Plan: | Centrum Vroomshoop |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1700.BPVH2009MP0001-vas1 |
De Wet geluidhinder (Wgh) heeft tot doel de mensen te beschermen tegen geluidsoverlast ten gevolge van weg-, spoorweg- of industrielawaai. Op basis van deze wet dient bij het opstellen van het bestemmingsplan dan ook aandacht te worden geschonken aan het aspect "geluid".
In de Wet geluidhinder is een zonering van industrieterreinen, wegen en spoorwegen geregeld. Enerzijds betekent dit dat (geluids)eisen worden gesteld aan de milieubelastende functies, anderzijds betekent dit dat beperkingen worden opgelegd aan milieugevoelige functies.
De verplichting tot het uitvoeren van een akoestisch onderzoek in relatie tot het opstellen van een bestemmingsplan geldt niet indien in dat bestemmingsplan geen mogelijkheden worden geboden voor het realiseren van nieuwe woningen en andere geluidgevoelige objecten.
Aangezien er geluidgevoelige objecten in het plangebied worden gerealiseerd, dient er akoestisch onderzoek uitgevoerd te worden. In deze paragraaf wordt ingegaan op de geluidsaspecten met betrekking tot wegverkeerslawaai, spoorweglawaai en industrielawaai.
Wegverkeerslawaai/
Met betrekking tot geluid veroorzaakt door het wegverkeer en railverkeer is in de Wet geluidhinder de verplichting opgenomen tot het verrichten van onderzoek naar de geluidsbelasting op de gevels van (nieuw geprojecteerde) woningen en andere geluidgevoelige objecten.
BVA heeft akoestisch onderzoek uitgevoerd. Uit dit onderzoek (zie Bijlage 6 Akoestisch en luchtkwaliteitonderzoek) blijkt dat de voorkeursgrenswaarde op drie gevels van het appartementencomplex bij het kruispunt Julianastraat-Linderflier (ruimschoots) wordt overschreden. De Julianastraat is verantwoordelijk voor een overschrijding van de voorkeurgrenswaarde op de noordgevel en de Linderflier zorgt voor een overschrijding op de west- en zuidgevel van het complex. De hoogste waarde bedraagt Lden 56 dB. Hierdoor kan niet zonder meer tot de realisering van de voorgenomen ontwikkeling overgegaan worden. De Wet geluidhinder schrijft voor dat maatregelen moeten worden onderzocht in de volgorde: bron, overdrachtsgebied en ontvanger om de geluidbelasting op de gevels te beperken. Indien de hiervoor genoemde maatregelen onvoldoende effect hebben of vanuit financieel, landschappelijk, vervoerskundig of verkeerskundig oogpunt niet mogelijk zijn, dan kan door het college van B&W een hogere grenswaarde vastgesteld worden. De maximale ontheffingswaarde voor nieuwbouwwoningen binnen de bebouwde kom bedraagt Lden 63 dB. Het kader voor de vaststelling van een hogere grenswaarde is vastgelegd in het lokale geluidbeleid van de gemeente Twenterand (paragraaf 2.5.14 Nota Geluidsbeleid (2008)). Dit betekent dat toetsing aan dit beleid, vastgelegd in de Nota geluidbeleid en Nota hogere grenswaarden, plaats dient te vinden en op basis hiervan moet worden bepaald of ontheffing mogelijk is.
Voor wat betreft het westelijke deel van het plangebied aan de Linderflier, waarvoor een contourenberekening is gemaakt, geldt dat de voorkeursgrenswaarde op een groot deel van het plangebied wordt overschreden. Voor een deel van de woningen die in dit deel worden geprojecteerd zal zonder aanvullende maatregelen een hogere grenswaarde benodigd zijn. Indien de exacte invulling van dit gebied duidelijk is kan de exacte geluidsbelasting worden bepaald;
Op de overige gebouwen is er geen sprake van een overschrijding van de voorkeurgrenswaarde.
Spoorweglawaai
Uit de berekeningen naar het geluidsbelasting ten gevolge van de spoorlijn Almelo – Mariënberg blijkt dat de geluidsbelasting ruimschoots beneden de voorkeursgrenswaarde van Lden 55 dB blijft.
Industrielawaai
Voor de bedrijven gelegen in de nabijheid van het plangebied is de Wet milieubeheer (Wm) doorgaans van toepassing. Afhankelijk van de aard van het bedrijf kan er een vergunningplicht van toepassing zijn. In dat geval zijn in de vergunning grenswaarden ten aanzien van geluid opgenomen. De grenswaarden zijn opgesteld ter bescherming van de leefomgeving tegen hinderlijke bedrijfssituaties en geven bedrijven een bepaalde geluidruimte. Voor het plangebied is het onderdeel geluid meegenomen in paragraaf 4.9 Bedrijven en milieuzonering.