direct naar inhoud van Artikel 20 Wonen - Hanenspoor
Plan: Kern Sint Anthonis
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1702.1BPkernsintanthoni-VA01

Artikel 20 Wonen - Hanenspoor

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Hanenspoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de woonfunctie tot het bestaand aantal woningen, met dien verstande dat indien de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is opgenomen het aantal bestaande en/of nieuwe woningen niet meer mag bedragen dan het aangeven aantal;
  • b. aan huis verbonden beroepen waarbij geldt:
    • 1. de omvang niet groter mag zijn dan 30% van de vloeroppervlakte van de woning inclusief aan- en uitbouwen en bijgebouwen met een maximum van in totaal 60 m²;
    • 2. degene die de activiteiten uitvoert, is bewoner van de woning;
    • 3. detailhandel niet is toegestaan, uitgezonderd beperkte verkoop als ondergeschikte activiteit in verband met de activiteit.
  • c. voet- en fietspaden;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen (zie hiertoe mede artikel 34.1), groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.

20.2 Bouwregels
20.2.1 Hoofdgebouwen

Hoofdgebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd binnen het bouwvlak, waarbij niet meer woningen mogen worden gebouwd dan aangeduid met de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden';
  • b. de typologie van het hoofdgebouw mag ter plaatse van de aanduiding:
    • 1. 'twee-aaneen' twee-aaneen zijn;
    • 2. 'vrijstaand' vrijstaand zijn;
    • 3. 'specifieke bouwaanduiding - patio' van het patiotype zijn, waarbij geldt dat deze ook buiten het bouwvlak mag voorkomen en waarbij geldt dat:
      • niet meer dan 50% van het aanduidingsvlak een bouwhoogte mag hebben van 8 m en waarbij geldt dat indien tot 8 m hoog wordt gebouwd ten minste 5 m uit de zuid-oostgrens van het bestemmingsvlak gebleven moet worden;
      • voor het overige een bouwhoogte geldt van maximaal 4 m;
      • de goothoogte maximaal 4 m mag bedragen;
  • c. de voorgevel van het hoofdgebouw mag uitsluitend worden gebouwd in of maximaal 2 m achter de naar de weg gekeerde grens van het bouwvlak. In afwijking hiervan mag ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden = 4' de voorgevel van het hoofdgebouw in of maximaal 5 m achter de naar de weg gekeerde grens van het bouwvlak worden gebouwd;
  • d. afstand tot de zijdelingse bouwperceelsgrens is ter plaatse van de aanduiding:
    • 1. 'vrijstaand' aan beide zijden minimaal 2 m, met dien verstande dat in afwijking hiervan ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden = 4' de totale afstand tussen twee hoofdgebouwen ten minste 3 m moet zijn;
    • 2. 'twee-aaneen' aan één zijde minimaal 2 m;
    • 3. 'specifieke bouwaanduiding - patio' aan beide zijden minimaal 0 m;
  • e. de goothoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' is aangegeven, tenzij anders is bepaald in deze regels;
  • f. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' is aangegeven, tenzij anders is bepaald in deze regels;
  • g. afwijkend van het hiervoor bepaalde onder e. en f. geldt dat ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte = 9,25 m' en 'maximale bouwhoogte = 9,25 m' de bouwhoogte maximaal 11 m mag bedragen, indien de maximale goothoogte maximaal 6,5 m bedraagt.
  • h. indien in aanvulling op bovenstaande maatvoeringsaanduidingen nog een maatvoeringsaanduiding is opgenomen geldt ook het bepaalde ter plaatse van die maatvoeringsaanduiding.

20.2.2 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen

Aan- uit- en bijgebouwen en overkappingen mogen binnen en buiten het bouwvlak worden gebouwd en voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. goothoogte maximaal 3,25 m, met dien verstande dat bij het uitbouwen van/aanbouwen aan een hoofdgebouw de goothoogte in elk geval ook net zo hoog mag zijn als de hoogte van de eerste bouwlaag +25 cm;
  • b. bouwhoogte maximaal 5,5 m, met dien verstande dat:
    • 1. tot 1 m uit de perceelsgrens de maximale bouwhoogte maximaal 3,5 m bedraagt, en
    • 2. tot 2 m uit de perceelsgrens de maximale bouwhoogte maximaal 4,5 m bedraagt;
  • c. minimaal 2 m achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw met dien verstande dat:
    • 1. aanbouwen (zoals erkers) tot 1,5 m voor de voorgevel van het hoofdgebouw mogen worden gebouwd, mits de:
      • bouwhoogte maximaal 3 m bedraagt;
      • ligging uit de voorste perceelsgrens minimaal 2 m bedraagt;
      • breedte niet groter is dan 2/3 van de breedte van de gevel van het hoofdgebouw;
    • 2. overkappingen (zoals carports) tot 2 m voor de voorgevel van het hoofdgebouw mogen worden gebouwd, mits de:
      • bouwhoogte maximaal 3 m bedraagt;
      • ligging uit de voorste perceelsgrens minimaal 2 m bedraagt;
      • overkapping vóór het verlengde van de voorgevel niet met enige wand is omsloten;
  • d. gebouwd op het zij- en achtererf waarbij het bouwperceel voor niet meer dan 50% mag worden bebouwd en waarbij geldt dat het te bebouwen oppervlakte op een bouwperceel:
    • 1. wat kleiner of gelijk is dan 500 m² maximaal 90 m² mag zijn;
    • 2. wat groter is dan 500 m2 maar kleiner of gelijk aan 1.000 m² maximaal 125 m² mag zijn;
    • 3. wat groter is dan 1000 m² maximaal 150 m² mag zijn.
  • e. afwijkend van het bepaalde onder d. geldt een maximaal bebouwingspercentage van 65 bij bouwpercelen kleiner dan 200 m2.

20.2.3 Bouwwerken geen gebouwen zijnde
  • a. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt:
    • 1. bij erf- en terreinafscheidingen vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw maximaal 1 m, met dien verstande dat de bouwhoogte bij een open constructie 1,5 m mag bedragen;
    • 2. bij erf- en terreinafscheidingen achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw maximaal 2 m;
    • 3. bij overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde maximaal 3 m;
    • 4. vlaggenmasten tot maximaal 6 m;
  • b. reclame-uitingen bij een beroep aan huis en een bedrijf aan huis mogen uitsluitend aan de gevel worden geplaatst tot een oppervlakte van 0,2 m².

20.3 Afwijken van de bouwregels
20.3.1 Afwijken

Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in artikel:

  • a. 20.2.1 ten behoeve van het overschrijden van het bouwvlak door de hoofdmassa van de woning tot maximaal 5 m;
  • b. 20.2.1 ten behoeve van het toestaan van een hogere goot- en / of bouwhoogte tot maximaal 8 respectievelijk 13 m;
  • c. 20.2.1 ten behoeve van het realiseren van 12 aaneengeschakelde woningen ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden = 10' waarbij geldt dat:
    • 1. er niet meer dan 8 aaneengebouwde woningen aaneen mogen worden gebouwd en waarbij geldt dat bij meer dan 4 woningen er minimaal een verspringing in de voorgevel of verspringing in goot- of bouwhoogte of een kapverdraaiing voorkomt;
    • 2. de afstand tot de zijdelingse bouwperceelsgrens aan de niet-aangebouwde zijde van de eindwoning minimaal 2 m bedraagt, waarbij voorts geldt dat meest zuidelijke rijwoning ten minste 9 m afstand in acht dient te nemen tot de zijdelingse bouwperceelsgrens;
    • 3. voldoende parkeerplaatsen worden gerealiseerd conform artikel 34.1;
  • d. 20.2.2 tot een hogere bebouwingspercentage mits een achter (het verlengde van) de voorgevel een open ruimte aanwezig blijft van 25 m².

20.3.2 Voorwaarde voor afwijken

Afwijken als bedoeld in artikel 20.3.1 kan slechts mits:

  • a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad;
  • c. door initiatiefnemer een zekerheidstelling is afgeven met betrekking tot de (plan)kosten;
  • d. de afwijking voorzien wordt van een ruimtelijke motivatie.

20.4 Afwijken van de gebruiksregels
20.4.1 Afwijken

Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in artikel 20.1:

  • a. ten behoeve van het toestaan van een aan huis verbonden beroep tot een omvang die niet groter is dan 40% van de vloeroppervlakte van de woning inclusief aan-, uit- en bijgebouwen met een maximum van in totaal 100 m²;
  • b. ten behoeve van het toestaan van een aan huis verbonden bedrijf, detailhandel of dienstverlening van ondergeschikte aard, mits:
    • 1. het geen volumineuze detailhandel of een supermarkt betreft;
    • 2. het een bedrijf betreft dat qua aard past in de functie van de kern;
    • 3. de omvang niet groter is dan 40% van de vloeroppervlakte van de woning inclusief aan-, uit- en bijgebouwen met een maximum van in totaal 100 m²;
    • 4. degene die de activiteiten uitvoert, de bewoner van de woning is.
  • c. ten behoeve van het toestaan van een bed en breakfast in een gedeelte van een hoofdgebouw en/of een uit-, aan- of (vrijstaand) bijgebouw mits:
    • 1. het aantal gastenkamers maximaal 3 bedraagt;
    • 2. niet meer dan 50% van het vloeroppervlakte van de woning wordt gebruikt ten dienste van de bed en breakfast tot een maximum van 120 m².

20.4.2 Voorwaarden voor afwijken

Afwijken als bedoeld in artikel 20.4.1 kan slechts mits:

  • a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad;
  • c. door initiatiefnemer een zekerheidstelling is afgeven met betrekking tot de (plan)kosten;
  • d. de afwijking voorzien wordt van een ruimtelijke motivatie.