14.1 Bestemmingsomschrijving
14.1.1 De voor 'Wonen-1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. vrijstaande woningen, al dan niet in combinatie met een aan huis verbonden beroep;
-
b. aanbouwen, bijgebouwen en overkappingen;
-
c. tuinen en erven;
-
d. parkeervoorzieningen;
-
e. water;
met de daarbij behorende bouwwerken, werken en werkzaamheden.
14.1.2 Ter plaatse van een aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - molenstomp' zijn de gronden mede bestemd voor behoud en versterking van bestaande cultuurhistorische bebouwing.
14.1.3
De voor 'Waarde-Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud van de aanwezige archeologi-sche (verwachtings)waarden. In de eerste plaats is daarbij het bepaalde in artikel 19 van toe-passing.
14.1.4
De voor 'Waterstaat' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de waterhuishouding met de daarbij behorende bouwwerken, werken en werkzaamheden. In de eerste plaats is daarbij het bepaalde in artikel 20 van toepassing.
14.1.5
De voor 'Waterstaat-Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de waterkering en de waterhuishouding met de daarbij behorende bouwwerken, werken en werkzaamheden. In de eerste plaats is daarbij het bepaalde in artikel 21 van toepassing.
14.2 Bouwregels
Op de in lid 14.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend gebouwen en andere bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande, dat:
14.2.1 Algemeen
-
a. voor het bouwen gelden de hierna opgenomen bepalingen onder 14.2.1 tot en met 14.2.5;
-
b. voor het bouwen gelden de aangegeven aanduidingen;
-
c. hoofdgebouwen uitsluitend binnen een bouwvlak mogen worden gebouwd;
-
d. in afwijking van het bepaalde in sub c andere bouwwerken en erfbebouwing zowel binnen als buiten een bouwvlak mogen worden gebouwd;
-
e. de goot- en bouwhoogte niet meer mag bedragen dan is aangegeven met de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte';
-
f. in afwijking van het bepaalde onder e geldt ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - molenstomp' de bestaande goot-, bouwhoogte en/of dakhelling als maximale maatvoering.
14.2.2 Hoofdgebouwen
-
a. als hoofdgebouw mogen uitsluitend vrijstaande woningen worden gebouwd;
-
b. voor zover binnen een bouwvlak bestaande woningen aanwezig zijn, mag het aantal woningen binnen dit vlak niet worden vergroot of verkleind;
-
c. de dakhelling van de hoofdgebouwen, niet zijnde molenstompen, mag niet meer bedragen dan 45°;
14.2.3 Aanbouwen, bijgebouwen en overkappingen
-
a. Bij iedere woning mogen aan de achtergevel van de woning aanbouwen, bijgebouwen en overkappingen worden gebouwd, waarbij geldt dat:
-
1. de diepte gemeten uit de achtergevelbouwgrens van de woning niet meer dan 3 m mag bedragen;
-
2. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van de woning vermeerderd met 0,25 m tot een maximum van 4 m;
-
3. voldaan dient te worden aan het bepaalde in sub d;
-
b. Bij iedere woning mogen aan de zijgevel van de woning aanbouwen, bijgebouwen en overkappingen worden gebouwd, waarbij geldt dat:
-
1. de diepte gemeten uit:
- de (lijn welke kan worden getrokken in het verlengde van de) achtergevelbouwgrens van de woning niet meer dan 3 m mag bedragen;
- de zijgevel van de woning niet meer dan 3 m mag bedragen;
-
2. de afstand tot:
- de (lijn welke kan worden getrokken in het verlengde van de) voorgevelrooilijn van de woning niet minder dan 1 m zal bedragen;
- de grens met het naburige erf ten minste 1 m zal bedragen, tenzij de uitbreiding wordt gerealiseerd op de perceelsgrens;
- de grens met het openbaar gebied ten minste 2 m zal bedragen;
-
3. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van de woning vermeerderd met 0,25 m tot een maximum van 4 m;
-
4. voldaan dient te worden aan het bepaalde in sub d;
-
c. bij iedere woning mogen vrijstaande bijgebouwen en/of overkappingen worden gebouwd, waarbij geldt dat:
-
1. de bouwhoogte niet meer dan 3 m mag bedragen, gemeten ten opzichte van het aansluitende terrein;
-
2. de afstand tot:
- de achtergevelbouwgrens van de woning ten minste 6 m zal bedragen;
- de (lijn welke kan worden getrokken in het verlengde van de) voorgevelrooilijn van de woning minimaal 1 m zal bedragen;
- de zijdelingse perceelsgrens minimaal 1 m zal bedragen, tenzij de uitbreiding wordt gerealiseerd op de perceelsgrens;
- de zijdelingse perceelsgrens minimaal 2 m zal bedragen, indien deze grenst aan het openbaar gebied;
- de zijgevel ten minste 1 m zal bedragen;
-
3. voldaan dient te worden aan het bepaalde in sub d;
-
d. de gebouwen en overkappingen als bedoeld onder a, b en c mogen slechts worden opgericht, indien:
-
1. de maximale grondoppervlakte van de gebouwen en overkappingen niet meer bedraagt dan 75 m2, indien de oppervlakte van het perceelsgedeelte met de bestemming 'Wonen-1', buiten het bouwvlak, minder dan 300 m2 bedraagt;
-
2. de maximale grondoppervlakte van de gebouwen en overkappingen niet meer bedraagt dan 100 m2, indien de oppervlakte van het perceelsgedeelte met de bestemming 'Wonen-1', buiten het bouwvlak, tussen de 300 en 500 m2 bedraagt;
-
3. de maximale grondoppervlakte van de gebouwen en overkappingen niet meer bedraagt dan 150 m2, indien de oppervlakte van het perceelsgedeelte met de bestemming 'Wonen-1', buiten het bouwvlak, meer dan 500 m2 bedraagt;
-
4. het perceelsgedeelte met de bestemming 'Wonen-1', buiten het bouwvlak, voor niet meer dan 50% van de oppervlakte wordt bebouwd en minimaal 35 m2 onbebouwd en onoverdekt blijft.
-
e. in afwijking van het bepaalde onder c en d, mag ter plaatse van de aanduiding “specifieke bouwaanduiding-1” een bijgebouw worden opgericht, waarbij:
-
1. de goothoogte niet meer dan 3 m mag bedragen;
-
2. de bouwhoogte niet meer dan 7 m mag bedragen.
14.2.4 Andere bouwwerken
Bij ieder woning mogen andere bouwwerken worden gebouwd, waarbij buiten het bouwvlak de hoogte niet meer mag bedragen dan:
-
a. 1 m voor erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel;
-
b. 2 m voor erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevel;
-
c. 3 m voor overige andere bouwwerken.
14.2.5 Bestaande bouwwerken
Bouwwerken, welke niet voldoen aan het bepaalde in de leden 14.2.1 tot en met 14.2.4, zijn toegestaan voor zover deze rechtsgeldig zijn gebouwd of een rechtsgeldige bouwtitel hebben op het tijdstip van ter inzage legging van het ontwerp van dit plan. De bestaande, afwijkende maatvoering geldt dan als maximale maatvoering.
14.5 Specifieke gebruiksregels
14.5.1
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 24 leden 24.1 en 24.2, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van
-
a. een vrijstaand bijgebouw en/of garagebox voor bewoning;
-
b. een gebouwde parkeervoorziening en/of garageboxen voor de uitoefening van een aan huis verbonden beroep of bedrijf;
-
c. gronden en/of bouwwerken voor prostitutie;
-
d. gronden en/of bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;
-
e. gronden voor de opslag van caravans, boten en overige zaken;
-
f. gronden en/of bouwwerken voor/als bedrijfsmatige werkruimte;
-
g. gronden en/of bouwwerken voor de opslag van vuurwerk.
14.5.2 Beroep aan huis
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 24 leden 24.1 en 24.2, wordt gerekend het gebruik van gedeelten van de woning, aanbouwen en/of bijgebouwen voor een beroep aan huis, voor zover niet aan de volgende randvoorwaarden wordt voldaan:
-
a. de woonfunctie dient in overwegende mate gehandhaafd te blijven (met name ingeval de beroepsmatige werkruimte in het hoofdgebouw wordt gerealiseerd);
-
b. de beroepsmatige activiteiten geschieden door degene die op het perceel woonachtig is;
-
c. de totale bedrijfsvloeroppervlakte mag per perceel niet meer dan 25% bedragen met een maximum van 50 m2;
-
d. er mag geen onevenredige afbreuk worden gedaan aan het woon- en leefmilieu in de omgeving;
-
e. in de omgeving mag geen onevenredige toename van de verkeersbelasting optreden;
-
f. er mogen geen vergunningplichtige activiteiten ingevolge de Wet milieubeheer plaatsvinden;
-
g. er mogen geen detailhandelsactiviteiten plaatsvinden;
-
h. op eigen terrein wordt voorzien in de eigen parkeerbehoefte naast het oorspronkelijk aantal parkeerplaatsen op eigen terrein voor de woonfunctie.
14.6 Ontheffing van de gebruiksregels
14.6.1 Bedrijf aan huis
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor het gebruik van gedeelten van de woning, aanbouwen en/of bijgebouwen voor de uitoefening van een bedrijf aan huis, mits:
-
a. de woonfunctie in overwegende mate blijft gehandhaafd;
-
b. de effecten van het bedrijf / de bedrijfsactiviteiten geen onevenredige afbreuk doen aan het woon- en leefmilieu in de directe omgeving, zoals:
-
1. ambachtelijke en/of verzorgende bedrijven genoemd in categorie 1 van de in de bijlage bij deze planregels opgenomen “Staat van bedrijfsactiviteiten” of daarmee naar de aard (qua milieuplanologische hinder) gelijk te stellen bedrijven/bedrijfsactiviteiten;
-
2. bedrijven/bedrijfsactiviteiten die, op basis van de Wet milieubeheer, niet vergunningplichtig zijn;
-
c. de totale bedrijfsvloeroppervlakte per perceel niet meer dan 25% bedraagt met een maximum van 50 m2;
-
d. de bedrijfsactiviteiten geschieden door degene die op het perceel woonachtig is;
-
e. het bedrijf/de bedrijfsactiviteiten geen verkeersaantrekkende werking hebben;
-
f. op eigen terrein wordt voorzien in de eigen parkeerbehoefte naast het oorspronkelijk aantal parkeerplaatsen op eigen terrein voor de woonfunctie;
-
g. er geen detailhandelsactiviteiten mogen plaatsvinden.
14.6.2 Detailhandel bij een beroep of bedrijf aan huis
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen aan het medegebruik van een beroeps- of bedrijfsmatige werkruimte bij woningen voor detailhandelsactiviteiten, op voorwaarde, dat:
-
a. er sprake is van detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd;
-
b. het detailhandel betreft als ondergeschikt en niet zelfstandig onderdeel van de bedrijfsvoering;
-
c. de detailhandel geen onevenredige afbreuk doet aan het voorzieningenniveau binnen de gemeente.