direct naar inhoud van Artikel 12 Natuur
Plan: Kernen Roerdalen
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1669.BPKERNEN2012-OH02

Artikel 12 Natuur

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Natuur ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. natuur in de vorm van bos, weilanden, moeras, water, heide en/of zandgronden;
  • b. het behoud, herstel en de ontwikkeling van de aanwezige natuurlijke, landschappelijk en cultuurhistorische waarden;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'bos', ter bescherming en behoud van het aanwezige waardevolle bos;

alsmede voor:

  • d. waterhuishouding waaronder ook voorzieningen ten behoeve van het bergen en infiltreren van water;
  • e. houtproductie;
  • f. extensief recreatief medegebruik;
  • g. recreatieve wandel- en fietspaden;
  • h. agrarisch medegebruik ten behoeve van natuurbeheer;
  • i. de instandhouding van de mogelijkheden voor steenkolenwinning;
  • j. parkeer- en verkeersvoorzieningen;
  • k. voorzieningen gericht op de inrichting, het behoud en de bescherming van de bestemming, zoals ontsluitingspaden, bewegwijzeringsborden, kleinschalige picknickplaatsen met zitbanken e.d., uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bos'.

12.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  • a. op deze gronden mogen uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
  • b. de bestaande maatvoering van de gebouwen mag niet worden vergroot;
  • c. de bouwhoogte van een hoogzit bedraagt ten hoogste 5 m;
  • d. de bouwhoogte van een branduitzichttoren ten behoeve van recreatie en observatie bedraagt ten hoogste 15 m;
  • e. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 1,2 m;
  • f. de inhoud van een voederberging/voederruif voor wild bedraagt ten hoogste 3 m³ met een bouwhoogte van ten hoogste 2 m;
  • g. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 2 m;
  • h. de bouwhoogte van bewegwijzeringsborden ter plaatse van de aanduiding 'bos' bedraagt ten hoogste 3 m;
  • i. de maximale oppervlakte per bouwwerk ter plaatse van de aanduiding 'bos' bedraagt ten hoogste 5 m².

12.3 Afwijken van de bouwregels
12.3.1 Ten behoeve van hogere erf- en terreinafscheidingen

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid

12.2 teneinde hogere erf- en terreinafscheidingen, met inachtneming van het volgende:

  • a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt maximaal 2 m;
  • b. de grotere hoogte is noodzakelijk ten behoeve van doelmatig natuurbeheer of de veiligheid van gebruikers.

12.3.2 Ten behoeve van geringe bouwwerken voor recreatief gebruik

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 12.2 teneinde geringe bouwwerken voor het recreatief medegebruik op te richten, met inachtneming van het volgende:

  • a. de afwijking mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de landschappelijke, natuurlijke, cultuurhistorische en visueel landschappelijke waarden zoals genoemd in lid 12.1 onder b;
  • b. de oppervlakte van gebouwen bedraagt ten hoogste 16 m²;
  • c. de hoogte bedraagt ten hoogste 3,5 m.

12.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruiken en laten gebruiken van gronden en bouwwerken gelden de volgende regel:

  • a. het winnen van bosstrooisel of mos is niet toegestaan.

12.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
12.5.1 Verbod

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Natuur' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen of verharden van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • b. het beplanten van gronden met houtgewas;
  • c. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;
  • d. het aanleggen van boven- of ondergrondse kabels en leidingen en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • e. scheuren van grasland;
  • f. het verwijderen van houtgewas (met uitzondering van houtproductie), het verwijderen van houtwallen en bosjes en het verwijderen van landschapselementen zoals poelen, moerasjes en boomgroepen;
  • g. het wijzigen van de waterhuishouding of de grondwaterstand en/of het vergroten van de toe- of afvoer van water door onder meer het afdammen, stuwen, bemalen, onderbemalen, het draineren van gronden, en het graven, dempen of anderszins wijzigen en verbeteren van waterlopen, sloten en greppels.

12.5.2 Uitzonderingen op het uitvoeringsverbod

Het verbod van lid 12.5.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen;
  • b. de werken of werkzaamheden die mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.

12.5.3 Voorwaarde voor een omgevingsvergunning

De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 12.5.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de natuur- en landschapswaarden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.