direct naar inhoud van Artikel 8 Tuin
Plan: Hoekse Park
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1621.BP0072-VAST

Artikel 8 Tuin

8.1 Bestemmingsomschrijving
8.1.1 De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  • a. tuinen bij woningen;
  • b. andere bij deze doeleinden behorende voorzieningen zoals erven, groen, nutsvoorzieningen en parkeren.

8.1.2

De voor 'Leiding-Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, het herstel en de instandhouding van een aardgastransportleiding met een diameter van ten hoogste 300 mm en een druk van ten hoog-ste 40 bar. In de eerste plaats is daarbij het bepaalde in artikel 16 van toepassing.

8.1.3

De voor 'Waarde-Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud van de aanwezige archeologi-sche (verwachtings)waarden. In de eerste plaats is daarbij het bepaalde in artikel 19 van toe-passing.

8.1.4

De voor 'Waterstaat' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de waterhuishouding met de daarbij behorende bouw-werken, werken en werkzaamheden. In de eerste plaats is daarbij het bepaalde in artikel 20 van toepassing.

8.1.5

De voor 'Waterstaat-Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de waterkering en de waterhuishouding met de daarbij behorende bouwwerken, werken en werkzaamheden. In de eerste plaats is daarbij het bepaalde in artikel 21 van toepassing.

8.2 Bouwregels
8.2.1 Algemeen
  • a. voor het bouwen gelden de hierna opgenomen bepalingen onder 8.2.1 tot en met 8.2.4;
  • b. voor het bouwen gelden de aangegeven aanduidingen.

8.2.2 Gebouwen en overkappingen

Op de in lid 8.1 bedoelde gronden mogen geen gebouwen, carports of andere overkappingen worden gebouwd met uitzondering van een erker, entree- of tochtportaal, waarbij geldt dat:

  • a. de afstand tot de grens van het openbaar gebied niet minder mag bedragen dan 2 m;
  • b. de diepte, gemeten vanuit de voorgevelrooilijn, niet meer mag bedragen dan 1,5 m voor een erker en 2 m voor een entree- of tochtportaal;
  • c. de totale grondoppervlakte niet meer mag bedragen dan 6 m2;
  • d. de breedte niet meer mag bedragen dan 60% van de breedte van de betreffende gevel van de woning;
  • e. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan de eerste bouwlaag van de woning, vermeerderd met 0,25 m tot een maximum van 4 m.

8.2.3 Andere bouwwerken

Op de in lid 8.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend andere bouwwerken worden gebouwd, waarbij geldt dat:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn niet meer mag bedragen dan 1 m;
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn niet meer mag bedragen dan 2 m.

8.2.4 Bestaande bouwwerken

Bouwwerken, welke niet voldoen aan het bepaalde in de leden 8.2.1 tot en met 8.2.3, zijn toegestaan voor zover deze rechtsgeldig zijn gebouwd of een rechtsgeldige bouwtitel hebben op het tijdstip van ter inzage legging van het ontwerp van dit plan. De bestaande, afwijkende maatvoering geldt dan als maximale maatvoering.

8.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bouwwerken ten behoeve van:

  • a. de kwaliteit van de openbare ruimte, zoals een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld en de landschappelijke inrichting;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de sociale veiligheid;
  • d. het behoud van parkeervoorzieningen;
  • e. de functionele en ruimtelijke structuur, zoals aansluiting op (structurele) groenelementen en waterelementen;
  • f. de bebouwingsmogelijkheden, gebruiksmogelijkheden en/of bezonning van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • g. het milieu;
  • h. welstand.
8.4 Ontheffing van de bouwregels
8.4.1 Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de bouwregels voor de bouw van andere bouwwerken mits de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 3 m.

8.4.2 Algemene randvoorwaarden ontheffing

De genoemde ontheffingen kunnen slechts worden verleend mits:

  • a. de geluidsbelasting op de gevel van geluidsgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende grenswaarde uit de Wet geluidhinder of de vastgestelde hogere grenswaarde;
  • b. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    • 1. de kwaliteit van de openbare ruimte, zoals een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld en de landschappelijke inrichting;
    • 2. de verkeersveiligheid;
    • 3. de sociale veiligheid;
    • 4. het aantal parkeervoorzieningen;
    • 5. de functionele en ruimtelijke structuur, zoals aansluiting op (structurele) groenelementen en waterelementen;
    • 6. de bebouwingsmogelijkheden, gebruiksmogelijkheden en/of bezonning van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
    • 7. het milieu;
  • c. dit voldoet aan redelijke eisen van welstand.
8.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 24 leden 24.1 en 24.2, wordt in ieder geval gerekend het gebruik:

  • a. van gronden en/of bouwwerken voor prostitutie;
  • b. van gronden en/of bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;
  • c. van onbebouwde terreinen voor de opslag van caravans, boten en overige zaken;
  • d. van gronden en/of bouwwerken voor de opslag van vuurwerk.