direct naar inhoud van 4.2 Provincie
Plan: Noordelijke Rondweg Voorthuizen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0203.1054-0003

4.2 Provincie

4.2.1 Algemene structuurvisie ruimtelijke ordening (Streekplan 2005)

Het Streekplan (thans structuurvisie als bedoeld in de Wro) onderscheidt drie zones: het groenblauwe raamwerk, het rode raamwerk en het multifunctionele gebied. Het groenblauwe raamwerk en het rode raamwerk vormen de ruimtelijke hoofdstructuur. De ontwikkeling en het behoud hiervan is aangemerkt als een provinciaal belang.

Het rode raamwerk heeft betrekking op de hoogdynamische functies die samenhangen met de hoofdinfrastructuur en intensieve vormen van ruimtegebruik zoals stedelijke functies, intensieve vormen van recreatie, met stedelijke ontwikkeling samenhangende groenontwikkeling en intensieve agrarische teelten. Het groenblauwe raamwerk omvat de meer kwetsbare functies als natuurgebieden en waterbergingsgebieden.

Het doel van het ruimtelijke-infrastructurele beleid van de provincie is het streven naar een goede bereikbaarheid van en in Gelderland. De economische centra en de grote steden dienen goed bereikbaar te zijn voor burgers en bedrijven. Voorop staat dat het huidige verkeers- en vervoerssysteem wordt behouden en goed wordt onderhouden. Waar nodig moet het systeem worden verbeterd. Bereikbaarheids- en leefbaarheidproblemen kunnen worden voorkomen door stedelijke ontwikkeling af te stemmen op de vervoerscapaciteit en milieubelasting van bestaande (en reeds geplande) infrastructuur. In de tweede plaats moet gezocht worden naar verstedelijkingslocaties die goed aansluiten op de bestaande (en reeds geplande) infrastructuur en deze benutten.

Op de streekplanplankaart 'ruimtelijke ontwikkeling' heeft de noordelijke rondweg om Voorthuizen geen nadere aanduiding.

Waardevol landschap

De aansluiting tussen de noordelijke rondweg om Voorthuizen en de nieuwe rondweg N303 ligt op de grens van een gebied dat is aangemerkt als 'Waardevol landschap', zie onderstaande afbeelding.

afbeelding "i_NL.IMRO.0203.1054-0003_0007.jpg"

Uitsnede kaart Ecologische Hoofdstructuur

Dit zijn gebieden met (inter)nationaal en provinciaal zeldzame of unieke landschapskwaliteiten van visuele, aardkundige en/of cultuurhistorische aard, en in relatie daarmee bijzondere natuurlijke en recreatieve kwaliteiten.

Het ruimtelijk beleid voor waardevolle landschappen is: behouden en versterken van de landschappelijke kernkwaliteiten.

Voor de waardevolle landschappen als geheel geldt binnen de algemene voorwaarde dat de kernkwaliteiten worden versterkt, en bij inachtneming van het beleid voor functieverandering in het buitengebied een 'ja mits'-benadering voor het toevoegen van nieuwe bouwlocaties en andere ruimtelijke ingrepen. Voor zover de waardevolle landschappen deel uitmaken van het multifunctioneel gebied is de voorwaarde dat de nieuwe bebouwing past binnen de door de regio vast te stellen of reeds bepaalde zoekzones voor stedelijke functies of zoekzones landschappelijke versterking, en dat recht wordt gedaan aan de kernkwaliteiten van de betreffende landschappen.

In de waardevolle landschappen is lokale en regionale ontwikkeling mogelijk. Aard, omvang en vormgeving in samenhang met de kernkwaliteiten zijn bepalend.

Hoe wordt omgegaan met het landschap en de inpassing van de rondweg N303 daarin is beschreven in de paragraaf 3.2.

Ecologische hoofdstructuur

Het oostelijk deel van het tracé van de noordelijke rondweg om Voorthuizen is gelegen op de rand van een gebied dat is aangeduid als Ecologische Hoofdstructuur.

Binnen de ecologische hoofdstructuur geldt de “nee, tenzij”-benadering. Dit houdt in dat bestemmingswijziging niet mogelijk is als daarmee de wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied significant worden aangetast, tenzij er geen reële alternatieven zijn en er sprake is van redenen van groot openbaar belang. Om te kunnen bepalen of de wezenlijke kenmerken en waarden van een gebied significant worden aangetast, moet het bevoegde gezag erop toezien dat hiernaar door de initiatiefnemer onderzoek wordt verricht.

Voor het onderhavige bestemmingsplan is een ecologisch onderzoek uitgevoerd en is een bomeninventarisatie gedaan. De onderzoeksresultaten van het ecologisch onderzoek zijn opgenomen in paragraaf 5.5 en de resulaten van de bomeninventarisatie zijn opgenomen in paragraaf 5.3.

De beleidskaart geeft de drie onderdelen van de EHS weer: EHS-natuur, EHS-verweving en ecologische verbindingszones. Op deze onderdelen is toegespitst ruimtelijk beleid van toepassing. Voor het behoud en herstel van de biodiversiteit in Gelderland zijn de drie delen van de EHS onlosmakelijk met elkaar verbonden.

Soorten die gebonden zijn aan grotere natuurgebieden vinden vooral een plek in EHS-natuur EHS-natuur bestaat uit bestaande natuurgebieden, en voor een kleiner deel uit natuurontwikkelingsgebieden die momenteel agrarische cultuurgrond zijn.

Bestemmingsplanwijzigingen die leiden tot aantasting van de wezenlijke kenmerken of waarden van de EHS-natuur kunnen door GS alleen worden goedgekeurd als – naast het ontbreken van reële alternatieven en de aanwezigheid van redenen van groot openbaar belang – aantoonbaar in hetzelfde bestemmingsplan voorzieningen worden getroffen waarmee de schade zoveel mogelijk wordt beperkt door mitigerende maatregelen. Compensatie van de resterende schade dient plaats te vinden in hetzelfde bestemmingsplan of in gekoppelde bestemmingsplannen.

Per saldo zal op planniveau of op gebiedsniveau geen verlies mogen optreden van areaal, kwaliteit en samenhang.

Conclusie voor de noordelijke rondweg om Voorthuizen

Bij het ontwerp en de realisatie van de noordelijke rondweg om Voorthuizen dient voldoende rekening gehouden te worden met de landschappelijke waarden van het gebied waarin het nieuwe tracé komt te liggen.Hoe hiermee wordt omgegaan wordt beschreven in paragraaf 3.2.

4.2.2 Ruimtelijke Verordening Gelderland

Met een ruimtelijke verordening stelt de provincie regels aan bestemmingsplannen van gemeenten. De provincie richt zich hierbij op onderwerpen die van provinciaal belang zijn, zoals verstedelijking, natuur, nationale landschappen, water en glastuinbouw. Gemeenten krijgen op sommige terreinen meer beleidsvrijheid, terwijl ze op andere gebieden te maken krijgen met strikte provinciale richtlijnen.

Provinciale Staten hebben de Ruimtelijke Verordening Gelderland vastgesteld in december 2010. De verordening is van kracht sinds maart 2011. De regels in de verordening kunnen betrekking hebben op het hele provinciale grondgebied, delen of gebiedsgerichte thema's. Gemeenten moeten binnen een bepaalde termijn hun bestemmingsplan op deze regels afstemmen.

Conclusie voor de noordelijke rondweg om Voorthuizen

Dit onderhavige bestemmingsplan voor de noordelijke rondweg om Voorthuizen is afgestemd op de regels van de Ruimtelijke Verordening Gelderland.

4.2.3 Proviniciaal Verkeer- en vervoerplan

Het provinciaal beleid voor verkeer een vervoer is vastgelegd in het Provinciaal Verkeer en Vervoerplan 2 (PVVP 2, 2004). Het PVVP 2 geeft tot 2015 richting aan het provinciale verkeers- een vervoersbeleid, waarbij naar een duurzame balans wordt gezocht tussen bereikbaarheid, leefomgeving en veiligheid. Voor elk van deze aspecten formuleert het PVVP ambities.


Ambities voor bereikbaarheid:

  • het verkeers- en vervoersysteem optimaliseren ten dienste van bereikbaarheid;
  • de bereikbaarheid van stedelijke gebieden, bedrijventerreinen en voorzieningen waarborgen.


De afgelopen jaren heeft groei van de mobiliteit plaatsgevonden, waardoor zowel het aantal verplaatsingen als de afgelegde afstand is toegenomen. Door deze toename van mobiliteit doen zich ook bereikbaarheidsproblemen voor.

Onderdeel van het PVVP-2 is de Dynamische Beleidsagenda Mobiliteit. Met deze nieuwe Dynamische Beleidsagenda Mobiliteit wil de provincie beknopt schetsen welke accenten in Gelderland de komende jaren worden gelegd binnen de kaders van het PVVP-2.

In de regio Vallei ligt de focus momenteel vooral op de corridors en de interne bereikbaarheid van het gebied. De huidige N303 door Voorthuizen daarbij nadrukkelijk genoemd als knelpunt. De oplossing met de nieuwe rondweg N303 en de noordelijke rondweg om Voorthuizen is voornamelijk gericht op doorstroming in combinatie met een leefbare kern.

Conclusie voor de noordelijke rondweg om Voorthuizen

In het PVVP-2 en de Dynamische Beleidsagenda Mobiliteit wordt de N303 bij Voorthuizen als knelpunt aangewezen. Mede op basis van deze beleidsdocumenten worden de nieuwe rondweg N303 en de noordelijke rondweg om Voorthuizen gerealiseerd.

4.2.4 Gelders Milieuplan 4

Het Gelders Milieuplan 4 is gebaseerd op de Wet milieubeheer en beschrijft de hoofdlijnen van het Gelderse milieubeleid. Het bevat het provinciale beleid voor het verder verbeteren van de milieukwaliteit in Gelderland in de periode september 2010 tot en met december 2012.

Het Gelders Milieuplan 4 (GMP4) houdt rekening met de ontwikkelingen van de afgelopen jaren, zoals veranderingen in de wet- en regelgeving, het klimaatakkoord en de uitvoeringsprogramma's die de provincie heeft gemaakt voor onder meer lucht, externe veiligheid en bodem. GMP4 biedt een beeld van het Gelderse milieubeleid. Het milieubeleid is uitgewerkt in zeven milieuthema's: lucht, geluid, bodem, externe veiligheid, natuur en biodiversiteit, klimaat en verantwoordelijkheid voor duurzaamheid. Het plan bevat beleidsinhoudelijk geen nieuwe thema's ten opzichte van het Gelders Milieuplan 3. Wel heeft het GMP4 scherpere doelstellingen, waarvan beter kan worden geëvalueerd of ze zijn bereikt.

Ten aanzien van geluid staat in het GMP4 beschreven dat de overheid een belangrijke opgave heeft in:

  • het stellen van grenzen aan de blootstelling aan geluid en het handhaven daarvan;
  • het verbeteren van situaties met een overmatige blootstelling aan geluid.

De overheid wil ervoor zorgen dat Nederlandse inwoners niet worden blootgesteld aan hogere dan aanvaardbare geluidniveaus. De provincie Gelderland hecht groot belang aan het milieuthema Geluid. De provincie ziet als ambitie voor Gelderland dat het geluidniveau in de woon- en leefomgeving acceptabel is.

In de komende periode beperkt de provincie zich tot een voortzetting van GMP3-beleid en uitvoering, geactualiseerd op basis van de recente ontwikkelingen in wetgeving en eigen provinciaal beleid.

De plandoelen voor de GMP4-periode ten aanzien van geluid is onder andere voor provinciale wegen: geen onaanvaardbare geluidsbelasting in Gelderland als gevolg van verkeer op provinciale wegen in 2020.

Voor het realiseren van de plandoelen levert de provincie verschillende prestaties, ten aanzien van wegverkeer zijn dit onder andere:

  • opstellen vervolg Actieplan Geluid: verminderen aantal geluidgehinderden langs provinciale wegen door het aanleggen stil asfalt en/of het treffen van andere maatregelen met ingang van 2012;
  • onderzoek uitvoeren naar andere maatregelen (zoals bijvoorbeeld het afwaarderen van wegen, plaatsen van geluidschermen, gevelisolatie en netwerkoplossingen zoals omleiding vrachtverkeer). Dit is nodig als het aanleggen van stil asfalt niet kosteneffectief is of als aanleg van stil asfalt alleen niet voldoende is.

Ten aanzien van luchtkwaliteit en geur richt de provincie zich bij (provinciale)wegen op doorstromingbevorderende maatregelen en het aanleggen van meer groen langs provinciale wegen.

Conclusie voor de noordelijke rondweg om Voorthuizen

De realisatie van de noordelijke rondweg om Voorthuizen levert een positieve bijdrage aan een gezonde en veilige woonomgeving, door een vermindering van structurele geluidoverlast en te hoge luchtverontreiniging.

4.2.5 Waterplan Gelderland 2010-2015

Het Waterplan Gelderland is op 11 november 2009 door Provinciale Staten vastgesteld en op 22 december 2009 in werking getreden. Het Waterplan is de opvolger van het derde Waterhuishoudingsplan (WHP3). Het beleid uit WHP3 wordt grotendeels voortgezet. Het Waterplan Gelderland is tegelijk opgesteld met de water(beheer)plannen van het Rijk en de waterschappen. In onderlinge samenwerking zijn de plannen op elkaar afgestemd.


In het plan staan de doelen voor het waterbeheer, de maatregelen die daarvoor nodig zijn en wie ze gaat uitvoeren. Voor oppervlaktewaterkwaliteit, hoogwaterbescherming, regionale wateroverlast, watertekort en waterbodems gelden provinciebrede doelen. Voor een aantal functies, zoals landbouw, natte natuur, waterbergingsgebieden en grondwaterbeschermingsgebieden, zijn specifieke doelen geformuleerd.


Voor de realisatie van een aantal waterdoelen zijn ruimtelijke maatregelen nodig. Hiervoor krijgt het Waterplan Gelderland op basis van de nieuwe Waterwet de status van structuurvisie. Eén van de waterdoelen die ook voor onderhavig plan van belang is, is de regionale waterberging. In het Waterplan is de definitieve begrenzing van de waterbergingsgebieden uit de Streekplanuitwerking Waterberging overgenomen. De waterschappen zijn verantwoordelijk voor de ontwikkeling/totstandkoming van waterberging. In samenwerking met gemeenten zorgen zij voor de vastlegging in bestemmingsplannen. De provincie bewaakt dat de waterberging daadwerkelijk tot stand komt en dat geen ontwikkelingen plaatsvinden in de aangewezen waterbergingsgebieden die waterberging in de weg staan.

Conclusie voor de noordelijke rondweg om Voorthuizen

Ook bij de realisatie van de noordelijke rondweg om Voorthuizen wordt rekening gehouden met de doelen ten aanzien van waterhuishouding. Hoe dit vorm krijgt wordt beschreven in paragraaf 5.13.