen naar de afdeling Openbare Ruimte, Groen en Verkeer. |
7 | -Blz. 19, laatste alinea (speelruimte): Zoals op pagina 35 wordt opgemerkt is kwaliteit en de spreiding van de speelruimte over het dorp niet goed en werkt de Spaarndammerdijk als barrière. Het is dus nog niet voldoende. We komen daar bij pagina 35 op terug. |
Deze reactie wordt voor kennisgeving aangenomen. |
8 | -Blz. 31, vierde alinea (auto): Behalve de Slaperdijkweg is ook de Nieuwe Rijweg en Spaarndamseweg 60 km/h-gebied. |
Naar aanleiding van de reactie is de toelichting aangepast. |
9 | -Blz. 33, gebruik: Aandacht voor snelheidsbeperking op het water. Niet alleen op het Spaarne maar ook voor het IJ. |
Een snelheidsbeperking op het water is niet ruimtelijk relevant voor het bestemmingsplan. Voor verdere informatie wordt verwezen naar de afdeling Openbare Ruimte, Groen en Verkeer. |
10 | -Blz. 35, eerste alinea (speelruimte): Onze gemaakte opmerkingen zijn mogelijk te reserveren op de volkstuinen tussen de Boezemkanaal en Kerklaan. Voorts is het nog mogelijk, in overleg met de school, afspraken te maken, op het schoolplein iets te regelen. |
In de bestemming 'Recreatie' die op de volkstuinen van toepassing is, wordt de mogelijkheid van speelvoorzieningen opgenomen voor deze locatie. |
11 | -Blz. 44, vijfde alinea (waterketen): Behoort de woning Nieuwe Rijweg 4 ook bij deze 37? |
In bijlage 9 van het Gemeentelijk Rioleringsplan Haarlem 2007 t/m 2011 is een lijst opgenomen met alle ongerioleerde percelen in Haarlem. De woning Nieuwe Rijweg 4 komt hier niet op voor. |
12 | -Blz. 58, vijfde alinea (het Hekslootgebied): De dorpsraad is geen voorstander van extra wandelpaden in het Hekslootgebied en bepleit een terughoudend beleid t.a.v. “outdoor” recreatie aan de randen. |
De gemeente onderschrijft het terughoudende beleid voor het Hekslootgebied. In de
toelichting zal hier meer aandacht aan worden geschonken. Wat betreft extra wandelpaden zijn bij de gemeente 2 initiatieven bekend. De eerste is het doortrekken van het fiets/wandelpad langs de Vondelweg. Dit pad kan gerealiseerd worden binnen de bestemming Groen. Het tweede initiatief betreft het realiseren van een wandelpad van de Vondelweg naar de Slaperdijkweg. Dit initiatief is nog niet concreet genoeg om in het bestemmingsplan op te nemen. Extra wandelpaden door het hart van het Hekslootgebied worden in het bestemmingsplan niet mogelijk gemaakt. |
13 | -Blz. 66, (natuur, artikel 8): De hoogte van het ooievaarsnest is niet geregeld. |
Voor het ooievaarsnest is een hoogte opgenomen in de regels. De hoogte van het ooievaarsnest mag niet hoger zijn dan de bestaande hoogte. In de definities is opgenomen wat er onder bestaand moet worden verstaan: bebouwing zoals aanwezig op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, dan wel mag worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning. |
Bijlagen | ||
bijlage 3 Waardering per pand | ||
14 | Boezemkade 11: En zonder nummer (Fort bezuiden). Wat is het verschil? | Volgens de kaart gaat het hier om het Fort bezuiden. Dit wordt geverifieerd door de provincie. |
15 | Grote Sluis 3/5: Bouwjaar is 1991. | Niet in Orde 2 lijst |
16 | Kerklaan 3: Bouwjaar is ca 1991. | Niet in Orde 2 lijst |
17 | Kerklaan 10: Noodlokaal school is verwijderd. | Niet in Orde 2 lijst |
18 | Kerkplein 2 en 2A: De aanbouw cq erker wordt geroemd om zijn karakteristieke vormgeving. De schrijver van het bestemmingsplan is het echter ontgaan dat de erker recentelijk door de gebruiker zonder vergunning is gebouwd. Het ding staat op wieltjes zodat het in geval van controle mogelijk niet de status “bouwwerk” zou krijgen. | Beschrijving is aangepast |
19 | Kerkplein bij 3: Begraafplaats is ook een begraafplaats voor oorlogslachtoffers. | Interessant historisch gegeven maar niet relevant voor de Orde 2 beschrijving |
20 | Nieuwe Rijweg 4: Is niet op openbaar riool aangesloten. | Interessant historisch gegeven maar niet relevant voor de Orde 2 beschrijving |
21 | Pol 1: De naam van de burgemeester De Haas van Dorsser. | Is gecorrigeerd |
22 | Pol 5: Dit moet nummer 4 zijn. Het pand is inmiddels gesloopt en dit jaar is een bouwvergunning verstrekt. | Is aangepast |
23 | Slaperdijkweg: Opnemen van de IJsbaan met toebehoren, voor een maatschappelijke bestemming. | Geen Orde 2 |
24 | Slaperdijkweg: De genoemde veehouderij op blz. 124 ligt buiten het bestemmingsplan. (zie ook 4.2 op blz.39). | Geen Orde 2 |
25 | Spaarndammerdijk 72/74: Dit moet zijn 72-73. | Is aangepast |
26 | Spaarndammerdijk 74: Vernieuwd in 1992. | Geen Orde 2 |
27 | Spaarndammerdijk 89 A: Is sterk vernieuwd in 1994. | Is aangepast |
28 | Spaarndammerdijk 91: Is in 1969 samen met no. 90 tot één woning ingericht. | No. 91 als Orde 2 pand beschreven |
29 | Spaarndammerdijk 92 A: Is in 1989 Vernieuwd. | Geen Orde 2 |
30 | Spaarndammerdijk 99: Nieuwbouw na 1950 (ca 1985?) als woning. Staat op waarderingskaart als orde 02 aangegeven en heeft als bestemming gemengd. | Geen Orde 2 |
31 | Spaarndammerdijk 100 A: Historische opmerking. In het jaar 1912 is in dit huis een dubbele moord gepleegd die landelijk veel opspraak heeft gegeven en een enorme indruk heeft gemaakt. | Interessant historisch gegeven maar niet relevant voor de Orde 2 beschrijving |
32 | Spaandammerdijk: Twee maal zonder nummer. Beide genoemde Damsluizen staan niet op/aan de Spaarndammerdijk. Bedoeld worden waarschijnlijk de sluizen van de Nieuwe Rijweg. | Is aangepast |
33 | Spaarndamseweg: Zonder nummer. Veel schade aan de hardstenen dekplaten van dit bouwwerk. Wij missen een beschrijving van de Hekslootbrug (Hoge bruggetje), welke ook een damsluis is geweest in de Stelling van Amsterdam. |
Schade niet relevant voor de Orde 2 beschrijving; de Hekslootbrug is provinciaal monument |
34 | Taanplaats: Zonder nummer. (Balkbrug) Niet de Mooie Nel maar het Spaarne. | Is aangepast |
35 | Visserseinde 6 t/m14: Tekst aanpassen aan de afgegeven bouwvergunningen. | Is aangepast; Visserseinde 6 is Orde 2 |
36 | Visserseinde 9/11: Wij adviseren de term “Vernield” in heroverweging te nemen, aangezien er dan veel meer panden voor deze kwalificatie in aanmerking komen. De geplaatste dakkapel aan de zijkant en het gebruikte dakbedekkingsmateriaal alleen rechtvaardigen deze kwalificatie niet. | Is aangepast doordat het niet in de Orde 2 lijst staat |
37 | Visserseinde 13: Wij adviseren de term “Vernield” in heroverweging te nemen, aangezien er dan veel meer panden voor deze kwalificatie in aanmerking komen. Het pand is weliswaar ingrijpend veranderd, doch komt ons toch als fraai voor. | Is aangepast doordat het niet in de Orde 2 lijst staat |
38 | Visserseinde 69/71: Panden waarachter vroeger de rokerij van de firma Balm gesitueerd was. | Interessant historisch gegeven maar niet relevant voor de Orde 2 beschrijving |
39 | Visserseinde 73/75: Een omschrijving voor dit pand kunt u aanvragen bij de afdeling Omgevingsvergunning, aangezien dit pand is geselecteerd voor de eerste 80 pilotmonumenten, welke de gemeente voorbereid. | Is aangepast |
40 | Visserseinde 77: Tot woning omgebouwde schuur (ong. 1949), welke vroeger dienst deed als wagenschuur voor de firma Balm. | Is aangepast |
41 | Westkolk 2/4: Nummer 2 vormt samen met IJdijk 49 een RM. Nummer 4 is geen RM. | Zie monumentenlijst |
42 | Westkolk 20: Onherstelbaar gerestaureerd, zal nader geduid moeten worden. | Is aangepast |
43 | Westkolk 38: Historische opmerking. Deze woning heeft vele jaren (tot ca 1955) als postkantoor dienst gedaan. | Interessant historisch gegeven maar niet relevant voor de Orde 2 beschrijving |
44 | Westkolk 44: Historische opmerking. Deze woning was tot 1925 de dokterswoning (zie Pol 1). Nummer 44 B was de apotheek. | Interessant historisch gegeven maar niet relevant voor de Orde 2 beschrijving |
45 | IJdijk 2: Nieuwbouw van de woning 1987. | Geen Orde 2 |
46 | IJdijk 8.: Historische opmerking. Deze gevel(met houten top) is in de nacht van de watersnoodramp (31 januari –1 februari 1953) ingestort en opnieuw gebouwd. | Interessant historisch gegeven maar niet relevant voor de Orde 2 beschrijving |
47 | IJdijk 30: Niet alleen de erker, maar ook de aanbouw is in 1955 gebouwd ter vervanging van de karakteristieke voorraadschuren die behoorden bij de winkel die eertijds in de woning gevestigd was. | Geen Orde 2 |
48 | IJdijk 34 t/m 44: Dit bouwjaar moet toch te achterhalen zijn. Zal ongeveer 1930 zijn. | Omschrijving aangepast |
49 | IJdijk 43: Historische opmerking. Dit pand heeft in vroeger tijden gefunctioneerd als café De Telescoop. Van hieruit had men een wijds uitzicht over het IJ. In de vijftiger jaren van de vorige eeuw is het verbouwd tot o.a. een jeugdhuis en heeft als zodanig gefunctioneerd totdat het Dorpshuis in 1978 werd geopend. | Interessant historisch gegeven maar niet relevant voor de Orde 2 beschrijving |
Bijlage 6 | ||
50 | -Blz. 136, tabel 6 (Dijk): Op de kaart staat de bestemming WS-WK Waterstaat Waterkering slechts aangegeven vanaf de Grote Sluis tot de Kolksluis. Deze bestemming dient echter aangegeven te worden voor de gehele dijk. Tevens staat nergens vermeld wat het dwarsprofiel is van de dijk met zijn karakteristieke rollaag, trappen tussen onderlangs en kruin van de dijk en de schuine berm. |
Ten tijde van het opstellen van het concept ontwerpbestemmingsplan beschikte de gemeente nog niet over deze gegevens van het Hoogheemraadschap. De verbeelding wordt aangepast in het op te stellen ontwerpbestemmingsplan. |
51 | -Blz. 140, Tabel 13 (Grenspaal): KEN 250B. Staat op afbeelding 4 (blz.139) niet op de juiste plaats aangegeven. Wij merken hierbij op dat er in en rond het dorp meerdere grenspalen voorkomen met een verschillende oorsprong. (Stelling, Rijnland, grens gemeente Spaarndam) Wij verzoeken u in samenwerking met de Historische Werkgroep Spaarndam deze palen in beeld te brengen en te beschrijven in het bestemmingsplan. |
Uit de Cultuurhistorische Waardenkaart van de provincie (http://geo.noord-holland.nl/chw/start.asp)
blijkt KEN250B op de juiste plaats aangegeven. |
52 | -Blz. 143, Tabel 18 (Fort): KEN 184B. Hoe worden de grenzen vastgesteld voor de exploitatie? |
Deze vraag valt buiten het bestek van deze bestemmingsplanprocedure. |
Regels | ||
53 | -Blz. 151, Artikel 1, nr. 23 (Bouwhoogte): De omschrijving die hier gebezigd wordt, is afwijkend van die welke in Artikel 2.1, sub b gebruikt wordt. Is de hoogte inclusief of exclusief schoorstenen? |
De bepaling in artikel 1 wordt geschrapt. De regeling in artikel 2 is voldoende. De hoogte is exclusief schoorstenen. |
54 | -Blz. 155, Artikel 1, nr. 57 (Peil - 2e streepje): De omschrijving is niet correct. Als het wel correct zou zijn dan zijn de maten op de bestemmingsverbeelding niet correct. Als er uitgegaan wordt van de voorzijde van het gebouw zijn de maten wel correct. |
De definitie van peil wordt aangepast. De tekst achter het tweede gedachtestreepje
wordt verwijderd. |
55 | -Blz. 161, Artikel 4.2, sub c. en d. (Bouwregels, nokrichting en dakhelling): We missen t.b.v. dit artikel een kaart met de bestaande situatie. In het oude bestemmingsplan Beschermd Dorpsgezicht Spaarndam maakte een nokken- en gevelkaart onderdeel uit van het plan. |
Er wordt geen gebruik meer gemaakt van de nokken- en gevelkaart. In de regels (in de dubbelbestemming 'Beschermd Dorpsgezicht') is een regeling opgenomen die - in het algemeen- inhoudt dat de bestaande afmetingen gehandhaafd dienen te blijven. In de definities is opgenomen wat er onder bestaand moet worden verstaan: bebouwing zoals aanwezig op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, dan wel mag worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning. Om te bepalen of iets al dan niet bestaand is, kan de gemeente Haarlem in deze gevallen haar bouwarchief raadplegen |
56 | -Blz. 162, Artikel 4.2, sub j. (Bouwregels, erfafscheidingen): Ook hier zal een onderscheid gemaakt moeten worden tussen erfafscheidingen gelegen voor en achter de voorgevelrooilijn, zoals dit ook in artikel 5.2, sub i. en j. en artikel 17.2, sub l. en m. is gebeurd. |
Naar aanleiding van deze opmerking worden de regels op dit punt aangepast. |
57 | -Blz. 163, Artikel 4.4, sub c. (Specifieke gebruiksregels): Wat wordt hier bedoeld? Mag een bedrijfswoning niet als gewone woning gebruikt worden? |
Hier wordt bedoeld dat er in de bedrijfsbestemming uitsluitend gewoond mag worden in de als zodanig op de plankaart/ verbeelding aangeduide bedrijfswoningen. |
58 | -Blz. 163, Artikel 4.6 (Wijzigingsbevoegdheid): Het gaat hier over de bestemming van Garage Balm. Als deze langer dan een half jaar niet is gebruikt, kan de mogelijkheid vervallen hier een garagebedrijf te kunnen vestigen. De vraag is of we dat willen. |
De wijzigingsbevoegdheid slaat niet op garage Balm maar op de bedrijfsbestemming aan
de Ijdijk. Volgens het milieuonderzoek veroorzaakt dit bedrijf enige milieuhinder. Door het opnemen van deze wijzigingsbevoegdheid zou op termijn, indien aan de genoemde voorwaarden voldaan wordt de maximale toegestane bedrijfscategorie 1 categorie teruggeschaald kunnen worden. |
59 | -Blz. 164, Artikel 5.2, sub c. en d. (Bouwregels, nokrichting en dakhelling): We missen t.b.v. dit artikel een kaart met de bestaande situatie. In het oude bestemmingsplan Beschermd Dorpsgezicht Spaarndam maakte een nokken- en gevelkaart onderdeel uit van het plan. |
Er wordt geen gebruik meer gemaakt van de nokken- en gevelkaart. In de regels (in de dubbelbestemming 'Beschermd Dorpsgezicht') is een regeling opgenomen die - in het algemeen- inhoudt dat de bestaande afmetingen gehandhaafd dienen te blijven. In de definities is opgenomen wat er onder bestaand moet worden verstaan: bebouwing zoals aanwezig op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, dan wel mag worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning. Om te bepalen of iets al dan niet bestaand is, kan de gemeente Haarlem in deze gevallen haar bouwarchief raadplegen. |
60 | -Blz. 165, Artikel 5.2, sub h.4 (Bouwregels, dakkapel): Moet de minimale maat hier ook geen 0,90 meter bedragen, zoals ook in artikel 4.2, sub h.4? Het gaat ook hier om de voorzijde van een pand. |
De in het concept – ontwerpbestemmingsplan opgenomen regeling voor dakkapellen is verwijderd. In het ontwerpbestemmingsplan worden geen bepalingen opgenomen voor dakkapellen. Voor de achterzijde is er voor dakkapellen al een regeling opgenomen in het besluit bouwvergunningsvrije en licht bouwvergunningsplichtige bouwwerken. Hierin is bepaald dat dakkapellen binnen de daar genoemde afmetingen vergunningsvrij zijn. In het Beschermd dorpsgezicht zijn dakkapellen licht bouwvergunningsplichtig. |
61 | -Blz. 167, Artikel 6.1, sub a. (Bestemmingsomschrijving): Kunnen volkstuinen onder groenvoorziening vallen? |
Volkstuinen vallen niet onder de groenbestemming. |
62 | -Blz. 167, Artikel 6.4, sub a. (Specifieke gebruiksregels): Is dit artikel bedoeld om het opslagterrein van de voormalige firma Tiggelman aan de Kerklaan te amoveren? |
Deze bepaling geeft aan dat het in de gehele 'Groenbestemming' niet is toegestaan de genoemde zaken op te slaan en ziet niet op een specifiek terrein. |
63 | -Blz. 169, Artikel 7.2, sub c. en d. (Bouwregels, nokrichting en dakhelling): We missen t.b.v. dit een artikel een kaart met de bestaande situatie. In het oude bestemmingsplan Beschermd Dorpsgezicht Spaarndam maakte een nokken- en gevelkaart onderdeel uit van het plan. |
Er wordt geen gebruik meer gemaakt van de nokken- en gevelkaart. In de regels (in de dubbelbestemming 'Beschermd Dorpsgezicht') is een regeling opgenomen die - in het algemeen- inhoudt dat de bestaande afmetingen gehandhaafd dienen te blijven. In de definities is opgenomen wat er onder bestaand moet worden verstaan: bebouwing zoals aanwezig op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, dan wel mag worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning. Om te bepalen of iets al dan niet bestaand is, kan de gemeente Haarlem in deze gevallen haar bouwarchief raadplegen. |
64 | -Blz. 169, Artikel 7.2, sub g. (Bouwregels, erfafscheidingen): Ook hier zal een onderscheid gemaakt moeten worden tussen erfafscheidingen gelegen voor en achter de voorgevelrooilijn, zoals dit ook in artikel 5.2, sub i. en j. en artikel 17.2, sub l. en m. is gebeurd. |
Naar aanleiding van deze opmerking worden de regels op dit punt aangepast. |
65 | -Blz. 175, Artikel 10.2, sub a. (Bouwregels, bouwhoogte): De hier vermelde bouwhoogte van 3,5 meter is in tegenspraak met de maten op de kaart. |
De maten op de plankaart zijn opgenomen voor de bestemming 'Bedrijf'. De vermelde bouwhoogte van 3,5 m slaat op de om de bestemming 'Bedrijf' liggende bestemming 'Recreatie – jachthaven'. |
66 | -Blz. 179, Artikel 12.2, sub b. (Bouwregels aan- en uitbouwen en bijgebouwen): Het genoemde maximum van 20 m² is mogelijk in tegenspraak met het genoemde maximum van 40 m² in Artikel 17.2, sub g.. De onduidelijk kan ook liggen aan de omschrijving van het begrip bouwperceel. Ons is niet duidelijk waar in het plan de 40 m² kan voorkomen. |
De 40 m2 slaan op de woonbestemming. In theorie zou het mogelijk kunnen zijn dat een bewoner/ eigenaar niet bouwmogelijkheden die er op bouwvlak volledig wil benutten. Vandaar dat in eerste instantie deze 40 m2 is opgenomen in de woonbestemming. Deze regel wordt overigens in de ontwerpfase geschrapt, juist vanwege het gegeven dat deze situatie in de praktijk niet of nauwelijks zal voorkomen. |
67 | -Blz. 185, Artikel 15.2, sub c. en d. (Bouwregels steigers): De omschrijvingen geven veel onduidelijkheden. Vooral bij bredere wateren. Het begrip waterlijn komt niet in Artikel 1 voor. |
Deze bepaling dient zonder meer nog te worden aangepast. In het ontwerpbestemmingsplan is een andere regeling opgenomen. |
68 | -Blz. 189, Artikel 17.2, sub c. en d. (Bouwregels, nokrichting en dakhelling): We missen t.b.v. dit een artikel een kaart met de bestaande situatie. In het oude bestemmingsplan Beschermd Dorpsgezicht Spaarndam maakte een nokken- en gevelkaart onderdeel uit van het plan. |
Er wordt geen gebruik meer gemaakt van de nokken- en gevelkaart. In de regels (in de dubbelbestemming 'Beschermd Dorpsgezicht') is een regeling opgenomen die - in het algemeen- inhoudt dat de bestaande afmetingen gehandhaafd dienen te blijven. In de definities is opgenomen wat er onder bestaand moet worden verstaan: bebouwing zoals aanwezig op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, dan wel mag worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning. Om te bepalen of iets al dan niet bestaand is, kan de gemeente Haarlem in deze gevallen haar bouwarchief raadplegen. |
69 | -Blz. 189, Artikel 17.2, sub h. (Bouwregels woningen): De beperkingen van dit artikel kan het onmogelijk maken achter de woningen passende aanbouwen (schuurtjes) met puntdakjes te maken en noodzaakt tot dissonante platte daken. |
Zie onze beantwoording hiervoor onder punt 66. Regelingen voor aan-, uit- en bijgebouwen worden uit de bestemming 'Wonen' gehaald. Het bouwvlak mag volledig worden bebouwd. |
70 | -Blz. 190, Artikel 17.2, sub h.4 (Bouwregels, dakkapel): Moet de minimale maat hier ook geen 0,90 meter bedragen, zoals ook in artikel 4.2, sub h.4? Het gaat ook hier om de voorzijde van een pand. |
De in het concept – ontwerpbestemmingsplan opgenomen regeling voor dakkapellen is verwijderd. In het ontwerpbestemmingsplan worden geen bepalingen opgenomen voor dakkapellen. Voor de achterzijde is er voor dakkapellen al een regeling opgenomen in het besluit bouwvergunningsvrije en licht bouwvergunningsplichtige bouwwerken. Hierin is bepaald dat dakkapellen binnen de daar genoemde afmetingen vergunningsvrij zijn. In het Beschermd dorpsgezicht zijn dakkapellen licht bouwvergunningsplichtig. |
71 | -Blz. 200, Artikel 22.3 (Algemene ontheffingsregels): Het lijkt ons gewenst dat bij dit artikel ook sub a van artikel 22.2 meegenomen wordt. Tevens zou hier een zinsnede opgenomen kunnen worden de adviescommissie ruimtelijke kwaliteit/cwm en de dorpsraad te raadplegen. |
Sub a was abusievelijk niet opgenomen. Sub g in artikel 22.3 wordt verwijderd. In de dubbelbestemming 'Waarde - Beschermd Dorpsgezicht' is voorzien in een adviesrol voor de Dorpsraad bij het verlenen van ontheffingen. |
Bestemmingsverbeelding 70801c | ||
72 | -Op de bestemmingsverbeelding komt in tegenstelling tot de verwijzing op pagina 16 geen grens voor van de aanwijzing Beschermd Dorpsgezicht. Deze omissie dient hersteld te worden om een goede bescherming te borgen. | De tekst in de toelichting wordt op dit punt aangepast. Voor het Beschermd Dorpsgezicht
is in het ontwerp een regeling opgenomen in regels en op de verbeelding. |
73 | -De leesbaarheid van de kaart wordt op sommige plekken verstoord door het gebruik van het zwarte kruisje of een vermeld huisnummer. Dit bedekt soms de aangegeven goot- en/of nokhoogte. | De leesbaarheid is inderdaad voor de analoge kaart soms een probleem. Dit wordt straks opgevangen door gebruik te maken van digitale kaarten. |
74 | -In de kaart komen bij diverse panden bestemmingen voor die reeds lang zijn achterhaald. Dat levert de vraag op hoe hier in de toekomst mee omgegaan zal worden als een eigenaar verbouwingsplannen heeft. (voorbeelden zijn IJdijk 26 A, Spaarndammerdijk 94, 96 en 99, Oostkolk 17 A, Visserseinde 8/10, Westkolk 24) Er zouden regels in het plan moeten komen om soepel bestemmingen te kunnen wijzigen als elders in het plan een detailhandel of horecavestiging is gewijzigd in een woning. Uiteraard wel met een gemaximeerd aantal per soort bestemming. | Naar aanleiding van deze opmerkingen is de verbeelding aangepast. |
75 | -Op vele percelen stemt het aangegeven bebouwingsvlak niet overeen met de huidige situatie. Bij vele percelen is dat niet te rechtvaardigen, aangezien de bebouwing al vele tientallen en soms zelf honderden jaren bestaat. Bij ver- of nieuwbouwplannen geeft dat de eigenaren grote rechtsonzekerheid. (voorbeelden Visserseinde 75, Spaarndammerdijk 96A) | De verbeelding geeft de in de meeste gevallen de oorspronkelijke hoofdbebouwing weer. Eventuele aan-, uit-, en aanbouwen zijn mogelijk gemaakt onder de bestemming "Tuin 2". |
76 | -Op de kaart komt een lijst van functieaanduidingen voor. Deze worden in verschillende bestemmingsvlakken gebruikt. In de regels zijn deze functieaanduidingen niet terug te vinden. Dat kan in de toekomst tot verwarring leiden. Wat betekent bijvoorbeeld “verblijfsgebied” als dat in combinatie met de bestemming “Verkeer” gebruikt wordt? Mag je daar parkeren? Het lijkt ons zinvol in artikel 1 een omschrijving van deze functies te geven, alsmede in eventuele andere artikelen, zoals die artikelen die de bestemmingsvlakken regelen. (art. 3 t/m 16) | Naar aanleiding van deze opmerkingen wordt de kaart geactualiseerd. Een aantal functieaanduidingen bleken inderdaad overbodig. |
77 | -Boezemkade 11 Het fort Bezuiden Spaarndam heeft de bestemming Maatschappelijk/Waarde Cultuurhistorie. Dit ondersteunen wij. Wij constateren echter dat er desondanks een sluipend proces plaatsvindt waarin geprobeerd wordt horeca te ontwikkelen op dit terrein. De huidige huurder is voornemens meerdere activiteiten te gaan ontwikkelen, die een verkeersaantrekkende werking zullen hebben. Dit is ons inziens onwenselijk vanwege de overlast welke de bewoners van de Boezemkade hiervan zullen ondervinden en de gevaarlijke situatie welke zal ontstaan bij het oprijden van de dijk. Wij dringen er daarom op aan de bestemming “maatschappelijk” vast te houden en hier geen horeca toe te staan. Wij wijzen er nog maar eens op dat Spaarndam geen onderdeel uitmaakt van het Recreatieschap Spaarnwoude. Hier is bij de oprichting van het recreatieschap nadrukkelijk voor gekozen omdat het dorp niet bestuurd wil worden door een complex van bestuurders uit verschillende gemeenten, maar uitsluitend door de bestuurders waar wij zelf op stemmen. Wij dringen er dan ook op aan dat u als onze aangewezen gemeente van dit gebied hierop toeziet. |
Deze reactie wordt voor kennisgeving aangenomen. |
78 | -Kerklaan Aan de Kerklaan is het volkstuinencomplex bestemd als recreatie. Sinds vele jaren is met de gemeente overleg gevoerd om een klein perceel hiervan te bestemmen tot parkeerruimte. Nu er een nieuw bestemmingsplan voorligt, verzoeken wij u in overleg met ons hier een deel de bestemming “Verkeer” aan te geven. |
De afdeling Verkeer ziet vooralsnog geen mogelijkheden voor het faciliteren van een klein parkeerterrein op het volkstuinencomplex. Het ontwerpbestemmingsplan zal hierin niet voorzien. |
79 | -Kolksluis De kolk van de Kolksluis heeft nu de bestemming WA gekregen. Omdat de kolk een integraal onderdeel uitmaakt van het noorder- en zuiderhoofd, dient de kolk ook de bestemming WA-WS te krijgen. |
Deze bestemming is gewijzigd in de bestemming WA- WS. |
80 | -Pol 1 Er ontbreken gegevens van de bestaande garage. |
De aangebouwde schuur valt onder "Tuin 2". |
81 | -Pol 4, (Taanschuur) De hoogte van deze schuur is c.q. was 4,8 / 6,9 meter dit wordt in verband met recent verleende bouwvergunning 5,2/7,5 meter |
De maatvoering valt binnen de ontheffing van 10%. |
82 | -Pol 6 Wij adviseren de bestaande nokhoogte te handhaven en niet te verruimen tot 9 meter. |
De verbeelding is hierop aangepast. |
83 | -Pol 8/10 Achter achtertuin ligt strook Rijnlands grond met riolering. Dit is niet terug te vinden op de kaart. |
De ligging van riolering van deze afmeting is niet ruimtelijk relevant en behoeft als zodanig geen aparte regeling in het bestemmingsplan. Ook de eigendomsverhoudingen zijn niet ruimtelijk relevant. |
84 | -Pol 42/44 Er staat hier geen goothoogte vermeld. |
De verbeelding is voorzien van maatvoering met een maximale bouwhoogte van 7 meter. |
85 | -Pol 50 Het gemaal heeft terecht de bestemming WA-WS gekregen. Vanwege nieuwbouwplannen ten westen van het gemaal is het zinnig het terrein ten noorden van deze bestemming, en reeds aangegeven met een kadasterlijn met momenteel de bestemming Natuur, ook de bestemming WA-WS te geven. Ter plaatste van het gemaal en/of zijn omgeving staat geen maximale goot- en nokhoogte vermeld. Dat lijkt ons wel gewenst |
De contouren van het gemaal worden overeenkomstig de plannen van het Hoogheemraadschap
aangepast. |
86 | -Rietpol De aangegeven bouwhoogte is te beperkt. Een (zeil)boot heeft van kiel t/m kajuit al gauw een hoogte van zo'n 5 tot 6 meter. Het bestaande woonhuis zou al niet meer kunnen. Het Bouwbesluit zegt dat verblijfsoppervlakken een vrije hoogte moeten hebben van 260 cm. Incl. constructie betekent dat voor bv een woonhuis in twee lagen al een bouwhoogte van ca. 6 meter (plat dak) nodig is. Voorstel: goothoogte vastleggen, dakhelling en bouwhoogte. (bv 8 m) De kaart geeft geen duidelijkheid over de aanwezige hijskraan. |
Onduidelijk is waarop gedoeld wordt. De op de plankaart opgenomen hoogte ziet op de bestemming 'Bedrijf'. Voor de woonschepen is een ligplaats opgenomen op de plankaart. De maximale afmetingen voor de woonschepen zijn opgenomen in de bestemmingsplanregels. Voor de hijskraan wordt in de regels een maximale bouwhoogte opgenomen, die gelijk is aan de bestaande bouwhoogte. |
87 | -Slaperdijkweg Het ijsbaanterrein van IJsclub Nova Zembla dient op de kaart als een dubbelbestemming te worden aangegeven. Tevens dient de aanwezige bebouwing aangegeven te worden. |
Het ijsbaanterrein krijgt een maatbestemming op de verbeelding. |
88 | -Spaarndammerdijk 70 A De aangegeven toegestane nokhoogte verschilt met het naastgelegen zusterpand op no. 71 A. Dit is niet gewenst. De hoogten moeten overeenkomen met de praktijk. Voor de goothoogten zijn de verschillen wel gerechtvaardigd. |
De verbeelding is hierop aangepast. |
89 | -Spaarndammerdijk 81 Op dit perceel komt geen bestemming “Tuin 2” voor, hetgeen ons niet realistisch lijkt, mede gezien de huidige situatie. Misschien is het verstandiger de strook Tuin 2, welke momenteel gesitueerd is achter de woningen no. 70 t/m 80, te versmallen ten gunste van een te creëren strook Tuin 2 langs het straatje Grote Sluis. (dus inclusief no. 81) |
De verbeelding is hierop aangepast. |
90 | -Spaarndammerdijk 94 Het aangegeven perceel Tuin 2 komt ons erg marginaal voor. Gezien de huidige achtergevelrooilijnen van no. 94 t/m 96 A, kan meer geboden worden. |
De verbeelding is hierop aangepast. |
91 | -Spaarndammerdijk 95 Het aangegeven perceel Tuin 2 komt ons erg marginaal voor. Gezien de huidige achtergevelrooilijnen van no. 94 t/m 96 A, kan meer geboden worden. |
De verbeelding is hierop aangepast. |
92 | -Spaarndammerdijk 95 A Het aangegeven perceel Tuin 2 komt ons erg marginaal voor. Gezien de huidige achtergevelrooilijnen van no. 94 t/m 96 A, kan meer geboden worden. |
De verbeelding is hierop aangepast. |
93 | -Taanplaats 12 De aangegeven maximale nokhoogte van 9 meter is op deze plaats niet gewenst. |
De verbeelding is aangepast. De maximale nokhoogte is 7m. |
94 | -'t Vaartje Aan de noordkant van het vaartje (achter Visserseinde 43) staan groengebieden geprojecteerd. Dit zijn al sinds jaar en dag drie parkeerplaatsen. De groengebieden zijn onterecht aangebracht. U ontneemt deze parkeerruimten aan het dorp door er nu opeens groengebied van te maken. Tevens komt in dit straat de benaming vb voor, terwijl dat naar onze mening V moet zijn. Hier vindt verkeer plaats i.v.m. de aanwezige parkeerplaatsen. |
De aanduiding Vb is verwijderd als functieaanduiding op de verbeelding. Deze had geen toegevoegde waarde. |
95 | -Visserseinde De Haarlemmersluis is aangegeven als groengebied. Dit is onjuist. De Haarlemmersluis is een monumentale sluis uit 1519. (Zoals aangegeven op de Waarderingskaart. Het gaat niet aan hier een groengebied van te maken. (met de mogelijkheid van aanplanting of bomen te plaatsen). Het gras dat er nu groeit is ontstaan door nalatig onderhoud; de onderliggende overwoekerde tegels geven de voormalige stroming van het water aan. Beter is het hier de bestemming verkeer (vb) aan te geven met dubbelbestemming WR-C, gezien de te beschermen waarde. |
De strook rond de Haarlemmersluis heeft in het vigerende bestemmingsplan 'Uitbreidingsplan in onderdelen Visserseinde' ook een groenbestemming. Wel is de strook wat ruimer getrokken in het onderhavige concept ontwerpbestemmingsplan. De strook wordt in overeenstemming gebracht met het vigerende bestemmingsplan. |
96 | -Visserseinde 6 Achter dit pand is recent een bouwvergunning verstrekt voor een woning gelegen aan het water. De kaart moet hier nog op worden aangepast. |
De verbeelding wordt hierop aangepast. Vergunning is nog niet bekend |
97 | -Visserseinde 8/10 Rechts van dit perceel. Het bebouwde oppervlak is foutief op de kaart weergegeven. Het meest westelijke gebouw moet worden verwijderd. Dit is bestemd als parkeerruimte bij de nieuwe woningen. Hiertoe is na uitvoerig overleg met betrokkenen nog onlangs besloten door B&W. Het vertrouwen van de burgers zou worden geschaad, als daags na het besluit van B&W dit besluit in het bestemmingsplan genegeerd zou worden. |
De verbeelding is aangepast conform de verleende bouwvergunning. |
98 | -Visserseinde 43 De schuur is in gebruik als “kamer voor de kinderen”. Wanneer hierover goede afspraken zijn gemaakt met de buren is dat geen probleem. Als u dit echter omzet in een definitieve woonbestemming ontstaat een definitieve ongelijkmatige vorm van overlast in de achtertuinen, met gevolgen voor de privacy etc. Onder het mom gelijke monniken gelijke kappen raden wij u aan om alle schuren als Tuin 1 of 2 te bestemmen. |
De verbeelding wordt hierop aangepast. De bebouwing wordt geschaard onder "Tuin 2". |
99 | -Visserseinde 63/65 De tuin achter dit perceel staat abusievelijk aangegeven aan vb, terwijl dit naar ons idee Tuin 2 moet zijn. |
De verbeelding is aangepast. Het achtererf is met "Tuin 2" bestemd. |
100 | -Visserseinde 77 Deze woning is onterecht niet als bouwperceel aangegeven. |
In het archief zijn er geen gegevens betreffende deze woning. De rechten uit het oude bestemmingsplan zijn overgenomen. |
101 | -Westkolk 36 De verbeelding stelt een nokhoogte voor (9 meter), die niet in verhouding staat met de maximale goothoogte. (4 meter) Dit kan een voorgevel opleveren, die niet passend is in het gevelbeeld van de Westkolk, zeker gezien de geringe breedte aan de voorkant. Door de opgegeven maten ontstaat een soort kaars bij realisatie. Er is geen duidelijkheid over de nokrichting. Er is geen tekening met dakvormen. In de tekst wordt verwezen naar de bestaande toestand. Dat is echter een plat dak ca. 350 cm hoog. In zijn algemeenheid is het beter de dakhelling van (nieuwe) objecten te beperken tot bv. 60 graden. De huidige bestemming is Bedrijf. Wij stellen voor om de kavel de GD-status te geven. |
Zie paragraaf 5.2.6 voor de beschrijving van het oprichten van een woning te Westkolk
36. De verbeelding is aangepast. De goothoogte wordt verhoogd naar 6 meter. |
102 | -IJdijk 6 Er staat hier een gedeelte als Tuin 3 aangegeven, wat vrijheid geeft dit dicht te bouwen. Wij vinden dit een ongewenste ontwikkeling |
De verbeelding is hierop aangepast. De huidige contouren worden aangehouden. |
103 | -IJdijk t.o. 26 A Wij missen op de kaart de ligplaats van de Fam. De Haan. |
Op basis van het vigerende bestemmingsplan zijn hier geen ligplaatsen voor woonschepen toegestaan. Ook is er geen ligplaatsvergunning voor de fam. De Haan bekend. Er wordt dan ook geen regeling opgenomen in het ontwerpbestemmingsplan. |
104 | -IJdijk 41 De aangegeven goothoogte van 3 meter is niet de praktijkhoogte. |
De maatvoering van de goot is gewijzigd naar 5 m. |
105 | -IJdijk 43 De aangegeven goothoogte van 3 meter komt niet in de buurt van de praktijkhoogte. |
De maatvoering van de goot is gewijzigd naar 6 m. |
Waarderingskaart 70802c | ||
106 | Indeling in een orde is vaak een subjectieve zaak. Ook bij deze waarderingskaart komen
indelingen voor die men als men panden met elkaar vergelijkt, niet zal begrijpen. Bij meerdere panden is de voorzijde van een hogere orde dan de achterzijde. Om daarmee het gehele pand in een lagere orde te plaatsen, doet geen recht aan de belevingswaarde van de burger. Maatwerk is hierbij vereist. |
Deze problematiek is doorgesproken en door een groter aantal panden Orde 2 te maken is aan de bezwaren belangrijk tegemoetgekomen. |
107 | -Boezemkade 2 Historisch ensemble staat niet op de kaart aangegeven. |
Jawel, vormt een eenheid met Visserseinde 3. |
108 | -Boezemkade 3 Dit pand verdient het minimaal in orde 2 ondergebracht te worden. Het is een oude fortwachterswoning, waarschijnlijk onderdeel van de Stelling van Amsterdam. |
Dit wordt nog intern bij de provincie bekeken. |
109 | -Havenplein 13 t/m 36 Betreffende panden staan op de ontwerpmonumentenlijst van uw college. (Waarschijnlijk is men vergeten de no. 1 t/m 12 er ook op te zetten. Orde 1 is dus gewenst. |
In principe blijven de kandidaat gemeentelijke monumenten Orde 2. |
110 | -Kerklaan 2/4 De panden staan op de ontwerpmonumentenlijst van uw college. Orde 1 is dus gewenst. |
In principe blijven de kandidaat gemeentelijke monumenten Orde 2 |
111 | -Oostkolk 17a Het pand staat op de ontwerpmonumentenlijst van uw college. Orde 1 is dus gewenst. |
In principe blijven de kandidaat gemeentelijke monumenten Orde 2 |
112 | -Oostkolk 25 Aanbouw grenzend aan Taanplaats. Dit onderdeel van pand maakt qua architectuur onderdeel uit van Oostkolk 25 en dient orde 2 te krijgen om ongewenste ontwikkelingen te voorkomen. Beeldondersteunend in het oude plan. |
Inderdaad, wordt op de kaart en in de beschrijving gecorrigeerd. |
113 | -Pol 1 Het pand staat op de ontwerpmonumentenlijst van uw college. Orde 1 is dus gewenst. |
In principe blijven de kandidaat gemeentelijke monumenten Orde 2. |
114 | -Pol 2 Dit karakteristieke pandje staat onder de bevolking bekend als Greet groentehal. Gezien de kleinschaligheid verdient dit orde 2. Beeldondersteunend in het oude plan. |
Wordt op de kaart en in de beschrijving opgewaardeerd naar orde 2. |
115 | -Pol 20 Het pand staat op de lijst van pilotmonumenten van uw college. Orde 1 is dus gewenst. |
In principe blijven de kandidaat gemeentelijke monumenten Orde 2 |
116 | -Pol 22 Dit pand maakte vroeger onderdeel uit van de verdwenen bakkerij Oud en is vanwege zijn kleinschalige karakter beter te beschermen in orde 2. |
Wordt op de kaart en in de beschrijving opgewaardeerd naar orde 2. |
117 | -Pol 30 Gezien het kleinschalige karakter van dit pand met zijn kleine kap dient de woning ondergebracht te worden in orde 2, zodat nokrichting en dakhelling behouden zullen blijven. |
Wordt op de kaart en in de beschrijving opgewaardeerd naar orde 2. |
118 | -Pol 42/44 Beide panden horen bij elkaar en zijn vrij uniek in het dorp. Vooral no. 42 heeft een fraaie uitstraling. Indeling in orde 2 biedt meer bescherming. |
Wordt op de kaart en in de beschrijving opgewaardeerd naar orde 2. |
119 | -Pol 48/50 Panden staan op de ontwerpmonumentenlijst van uw college. Orde 1 is dus gewenst. |
In principe blijven de kandidaat gemeentelijke monumenten Orde 2 |
120 | -Pol 50 Oude smederij, behorend bij gemaal, dus ook een provinciaal monument, staat niet aangegeven. Orde 1 is dus gewenst. |
Hoogstwaarschijnlijk geen provinciaal monument, maar wordt door de provincie nog intern bekeken. Indien geen status dan blijft dit Orde 2 |
121 | -Spaarndammerdijk 73 Dit pand met zijn fraaie voorgevel verdient indeling in orde 2. In het oude bestemmingsplan was het beeldondersteunend en ingedeeld in categorie IIa. |
Wordt op de kaart en in de beschrijving opgewaardeerd naar orde 2. |
122 | -Spaarndammerdijk 78 A Nieuwbouw na 1950. Toch staat het als orde 02 aangegeven. |
Wordt op de kaart gecorrigeerd |
123 | -Spaarndammerdijk 87 A Pand staat op de ontwerpmonumentenlijst van uw college. Orde 1 is dus gewenst. |
In principe blijven de kandidaat gemeentelijke monumenten Orde 2 |
124 | -Spaarndammerdijk 89 A Ondanks de veranderde achtergevel verdient de fraaie voorzijde van dit pand indeling in orde 2. Beeldondersteunend en categorie IIa in het oude plan |
Wordt op de kaart en in de beschrijving opgewaardeerd naar orde 2. |
125 | -Spaarndammerdijk 91 A Dit pand is volgens ons nog in originele staat en wordt waarschijnlijk verward met no. 92 A, welke enige tijd geleden is vernieuwd. Bescherming in orde 2 is hier noodzakelijk. Beeldondersteunend en categorie IIa in het oude plan. |
Wordt op de kaart en in de beschrijving opgewaardeerd naar orde 2. |
126 | -Spaarndammerdijk 95/95A Panden staan op de lijst van pilotmonumenten van uw college. Orde 1 is dus gewenst. |
In principe blijven de kandidaat gemeentelijke monumenten Orde 2. |
127 | -Spaarndammerdijk 99 Nieuwbouw na 1950 (ca 1985?) als woning. Staat op waarderingskaart als orde 02 aangegeven en heeft als bestemming gemengd. Orde laten vervallen. |
Wordt op de kaart gecorrigeerd. |
128 | -Taanplaats 4 Ondanks de recente aanpassing aan de kap verdient dit pand, welke in de volksmond onderdeel uitmaakt van de Zeven Provinciën, bescherming tegen verdere aantasting door plaatsing in orde 2. |
Wordt op de kaart en in de beschrijving opgewaardeerd naar orde 2. |
129 | -Taanplaats 12 Dit kleinste huisje van Spaarndam is ondanks de “vernieuwbouw” nog in nagenoeg originele staat. Bescherming door orde 2 is hier gewenst. |
Blijft orde 3 vanwege beperkte kwaliteiten. |
130 | -Taanplaats 24/26/28 Panden staan op de ontwerpmonumentenlijst van uw college. Orde 1 is dus gewenst. |
In principe blijven de kandidaat gemeentelijke monumenten Orde 2. |
131 | -Taanplaats 30 Nieuwbouw na 1950, staat op de waarderingskaart aangegeven als orde 02. Gezien beeldondersteunend karakter en categorie in oude plan toch maar handhaven. |
Het gedeelte aansluitend op Westkolk 46 blijft vanwege samenhang orde 2. |
132 | -Visserseinde 2/4 Bij deze twee-onder-een-kap woningen verdient de dakvorm het om beter beschermd te worden. Orde 2 biedt die bescherming. |
Wordt op de kaart en in de beschrijving opgewaardeerd naar orde 2. |
133 | -Visserseinde 8 t/m14 Vanwege recent verleende bouwvergunning vervalt orde 03. |
Wordt op de kaart aangepast. |
134 | -Visserseinde 7 Dit monumentale pand is wat betreft verschijning in het dorp vrij uniek en dient ondanks de lage aanbouw aan de zijkant goed beschermd te worden. Orde 2 biedt meer bescherming. |
Wordt op de kaart en in de beschrijving opgewaardeerd naar orde 2. |
135 | -Visserseinde 13 Ondanks dat dit pand ingrijpend is veranderd, is dit een karakteristieke dijkwoning gebleven, welke beter beschermd kan worden met orde 2. |
Wordt op de kaart en in de beschrijving opgewaardeerd naar orde 2. |
136 | -Visserseinde 16 Ondanks de niet-passende dakkapel aan de achterzijde is dit een karakteristiek dijkpand, gebouwd tegen de dijk aan. Gezien de fraaie kap biedt orde 2 een betere bescherming |
Wordt op de kaart en in de beschrijving opgewaardeerd naar orde 2. |
137 | -Visserseinde 18/20/22 Deze drie woningen onder een kap worden wel als een interessant ensemble gezien. Vooral de voorzijde (gootvorm en kapellen) is het beschermen waard. Orde 2 biedt deze bescherming. |
Wordt op de kaart en in de beschrijving opgewaardeerd naar orde 2. |
138 | -Visserseinde 41 De bijzondere gevelindeling met achterliggende kap verdient indeling in orde 2. |
Wordt op de kaart en in de beschrijving opgewaardeerd naar orde 2. |
139 | -Visserseinde 43 De fraaie gevel met overspringende kap verdient indeling in orde 2. |
Wordt op de kaart en in de beschrijving opgewaardeerd naar orde 2. |
140 | -Visserseinde 73/75 Pand staat op de lijst van pilotmonumenten van uw college. Orde 1 is dus gewenst. |
In principe blijven de kandidaat gemeentelijke monumenten Orde 2 |
141 | -Visserseinde 77 Het pand hoort naar onze mening thuis in orde 2, gezien de fraaie kap en bijzondere dakkapellen. |
Wordt op de kaart en in de beschrijving opgewaardeerd naar orde 2. |
142 | -Westkolk 4/6 Dit pand staat op de ontwerpmonumentenlijst van uw college. Orde 1 is dus gewenst. |
In principe blijven de kandidaat gemeentelijke monumenten Orde 2 |
143 | -Westkolk 46 Nieuwbouw na 1950, staat op de waarderingskaart aangegeven als orde 02. Gezien beeldondersteunend karakter en categorie IIa in het oude plan toch maar handhaven. |
Inderdaad |
144 | -IJdijk 8 Dit pand met houten geveltop en originele achtergelegen schuur, gelegen naast het monument Woerdersluis, verdient bescherming van orde 2. |
Wordt op de kaart en in de beschrijving opgewaardeerd naar orde 2. |
145 | -IJdijk 10/12 Deze twee woningen onder een kap worden wel als een interessant ensemble gezien. Vooral de voorzijde (gootvorm en kapellen) is het beschermen waard. Orde 2 biedt deze bescherming. Beeldondersteunend en categorie IIa in het oude plan. |
Wordt op de kaart en in de beschrijving opgewaardeerd naar orde 2. |
146 | -IJdijk 14 Ondanks recente aanpassing aan de achterzijde verdient de fraaie voorzijde bescherming van orde 2. Beeldondersteunend en categorie IIa in het oude plan. |
Wordt op de kaart en in de beschrijving opgewaardeerd naar orde 2. |
147 | -IJdijk 34 t/m 44 Deze zes woningen onder een kap worden wel als een interessant ensemble gezien. Vooral de voorzijde (gootvorm en kapellen) is het beschermen waard. Orde 2 biedt deze bescherming. |
Wordt op de kaart en in de beschrijving opgewaardeerd naar orde 2. |
Op 20 obtober 2008 is de schriftelijke reactie van de wijkraad Dietsveld Vogelbuurt ontvangen. In deze bijlage worden de onderdelen van de schriftelijke reactie kort samengevat, waarna de beantwoording van de gemeente volgt.
De schriftelijke reactie is als bijlage 9 bijgevoegd.
Inhoud reactie wijkraad Dietsveld - Vogelbuurt | Reactie gemeente | |
1 | De Wijkraad Dietsveld- Vogelbuurt is verheugd dat het bestemmingsplan op deze wijze is neergezet. Het komt voor een belangrijk deel tegemoet aan de wensen van onze vereniging en allen die het gebied een warm hart toedragen. Het consoliderende en conserverende karakter biedt waarborgen voor de toekomst terwijl er voldoende ruimte is om de natuurlijke en cultuurhistorische waarden te versterken. | Deze reactie wordt voor kennisgeving aangenomen. |
2 | De grens van het plangebied loopt tot aan de buitenste trottoirband van de Vondelweg. De angst dat dit plan ruimte zou bieden aan uitbreiding/ verbreding van de Vondelweg is grotendeels weggenomen. | Deze reactie wordt voor kennisgeving aangenomen. |
3 | In het zuidelijk deel van het plangebied zijn niet de naast de Spaarndamseweg gelegen
groenstrook, het wandelpad en de woonboten opgenomen, terwijl dit gebied wel onderdeel
is van het huidige bestemmingsplan en mede bepalend is voor het Hekslootgebied. Ons
voorstel is dit gebied tot de helft van de uitloop van de Jan Gijzenvaart in dit bestemmingsplan op te nemen, wat ook de wens is van de Vereniging Woonbootbewoners Spaarndamseweg/Hekslootpolder. Waar dit zuidelijke gebied vroeger behoorde tot de wijkraad Indische buurt-Noord, is het al sinds jaren ondergebracht bij de wijkraad Dietsveld-Vogelbuurt. Alle zaken die dit gebied betreffen, worden nu in de wijkraad Dietsveld-Vogelbuurt besproken. De wijkraad heeft ook begrepen dat in het vorige bestemmingsplan het zuidelijk gebied behoorde bij het bestemmingsplan van het Hekslootgebied. Je kunt niet over consoliderend en conserverend spreken, als er een deel van het gebied 'verdwenen is'. |
De woonboten zijn geen onderdeel van het huidige bestemmingsplan, vandaar de keuze deze ook niet op te nemen in het nieuw op te stellen bestemmingsplan. Wel behoorde het gebied waar nu de voortuinen van de woonboten zijn gelegen tot het vigerende plan. Qua systematiek verdient het de voorkeur om de bestemming van de woonschepen en de bij de bij de woonboten behorende voortuinen in 1 bestemmingsplan op te nemen. Vandaar de keuze om een gedeelte dat momenteel valt in het bestemmingsplan 'Recreatie Haarlem Noord' uit het op te stellen bestemmingsplan Hekslootgebied/ Spaarndam- West op te nemen. Dat neemt niet weg dat voor het plangebied zelf het uitgangspunt conserverend bestemmen is, hetgeen impliceert dat de huidige bouw- en gebruiksmogelijkheden van de in het plan gelegen gronden positief worden bestemd. |
4 | We onderschrijven het benoemen van de strook groen naast de sloot als 'groen', terwijl de rest van het gebied als 'natuur' bestempeld wordt (blz. 66). Dat laatste is van belang, omdat het behouden van het vogelweidegebied dat er runderen en schapen lopen om het gras kort te houden. |
Deze reactie wordt voor kennisgeving aangenomen. |
5 | Het ontbreken van wandelpaden (blz.20 art.2.4) zien wij hier als een constatering en niet als een tekortkoming. Zie ook de constatering op pagina 66 onder kopje 6.4 Natuur (artikel 8) “Door het gebied lopen enkele onverharde voetpaden. Uitbreiding van het aantal voetpaden is niet gewenst”. De motivatie wordt ontleend aan het feit dat het Hekslootgebied deel uitmaakt Ecologische Hoofdstructuur en de bestemming 'natuur' gaat krijgen. | Deze reactie wordt voor kennisgeving aangenomen. |
6 | Het aanleggen van wandelpaden aan de buitenste grenzen van het gebied blijft wat ons betreft mogelijk. Op blz.58, 5e alinea zou als toevoeging opgenomen moeten worden dat deze extra wandelpaden alleen aan de randen van het gebied aangelegd kunnen worden. Er liggen plannen van wijkraden, politiek, volkstuinverenigingen en vereniging Behoud de Hekslootpolder, aan de buitenzijde wat wandelpaden aan te leggen. Het betreft vooral het noordwestelijke deel, het deel waarvoor je nu via de Vergierdeweg moet. Zoals ook door u gesteld, de plannen zijn nog niet concreet genoeg. | Naar aanleiding van de reactie is de toelichting aangepast. Het toevoegen van het wandelpad langs de Vondelweg is mogelijk in de bestemming 'Groen'. Het wandelpad Vondelweg - Slaperdijkweg is nog niet concreet genoeg en daarom nog niet opgenomen op de verbeelding. |
7 | Op blz.58 2e alinea staat dat het Hekslootgebied niet toegankelijk is voor recreanten. Dat is feitelijk onjuist. Ons voorstel is daarvan te maken: Het Hekslootgebied is beperkt toegankelijk via het dwars door het gebied lopende eeuwenoude Assendelver voetpad. | Naar aanleiding van de reactie is de toelichting aangepast. Het voorstel van de wijkraad wordt verwerkt. |
8 | Bladzijde 66 en 171, Natuur. In het gebied komt een observatiepost voor vogels die maximaal 5 meter hoog mag zijn. Wij zouden dat veranderd willen zien in: In het gebied kunnen enkele…. Dit geeft ruimte om bij meerdere interessante plekken vogelkijkhutten neer te zetten. | Meerdere observatieposten zijn in dit (open) gebied niet gewenst. |
9 | De strook groen die loopt vanaf de woonboten aan de Spaarndamseweg, langs het Spaarne
naar het grote gemaal in Spaarndam tussen het Spaarne en de Spaarndamseweg staat als
'natuur' aangemerkt. Deze strook groen wordt gebruikt voor recreatie: wandelen, fietsen,
vissen, surfen, trimmen. Ons voorstel is de strook direct naast het Spaarne en het voetpad en de strook groen tussen het voetpad en de Spaarndamseweg niet als 'natuur' maar als 'groen' aan te duiden. Nu staan er in deze strook ook diepwortelende bomen die in natuurgebied minder gewenst zijn, in het groen past dat wel. |
Ook deze strook behoort volgens het Streekplan tot de Ecologische Hoofdstructuur. Uitbreiding van bomen op deze locatie is niet gewenst. De bestemming Natuur wordt voor deze strook gehandhaafd. |
10 | Bladzijde 62. Boerderij Noord Akendam. De bestemming in het concept is wonen. Wij zouden die bestemming uitgebreid willen zien met een bestemming die recht doet aan ons voorstel van Noord Akendam een milieu-educatief centrum te maken. | Voor deze locatie bestaat een initiatief van Stichting Boerderij en Landschap en Sauna van Egmond voor de herontwikkeling. In het ontwerpbestemmingsplan is voor deze locatie een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om deze ontwikkeling op termijn mogelijk te maken. |
11 | Bladzijde 60, In het laatste aandachtspunt van 2., net boven 3., wordt geschreven: 'aanleg van veldeenheden die schootsvelden in het landschap benadrukken en financiële mogelijkheden bieden voor ontwikkeling van de forten'. Wat wordt bedoeld met 'veldeenheden'? Wat voor ontwikkelingen worden bedoeld? | Veldeenheden zijn kleinschalige nieuwe ruimtelijke ontwikkeling buiten de Stelling,
op de schootslijn van een fort. In het plangebied worden geen veldeenheden aangelegd. Dit aandachtspunt is geschrapt. |
12 | Wij willen afsluiten met de opmerking dat we de Dorpsraad Spaarndam steunen in haar zorg over de geplande hoogbouw in de nieuwe woonwijk Spaarne Buiten. Ook wij vinden de geplande hoogbouw totaal niet passen in deze landelijke omgeving. Daarnaast tast deze hoogbouw het historisch aanzicht van het oude Spaarndam aan. | Deze reactie wordt voor kennisgeving aangenomen. Zie het gemeentelijk antwoord bij zienswijze van de dorpsraad Spaarndam, onder 2. |
13 | Wij onderschrijven de opmerkingen van de wijkraad Vondelkwartier, de Dorpsraad Spaarndam en de Vereniging Behoud de Hekslootpolder | Deze reactie wordt voor kennisgeving aangenomen. |
Op 21 oktober 2008 is de schriftelijke reactie van de wijkraad Vondelkwartier ontvangen. In deze bijlage worden de onderdelen van de schriftelijke reactie kort samengevat, waarna de beantwoording van de gemeente volgt.
De schriftelijke reactie is als bijlage 10 bijgevoegd.
Inhoud reactie wijkraad Vondelkwartier | Reactie gemeente | |
1 | De reactie van onze wijkraad zal zich beperken tot het verzorgingsgebied binnen het bestemmingsplan waarvoor wij verantwoordelijkheid dragen. Voor het totaalbeeld onderschrijven wij de op- en aanmerkingen van onze collega wijkraad respectievelijk Dorpsraad evenals de vereniging Hekslootpolder op het onderhavige concept bestemmingsplan. | Deze reactie wordt voor kennisgeving aangenomen |
2 | Met het consoliderende karakter van het ruimtelijk beleid in het bestemmingsplan kan onze wijkraad van harte instemmen. | Deze reactie wordt voor kennisgeving aangenomen |
3 | Hoewel wij ons in grote lijnen kunnen vinden in de gemeentelijke uitgangspunten van het concept ontwerpbestemmingsplan hebben wij toch nog een aantal vragen en opmerkingen geinventariseerd die wij als bijlage bij dit schrijven voegen. | Deze reactie wordt voor kennisgeving aangenomen |
4 | Onze wijkraad deelt een punt van grote zorg indirect verband houdende met de Dorpsraad Spaarndam. Het betreft de geplande hoogbouw in de nieuwe woonwijk Spaarnebuiten in de buurgemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude. Wij voorzien een verstorende visuele invloed door de aangrenzende hoge bebouwing voor de culthuurhistorische en natuurlijke kwaliteiten van Spaarndam en de Hekslootpolder. Wij onderschrijven de zorg van de Dorpsraad Spaarndam als het gaat over de verwachte onverantwoorde toename van het plaatselijke autoverkeer als gevolg van de nieuwbouw in de buurgemeente. Omdat volgens ons fysieke ingrepen zoals hoogbouw door de negatieve visuele uitstraling op de omgeving niet past verzoeken wij u dringend uw invloed aan te wenden bij de buurgemeente om hoogbouw uit de plannen te laten schrappen. | De gemeente Haarlem is in overleg met de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude over deze ontwikkeling. De zorgen van bewoners van Spaarndam- West worden daarbij overgebracht met name ten aanzien van de verkeersafwikkeling. Ten aanzien van de hoogte van de voorgenomen bebouwing in relatie tot het Beschermde Dorpsgezicht kan worden opgemerkt dat de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten (RACM) samen met de gemeenteHaarlemmerliede en Spaarnwoude verantwoordelijk is voor het behoud en de duurzame ontwikkeling van archeologische waarden, gebouwde monumenten en cultuurlandschappen. De gemeente Haarlem heeft de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude geattendeerd op de zorgen van omwonenden. |
5 | De gebruikte kleuren op de plankaarten vloeien in elkaar over vooral bij Recreatie en Tuinen. Lastig te lezen. | In verband met de digitalisering/ standaardisering van bestemmingsplannen kennen hoofdgroepen van bestemmingen een bepaalde vaste kleur. Het is niet mogelijk hiervan af te wijken. |
6 | Criteria voor T1, T2 en T3 zouden wij graag benoemd zien. | T1 is de in de vigerende plannen voorkomende Tuinbestemming. T2 komt overeen met de in de vigerende plannen voorkomende erfbestemmingen. Tuin 3 zijn de in vigerende bestemmingsplannen voorkomende erfbestemmingen, die reeds voor 100 % of nagenoeg voor 100% zijn bebouwd. |
7 | Begraafplaats Akendam ontbreekt op de plankaart. | De begraafplaats ligt buiten het plangebied. |
8 | Blz 3. Waarom wordt er in de inhoudsopgave gesproken van regels in plaats van voorschriften? | De Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen (hierna SVBP 2008) maakt het mogelijk
om bestemmingsplannen te maken die op vergelijkbare wijze zijn opgebouwd en op een zelfde manier worden verbeeld. Vergelijkbare bestemmingsplannen leiden tot een betere dienstverlening en tot een effectievere en efficiëntere overheid. Deze standaard heeft voor een aantal zaken een verplicht karakter. Een van die aspecten is dat er niet langer wordt gesproken van 'voorschriften' maar van 'regels'. |
9 | Blz 60. Wat wordt verstaan onder de aanleg van veldeenheden? | Zie het gemeentelijk antwoord bij zienswijze van de wijkraad Dietsveld - Vogelbuurt, onder 11. |
10 | Blz 158: Waar kan op de plankaart een intensieve uitoefening van een agrarisch bedrijf plaatsvinden? | Deze bepaling is abusievelijk opgenomen in de regels en wordt in de ontwerpversie van het bestemmingsplan verwijderd. |
11 | Blz 158, artikel 3.2 sub d: Tweemaal 'naar de' is overbodig taalgebruik. | Dit onderdeel wordt aangepast. |
12 | Blz 158, artikel 3.2: In verband met de leesbaarheid meerdere niveaus opsommingstekens laten inspringen; deze aanbeveling geldt voor de gehele presentatie van het concept. | De gemeente Haarlem maakt voor het opstellen van haar bestemmingsplannen gebruik van een applicatie voor het opstellen en beheren van planteksten. Het laten inspringen van de tekst zoals gewenst is daarbij helaas niet mogelijk. |
13 | Blz 159, artikel 3.4: Svp toevoegen: een verwijzing naar de wet, in dit geval de Wro. Voorbeeld: zie blz 68 (onder artikel 22). | Zie in artikel 1 definities wat onder 'Wet' wordt verstaan: de Wet ruimtelijke ordening. |
14 | Blz. 175: de artikelnummering op de plankaarten en in de voorschriften lopen vanaf artikel 9 ongelijk aan elkaar. | Abusievelijk is op de plankaart/ verbeelding 2 maal 'artikel 9' opgenomen. Dit wordt aangepast in de ontwerpfase van het bestemmingsplan. |
15 | Blz 183, artikel 14.2 sub a: Tweemaal de ingesprongen letter a aangetroffen. | Het bestemmingsplan wordt op dit onderdeel aangepast. |
16 | Blz 183, artikel 14.2. Bouwhoogte vervangen door hoogte van een lichtmast. Is 12 meter niet erg hoog voor een lichtmast? | De (verplichte) definitie (die tevens is opgenomen in artikel 2, wijze van meten) spreekt over bouwhoogte van een bouwwerk. De hoogte van lichtmasten is aangepast naar 8 m. |
17 | Blz 187, artikel 16.2. Toevoegen in de zin: geen gebouwen 'zijnde'. | Het artikel wordt naar aanleiding van deze opmerking aangepast. |
18 | Blz 195, artikel 19.1:[andere daar voorkomende bestemmingen]: graag benoemen. | Welke andere bestemmingen daar van toepassing zijn zal blijken uit de digitale verbeelding. Aangezien deze digitale verbeelding op perceelsniveau informatie geeft over de geldende bestemming(en), de bijbehorende bouwregels enzovoorts is een afzonderlijke vermelding niet noodzakelijk. Bovendien zal per perceel verschillen welke andere bestemming daar kan voorkomen naast de dubbelbestemming, hetgeen de leesbaarheid van het artikel niet ten goede komt. |
19 | Blz 196, artikel 19.5: Wij gaan er van uit dat het onder f genoemde verbod het plaatsen van GSM mast(en) onmogelijk wordt gemaakt. Zie artikel 22 (blz.200) en 24.3 (blz 202) en artikel 6.5 toverformule (blz 68 en 69). | Het aanlegvergunningenstelsel ziet op het verrichten van bepaalde werken. Hieronder vallen geen GSM- masten. Een GSM- mast is namelijk een bouwwerk, geen gebouw zijnde, waarvoor een bouwvergunning noodzakelijk is. Deze regeling ziet daar dan ook niet het oprichten van GSM-masten. De toverformule ziet op gebruik en kan in dit kader dan ook verder buiten beschouwing blijven. |
20 | Blz.200, artikel 22.3: In lid 2 ontbreekt sub g waarnaar wordt verwezen. | De regels worden naar aanleiding van deze opmerking aangepast. |
21 | Blz. 201: Toevoegen welke wet waarnaar wordt verwezen. | Zie onze reactie onder punt 13 van uw opmerkingen. |
22 | Blz. 202 artikel 24.2 sub d: Deze zin loopt niet. Toevoegen [ dat reeds in werking was] daaronder begrepen de overgangsbepalingen. | De woorden die hier weggevallen zijn zijn 'strijd' en 'begrepen'. De regels worden hierop aangepast. |
23 | Blz. 202 artikel 24.2: wat wordt hier bedoeld met een onbillijkheid van overwegende aard? | De bepalingen van hoofdstuk 4 zijn voor een groot deel dwingendrechtelijk van aard (en opgenomen in het Besluit ruimtelijke ordening). Deze hardheidsclausule was in eerste instantie opgenomen in het ontwerpBro en is later door de wetgever verwijderd, De bepaling wordt verwijderd uit de regels van het ontwerpbestemmingsplan. |
24 | Blz 202, artikel 24.3: waar wordt het overgangsrecht voor bouwwerken geregeld? | Het overgangsrecht voor bouwwerken is geregeld in artikel 28.1 |
25 | Blz 203, artikel 25: | De nieuwe naam van het bestemmingsplan wordt: Hekslootgebied/ Spaarndam - West |
26 | Blz 69, paragraaf 6.5: waar kunnen wij het algemene procedurevoorschrift vinden? | De algemene procedureregels zijn terug te vinden in artikel 27. Overigens zijn deze enigszins aangepast. |
27 | Blz 72, paragraaf 7.2: Behalve een verwijzing zouden wij toch de beknopte samenvatting van het beleid van Rijnland terugzien, blz 42. | Naar aanleiding van de reactie is de Toelichting aangepast. Een beknopte samenvatting van het beleid van het Hoogheemraadschap Rijnland is opgenomen in bijlage 4. |
28 | Blz 32, paragraaf 3.5: Is het Integraal Waterplan Haarlem (2004) definitief vastgesteld? | Het Integraal Waterplan Haarlem is definitief vastgesteld. |
29 | Blz 59: Waarom is in dit bp geen rekening gehouden met seizoensberging of piekberging? | Op basis van nader onderzoek zal moeten blijken of de beoogde waterberging uit financieel, maatschappelijk en landschappelijk oogpunt uitvoerbaar is. In dit bestemmingsplan wordt geen rekening gehouden met grootschalige waterberging in de zin van seizoensberging of piekberging. Wel wordt het verruimen van bestaande sloten en het op beperkte schaal graven van nieuwe watergangen mogelijk gemaakt door in de planregels de bestemmingen "Agrarisch", "Groen", "Natuur", "Recreatie" en "Verkeer" mede voor waterlopen en waterpartijen mogelijk te maken. |
30 | Blz 58: Extra wandelpaden zijn niet opgenomen in het bp omdat de plannen niet concreet genoeg zijn! Wat ons betreft zijn wandelpaden in het buitengebied bespreekbaar, daarbinnen niet. | Zie het gemeentelijk antwoord bij zienswijze van de wijkraad Dietsveld - Vogelbuurt, onder 6. |
31 | Wij zouden het zeer op prijs stellen indien tussen de verschillende stadia in de totstandkoming van het bestemmingsplan door u een overzicht beschikbaar wordt gesteld waarop alle door u aangebrachte wijzigingen van het bestemmingsplan te beginnen bij het concept stapsgewijs worden gerapporteerd. | Zie deze bijlage met daarin de beantwoording en in hoeverre deze beantwoording heeft geleid tot een aanpassing van het ontwerpbestemmingsplan, Overigens is het helaas niet mogelijk - gelet op het gebruik dat de gemeente Haarlem maakt van de genoemde applicatie voor het opstellen en beheren van planteksten - om alle wijzigingen gelijk een programma als Word bij te houden en aan te duiden. |
Een aangebouwd gebouw behorende bij en architectonisch ondergeschikt aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw en waarmee het in directe verbinding staat.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
Het uitoefenen van een vrij- of een zelfstandig beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, educatief, kunstzinnig, technisch of daarmee gelijk te stellen activiteiten, niet zijnde detailhandel, dat een uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
Het dakvlak dat gelegen is aan de zijde van de privé-binnenterreinen (achtererven).
Bedrijvigheid, geheel of overwegend gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen van agrarische producten door het houden van dieren, paardenfokkerij daaronder niet begrepen
Geformuleerde en toetsbare beeldkwaliteiten opgenomen in een als zodanig door de raad vastgesteld plan.
Een bouwlaag waarvan het vloerniveau (nagenoeg) ter hoogte van het aansluitende peil ligt.
Vuilreducerende randvoorziening in de riolering met zowel een bergings- als een bezinkfunctie in de vorm van een bak.
Een bouwwerk, dat op het tijdstip van het in werking treden van het bestemmingsplan is of wordt gebouwd met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet;
Het op het tijdstip van het in werking treden van het bestemmingsplan aanwezige gebruik;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
Een op zichzelf staand vrijstaand gebouw, behorende bij een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw en dat in functioneel opzicht of door zijn ligging, constructie of afmeting ondergeschikt is aan dat hoofdgebouw.
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
Een op de kaart aangegeven lijn die niet door gebouwen mag worden overschreden, tenzij in deze voorschriften anders is bepaald.
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijn toegelaten.
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
De totale oppervlakte van de bouwlagen met inbegrip van de bouwconstructie, magazijnen, dienstruimten, bergingen, enzovoorts.
Laag hekwerk dat een min of meer verheven standplaats (balkon, terras, enz.) omsluit.
Een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren is begrensd.
Een op de verbeelding aangegeven percentage dat de grootte van het deel van een bouwvlak of bestemmingsvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd.
Aangewezen gebied als bedoeld in artikel 35 van de Monumentenwet 1988, zoals deze luidt op het tijdstip van het in ontwerp ter inzage leggen van dit plan.
De aan een bouwwerk of een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk of dat gebied.
Een toevoeging aan de bouwmassa door het verhogen van de nok of dakrand van het dak, waardoor het silhouet van het oorspronkelijke dak verandert.
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, met uitzondering van horeca.
Diepploegen, zijnde het extra diep – 0,5 m of meer – omploegen, waarbij de kruidlaag volledig wordt omgeploegd.
Het beroepsmatig verlenen van diensten, met uitzondering van prostitutie, waarbij een onderscheid gemaakt kan worden in:
Er is sprake van een ensemble als in de vormgeving van de verschillende panden de suggestie wordt gewekt dat het om een groter gebouw gaat. Seriebouw bestaat uit een aantal panden naast elkaar die in dezelfde architectuur zijn uitgevoerd. Uitgangspunt bij de op de waarderingskaart aangegeven ensembles en seriebouw is een gezamenlijke aanpak. Dit is aangegeven op de Waarderingskaart.
Een vorm van grondgebonden landbouw, zoals beweiding in lage veebezetting in hoofdzaak gericht op de instandhouding en/of vergroting van de natuur- en landschappelijke waarden.
Die vormen van recreatie die in hoofdzaak zijn gericht op natuur- en landschapsbeleving en die in principe plaatsvinden tussen zonsopgang en zonsondergang en niet gericht zijn op het verstrekken van nachtverblijf.
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
Een inrichting, zoals bedoeld in artikel 2.4 van het inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer (stb. 1993, nr. 50), bij welke ingevolge van de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidzone moet worden vastgesteld.
Een agrarisch bedrijf waarvan de productie geheel of in overwegende mate afhankelijk is van het voortbrengend vermogen van onbebouwde grond in de directe omgeving van het bedrijf.
Een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
Een horecabedrijf met als hoofdactiviteit het (hoofdzakelijk) overdag verstrekken van zwak- en niet-alcoholische dranken en etenswaren aan bezoekers van andere functies, met name functies als centrumvoorzieningen en dagrecreatie, zoals onder andere een koffie-/theehuis, ijssalon, croissanterie, lunchroom, dagcafé, dagrestaurant en naar de aard en openingstijden daarmee gelijk te stellen horecabedrijven, hieronder niet begrepen hotel, herberg of andere logiesverstrekkende functies.
Een horecabedrijf met als hoofdactiviteit het verstrekken van maaltijden en met als nevenactiviteit het verstrekken van (hoofdzakelijk) zwak- en niet-alcoholische dranken zoals een restaurant, cafetaria, snackbar, of gelijkwaardige horecabedrijven, hieronder niet begrepen hotel, herberg of andere logiesverstrekkende functies.
Een horecabedrijf met als hoofdactiviteit het verstrekken van sterk- en zwakalcoholische dranken, zoals een café, discotheek, bar-dancing of gelijkwaardige horecabedrijven, hieronder niet begrepen hotel, herberg of andere logiesverstrekkende functies.
Een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse wordt verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt; één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie.
De teelt van slacht-, fok-, leg- of pelsdieren in gebouwen en (nagenoeg) zonder weidegang, waarbij de teelt niet afhankelijk is van de agrarische grond als productiemiddel.
Een uitwendige scheidingsconstructie onder een hoek van meer dan 5 graden met het horizontale vlak.
Het uitoefenen van activiteiten gericht op de sociale, maatschappelijke, educatieve en openbare dienstverlening, waaronder: gezondheidszorg, zorg en welzijn, jeugd/kinderopvang, onderwijs, religie, uitvaart/begraafplaats; bibliotheken, openbare dienstverlening, verenigingsleven.
Voor verblijf geschikte -al dan niet aan de bestemming onttrokken- voer- en vaartuigen, arken,caravans en stacaravans voor zover deze niet als bouwwerken zijn aan te merken, alsook tenten.
Bouwwerken van voor 1960 die vanwege hun hoge architectonische kwaliteit, hun plaats in de stedenbouwkundige structuur en/of als toonaangevend element in de gevelwand een belangrijke bijdrage leveren aan het stadsbeeld. De toegevoegde waarde van deze bouwwerken heeft niet alleen betrekking op de aanwezigheid binnen het beschermd stadsgezicht maar ook op individuele architectonische en stedenbouwkundige kwaliteiten van de bouwwerken. Deze bouwwerken zijn aangegeven op de Waarderingskaart.
Bouwwerken van voor 1960 van wisselende architectonische kwaliteit, die wat schaal en detaillering betreft, passen in de gevelwand, maar geen architectonische of stedenbouwkundige meerwaarde hebben. Ook bouwwerken die door ingrijpende wijzigingen hun meerwaarde hebben verloren, behoren tot deze categorie. Deze bouwwerken zijn aangegeven op de Waarderingskaart.
Agrarische bedrijvigheid gericht op het fokken van paarden en pony's en het africhten en trainen daarvan.
- voor gebouwen waarvan de toegang onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van de kruin van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
- in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het bestaande aansluitende afgewerkte maaiveld.
het bestemmingsplan Hekslootgebied / Spaarndam met identificatienummer NL.IMRO.0392.BP7120005-va01 van de gemeente Haarlem.
Een horizontale afdekking onder een hoek van maximaal 5 graden van het horizontale vlak.
Het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
Een bedrijf waarbij prostitutie het hoofdbestanddeel van de activiteit vormt.
De voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte, waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotischpornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
Perceel grond dat zich niet in de onmiddellijke nabijheid van de woning van de gebruiker bevindt, waarop gebruiker gewassen teelt voor eigen gebruik.
Een agrarisch bedrijf waarbij het hoofdberoep agrarisch is, dat volledige werkgelegenheid biedt voor ten minste één arbeidskracht met een aanvaardbaar inkomen en de continuïteit op langere termijn verzekerd is.
Voorzieningen ten behoeve van een op het openbaar net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer of het wegverkeer.
Kaart waarop de waarden van het beschermd dorpsgezicht voor “Hekslootgebied/ Spaarndam” zijn vastgelegd en die onderdeel is van de bestemmingsverbeelding.
tussen de grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een ander bouwwerk, met uitzondering van ondergeschikte onderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen onderdelen;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, dan wel de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
indien de dakkapel of de gedeeltelijke geveloptrekking breder is dan 50 procent van de gevelbreedte, wordt de bovenzijde (boeiboordhoogte) hiervan gezien als de nieuwe goothoogte. Een dakkapel of een gedeeltelijke geveloptrekking met een breedte van meer dan 50 procent kan niet meer gezien worden als van ondergeschikt belang. Indien er sprake is van meerdere dakkapellen of gedeeltelijke geveloptrekkingen in een dakvlak, worden de breedten van deze bij elkaar opgeteld en geldt de 50 procent regel.
vanaf de onderzijde van de begane grondvloer tot aan de bovenzijde van de laagstgelegen vloer onder het peil.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Het is toegestaan de in dit plan aangegeven bouwgrenzen te overschrijden ten behoeve van:
In die gevallen dat de bestaande goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, of afstand tot enige grens van bouwwerken, die rechtens, in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand zijn gekomen meer bedraagt dan in deze regels is voorgeschreven respectievelijk is toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte,of afstand in afwijking daarvan als maximaal toegestaan.
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de gronden met de bestemming 'Agrarisch' mogen gebouwen, aan- en uitbouwen, bijgebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde worden gebouwd onder de volgende voorwaarden:
Gebouwen
Kapverplichting
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
De voor 'Agrarisch met waarden-natuurwaarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de gronden met de bestemming 'Agrarisch met waarden- Natuurwaarden' mogen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen worden gebouwd onder de volgende voorwaarden:
Gebouwen
Bouwwerken geen gebouwen zijnde
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming van gronden, die op de verbeelding zijn aangeduid als 'Agrarisch met waarden- Natuurwaarden' te wijzigen in de bestemming "Natuur' als bedoeld in artikel 9 van deze regels onder de volgende voorwaarden:
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de gronden met de bestemming 'Bedrijf' mogen gebouwen, aan- en uitbouwen, bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd onder de volgende voorwaarden:
Gebouwen
Kapverplichting
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 1:
met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Bedrijf' te wijzigen voor wat betreft het verwijderen van de aanduidingen als bedoeld in lid 1, sub b, indien de betreffende activiteit ter plaatse gedurende minimaal een half jaar is beëindigd en er geen redenen zijn om aan te nemen dat de activiteit op korte termijn wordt voortgezet.
De voor 'Gemengd - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
begane grond:
overige verdiepingen:
Op de gronden met de bestemming 'Gemengd-2' mogen gebouwen, aan- en uitbouwen, bijgebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde worden gebouwd onder de volgende voorwaarden:
Gebouwen
Kapverplichting
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de gronden met de bestemming 'Groen' mogen uitsluiten bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd onder de volgende voorwaarden:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor
Op de gronden met de bestemming 'Maatschappelijk' mogen gebouwen, aan- en uitbouwen, bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd onder de volgende voorwaarden:
Gebouwen
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de gronden met de bestemming 'Natuur' mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen worden gebouwd onder de volgende voorwaarden:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de gronden met de bestemming 'Recreatie' mogen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen worden gebouwd onder de volgende voorwaarden:
Gebouwen
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
De voor 'Recreatie- Jachthaven' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de gronden met de bestemming 'Recreatie- jachthaven' mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen worden gebouwd onder de volgende voorwaarden:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
De voor Tuin 1 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de gronden met de bestemming 'Tuin 1' mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd onder de volgende voorwaarden:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
De voor Tuin 2 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de gronden met de bestemming 'Tuin 2' mogen aan- en uitbouwen, bijgebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde worden gebouwd onder de volgende voorwaarden:
Aan-, uitbouwen en bijgebouwen
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
De voor Tuin 3 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de gronden met de bestemming 'Tuin 3' mogen aan- en uitbouwen, bijgebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde worden gebouwd onder de volgende voorwaarden:
Aan-, uitbouwen en bijgebouwen
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de gronden met de bestemming 'Verkeer' mogen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd onder de volgende voorwaarden:
Gebouwen
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
De voor Water aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de gronden met de bestemming 'Water' mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden opgericht onder de volgende voorwaarden:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde:
De voor 'Water- Waterstaat' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de gronden met de bestemming 'Water- Waterstaat' mogen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd onder de volgende voorwaarden:
Gebouwen
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de gronden met de bestemming 'Wonen' mogen gebouwen, aan- en uitbouwen, bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd onder de volgende voorwaarden:
Gebouwen
Kapverplichting
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
Op de gronden met de bestemming 'Leiding- Leidingstrook' mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden opgericht ten behoeve van deze bestemming, onder de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 2 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen worden gebouwd, mits:
Ten behoeve van andere, voor de gronden geldende bestemmingen is, met inachtneming van de voor de betrokken bestemmingen geldende bouwregels, het volgende van toepassing:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering, de inrichting en het gebruik van de gronden die vallen binnen de dubbelbestemming Waarde - archeologie, indien uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse beschermingswaardige archeologische resten aanwezig zijn.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die zin, dat de verbeelding wordt gewijzigd door van één of meerdere bestemmingsvlakken de begrenzing te veranderen of de dubbelbestemming Waarde - archeologie toe te voegen of te verwijderen, dan wel deze bij een ander archeologiecategorie, zoals vermeld in lid 2, in te delen.
De voor Waarde- beschermd dorpsgezicht aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de plaats en de afmetingen van bouwwerken ter instandhouding van de karakteristieke, met de historische ontwikkeling samenhangende ruimtelijke structuur en stedenbouwkundige kwaliteit van het beschermd dorpsgezicht.
Op de gronden met de bestemming 'Waarde- Cultuurhistorie' mag niet worden gebouwd, met uitzondering van:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Het bevoegd gezag kan eenmalig met een omgevingsvergunning afwijken van lid 27.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
Lid 27.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 27.4 te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdige gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in lid 27.4 na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Lid 27.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Milieuzonering
(Nota Milieuzonering, Gemeente Haarlem, afdeling milieu, 2008)
Inleiding
Bij het opstellen van een bestemmingsplan is milieuzonering een standaardinstrument voor de ruimtelijke ordening. Milieuzonering is bedoeld om indicatief te beoordelen in hoeverre de woon, werk en recreatieve functies, of (indirect) verkeer, belemmeringen voor elkaar opleveren. Het doel is deze eventuele hinder of belemmeringen te voorkomen in nieuwe situaties en teverhelpen of te beperken in bestaande situaties.
Toepassing milieuzonering
Om de afweging of een bestemming ergens wel of niet past te kunnen maken biedt milieuzonering handvatten (een gebiedstypering en een bedrijvenlijst). De kaart van Haarlem is opgedeeld in gebieden die zich van elkaar onderscheiden door de (mate van) aanwezige functies en is gebaseerd op de situatie in 2001.
Gebiedstypering
Het toenemend intensief en doelmatig ruimtegebruik vraagt om een integrale benadering van de kwaliteit van de leefomgeving. Door te weten waar theoretisch welke bedrijfsactiviteiten en welke duurzaamheidmaatregelen mogelijk zijn, wordt het ruimtelijk plannen eenvoudiger. Zodoende is één integrale kaart en typeringsomschrijving ontwikkeld. In de praktijk bevat het plangebied van een bestemmingsplan meestal meerdere gebiedstypen en is ieder plangebied weer uniek. Dit is van groot belang voor de ruimtelijke indeling van verschillende functies. In de gebiedstypologie is vrijwel het gehele grondgebied van de gemeente Haarlem terug te vinden. De hoofdgroepen wonen, werken en natuur & recreatie geven de belangrijkste functie binnen een gebiedstype weer. (De tabel typeert op hoofdlijnen. De verfijning dient plaats te vinden op bestemmingsplanniveau.)
|
Typologie | Omschrijving | Maximaal toegestane bedrijfs-categorie |
||
A | Wonen | ||||
Overwegend laagbouw in een lage dichtheid |
Dichtheid < 40 w/ha | B | |||
Overwegend laagbouw in een hoge dichtheid |
Dichtheid = 40 w/ha | B | |||
Flatwijk |
= 50% van het aantal woningen zijn flatwoningen |
B | |||
Stedelijke centra |
Historisch centrum en moderne | C | |||
B | Werken | ||||
Corridors/ Gemengd gebied |
Hoofdfunctie is werken. Bedrijven zijn gemengd met woningen. Werkfuncties langs stadsstructuurwegen. |
C | |||
Bedrijvigheid | Bedrijven geconcentreerd in een gebied |
C of D | |||
C | Natuur en Recreatie | ||||
Stadsnatuur |
Alle stedelijke parken en plantsoenen |
n.v.t. | |||
Dagrecreatie |
Recreatie gericht op ontspanning voor minder dan een dag |
Recreatie gebonden |
|||
Buitengebied/ natuurontwikkeling |
Landelijk gebied met en zonder woningen |
B (gebiedsgebonden) |
Voor de drie eerstgenoemde woontypologieën zijn in principe categorie B bedrijven altijd toegestaan. Wel kan via het bestemmingsplan besloten worden om in afzonderlijke wijkdelen of straten slechts categorie A bedrijven toe te staan. Feitelijke juridische vastlegging van een dergelijke milieuzonering vindt plaats in bestemmingsplannen. Daarom blijft het onderscheid tussen categorie A en B bestaan. Tot de vierde woontypologie “stedelijke centra” worden de vergrote binnenstad gerekend.
Ad B Werken
Wat betreft de typering “corridors/ gemengd gebied” geldt dat corridors doorgaande routes/ verkeersassen met openbaar vervoer zijn, die en verbinding vormen met het centrum (of centrum Schalkwijk) met nadruk op de werkfunctie. Hiertoe wordt de direct nabij gelegen bebouwing links en rechts gerekend. Categorie C bedrijven zijn hier toegestaan. Voor deze bedrijven geldt in principe een indicatieve afstand van 50 meter. De typering van het achterliggende gebied en de bijbehorende toegestane bedrijfscategorieën zijn bepalend voor de toegestane milieuhinder aan de achterzijde van bebouwing in een corridor. In het bestemmingsplan zullen de details nader worden bepaald. Tussen woonwijken en corridors kan nog een tussenvorm herkend worden, wijkontsluitingswegen, die om reden van vereenvoudiging niet apart is getypeerd. Langs deze wegen overheerst de woonfunctie, maar de verkeersintensiteit is relatief hoog en ook hier rijdt veelal openbaar vervoer. Categorie C bedrijven zijn niet ondenkbaar langs wijkontsluitingswegen, maar het aantal dient duidelijk lager te liggen dan in corridors.
Ad C Natuur en recreatie
Onder “stadsnatuur” worden naast openbare parken ook begraafplaatsen gerekend. Onder “dagrecreatie” wordt naast groengebied buiten de stad ook sport gerekend. In deze gebiedstypen kunnen gebiedsgebonden activiteiten worden toegestaan en kan eventueel horeca ook een plek krijgen. Voor het “buiten-/ natuurontwikkelingsgebied” geldt dat gebiedsgebonden bedrijfsactiviteiten tot categorie B zijn toegestaan. In sommige gevallen zal categorie C toelaatbaar zijn, afhankelijk van de nabijheid van gevoelige bestemmingen en de verkeersaantrekkende werking.
Bedrijvenlijst
De door bedrijven veroorzaakte mate van hinder is weergegeven in een categorie indeling, daarbij geldt hoe lager het categoriecijfer des te minder hinder een bedrijf oplevert. De categorieën A en B zijn in principe in de hele stad Haarlem toegestaan. Voor een specifieke locatie (zoals een woonwijk in lage dichtheid) kan bepaald worden dat alleen een categorie A of geen bedrijvigheid is toegestaan. Bedrijven van categorie C en D (en in uitzonderlijke gevallen E) dienen per definitie nader beoordeeld te worden op de daadwerkelijke hinder (in relatie tot de geplande locatie) door de afdeling milieu. Dit geldt voor alle nieuwe bestemmingsplannen.
Steeds meer bedrijven vallen onder Algemene Maatregel van Bestuur en zijn niet meer vergunningplichtig. Er zijn dus minder bedrijven waaraan specifieke eisen kunnen worden gesteld via een vergunning. Voor een deel wordt dit ondervangen met de preventieve werking van het instrument milieuzonering. Daarmee is milieuzonering een belangrijk instrument. De bedrijvenlijst (milieuzoneringslijst) garandeert deze preventieve werking voldoende.
SBI- CODE | OMSCHRIJVING | |
CAT | ||
151 | Slachterijen en overige vleesverwerking: | |
151 | - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken, p.o. < 200 m² | B |
1523 | Visverwerkingsbedrijven- roken | C |
1525 | Visverwerkingsbedrijven- verwerken anderszins:p.o. 1000m2 | C |
1552 | Consumptie-ijsfabrieken, p.o. < 200 m² | B |
1581 | Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen, v.c. < 2500 kg meel/week | B |
1584 | Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk: | |
1584 | - Cacao- en chocoladefabrieken- vervaardigen van chocoladewerken met p.o. < 200 m² | B |
1584 | - Suikerwerkfabrieken zonder suiker branden, p.o. < 200 m² | B |
1593 t/m 1595 | Vervaardiging van wijn, cider e.d. | B |
17 | VERVAARDIGING VAN TEXTIEL | |
174, 175 | Vervaardiging van textielwaren | B |
176, 177 | Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen | B |
18 | VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT | |
181 | Vervaardiging kleding van leer | B |
20 | HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D. | |
203, 204, 205 | Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m2 | B |
205 | Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken | B |
22 | UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA | |
221 | Uitgeverijen (kantoren) | A |
2222.6 | Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen | B |
2223 | Grafische afwerking | A |
2223 | Binderijen | B |
2224 | Grafische reproduktie en zetten | B |
2225 | Overige grafische aktiviteiten | B |
223 | Reproduktiebedrijven opgenomen media | A |
36 | VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G. | |
361 | Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2 | A |
362 | Fabricage van munten, sieraden e.d. | B |
363 | Muziekinstrumentenfabrieken | B |
3661.1 | Sociale werkvoorziening | B |
40 | PRODUKTIE EN DISTRIB. VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER | |
40 | Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen: | |
40 | - < 10 MVA | B |
40 | Gasdistributiebedrijven: | |
40 | - gas: reduceer-, compressor-, meet- en regelinst. Cat. A | A |
40 | - gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen), cat. B en C | B |
40 | Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt: | |
40 | - blokverwarming | B |
45 | BOUWNIJVERHEID | |
45 | Aannemersbedrijven met werkplaats, b.o. < 1000 m2 | B |
50 | HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS | |
501, 502, 504 | Handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven | B |
5020.4 | Autobeklederijen | A |
5020.5 | Autowasserijen | B |
503, 504 | Handel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires | B |
52 | DETAILHANDEL EN REPARATIE T.B.V. PARTICULIEREN | |
52 | Detailhandel voor zover n.e.g. | A |
5222, 5223 | Detailhandel vlees, wild, gevogelte, met roken, koken, bakken | A |
5224 | Detailhandel brood en banket met bakken voor eigen winkel | A |
5231, 5232 | Apotheken en drogisterijen | A |
527 | Reparatie t.b.v. particulieren (excl. auto's en motorfietsen) | A |
60 | VERVOER OVER LAND | |
6022 | Taxibedrijven | B |
603 | Pomp- en compressorstations van pijpleidingen | B |
61, 62 | VERVOER OVER WATER / DOOR DE LUCHT | |
61, 62 | Vervoersbedrijven (uitsluitend kantoren) | A |
63 | DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER | |
6322, 6323 | Overige dienstverlening t.b.v. vervoer (kantoren) | A |
633 | Reisorganisaties | A |
634 | Expediteurs, cargadoors (kantoren) | A |
64 | POST EN TELECOMMUNICATIE | |
642 | Telecommunicatiebedrijven | A |
642 | zendinstallaties: | |
642 | - FM en TV | B |
642 | - GSM en UMTS-steunzenders | B |
65, 66, 67 | FINANCIELE INSTELLINGEN EN VERZEKERINGSWEZEN | |
65, 66, 67 | Banken, verzekeringsbedrijven, beurzen | B |
70 | VERHUUR VAN EN HANDEL IN ONROEREND GOED | |
70 | Verhuur van en handel in onroerend goed | A |
71 | VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN | |
711 | Personenautoverhuurbedrijven | B |
72 | COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE | |
72 | Computerservice- en informatietechnologie-bureau's e.d. | A |
72 | Switchhouses | B |
73 | SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK | |
732 | Maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek | A |
74 | OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING | |
74 | Overige zakelijke dienstverlening: kantoren | A |
7484.4 | Veilingen voor huisraad, kunst e.d. | A |
75 | OPENBAAR BESTUUR, OVERHEIDSDIENSTEN, SOCIALE VERZEKERINGEN | |
75 | Openbaar bestuur (kantoren e.d.) | A |
80 | ONDERWIJS | |
801, 802 | Scholen voor basis- en algemeen voortgezet onderwijs | B |
803, 804 | Scholen voor beroeps-, hoger en overig onderwijs | B |
85 | GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSZORG | |
8512, 8513 | Artsenpraktijken, klinieken en dagverblijven | A |
8514, 8515 | Consultatiebureaus | A |
853 | Verpleeghuizen | B |
853 | Kinderopvang | B |
9001 | rioolgemalen | B |
91 | DIVERSE ORGANISATIES | |
9111 | Bedrijfs- en werknemersorganisaties (kantoren) | A |
9131 | Kerkgebouwen e.d. | B |
9133.1 | Buurt- en clubhuizen | B |
92 | CULTUUR, SPORT EN RECREATIE | |
9234 | Muziek- en balletscholen | B |
9234.1 | Dansscholen | B |
9251, 9252 | Bibliotheken, musea, ateliers, e.d. | A |
9261.2 | Sporthallen | B |
9261.2 | Bowlingcentra | B |
9262 | Schietinrichtingen: | |
9262 | - binnenbanen: boogbanen | A |
9262 | Sportscholen, gymnastiekzalen | B |
9272.1 | Amusementshallen | B |
93 | OVERIGE DIENSTVERLENING | |
9301.3 | Wasverzendinrichtingen | B |
9301.3 | Wasserettes, wassalons | A |
9302 | Kappersbedrijven en schoonheidsinstituten | A |
9303 | Begrafenisondernemingen: uitvaartcentra | A |
9304 | Fitnesscentra, badhuizen en sauna-baden | B |
9305 | Persoonlijke dienstverlening n.e.g. | A |