direct naar inhoud van Artikel 7 Bedrijf
Plan: Buitengebied
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0289.0025BpBuitengebied-ONHE

Artikel 7 Bedrijf

7.1 Bestemmingsomschrijving
7.1.1 Algemeen

De voor Bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. niet-agrarische bedrijven,
  • b. tuinen, erven en verhardingen;
  • c. parkeervoorzieningen;
  • d. groenvoorzieningen;
  • e. water en waterhuishoudkundige doeleinden;

met bijbehorende bouwwerken en voorzieningen waaronder de opwekking van duurzame energie in de vorm van windenergie en zonne-energie alsmede warmte-koude opslag; en een en ander overeenkomstig de in 7.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemming.

7.1.2 Nadere detaillering van de bestemming

In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 7.1.1:

a Toegestane bedrijven

Op de gronden met deze bestemming zijn overeenkomstig de aanduidingen uitsluitend toegestaan de bedrijven genoemd in de navolgende tabel, en maximaal één bedrijf per bestemmingsvlak:

Afkorting   Aanduiding   Type bedrijf   Adres   Goothoogte (m)   Bouwhoog te (m)   Bebouwingspercentage  
(sb-1)   specifieke vorm van bedrijf - 1   houthandel   Grebbedijk 26     10   40%  
(sb-2)   specifieke vorm van bedrijf - 2   garagebedrijf met brandstofverkooppunt, waaronder lpg, met dien verstande dat het vulpunt lpg uitsluitend is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'vulpunt lpg' binnen de bestemming Artikel 6 Agrarisch met waarden - Stadsrandgebied   Oude Diedenweg 16/18   4   6   60%  
(sb-3)   specifieke vorm van bedrijf - 3   houthandel   Keijenbergseweg 7   4   6   30%  
(sb-4)   specifieke vorm van bedrijf - 4   onderzoekscentrum   Bosrandweg 20     15   20%  
(sb-5)   specifieke vorm van bedrijf - 5   tankstation   Nudepark     6   80%  
(sb-6)   specifieke vorm van bedrijf - 6   een compressiestation ten behoeve van het tanken van aardgas   Nudepark        
(sb-7)   specifieke vorm van bedrijf - 7   transportbedrijf   Wageningse Afweg 9 en 11     10   40%  
(sb-8)   specifieke vorm van bedrijf - 8   bijenhuis met detailhandel t.b.v. het Bijenhuis   Grintweg 273   4   10    
(sb-9)   specifieke vorm van bedrijf - 9   witgoedhandel   Grintweg 255 - 253   3   6   40%  
(sb-10)   specifieke vorm van bedrijf - 10   aannemingsbedrijf   Lawickse Allee 77-79   4,5   6,5    
(sb-11)   specifieke vorm van bedrijf - 11   papierindustrie   Veerweg 1, Renkum       0 %  
b Parkeervoorzieningen

Parkeervoorzieningen zijn in ieder bestemmingsvlak toegestaan, met dien verstande dat, indien in een bestemmingsvlak de aanduiding 'parkeerterrein' is opgenomen, parkeervoorzieningen, uitsluitend zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein'.

c Bedrijfswoning

Per bestemmingsvlak is één bedrijfswoning toegestaan, met dien verstande dat:

  • 1. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' niet meer dan het aangegeven aantal bedrijfswoningen zijn toegestaan;
  • 2. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten', geen bedrijfswoning is toegestaan.
d Waterhuishoudkundige doeleinden

De gronden binnen een strook van 4 m aan weerszijden vanaf de insteek van de als zodanig met Water bestemde watergangen zijn tevens bestemd voor waterhuishoudkundige doeleinden.

7.2 Bouwregels
7.2.1 Algemeen

Uitsluitend mag worden gebouwd ten behoeve van deze bestemming.

7.2.2 Gebouwen

Voor gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak';
  • b. voor de bebouwde oppervlakte geldt het volgende:
    • 1. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage %' het bebouwingspercentage niet meer mag bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage %' met deze aanduiding is aangegeven;
    • 2. indien er in de tabel in 7.1.2 onder a een maximum bebouwingspercentage is opgenomen dat geldt voor de aanduiding 'bouwvlak', dan bedraagt de bebouwde oppervlakte niet meer dan met het in de tabel in 17.1.2 onder a opgenomen bebouwingspercentage is toegestaan;
      de oppervlakte van bestaande bedrijfsbebouwing die buiten de aanduiding 'bouwvlak' is gesitueerd, wordt meegerekend bij de toegestane bebouwde oppervlakte;
    • 3. indien geen sprake is van de situatie als bedoeld onder 1. of 2., dan geldt dat het gehele bouwvlak mag worden bebouwd;
  • c. de goothoogte bedraagt niet meer dan de in 7.1.2 onder a opgenomen goothoogte;
  • d. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan de in 7.1.2 onder a opgenomen bouwhoogte.
7.2.3 Bedrijfswoning

Voor een bedrijfswoning gelden de volgende aanvullende bepalingen:

  • a. de goothoogte bedraagt niet meer dan 6 m;
  • b. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 10 m;
  • c. de inhoud bedraagt niet meer dan 600 m3.
7.2.4 Bijgebouwen en overkappingen bij bedrijfswoning

Voor bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning gelden de volgende aanvullende bepalingen:

  • a. er zijn maximaal 3 bijgebouwen per bedrijfswoning toegestaan;
  • b. de goothoogte bedraagt niet meer dan 3 m;
  • c. de bouwhoogte van carports en overkappingen bedraagt niet meer dan 3 m;
  • d. de gezamenlijke bebouwde oppervlakte bedraagt niet meer dan 50 m2.
7.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet zijnde overkappingen, geldt dat de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 2 m.

7.2.6 Herbouw

Aanvullend gelden voor herbouw van een bedrijfswoning de volgende voorwaarden:

  • a. de herbouw vindt grotendeels plaats op de (voor zover aanwezig) bestaande fundamenten van de bedrijfswoning;
  • b. de voorgevel van de te herbouwen bedrijfswoning wordt geplaatst in de (voormalige) voorgevelrooilijn van de bedrijfswoning;
  • c. de bouwwijze (d.w.z. vrijstaand, halfvrijstaand of aaneengebouwd) van de te herbouwen bedrijfswoning wijkt niet af van de bouwwijze van de oorspronkelijke bedrijfswoning.
7.2.7 Afwijkingenregeling

Indien de bebouwingsmaten van een bedrijfswoning en de daarbij behorende bijgebouwen en het aantal bijgebouwen meer bedragen dan in deze regels is aangegeven, dan wordt het meerdere geacht positief bestemd te zijn mits gebouwd met een bouwvergunning dan wel omgevingsvergunning.

7.3 Afwijken van de bouwregels
7.3.1 Omgevingsvergunning oppervlakte bebouwing niet-agrarische bedrijven

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.2.2 teneinde de opgenomen maximale oppervlakte bedrijfsbebouwing van niet-agrarische bedrijven te vergroten, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a. de in 7.2.2 opgenomen bebouwde oppervlakte mag met maximaal 10% worden vergroot;
  • b. de vergroting dient noodzakelijk te zijn uit het oogpunt van doelmatige bedrijfsvoering en/of -ontwikkeling;
  • c. de belangen van de omliggende (niet) agrarische bedrijven en andere functies worden niet onevenredig aangetast;
  • d. er vindt geen toename van de milieubelasting plaats;
  • e. er wordt voldaan aan de natuur-, milieuwet- en regelgeving;
  • f. er vindt geen opslag buiten de gebouwen plaats;
  • g. de verkeersaantrekkende werking dient te zijn afgestemd op de feitelijke ontsluitingssituatie;
  • h. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
  • i. er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing;
  • j. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de waterhuishoudkundige situatie; hieromtrent wordt advies ingewonnen bij het waterschap;
  • k. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de aanwezige landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden.
7.3.2 Omgevingsvergunning herbouw

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.2.6, teneinde verplaatsing of herbouw van een bedrijfswoning buiten de bestaande bebouwingscontour of fundamenten toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende bepalingen:

  • a. Er dient op enig punt aansluiting plaats te vinden op de bestaande funderingen; dit betekent dat de nieuwe situering van de te herbouwen bedrijfswoning in ieder geval dient aan te sluiten op de voormalige situering.
  • b. In afwijking van het bepaalde onder a. is het toegestaan de bedrijfswoning volledig buiten de bestaande fundamenten of bebouwingscontour te situeren, indien dit vanuit oogpunt van verkeersveiligheid noodzakelijk is.
  • c. De nieuwe situering van de bedrijfswoning is stedebouwkundig en milieukundig aanvaardbaar.
  • d. Door de herbouw wordt het landelijk karakter niet onevenredig aangetast.
  • e. De belangen van in de omgeving aanwezige functies en waarden mogen niet onevenredig worden geschaad.
7.4 Afwijken van de gebruiksregels
7.4.1 Omgevingsvergunning bed&breakfast

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in 4.1.2 onder e, ten behoeve van het toestaan van een bed&breakfast-voorziening in een bedrijfswoning en/of de hierbij behorende bijgebouwen, met inachtneming van het volgende:

  • a. er mag geen sprake zijn van een voor de ruimtelijke ordening relevant afwijkend gebruik. Dit betekent:
    • 1. het gebruik dient de woonfunctie te ondersteunen, dat wil zeggen dat degene die de activiteiten in de bedrijfswoning en/of het bijgebouw uitvoert, tevens de gebruiker van de bedrijfswoning is;
    • 2. vast dient te staan dat het gebruik een kleinschalig karakter heeft en zal behouden;
  • b. het mag niet zodanig verkeersaantrekkende activiteiten betreffen dat die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer;
  • c. het onttrekken van (een deel van) de bij de bedrijfswoning behorende garage aan de bestemming is slechts toegestaan, indien op het bij de bedrijfswoning behorende erf tenminste één parkeerplaats aanwezig is of gelijktijdig wordt aangelegd;
  • d. de parkeerbalans mag niet onevenredig nadelig worden beïnvloed;
  • e. er mogen geen distributie-planologische gevolgen zijn;
  • f. ten behoeve van de aan huis gebonden beroeps- en bedrijfsmatige activiteit tezamen mag maximaal 30% van het bruto-vloeroppervlak van hoofdgebouwen, aan- uitbouwen en bijgebouwen per bedrijfswoning worden gebruikt, tot een maximum van:
    • 1. 45 m² bij bouwpercelen tot 750 m²;
    • 2. 60 m² bij bouwpercelen van 750 m² tot 1.500 m²;
    • 3. 75 m² bij bouwpercelen vanaf 1.500 m².
  • g. de toeristisch-recreatieve functie is ondergeschikt aan de hoofdfunctie;
  • h. er mag nachtverblijf worden verschaft aan maximaal 5 personen;
  • i. de toeristisch-recreatieve overnachtingsmogelijkheid mag niet als zelfstandige wooneenheid functioneren, waartoe realisatie van een aparte kookgelegenheid niet is toegestaan.