direct naar inhoud van 4.1 Rijk
Plan: Noordelijke Rondweg Voorthuizen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0203.1054-0003

4.1 Rijk

4.1.1 Nota Ruimte

In de Nota Ruimte zijn op nationaal niveau de uitgangspunten voor de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland tot 2020 vastgelegd. In de nota worden de hoofdlijnen van beleid aangegeven, waarbij de ruimtelijke hoofdstructuur van Nederland (RHS) een belangrijke rol speelt. De nota heeft vier algemene doelen: versterking van de economie, krachtige steden en een vitaal platteland, waarborging van waardevolle groengebieden en veiligheid.

Buiten de nationale RHS stelt het rijk zich terughoudend en selectief op. Voor deze gebieden wordt een basiskwaliteit nagestreefd. Tot de basiskwaliteit rekent het rijk onder meer de aandacht voor "ruimtelijke kwaliteit", de "watertoets" en wettelijke vereisten op het vlak van geluid, veiligheid, natuur en milieu.

Het nationaal ruimtelijk beleid voor steden en netwerken richt zich op voldoende ruimte voor wonen, werken en mobiliteit en de daarbij behorende voorzieningen, groen, recreatie, sport en water. Daarbij kiest het rijk voor versterking van de internationale concurrentiepositie van Nederland, bevordering van krachtige steden en een vitaal platteland, borging en ontwikkeling van belangrijke (inter)nationale ruimtelijke waarden en borging van de veiligheid.

Samenwerking tussen gemeenten bij de uitvoering van het ruimtelijk beleid staat voorop. De provincie is verantwoordelijk voor de bovenregionale samenhang.

Ten aanzien van de hoofdinfrastructuur en de regionale- en lokale verbindingen geeft het Rijk in de Nota Ruimte aan dat deze in nauwe relatie tot elkaar staan. Goede onderlinge afstemming in de vorm van integrale gemeenschappelijke, gebiedsgerichte aanpak van de bereikbaarheidsproblematiek is vereist.

Ecologische Hoofdstructuur

Voor de noordelijke rondweg om Voorthuizen is de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) van belang. Op de planologische kernbeslissing kaart “Ecologische Hoofdstructuur” is een globale begrenzing weergegeven van de EHS.

Deze globale begrenzing is in de Algemene structuurvisie ruimtelijke ordening (voorheen Streekplan 2005) van de provincie Gelderland nader uitgewerkt. Het rijk is samen met de provincies verantwoordelijk voor de realisatie van de EHS. Bescherming, instandhouding en ontwikkeling is de verantwoordelijkheid van provincie en gemeenten.

De noordelijke rondweg raakt de EHS, zoals aangegeven in de Nota Ruimte en in de Algemene structuurvisie ruimtelijke ordening. In de structuurvisie van de provincie is het beleid ten aanzien van de EHS nader uitgewerkt, zie ook paragraaf 4.2.1.

Conclusie voor de noordelijke rondweg om Voorthuizen

De noordelijke rondweg om Voorthuizen loopt voor een klein deel langs een gebied dat is aangemerkt als EHS-natuur en raakt voor een deel de Ecologische Hoofdstructuur zoals aangegeven in de Nota Ruimte en het Streekplan Gelderland 2005. Ten behoeve hiervan is een natuuronderzoek uitgevoerd. De resultaten van dit onderzoek vormen geen belemmering voor de realisatie van de noordelijke rondweg. Het onderzoeksrapport is opgenomen in bijlage 5 van deze toelichting.

Verder staan voor het plangebied van de rondweg N303 in de Nota Ruimte geen specifieke ontwikkelingen beschreven. De ontwikkeling sluit aan op de algemene doelstellingen zoals aangegeven in de nota.

4.1.2 Nota Mobiliteit

De Nota Mobiliteit is het nationaal verkeers- en vervoersplan voor de periode tot 2020. De nota is eind 2005 vastgesteld en stelt doelen en kaders voor de middellange termijn op het gebied van verkeer en vervoer. In de nota wordt mobiliteit gezien als een noodzakelijke voorwaarde voor economische en sociale ontwikkeling. Binnen de kaders van verkeersveiligheid en leefomgeving wordt de groei in mobiliteit in principe niet beperkt. Het streven is om de bereikbaarheid te verbeteren. Hierbij moeten de snelheid, betrouwbaarheid en veiligheid van een reis toenemen. De Nota Mobiliteit bevat maatregelen voor een sterke economie, een veilige samenleving, een goed leefmilieu en een aantrekkelijk Nederland. Het Rijk draagt zorg voor de knelpunten die van nationaal belang zijn. Voor het overige wordt van provincies en gemeenten een nadere invulling van beleid en uitvoering verwacht.

Conclusie voor de noordelijke rondweg om Voorthuizen

De noordelijke rondweg om Voorthuizen is geen tracé van nationaal belang. De gemeente Barneveld dient zorg te dragen voor de nadere invulling van het beleid en de uitvoering daarvan.

4.1.3 Natuurbeschermingswet

Gebiedsbescherming in Nederland is geregeld in de Natuurbeschermingswet. De Natuurbeschermingswet (1998) regelt de bescherming van gebieden die in het kader van de Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn (Natura 2000) beschermd moeten worden. Alleen binnen die gebieden is de wet van toepassing.

Ten behoeve van het plan voor de noordelijke rondweg is een natuuronderzoek uitgevoerd. Het onderzoeksrapport is opgenomen in bijlage 5 van deze toelichting. De resultaten van dit onderzoek zijn opgenomen in paragraaf 5.5.

Conclusie voor de noordelijke rondweg om Voorthuizen

Ten behoeve van de noordelijke rondweg is een natuuronderzoek uitgevoerd. De resultaten van dit onderzoek vormen geen belemmering voor de realisatie van de noordelijke rondweg.

4.1.4 Flora- en faunawet

De Flora- en faunawet beschermt in het wild voorkomende diersoorten en plantensoorten. De wet heeft regels over de jacht, beheer en schadebestrijding. Ook omvat het regels over de handel in dieren en planten en het bezit van bedreigde dieren en planten. Het is niet toegestaan planten te plukken die onder de Flora- en faunawet vallen. Dieren die onder de wet vallen, mogen niet worden gedood, gevangen of verstoord.

Het uitgangspunt van de Flora- en faunawet is 'Nee, tenzij'. Dit betekent dat alles wat schadelijk is voor bedreigde soorten verboden is. Van het verbod ('nee') kan alleen onder bepaalde voorwaarden ('tenzij') worden afgeweken.

In de Flora- en faunawet is een zorgplicht opgenomen die voor alle dieren geldt. De zorgplicht houdt in dat menselijk handelen geen nadelige gevolgen mag hebben voor dieren.

Ten behoeve van het plan voor de noordelijke rondweg is een natuuronderzoek uitgevoerd. Het onderzoeksrapport is opgenomen in bijlage 5 van deze toelichting. Daarnaast zijn ook een steenuilenonderzoek en een vleermuizenonderzoek uitgevoerd. De onderzoeksrapporten daarvan zijn opgenomen in bijlage 6 en bijlage 7 van deze toelichting. De resultaten van de onderzoeken zijn opgenomen in paragraaf 5.5.

Conclusie voor de noordelijke rondweg om Voorthuizen

Uit het natuuronderzoek blijkt ten aanzien van flora- en fauna dat indien de werkzaamheden tenminste voor het broedseizoen starten en er doorgewerkt wordt, dan worden er geen verbodsbepalingen overtreden. Onder 'doorwerken' wordt verstaan dat niet langer dan enkele dagen geen activiteit mag plaatsvinden, vogels zullen zich dan namelijk niet vestigen om te broeden waardoor verstoring voorkomen wordt.