direct naar inhoud van Artikel 37 Algemene afwijkingsregels
Plan: Kernen Roerdalen
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1669.BPKERNEN2012-OH02

Artikel 37 Algemene afwijkingsregels

37.1 Algemene afwijkingsbevoegdheid

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van deze regels:

  • a. voor het toestaan van een bedrijf dat niet is genoemd in de Staat van bedrijfsactiviteiten zoals opgenomen in bijlage 'Staat van Bedrijfsactiviteiten', of daarin is genoemd in een hogere categorie, maar dat naar zijn aard en invloed op de omgeving kan worden geacht te behoren tot een groep van rechtstreeks toegelaten gelijkwaardige bedrijven;
  • b. voor een geringe overschrijding van de bestemmings- en/of bouwgrenzen, indien een onnauwkeurigheid of de feitelijke toestand van het terrein daartoe aanleiding geeft, of indien een rationele verkaveling van de gronden een geringe overschrijding vergt, onder voorwaarde dat de grens of grenzen met niet meer dan 2 meter worden overschreden;
  • c. voor het toestaan van evenementen langer dan 7 dagen in de bestemming Groen, Maatschappelijk en/of Verkeer en voor het toestaan van evenementen voor maximaal 7 dagen in andere bestemmingen dan Groen, Maatschappelijk en Verkeer, met uitzondering van Natuur en Waarde - Ecologie, onder voorwaarde dat wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
    • 1. er vindt geen horeca plaats ter plaatse, anders dan ondergeschikt en inherent aan het toegestane evenement;
    • 2. er vindt geen detailhandel ter plaatse plaats, anders dan ondergeschikt en inherent aan het toegestane evenement, met uitzondering van vlooien- en/of rommelmarkten;
    • 3. er treden geen onomkeerbare gevolgen voor het landschap op;
    • 4. de belangen van de betreffende bestemming niet onevenredig worden aangetast;
    • 5. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
    • 6. belangen van derden worden niet onevenredig geschaad;
    • 7. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van in de omgeving aanwezige architectonische, cultuurhistorische of natuurwaarden;
    • 8. de belangen van in de nabijheid gelegen functies verzetten zich niet tegen het gebruik van de betreffende bestemming voor het evenement;
  • d. voor het oprichten van schuilgelegenheden voor recreatief medegebruik, onder voorwaarde dat de oppervlakte van elk van deze gebouwtjes niet meer zal bedragen dan 16 m² en de hoogte ervan niet meer zal bedragen dan 3,5 m.

37.2 Tijdelijke huisvesting (buitenlandse) werknemers

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in hoofdstuk 2 om (buitenlandse) werknemers tijdelijk te huisvesten, met inachtneming van het volgende:

  • a. tijdelijke huisvesting is alleen toegestaan in de in onderstaande tabel opgenomen bebouwing;
  • b. het totaal aantal werknemers dat tijdelijk gehuisvest wordt, bedraagt ten hoogste het aantal zoals opgenomen in onderstaande tabel, met dien verstande dat het totaal aantal tijdelijk en structureel gehuisveste werknemer samen, nooit meer bedraagt dan opgenomen in onderstaande tabel;
  • c. tijdelijke huisvesting is ten hoogste 7 maanden per jaar toegestaan;
  • d. er dient geen sprake te zijn van permanente bewoning;
  • e. er dient sprake te zijn van goed beheer en toezicht;
  • f. de publieks- en/of verkeersaantrekkende werking van functies mag niet onevenredig groot zijn en de bestaande infrastructuur dient berekend te zijn op de huisvesting van werknemers;
  • g. parkeren dient binnen het bouwvlak plaats te vinden;
  • h. de bestaande bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende (agrarische) bedrijven mogen niet onevenredig worden beperkt;
  • i. ten behoeve van de tijdelijke huisvesting mogen geen nieuwe gebouwen worden opgericht met dien verstande dat tijdelijke huisvesting in woonunits wel is toegestaan waarbij de volgende regels gelden:
  • j. woonunits zijn uitsluitend toegestaan bij een agrarisch of niet-agrarisch bedrijf mits is aangetoond dat het inpandig huisvesten van werknemers niet mogelijk is;
  • k. de gezamenlijke oppervlakte van de woonunits bedraagt ten hoogste 120 m²;
  • l. de woonunits zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak;
  • m. woonunits dienen verwijderd te worden indien de behoefte niet meer aanwezig is met dien verstande dat de woonunits in de periode 1 november tot en met 14 maart mogen blijven staan;
  • n. de huisvesting dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn;
  • o. het aantal woningen mag niet toenemen.

bebouwing in gebruik voor het tijdelijk huisvesten van werknemers   maximaal aantal tijdelijk gehuisveste werknemers per bouwvlak   maximaal totaal aantal gehuisveste werknemers (tijdelijk + structureel) per bouwvlak  
agrarische bebouwing (inpandig)   40   40  
niet - agrarische bebouwing (inpandig)   20   20  
woonunits op het agrarische bedrijf   20   20  
woonunits op niet agrarisch bedrijf   20   20  
campings, vakantieparken, bed & breakfast en hotel   20   20  

37.3 Structurele huisvesting (buitenlandse) werknemers

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in hoofdstuk 2 om (buitenlandse) werknemers structureel te huisvesten, met inachtneming van het volgende:

  • a. structurele huisvesting is alleen toegestaan in de in onderstaande tabel opgenomen bebouwing;
  • b. het totaal aantal werknemers dat structureel gehuisvest wordt, bedraagt ten hoogste het aantal zoals opgenomen in onderstaande tabel, met dien verstande dat het totaal aantal tijdelijk en structureel gehuisveste werknemer samen, nooit meer bedraagt dan opgenomen in onderstaande tabel;
  • c. er dient geen sprake te zijn van permanente bewoning;
  • d. er dient sprake te zijn van goed beheer en toezicht;
  • e. de publieks- en/of verkeersaantrekkende werking van functies mag niet onevenredig groot zijn en de bestaande infrastructuur dient berekend te zijn op de huisvesting van werknemers;
  • f. parkeren dient binnen het bouwvlak plaats te vinden;
  • g. de bestaande bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende (agrarische) bedrijven mogen niet onevenredig worden beperkt;
  • h. ten behoeve van de structurele huisvesting mogen geen nieuwe gebouwen worden opgericht;
  • i. de huisvesting dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn;
  • j. het aantal woningen mag niet toenemen;
  • k. er dient sprake te zijn van een kwaliteitsverbetering;
  • l. er dient geen sprake te zijn van een nadelige invloed op de nabije woon- en leefomgeving;
  • m. indien er sprake is van het structureel huisvesten van werknemers in een bestaand (groot) complex dient tevens door initiatiefnemer aangetoond te worden dat er geen alternatieven mogelijk zijn;
  • n. indien er sprake is van het structureel huisvesten van werknemers op campings, op vakantieparken, in bed & breakfast of in een hotel dient de huisvesting tevens gescheiden te worden van de recreatieve functie.

bebouwing in gebruik voor het tijdelijk huisvesten van werknemers   maximaal aantal structureel gehuisveste werknemers per bouwvlak   maximaal totaal aantal gehuisveste werknemers (tijdelijk + structureel) per bouwvlak  
bestaande (grote) complexen   40   40  
het hoofdgebouw bij vrijkomende agrarische bebouwing   20   20  
agrarische bedrijfsbebouwing (inpandig)   20   20  
niet agrarische bedrijfsbebouwing (inpandig)   20   20  
campings, vakantieparken, bed & breakfast en hotel   20   20