direct naar inhoud van Artikel 6 Agrarisch met waarden - Stadsrandgebied
Plan: Buitengebied
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0289.0025BpBuitengebied-ONHE

Artikel 6 Agrarisch met waarden - Stadsrandgebied

6.1 Bestemmingsomschrijving
6.1.1 Algemeen

De voor Agrarisch met waarden - Stadsrandgebied aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het grondgebonden bedrijfsmatig en hobbymatig agrarisch grondgebruik;
  • b. het recreatief en sportief gebruik, met dien verstande dat kamperen niet is toegestaan;
  • c. volkstuinen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin';
  • d. bomenteelt, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bomenteelt';
  • e. een kwekerij buiten de aanduiding 'bouwvlak', uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - kwekerij';
  • f. een lpg-vulpunt, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'vulpunt lpg', behorend bij het brandstofverkooppunt ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 2' zoals opgenomen in Artikel 7 Bedrijf;
  • g. instandhouding van waarden teneinde de toekomstige, via een wijzigingsbevoegdheid te realiseren ecologische verbindingszones, niet onmogelijk te maken, ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied ecologische verbindingszone';
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' een bijgebouw ten behoeve van het gebruik ten behoeve van woondoeleinden met de bestaande maatvoering als maximum;

alsmede voor doeleinden ten aanzien van:

  • i. het grondgebonden landbouwonderzoek van niet-houtige gewassen;
  • j. het extensieve recreatieve medegebruik;
  • k. de instandhouding van de historische ontginningsstructuur;
  • l. behoud en versterking van natuurkwaliteit;
  • m. waterhuishoudkundige doeleinden;

een en ander met bijbehorende voorzieningen, waaronder sloten, met bijbehorende bouwwerken en voorzieningen waaronder de opwekking van duurzame energie in de vorm van windenergie en zonne-energie alsmede warmte-koude opslag; en overeenkomstig de in 6.1.2. opgenomen nadere detaillering van de bestemming.

6.1.2 Nadere detaillering van de bestemming

In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 6.1.1:

a Landschapswaarden

Gestreefd wordt naar behoud en herstel van landschapswaarden.

  • 1. het extensieve recreatieve medegebruik;
  • 2. de instandhouding van de historische ontginningsstructuur;
  • 3. behoud en versterking van natuurkwaliteit;
  • 4. waterhuishoudkundige doeleinden;
  • 5. aardkundige waarden bestaande uit reliëf en een specifieke bodemopbouw
  • 6. openheid.
b Extensief recreatief medegebruik

Het gehele gebied gelegen binnen deze bestemming mag worden gebruikt ten behoeve van extensief recreatief medegebruik. Ter ondersteuning van het recreatief medegebruik worden beperkte recreatieve voorzieningen toegestaan in het gehele gebied zoals paden, banken, bewegwijzering e.d.

c Waterhuishoudkundige doeleinden

De gronden binnen een strook van 4 m aan weerszijden vanaf de insteek van de als zodanig met Water bestemde watergangen zijn tevens bestemd voor waterhuishoudkundige doeleinden.

6.2 Bouwregels
6.2.1 Algemeen

Uitsluitend mag worden gebouwd ten behoeve van deze bestemming.

6.2.2 Bouwregels

In het gebied mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. gereedschapsbergingen bij volkstuinen, waarvan de hoogte niet meer mag bedragen dan 1 m en de oppervlakte maximaal 2 m2;
  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, uitsluitend in de vorm van erfafscheidingen, en met een bouwhoogte van maximaal 1,5 m;
  • c. paardenbakken zijn niet toegestaan;
  • d. teeltondersteunende voorzieningen zijn niet toegestaan.
6.3 Afwijken van de bouwregels
6.3.1 Paardenbakken

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.2.2 ten behoeve van het realiseren van een paardenbak ten dienste van het hobbymatig gebruik behorend bij de bestemming Wonen, Wonen - 1 of Wonen - 2 betreft, mits wordt voldaan aan de volgende bepalingen:

  • a. er is ten hoogste één paardenbak per woning toegestaan;
  • b. de oppervlakte bedraagt niet meer dan 800 m2;
  • c. de paardenbak wordt direct aansluitend aan het eigen bestemmingsvlak Wonen, Wonen - 1 of Wonen - 2 gesitueerd;
  • d. er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing;
  • e. de afstand tussen de paardenbak en de woning van derden bedraagt minimaal 50 m te bedragen;
  • f. de ter plaatse voorkomende landschapswaarden als opgenomen in 6.1.2 onder a worden niet onevenredig aangetast;
  • g. lichtmasten zijn niet toegestaan;
  • h. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen niet meer dan 2 m bedraagt.
6.3.2 Omgevingsvergunning verenigingsaccommodatie ruitersport

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.2.2 teneinde de bouw van een verenigingsaccommodatie voor de ruitersport toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a. het is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch – recreatieve ruitersport';
  • b. de oppervlakte bedraagt niet meer dan 50 m2 en de goothoogte bedraagt niet meer dan 2,5 m;
  • c. het aantal accommodaties bedraagt niet meer dan 2;
  • d. er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing, afgestemd op de open bebouwingsstructuur en de verkavelingsstructuur van het gebied;
  • e. er wordt voldaan aan de eventuele eisen van milieuwetgeving met betrekking tot stankoverlast, ammoniakuitstoot en mestopslag;
  • f. er vindt geen onevenredige geluidsoverlast plaats voor de woonomgeving.
6.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
6.4.1 Omgevingsvergunningplicht

Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de in het schema onder 6.4.4 opgenomen omgevingsvergunningplichtige werken en werkzaamheden uit te voeren.

6.4.2 Uitzonderingen vergunningenplicht

Het onder 6.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:

  • a. waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan een aanleg- of omgevingsvergunning is verleend;
  • b. welke ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan in uitvoering waren;
  • c. welke betreffen het normale onderhoud en/of landschapsbeheer.
6.4.3 Toetsing aan aanwezige waarden

De in 6.4.1 bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien na een belangenafweging blijkt dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de aanwezige waarden als opgenomen in 6.1. Ten behoeve van de belangenafweging zijn in het schema onder 6.4.4 de toetsingscriteria weergegeven.

6.4.4 Schema omgevingsvergunningen

Omgevingsvergunningplichtige werken/werkzaamheden   Criteria voor verlening van de omgevingsvergunning  
het aanbrengen van gesloten oppervlakteverhardingen   - het is noodzakelijk in verband met een doelmatig gebruik van de gronden;
- er vindt geen wezenlijke aantasting plaats van:
* de bodemopbouw;
* de historische verkavelingsstructuur;
* de natuurkwaliteit;
* de waterhuishouding  
het opheffen van zandpaden   - het is noodzakelijk in verband met een doelmatig gebruik van de gronden;
- er vindt geen wezenlijke aantasting plaats van:
* de historische wegen-/ padenstructuur;
* de historische verkavelingsstructuur;
* de recreatieve routestructuur  
het verlagen, afgraven, ophogen, egaliseren van de bodem   - het is noodzakelijk in verband met een doelmatig gebruik van de gronden;
- er vindt geen wezenlijke aantasting plaats van:
* de bodemopbouw;
* het reliëf;
* de historische verkavelingsstructuur;
* de natuurkwaliteit;  
het dempen, graven of vergraven van sloten   - het is noodzakelijk in verband met een doelmatig gebruik van de gronden;
- er vindt geen wezenlijke aantasting plaats van:
* de historische verkavelingsstructuur;
* de natuurkwaliteit;  
het bebossen of beplanten van gronden met houtige gewassen, met uitzondering van:
- erven;
- de gronden ter plaatse van de aanduiding 'bomenteelt';  
- het is noodzakelijk in verband met een doelmatig gebruik van de gronden;
- er vindt geen wezenlijke aantasting plaats van:
* de historische verkavelingsstructuur;
* de openheid  
het aanleggen van volkstuinen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin'   - het is noodzakelijk in verband met een doelmatig gebruik van de gronden;
- er vindt geen wezenlijke aantasting plaats van:
* de historische verkavelingsstructuur;
* de beplantingsstructuur;
* de openheid  
6.5 Wijzigingsbevoegdheid
6.5.1 Wijziging naar Natuur

Burgemeester en wethouders kunnen de gronden geheel of gedeeltelijk wijzigen in de bestemming Natuur, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de ontwikkeling van deze gebieden geschiedt enkel op basis van vrijwillige medewerking van de landeigenaren;
  • b. de inrichting dient zodanig te zijn dat de nabijgelegen agrarische bedrijven geen onevenredige overlast ondervinden in de bedrijfsontwikkeling;
  • c. de bestaande cultuurhistorische waarden worden niet onevenredig aangetast;
  • d. de wijziging mag niet leiden tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven, voortvloeiende uit de natuur-, milieu- en dierenwelzijnwetgeving;
  • e. uit een onderzoek naar de bodemkwaliteit dient te blijken dat de bodem geschikt is voor de nieuwe functie;
  • f. advies dient te worden ingewonnen bij het waterschap;
  • g. het nieuwe bestemmingsvlak wordt ingetekend; hierbij komt de bestaande aanduiding 'bouwvlak' deels te vervallen en het overgebleven deel wordt geschrapt.