43.1 Bevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat:
-
a. de bestemmingen 'Agrarisch - Cultuurgrond', 'Groen - Houtwal', 'Tuin', 'Verkeer -
Verblijfsgebied' en 'Wonen' worden gewijzigd in de bestemmingen 'Gemengd -
1', 'Verkeer' en 'Verkeer - Parkeren' dan wel dat de aanduidingen 'detailhandel', 'maximum aantal wooneenheden' en 'opslag' worden toegevoegd, mits:
-
1. deze wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 1';
-
2. wordt aangetoond dat de wijziging niet stuit op milieutechnische beperkingen vanuit de Wet geluidhinder, de bodemkwaliteit, het aspect externe veiligheid, hinder van nabijgelegen bedrijven en woningen, archeologie, ecologie, hydrologie en de (economische) uitvoerbaarheid voldoende wordt gewaarborgd;
-
3. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels van artikel 13 van overeenkomstige toepassing zijn bij de wijziging naar 'Gemengd - 1', met dien verstande dat:
- de aanduiding 'detailhandel' wordt opgenomen;
- maximaal 2 woningen zijn toegestaan, hiervoor wordt de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' opgenomen;
- de aanduiding 'opslag' wordt opgenomen ten behoeve van het toestaan van gebouwen ten behoeve van opslag, met dien verstande dat bij toevoeging van de aanduiding 'opslag' binnen de bestemming 'Verkeer -
Verblijfsgebied uitsluitend ondergrondse opslag is toegestaan;
-
4. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels van artikel 26 en 27 van overeenkomstige toepassing zijn bij de wijziging naar 'Verkeer' en 'Verkeer - Parkeren';
-
b. ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 2' ook horecabedrijven van categorie 1 of 4 worden toegestaan door het verwijderen van de betreffende aanduiding en de aanduiding 'horeca van categorie 1' of 'horeca van categorie 4' toe te voegen;
-
c. ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 3' ook horecabedrijven van categorie 1, 2 of 4 worden toegestaan door het verwijderen van de betreffende aanduiding en de aanduiding 'horeca van categorie 1', 'horeca van categorie 2' of 'horeca van categorie 4' toe te voegen;
-
d. ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 1' ook horecabedrijven van categorie 4 worden toegestaan door het verwijderen van de betreffende aanduiding en de aanduiding 'horeca van categorie 4' toe te voegen;
-
e. de bestemmingen 'Gemengd - 1', 'Gemengd - 2' en/of 'Maatschappelijk' onderling mogen worden gewijzigd, voor zover het gronden betreft die zijn gelegen binnen de vesting';
-
f. binnen de bestemming 'Centrum' ter plaatse van het kruis wonen op de eerste bouwlaag wordt toegestaan;
-
g. de bestemmingen 'Gemengd - 1', 'Gemengd - 2' en/of 'Wonen' worden gewijzigd in de bestemming 'Centrum', mits:
-
1. het gronden betreft die zijn gelegen in het "kruis" van de vesting;
-
2. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels van artikel 9 van toepassing zijn;
-
h. de bestemming 'Centrum' wordt gewijzigd in de bestemming 'Gemengd - 1' waarbij de aanduiding 'detailhandel' wordt toegevoegd, mits:
-
1. deze wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 2';
-
2. wordt aangetoond dat de wijziging niet stuit op milieutechnische beperkingen vanuit de Wet geluidhinder, de bodemkwaliteit, het aspect externe veiligheid, hinder van nabijgelegen bedrijven en woningen, archeologie, ecologie, hydrologie en de (economische) uitvoerbaarheid voldoende wordt gewaarborgd;
-
3. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels van artikel 13 van toepassing zijn, met dien verstande dat gebouwen een goot- en bouwhoogte mogen hebben van maximaal 4,50 respectievelijk 10,50 meter;
-
4. op basis van het 'Kwalitatief woningbouwprogramma' woningcontingent beschikbaar is.
-
i. ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke bouwaanduiding - rijksmonument' of 'specifieke bouwaanduiding - gemeentelijk monument' na sloop van het (de) betreffende gebouw(en) of het anderszins vervallen van de monumentale status de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' wordt aangebracht;
-
j. de toegestane goot- en/of bouwhoogte van bouwwerken wordt vergroot met maximaal 20%;
-
k. het wijzigen van het maximum aantal woningen, mits het bestaande aantal meer bedraagt dan het aangegeven aantal woningen;
-
l. bij een bedrijf een nieuwe bedrijfswoning wordt toegestaan, mits dit noodzakelijk is voor de bedrijfsvoering;
-
m. per bouwvlak het aantal woningen toeneemt, mits:
-
1. het hoofdgebouw is gelegen binnen het gebied van de vesting;
-
2. dit noodzakelijk is voor een doelmatig gebruik en de instandhouding van het waardevolle hoofdgebouw;
-
3. het hoofdgebouw, gelegen binnen het bouwvlak, een inhoud heeft van minimaal 800 m³;
-
4. het splitsen in 2 of meer woningen uitsluitend is toegestaan indien de gebruiksoppervlakte van elke toe te voegen woning minimaal 100 m² bedraagt;
-
5. de bestaande bouwmassa van het hoofdgebouw niet wordt vergroot, tenzij indien en voor zover door het verbouwen de karakteristieke hoofdvorm wordt hersteld dan wel dat de verschijningsvorm wordt verbeterd;
-
6. er sprake blijft van één hoofdtoegang, die toegang verschaft tot een gemeenschappelijke hal van waaruit rechtstreekse toegang tot de woonruimtes wordt verschaft, mits de bestaande situatie hiervan niet reeds afwijkt;
-
7. in het geval niet kan worden voldaan aan de gebruiksoppervlakte van de toe te voegen woning, mag daarvoor gebruik worden gemaakt van het bouwvlak van een aangebouwd hoofdgebouw, indien en voor zover dit hoofdgebouw onderdeel uit maakt van hetzelfde kadastrale perceel/eigendom, is gesitueerd op het achtergelegen perceel en niet grenst aan de openbare ruimte;
-
8. in het geval en voor zover dat ten behoeve van het gebruik, het behoud, de bescherming en/of het herstel van een rijks- of gemeentelijk monument noodzakelijk is, kan zonodig worden afgeweken van de hiervoor gegeven maatvoeringsgegevens tot een maximum van 20%, gehoord de gemeentelijke monumentencommissie;
-
9. toepassing van deze bevoegdheid dient te passen binnen het gemeentelijk woonbeleid;
-
10. er geen sprake is van onevenredige schade voor de aangrenzende bedrijven, in die zin dat de bedrijven in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt;
-
11. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
-
12. er geen toename van het aantal inritten naar het perceel plaatsvindt;
-
13. de parkeersituatie niet verslechtert, of indien nodig een bijdrage wordt gestort in het parkeerfonds overeenkomstig dat daarvoor geldende regels;
-
n. ter plaatse van de aanduiding 'erf' de bestemming die op het betreffende perceel ligt en niet overeenstemt met de feitelijke situatie wordt gewijzigd in de bestemming die wel overeenstemt met de bestemming van het bijbehorende hoofdgebouw, mits deze wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast indien na de vaststelling van dit bestemmingsplan blijkt dat de feitelijke situatie niet overeenstemt met de gegeven bestemming of door verkoop van gronden een andere situatie is ontstaan.