direct naar inhoud van 2.5 Gemeentelijk beleid
Plan: Centrum Vroomshoop
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1700.BPVH2009MP0001-vas1

2.5 Gemeentelijk beleid

2.5.1 Centrumvisie Vroomshoop (2007)

De Centrumvisie vormt de basis voor voorliggend bestemmingsplan. Immers dit bestemmingsplan maakt een deel van de in de centrumvisie benoemde ontwikkelingen mogelijk.

Het centrum van Vroomshoop zal de komende jaren transformeren tot een compleet en compact centrum met een breed voorzieningenniveau. Een economisch gezond centrum waar het goed wonen en prettig verblijven is en met een uitgebreid voorzieningenniveau op het gebied van detailhandel, zorg, welzijn, cultuur en sport, is hierbij het einddoel. Nu zijn delen van het centrum nog rommelig, onaantrekkelijk en onsamenhangend. Vooral de spreiding van de winkels is hierbij een belangrijke factor. Immers een deel van de (grootschalige) detailhandel is gelegen net ten noorden van het bedrijventerrein aan de oostzijde van de Linderflier.

De kwaliteitsimpuls die noodzakelijk is om tot transformatie van het centrumgebied te komen, wordt beschreven in de Centrumvisie, die is opgebouwd uit visie, interactie en onderzoek. In de Centrumvisie wordt inzicht gegeven in de ontwikkelingsmogelijkheden binnen het centrum van Vroomshoop (ruwweg tussen de Hammerstraat en het Julianaplein) en het gebied ten westen van de spoorlijn. De belangrijkste gedachte in de Centrumvisie is dat het centrum compact en compleet moet zijn en dat er een duidelijke samenhang te vinden is. In de Centrumvisie ligt dan ook de nadruk op het bundelen en combineren van verschillende functies, waardoor een vitaal centrum kan ontstaan met voorzieningen voor jong en oud. Realisatie van de Centrumvisie betekent dat diverse functies toegevoegd dan wel verplaatst moeten worden binnen het plangebied.

De Centrumvisie is in zijn totaal opgenomen in Bijlage 3 Centrumvisie Vroomshoop.

2.5.2 Woonvisie (2009)

In de Woonvisie legt de gemeente vast welke visie zij heeft op het wonen in de gemeente op korte en middellange termijn. In 2009 is de Woonvisie 2009+ vastgesteld.

De visie op het wonen van de gemeente Twenterand komt neer op vier hoofdlijnen. Het zijn de thema’s waar de gemeente zich de komende jaren sterk voor wil maken. Deze ‘rode draad’ van de woonvisie omvat het volgende:

  • 1. Gefaseerd bouwen voor de eigen behoefte.
  • 2. Bouwen voor starters en senioren, doorstroming bevorderen.
  • 3. Kwaliteit van wonen.
  • 4. Gemeente en haar partners maken afspraken over investeren in het wonen.

Binnen huidig bestemmingsplan wordt nieuwe woningbouw direct mogelijk gemaakt in de vorm van zorgappartementen en appartementen. Dit past uitstekend binnen het bouwen voor starters en senioren conform de woonvisie.

2.5.3 Detailhandelsstructuurvisie 2011 - 2016

In dit rapport wordt de visie op de detailhandelsstructuur weergegeven voor de periode 2011 - 2016. De meest gewenste en toekomstbestendige detailhandelsstructuur wordt beschreven, samen met een projectenprogramma.

Voor Vroomshoop wordt in deze structuurvisie aangegeven dat het einde van het ontwikkelingsvolume voor Vroomshoop in zicht is. 'Binnenplanse' verbeteringen zijn daarom aan de orde, zoals op het gebied van het verblijfsklimaat. Zo wordt onder andere voorgesteld verscherpt toe te zien op het beheer van het Amaliaplein, het indikken van de Hammerstraat en het versterken van de verblijfsfunctie van het Julianaplein.

De ontwikkeling van een nieuw winkelgebied in de zuidwestelijke hoek Julianastraat - spoor voor de verplaatsing van de detailhandel van de Linderflier sluit goed aan bij de detailhandelsstructuurvisie aangezien het centrum dan meer compact wordt en de verplaatste detailhandel een trekkersrol naar het centrum kan vervullen.

2.5.4 Sociaal-economische visie

De gemeente Twenterand heeft een sociaal-economische visie vastgesteld als bouwsteen voor de structuurvisie. De doelstelling van de visie is: "Het opstellen van een Sociaal-economische visie voor de gemeente Twenterand met een strategische visie tot 2030 en een concreet actieprogramma voor de komende drie tot vijf jaar. De nota dient in brede zin inzicht te geven in de huidige en gewenste (toekomstige) situatie en dient op interactieve wijze vorm te krijgen met inbreng van vertegenwoordigers van het (georganiseerd) bedrijfsleven, intermediaire organisaties en overheid, zodat draagvlak wordt verkregen."

In de visie wordt ingegaan op de volgende thema's:

  • Plattelandsontwikkeling en leefbaarheid;
  • Versterken nijverheid;
  • Arbeidsmarkt en scholing;
  • Economische samenwerking en organisatie.

Ten aanzien van Vroomshoop wordt in de visie genoemd dat het belangrijk is uitvoering te geven aan de detailhandelsstructuurvisie en de centrumvisie voor Vroomshoop. Voorliggend bestemmingsplan beoogt om hier de planologisch-juridische voorwaarden voor vast te leggen.

2.5.5 Welstandsnota (2004)

In de welstandsnota, vastgesteld op 27 mei 2004, wordt nader ingegaan op de kenmerken van Vroomshoop en het voorgestane beleid, welke als volgt worden samengevat:

Kenmerken:

  • lintbebouwing langs het kanaal, rechthoekige structuur van het dorp;
  • Hammerweg niet herkenbaar, aandacht voor de gevelwanden;
  • winkelcentrum verstopt, industrie presenteert zich niet aan het kanaal;
  • ruimte voor nieuwe commerciële ontwikkelingen.

Beleid:

  • herkenbaarheid en toegankelijkheid van het winkelcentrum vergroten;
  • karakteristieken van de verschillende centrumdelen middels bebouwing en inrichting van openbare ruimte vergroten;

afbeelding "i_NL.IMRO.1700.BPVH2009MP0001-vas1_0003.png"

Het centrumgebied van Vroomshoop wordt begrensd door het kanaal, de Hammerstraat, de spoorlijn en de achtergevel van de bebouwing langs de Julianastraat. Door de ligging langs de belangrijke historische lijnen kunnen binnen het centrum drie gebieden worden onderscheiden. Dat zijn de kanaalzone, het oude lint en het nieuwe winkelcentrum. De kanaalzone maakt geen onderdeel uit van het voorliggend bestemmingsplan en wordt niet nader beschreven.

Centrum

Voor het centrum wordt gestreefd naar een levendig dorpscentrum, een betere inbedding en zichtbaarheid. Met de ontwikkeling van nieuwe bebouwing en herkenbare en veilige routes van het winkelcentrum naar het kanaal en de Hammerstraat zal het centrumgebied binnen het dorp een duidelijker gezicht krijgen. Een goede positionering van de bebouwing alsook het aanbrengen van voorkanten naar de toegangen tot het centrum en naar de omgeving zijn daarbij van groot belang. Om rustige en herkenbare gevelwanden te creëren is de plaatsing van de reclames belangrijk. De reclameuitingen moeten een integraal onderdeel vormen van de architectuur.

De welstandscriteria voor het centrum van Vroomshoop zijn:

  • de bebouwing past wat betreft voorkomen en volume bij het meer stedelijke karakter van het centrum;
  • de bebouwing kent een directe relatie met de straat, geen blinde gevels;
  • de bebouwing staat in de rooilijn en kent aan de onderzijde een 'plint'.

Lint

De herkenbaarheid van het centrum aan de Hammerstraat, tussen de spoorlijn en het kanaal, is niet groot. Gebouwen maken er geen duidelijke front naar de weg. In de toekomst moeten de kansen die zich voordoen aangegrepen worden om deze wanden te verbeteren. De ontwikkeling van forse en individueel herkenbare panden is op deze plek welkom. Reclameuitingen worden als een integraal onderdeel van de verbetering wanden noodzakelijk gevelwanden beschouwd.

De welstandscriteria voor het lint zijn:

  • de bebouwing staat in de rooilijn;
  • de panden hebben een individuele uitstraling;
  • de panden passen met hun geleding binnen de meer gesloten ritmiek van het lint;
  • de bebouwing kent een directe relatie met de straat; geen blinde gevels.

Voor de voorgenomen ontwikkelingen zoals opgenomen in dit bestemmingsplan is een Beeldkwaliteitsplan opgesteld, dat gelijktijdig zal worden vastgesteld.

2.5.6 Meerjarenprogramma Stedelijke vernieuwing (2005)

In dit programma van januari 2005 wordt een centrale doelstelling voor de stedelijke vernieuwing in geheel Twenterand geformuleerd, die als volgt luidt:

Het verder ontwikkelen van de sociaal-economische kwaliteit van Twenterand door middel van een samenhangend pakket van fysieke en sociale instrumenten. De fysieke en sociale middelen staan in het teken van het creëren van voldoende randvoorwaarden om de gewenste sociaal-economische ontwikkeling te bewerkstelligen.

Een deel van het meerjarenprogramma is al geconcretiseerd. De gemeente heeft als uitgangspunt voor de stedelijke vernieuwing vier prestatievelden

opgesteld. De vier prestatievelden zijn:

  • wonen;
  • omgevingskwaliteit;
  • zorgvuldig ruimtegebruik;
  • fysieke voorwaarden voor een aantrekkelijke, sociale en veilige omgeving.

Deze sluiten over het algemeen naadloos aan bij de gemeentelijke doelstellingen die in diverse beleidsnota's zijn geformuleerd. Daarnaast komen in enkele nota's specifieke Twenterandse doelstellingen voor. De doelstellingen, die met de stedelijke vernieuwing worden nagestreefd zijn:

Wonen

  • jong en oud moeten in Twenterand kunnen blijven wonen;
  • betere balans tussen vraag en aanbod op het gebied van wonen;
  • huisvesting doelgroepen.

Omgevingskwaliteit

  • openbare ruimte, verbetering van de (semi) openbare ruimte;
  • cultuurimpuls;
  • verbetering van de kwaliteit van de leefomgeving door het integraal benutten en borgen van culturele kwaliteiten in de praktijk van de stedelijke vernieuwing;
  • bodemsanering;
  • sanering van de bodemverontreiniging in stedelijk gebied (inclusief nazorg en asbest);
  • geluidssanering.;
  • verbetering van de geluidssituatie bij de zogenaamde A- en railwoningen;
  • milieukwaliteit;
  • water en watersystemen.

Zorgvuldig ruimtegebruik

  • intensivering woningbouw;
  • per saldo intensivering van woningbouw binnen bestaand stedelijk gebied;
  • bereikbaarheid;
  • fysieke voorwaarden voor een aantrekkelijke sociale en veilige omgeving;
  • fysieke ruimte voor sociale voorzieningen;
  • fysieke ruimte scheppen voor sociale voorzieningen;
  • verbetering van de integrale veiligheid.

Het onderhavige plan past binnen de doelstellingen van de stedelijke vernieuwing.

2.5.7 Toekomstvisie Twenterand (2009)

De gemeenteraad van Twenterand heeft in het voorjaar van 2007 ervoor gekozen om een toekomstvisie voor heel de gemeente Twenterand 2030 te ontwikkelen. Een Toekomstvisie voor Twenterand in 2030; een inspirerend richtinggevend kader voor de ruimtelijke, maatschappelijke en economische ontwikkeling voor de gemeente Twenterand voor de lange termijn. Een visie met strategische keuzes en ontwikkelingsrichtingen voor zowel Vroomshoop, Vriezenveen, Den Ham, Westerhaar- Vriezenveensewijk als het buitengebied. De toekomstvisie betreft een sprong naar trends en ontwikkelingen in 2030 met daarin een doorvertaling naar het sociale, fysieke en economische streefbeeld van de gemeente Twenterand.

Voor de kern Vroomshoop wordt het volgende profiel geschetst voor 2030:

Inbreiding en verdichting rond water en station:

  • versterken relatie watercentrum gaat voor uitbreiding;
  • stationsgebied als voornaamste transformatieopgave;
  • uitbreidingen gericht op het water.

Speerpunt diensten in plaats van nieuwe bedrijventerreinen:

  • bereikbaarheid via openbaar vervoer is een belangrijke factor bij nieuwe ontwikkelingen;
  • beperkte ruimte nieuwe bedrijventerreinen rond Vroomshoop;
  • bouwen voor hogere opgeleiden aan het water en in het centrum.

Uitvalsbasis voor watersport, een nieuwe economische impuls:

  • realiseren voorzieningen en passantenfaciliteiten “tussen groen en blauw”;
  • wonen aan het water, bijvoorbeeld met de boot bij het huis;
  • stimuleren horecagelegenheden ten behoeve van watersport.

Als effecten wordt voorzien: Groei in toeristische sector en zakelijke dienstverlening, toename van kapitaalkrachtigen en hoger opgeleiden, bouwen voor mensen van buiten, transformatie van het centrum, wonen en waterberging in Noord-Zuid richting.

Voorliggend bestemmingsplan levert de juridische mogelijkheden voor de versterking van het centrum van Vroomshoop waardoor voor de toekomst een sterk, aantrekkelijk en functioneel centrumgebied ontstaat.

2.5.8 Structuurvisie Twenterand

In juli 2011 heeft de gemeenteraad de structuurvisie Twenterand vastgesteld. De structuurvisie wordt benut om alle bestaande ruimtelijke plannen voor verschillende deelgebieden alsmede nieuw ontwikkeld beleid een plaats te geven in één duidelijke visie. De Toekomstvisie Twenterand 2030 (vastgesteld 14 april 2009) vormt hiervoor het vertrekpunt. Onder het motto “Economische vitaliteit en sociale weerbaarheid” wordt hierin een bepaald profiel beschreven voor Vriezenveen, Westerhaar-Vriezenveensewijk, Vroomshoop, Den Ham en het buitengebied. Profielen die gebaseerd zijn op de gedachtegang dat de kernen complementair zijn en niet concurrerend.

Voor de kern Vroomshoop wordt onder meer ingezet op een concentratiegebied van voorzieningen (zie onderstaande afbeelding). Zoals eerder genoemd: voorliggend bestemmingsplan beoogt een dergelijke ontwikkeling juridisch-planologisch mogelijk te maken.

afbeelding "i_NL.IMRO.1700.BPVH2009MP0001-vas1_0004.png"

 afbeelding "i_NL.IMRO.1700.BPVH2009MP0001-vas1_0005.png"

2.5.9 Beleidsplan openbare verlichting

De gemeente is verantwoordelijk voor het goed functioneren van de openbare verlichtingsinstallatie. Het beleid voor openbare verlichting is verwoord in het beleidsplan openbare verlichting.

Openbare verlichting heeft tot doel om het openbare leven bij duisternis zo goed mogelijk te laten functioneren. Hoewel met de openbare verlichting het niveau van het daglicht niet bereikt kan worden, moet de openbare verlichting wel bijdragen aan een sociaal veilige, verkeersveilige en leefbare situatie. Een goede kwaliteit van de openbare verlichting is daarom van groot belang. Afhankelijk van het gebruik van de openbare ruimte worden eisen gesteld aan de openbare verlichting.

Bij de verdere uitwerking van het plan dient te worden aangesloten bij het Beleidsplan Openbare Verlichting.

Op dit moment wordt het beleidsplan geactualiseerd (planning 2012). Aandachtspunt in het nieuwe beleidsplan is het licht- en donkertebeleid.

2.5.10 Archeologisch beleid (november 2007)

De raad van de gemeente Twenterand heeft op 6 november 2007 het archeologisch beleid vastgesteld. Er is een inventarisatie gemaakt van archeologische monumenten in het gebied (AMK) en er is onderzocht wat aan archeologische waarden kan worden verwacht.

In het plangebied danwel de directe omgeving komen geen AMK-terreinen voor.

BAAC bv heeft voor de gemeente Twenterand de archeologische verwachtingskaart

gemaakt (zie bijgevoegde afbeelding voor een uitsnede). De archeologische verwachtingswaarde is gebaseerd op landschappelijke opbouw, bekende archeologische waarden en veldinspecties. Het plangebied krijgt op deze kaart een overwegend middelhoge archeologische verwachtingswaarde en voor een deel is deze laag.

afbeelding "i_NL.IMRO.1700.BPVH2009MP0001-vas1_0006.png"

In paragraaf 4.2 wordt ingegaan op de onderzoeksresultaten wat betreft archeologie in het plangebied.

2.5.11 Milieubeleidsplan 2011 - 2015

De gemeente Twenterand heeft op 15 maart 2011 een nieuw milieubeleid vastgesteld. Dit brengt het bestaande thematische beleid op milieugebied samen en geeft richting aan het verbeteren van de leefbaarheid en duurzaamheid op korte termijn (2015) en de duurzame ontwikkeling op lange termijn (2030).

Gebiedsgerichte uitwerking van het milieubeleid

De gemeente Twenterand heeft gekozen voor een gebiedsgerichte uitwerking van het milieubeleid. Voor het woongebied, bedrijventerrein, buitengebied en natuurgebied geeft ze aan wat belangrijk is en waar aan gewerkt moet worden. Zo kan de gemeente rekening houden met de verschillen tussen de gebieden bij het stellen van milieudoelen.

Ambitie op korte termijn: verbeteren leefbaarheid en duurzaamheid

De korte termijn ambitie van de gemeente Twenterand voor haar milieu is het verbeteren van de leefbaarheid en duurzaamheid. Dat betekent dat ze wil zorgen dat het milieu alleen maar beter wordt, bijvoorbeeld door de nog aanwezige milieuproblemen op te lossen. Daarbij wordt in woongebieden hinder zoveel mogelijk voorkomen, terwijl in het buitengebied vooral de combinatie van de verschillende functies wonen, werken, recreëren, natuur en landschap aandacht vraagt. De gemeente wil zorgen voor een veilige leefomgeving, met ruimte voor bestaande en nieuwe bedrijvigheid. Ook groen en natuurwaarden zijn belangrijk, onder andere omdat recreatie een belangrijke gebruiksfunctie is binnen de gemeente.

De gemeente Twenterand richt zich daarbij op:

  • Duurzaam Gemeentelijk Beheer;
  • Duurzaam Klimaatbeleid;
  • Duurzaam Bouwen.

De onderwerpen Duurzaam Klimaatbeleid en Duurzaam Bouwen zijn in respectievelijk paragraaf 2.5.12.1en 2.5.12.2 uitgewerkt.

Ambitie op de lange termijn: verbeteren van duurzame ontwikkeling

Op de lange termijn (tot 2030) is de ambitie van de gemeente Twenterand het verbeteren van de duurzame ontwikkeling. De opgaven voor korte termijn hebben tot doel om te zorgen dat iedereen weet hoe duurzame keuzes gemaakt kunnen worden. De doelstelling voor de lange termijn is daarom nu nog abstract, maar zal de komende jaren steeds concreter worden.

2.5.12 Duurzaamheid

Duurzaamheid, klimaatverandering, energiebesparing zijn begrippen die volop op lokale, nationale en internationale agenda's staan.

Duurzaamheid heeft alles te maken met de schaarste van de hulpbronnen waarmee welvaart wordt voortgebracht. De oppervlakte van de aarde is eindig, de voorraden grondstoffen zijn eindig en de opnamecapaciteit van de atmosfeer en de omgeving zijn eindig. Maar ook een hoogopgeleide en gezonde bevolking, goed functionerende sociale netwerken, maatschappelijk vertrouwen, machines en infrastructuur, kennis en andere voor een duurzame welvaart noodzakelijke hulpbronnen, zijn niet in onbeperkte mate aanwezig. Vanwege de schaarste van al deze hulpbronnen is het niet vanzelfsprekend dat de huidige welvaart duurzaam is, dat wil zeggen, tot in lengte van dagen gecontinueerd kan worden. Dit maakt duurzaamheidsbeleid tot een maatschappelijke noodzaak. Een duurzame ontwikkeling is een ontwikkeling die voorzien in de behoefte van de huidige generatie zonder daarmee de behoeften van toekomstige generaties, zowel hier als in andere delen van de wereld, in gevaar worden gebracht. Concreet betekent dit dat het handelen meer gericht moet zijn op een efficiënt gebruik van grondstoffen, dat zuiniger moet worden omgegaan met energie en biodiversiteit en dat geïnvesteerd moet worden in kennis en onderwijs, zodat technologieën kunnen worden ontwikkeld die latere generaties in staat stellen om met minimale inzet van schaarse grondstoffen en fossiele energie een aanvaardbaar welvaartsniveau te creëren. Het betekent ook dat voortdurend zorg moet worden besteed aan een verbetering van de sociale kwaliteit van de samenleving en dat geïnvesteerd moet worden in onderling vertrouwen en sociale participatie

Duurzaamheidsbeleid

De gemeente Twenterand erkent de gevolgen van de klimaatverandering en heeft zich geconformeerd aan het Klimaataccoord tussen VNG en het Rijk. Duurzaamheid is een 'rode draad' in het milieubeleidsplan 2011-2015 van de gemeente.

Het bestemmingsplan regelt de huidige situatie en geeft een doorkijk naar nabije ontwikkelingen binnen het plangebied. Een groot aandeel in die ontwikkelingen betreffen het realiseren van nieuwbouw. Hier ziet de gemeente wel kansen voor duurzaamheid (zie ook milieubeleidsplan 2011-2015).

2.5.12.1 Duurzaam klimaatbeleid

Aandacht voor klimaat en energie wordt steeds belangrijker. Het KNMI heeft in 2006 klimaatscenario's opgesteld, die laten zien hoe ons klimaat de komende 30 jaar verandert. Uit deze scenario's blijkt dat we rekening moeten houden met stijgende temperaturen, stijging van de zeespiegel en extremere weersomstandigheden. Daarnaast slinken onze voorraden fossiele brandstoffen en stijgen de energieprijzen, waardoor het gebruik van alternatieve energiebronnen steeds belangrijker wordt.

De gemeente Twenterand vindt een lokale bijdrage aan maatregelen op klimaatvlak noodzakelijk, daarvoor heeft zij de volgende doelstellingen uitgesproken:

  • In 2020 wordt 4% van het energieverbruik binnen het gemeentelijke grondgebied duurzaam opgewekt,
  • 2% energiebesparing per jaar op de energie die binnen de gemeentegrenzen gebruikt wordt,
  • 30% minder CO² uitstoot in 2020.

Ambitie per gebied

In woongebieden kan er vooral veel energie bespaard worden  door bestaande woningen energiezuiniger te maken. Om woningbezitters daarover te informeren is het energieloket opgericht en wordt maatwerkadvies aangeboden. De verbetering van het huurwoningaanbod wordt gestimuleerd door hierover met woningcorporaties prestatieafspraken te maken.

Ook op bedrijventerreinen kan het opwekken van duurzame energie gestimuleerd worden, zo liggen er grote kansen voor zonnepanelen dankzij de grote hoeveelheid plat dakoppervlak. Bij bedrijven promoot de gemeente het uitvoeren van energiescans, waarmee de energiebesparings- en subsidiemogelijkheden in beeld gebracht worden. De gemeente zal initiatieven vanuit bedrijven faciliteren en stimuleren.

In het buitengebied ziet de gemeente grote kansen voor duurzame energieopwekking. Door de uitgestrekte ruimte en het overschot aan mest kan gedacht worden aan het opwekken van energie door mestvergisting, zonnevelden, windmolens en uit biomassa.

Op kort termijn voert de gemeente verschillende opgaven uit om de opwekking van duurzame energie te stimuleren en energiebesparing te bereiken. Deze projecten werken door op de lange termijn doordat een omslag in het denken ontstaat en de ontwikkeling in gang gezet wordt naar het halen van het ambitieniveau.

Ook bij de nieuwe ontwikkelingen in het centrum van Vroomshoop vormt duurzame energie een uitgangspunt. Op welke wijze dit vorm krijgt moet in de verdere uitwerking van de plannen worden ingevuld.

2.5.12.2 Duurzaam bouwen

Door duurzaam te bouwen belasten we de omgeving zo min mogelijk bij het bouwen, gebruiken, renoveren of slopen van gebouwen. Ruim 85% van onze tijd brengen wij binnenshuis door. Naast alle energie die we daarbij verbruiken is dus ook een gezond binnenmilieu erg belangrijk. Bij duurzaam bouwen wordt niet alleen de meest milieuvriendelijke bouwmethode gekozen, maar rekening gehouden met de totale kwaliteit van de leefomgeving.

De gemeente Twenterand vindt het belangrijk om duurzaam bouwen in haar gemeente te stimuleren. Ze hanteert daarvoor de volgende doelstellingen:

  • Minimaal 10% van de particulieren is door middel van het energieloket geïnformeerd over de mogelijkheid om hun woning of bedrijf duurzaam te renoveren.
  • Bij minimaal 4% van de particuliere woningvoorraad en 4% van de huurwoningen is het energielabel minimaal 2 stappen omhoog gebracht. Aanvullend hierop is in de prestatieafspraken met de provincie afgesproken dat de gemeente streeft naar renovatie van sociale huurwoningen zodat per 1 januari 2015 ten minste 60% energielabel B heeft.
  • Het bereiken van een 10% lagere EPC of een EPL van 7,0 bij nieuwbouwprojecten (EPC is het Energie Prestatie Coëfficiënt, dit is een score die aangeeft hoe energiezuinig een woning is; De Energie Prestatie op Locatie (EPL) geeft een cijfer aan de CO² uitstoot van een locatie inclusief de energievoorziening).

De laatste ambitie is onlangs in de notitie Duurzaam Bouwen verder uitgewerkt. Een ontwikkelaar kan bij nieuwbouw kiezen tussen:

  • a. Voldoen aan 5 van de 8 basismaatregelen,
  • b. Bereiken van een minimale gemiddelde GRP van 7.0 of vergelijkbaar (GPR is een afkorting voor het programma Gemeentelijke Praktijk Richtlijn (GPR) Gebouw. Hiermee kan de mate van duurzaamheid van een ontwerp in beeld worden gebracht).
    Deze keuze is verder uitgewerkt in de notitie Duurzaam Bouwen van de gemeente.

Ambitie per gebied

Nieuwe woningen worden zoveel mogelijk duurzaam gebouwd, door vanaf de initiatieffase van projecten duurzaamheid al mee te nemen. Daarbij wordt aandacht besteed aan de opwekking van duurzame energie. Dit kan zowel op woning- als op wijkniveau.

Ook op bedrijventerreinen liggen kansen voor duurzaam bouwen, onder andere door de keuze van bouwmaterialen. Bij aanleg van nieuwe terreinen en uitbreiding of revitalisering van bestaande terreinen is aandacht voor duurzame ruimtelijke inrichting belangrijk. Duurzame energievoorzieningen kunnen bij aanleg van bedrijventerreinen al mogelijk gemaakt worden. Daarnaast worden bedrijven gestimuleerd om duurzaam te bouwen, bijvoorbeeld via gronduitgifte.

2.5.13 Bodembeleidsplan 2011 - 2016

In het bodembeleidsplan 2011 - 2016 wordt het beleid met betrekking tot het bodembeleid uiteengezet. Enkele onderwerpen zijn bodemonderzoekseisen, grondsaneringsbeleid, uitvoering gemeentelijke bodemtaken en grondverzet.

Voor het beleid inzake grondverzet wordt verwezen naar de bodemkwaliteitskaart en de nota bodembeheer.

In paragraaf 4.5 wordt ingegaan op de onderzoeksresultaten wat betreft bodem in het plangebied.

2.5.14 Nota Geluidsbeleid (2008)

Geluid is bij ruimtelijke plannen vaak een beperkende factor. Het gevolg is dat plannen niet uitgevoerd kunnen worden en dat veel tijd en geld verspild wordt. Met de nota geluidsbeleid wordt voorkomen dat de verschillende partijen ad-hoc met elkaar het beoordelingskader voor geluid scherp moeten krijgen en weet men vooraf waar ruimte zit voor toekomstige ontwikkelingen. Een belangrijke aanleiding voor het geluidsbeleid is de gewijzigde Wet geluidhinder, die op 1 januari 2007 van kracht is geworden.

In de nota wordt de gemeente opgedeeld in verschillende gebieden, waarbij voor ieder gebied voor de thema's bedrijven en verkeer een passende geluidskwaliteit is opgenomen.

Het plangebied valt binnen de gebiedstypering Centrum.

Onderstaande tabel geeft het voorkeursbeschermingsniveau en de maximale afwijking voor weg (VL), rail (RL) en industrielawaai (IL).

  VL   RL   IL  
voorkeursbeschermingsniveau (dBa)   43   50   45  
maximale afwijking (dBa)   48   55   50  

Met de wijziging van de Wet geluidhinder is sinds 1 januari 2007 de bevoegdheid tot het vaststellen van hogere grenswaarden (op enkele uitzonderingen na) gedecentraliseerd. De Nota Hogere Grenswaarden van de gemeente bevat het hogere grenswaarden beleid van de gemeente Twenterand. De Nota geeft de ontheffingscriteria en aandachtspunten voor de uitvoeringspraktijk.

 

In paragraaf 4.4 wordt ingegaan op de onderzoeksresultaten wat betreft geluid in het plangebied.

2.5.15 Externe veiligheidsbeleid (2007)

In de nota “Twenterand werkt aan veiligheid” wordt het voorgenomen beleid over externe veiligheid uiteengezet. Het gaat hierbij om risico's op de omgeving die samenhangen met het produceren, verwerken, opslaan en vervoeren van gevaarlijke stoffen. Deze risico's doen zich voor rondom bedrijven met opslag gevaarlijke stoffen en wegen en transportleidingen die gebruikt worden voor het transport van gevaarlijke stoffen. \

Doel van het externe veiligheidsbeleid is om duidelijk te maken welke externe veiligheidsrisico's in de gemeente aanwezig zijn en hoe met deze en toekomstige risico's moet worden omgegaan. De gemeente Twenterand neemt bij besluiten in het kader van vergunningverlening en ruimtelijke ordening het in het plan weergegeven veiligheidsbeleid in acht.

De gemeente Twenterand streeft naar een verantwoord evenwicht tussen risico's en de behoefte aan de activiteiten die de risico's veroorzaken. Daartoe conformeert de gemeente Twenterand zich aan haar wettelijke verplichtingen. Daar waar de gemeente als bevoegd gezag een beoordelingsvrijheid heeft maakt zij in dit beleidsdocument keuzes op het gebied van externe veiligheid. Die keuzes hebben de vorm van algemene uitgangspunten en gebiedsgerichte ambities.

Voor de totale gemeente is een signaleringskaart gemaakt waarin risicobronnen en bedrijventerreinen zijn aangegeven. Voor het plangebied zijn zuidelijk gelegen bedrijventerrein Linderflier (F op de kaart) en risicobron Tonnendijk 12-16 (11 op de kaart) van belang. Voor Tonnendijk 12-16 is het invloedsgebied op de signaleringskaart aangegeven. Dit is het gebied waarin volgens bij regeling van de minister vast te stellen regels personen worden meegeteld voor de berekening van het groepsrisico. Het invloedsgebied voor het groepsrisico bij LPG is 150 meter. Deze 1%-

letaliteitgrens geeft de afstand aan van de risicovolle inrichting of transportroute tot een

punt waarbij een daar aanwezige persoon nog een kans van 1% heeft om te overlijden ten gevolge van een ongeval binnen die inrichting.

Een deel van het invloedsgebied ligt over het plangebied.

afbeelding "i_NL.IMRO.1700.BPVH2009MP0001-vas1_0007.png"

In paragraaf 4.8 wordt ingegaan op de onderzoeksresultaten wat betreft externe veiligheid in het plangebied.

2.5.16 Waterplan Twenterand (2002)

Eind 2001 heeft de gemeente Twenterand in samenspraak met het waterschap Regge en Dinkel besloten om gezamenlijk een waterplan op te stellen voor de gemeente Twenterand. Daardoor ontstaat beter inzicht in de werking van het watersysteem en worden de accenten voor beleid en maatregelen in de komende jaren vastgelegd.

Er is een algemene wens om adequater rekening te houden met de wijze waarop water zich ‘van nature’ gedraagt en daarbij ‘maatwerk’ te hanteren. Nadrukkelijker mag water daarbij meer richtinggevend zijn voor de ruimtelijke ontwikkeling. Een duurzaam watersysteem wordt van belang geacht. Wel wordt aangegeven dat praktische uitvoerbaarheid van groot belang is.

De watertoets vormt de verbindende schakel tussen het waterbeheer en de ruimtelijke ordening. De watertoets is in paragraaf 4.6 opgenomen.