Plan: | Lelystad Haven |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0995.BP00016-VG01 |
In deze paragraaf wordt een toelichting gegeven op de gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden van de bestemmingen die in dit plan voorkomen. Bij de bestemmingen wordt beschreven hoe de uitgangspunten zijn vertaald.
De bestemming “Bedrijf - Nutsvoorziening” komt in het plangebied voor op onder meer het Werkeiland, daar gaat het in eerste instantie om het gemaal.
Binnen deze bestemming is het mogelijk om gebouwen voor het openbare nut te bouwen. Daarbij moet binnen het bouwvlak worden gebouwd en met een maximale bouwhoogte die aangeduid is op de ruimtelijke verbeelding van het plan.
Binnen de bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd. Daarbij gaat het om onder meer erf- en terreinafscheidingen tot een maximale hoogte van 2,00 meter. Deze zijn nodig voor de afscherming van de nutsvoorziening. Verder zijn palen en masten toegestaan tot een hoogte van 6,00 meter. Het kan daarbij gaan om verlichtingspalen. Overige bouwwerken hebben een hoogte van maximaal 5,00 meter.
Binnen de bestemming “Bedrijventerrein” is het mogelijk om bedrijven te realiseren die vallen onder de categorieën 1 en 2 van de bedrijvenlijst. Dit zijn bedrijven in verschillende branches, waar ook watergerelateerde bedrijven onder vallen. Deze bedrijvenlijst is bij de planregels gevoegd. Geluidszoneringsplichtige en risicovolle inrichtingen en vuurwerkbedrijven zijn niet toegestaan, in verband met milieu- en/of risicocontouren rond dergelijke bedrijven.
Binnen de bestemming bestaat de mogelijkheid voor kantoren, die niet zelfstandig zijn. De mogelijkheden hiervoor zijn in oppervlakte echter beperkt, zodat de bedrijfsfunctie de belangrijkste functie in de bebouwing blijft. Detailhandel is ook mogelijk, mits het gaat om productiegebonden detailhandel. Daarbij zijn voedings- en genotsmiddelen uitgesloten. In het plangebied is geen sprake van bedrijfswoningen. Deze zijn binnen de bestemming “Bedrijventerrein” daarom niet toegestaan.
Algemeen geldt dat nieuwe bouwwerken alleen gebouwd mogen worden op het moment dat aangetoond is dat voldaan kan worden aan de geldende parkeernormen. Deze parkeernormen zijn vastgelegd in het gemeentelijk beleid en overgenomen in de bijlagen bij de regels.
Bedrijfsgebouwen voor de bestemming moeten binnen het bestemmingsvlak worden gebouwd. Om maximale flexibiliteit te bieden is geen bouwvlak opgenomen. Voor de bouwhoogte van de bebouwing is gerelateerd aan het geldende bestemmingsplan. Dat wil zeggen dat alle bedrijven binnen de bestemming “Bedrijventerrein” een maximale bouwhoogte hebben. Deze is aangeduid op de verbeelding, omdat de maximale hoogte per bedrijf kan verschillen. Naast de maximale bouwhoogte is ook het maximaal bebouwingspercentage aangeduid. Hierdoor wordt volledige bebouwing van de bouwpercelen voorkomen en blijft op het bedrijfsperceel ruimte voor parkeren en (buiten)opslag.
Aan- en uitbouwen en bijgebouwen zijn bij de gebouwen mogelijk. Hieraan zijn regels gekoppeld waaruit blijkt dat deze bouwwerken ondergeschikt zijn aan de gebouwen. Zo zijn er eisen gesteld aan de maximale gezamenlijke oppervlakte en het bebouwingspercentage.
Tot slot mogen bij bedrijven ook bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om palen en masten van maximaal 6,00 meter hoogte. Deze bouwwerken dienen ter ondersteuning voor de uitoefening van de bedrijfsactiviteiten.
De bestemming “Centrum” is te vinden bij het winkelcentrum in het deelgebied Haven. De bestemming is bedoeld om verschillende functies mogelijk te maken, namelijk: detailhandel, horecabedrijven (categorie 1 en 2), maatschappelijke voorzieningen, dienstverlenende bedrijven en instellingen, medische voorzieningen en bedrijven (categorie 1 en 2 bedrijvenlijst). Om geluidoverlast en veiligheidsrisico's te voorkomen zijn geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en vuurwerkbedrijven uitgesloten.
Ondergeschikt zijn bij de bestemming voorkomende voorzieningen mogelijk. Daarbij kan gedacht worden aan incidentele evenementen, speelvoorzieningen en water.
Bouwen is alleen mogelijk binnen het bouwvlak. De maximale bouwhoogte van gebouwen is binnen het bouwvlak aangeduid. Hierbij is aangesloten op de bestaande mogelijkheden voor de bebouwing.
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn ook mogelijk binnen de bestemming. Daarbij gaat het om erf- en terreinafscheidingen en overige bouwwerken. Deze bouwwerken hoeven niet per se in het bouwvlak te worden gebouwd.
De bestemming "Gemengd" is te vinden ter plaatse van maatschappelijke voorzieningen en welzijnsdoeleinden. In het plangebied zijn deze verspreid te vinden. Naast de genoemde functies zijn ondergeschikt andere functies mogelijk. Daarbij kan gedacht worden aan ondersteunende functies als speelvoorzieningen, wegen, straten en paden. Daarbij horende functies als parkeervoorzieningen zijn binnen de bestemming ook toegestaan.
Om te voorkomen dat de gronden en gebouwen binnen de bestemming “Gemengd” voor andere functies worden gebruikt dan bedoeld, zijn enkele functies uitgesloten. Daarbij gaat het om de functies wonen, dienstverlenende bedrijven en/of instellingen en kantoren.
Binnen de bestemming zijn gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijn de toegestaan. De realisatie hiervan is alleen toegestaan wanneer voldaan is aan de parkeernormen. Deze zijn opgenomen in de bijlagen bij de regels.
In de bestemming zijn geen bouwvlakken opgenomen; de gebouwen mogen vrij binnen het bestemmingsvlak worden gerealiseerd. Wel zijn een maximaal bebouwingspercentage van het bestemmingsvlak en een minimale afstand tot de bestemmingsgrens in de regels opgenomen. Zo wordt voorkomen dat de gebouwen te dicht op de aangrenzende functies worden gebouwd en mogelijk hinder veroorzaken. Een gebouw dat in de huidige situatie dichter bij de bestemmingsgrens staat dan in de regels is opgenomen, blijft mogelijk. Hiervoor is in de regels een uitzondering opgenomen.
Bij de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gaat het om erf- en terreinafscheidingen, palen en masten en overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Afgestemd op hun functie hebben deze bouwwerken een maximale bouwhoogte, die in de regels is opgenomen. Deze bouwwerken dienen ter ondersteuning van het gebruik van de gronden en bebouwing.
De bestemming “Groen” is gelegd op alle groenstroken in het plangebied die deel uitmaken van de ruimtelijke hoofdstructuur of een ander ruimtelijk belang hebben. De bestemming beslaat - naast groenvoorzieningen - ook een regeling voor bermen en beplanting, voet- en fietspaden, speelvoorzieningen, parkeervoorzieningen en waterlopen en -partijen. Opslag is binnen deze bestemming niet zonder meer toegestaan, de opslag van Rijkswaterstaat op Werkeiland is daarom specifiek aangeduid.
Binnen de groenbestemming zijn in principe geen gebouwen mogelijk. Een uitzondering hierop vormen de gronden die zijn aangeduid met 'specifieke bouwaanduiding - sluisgebouw', daar is een sluisgebouw toegestaan. De maximale bouwhoogte van de mogelijk gemaakt gebouwen zijn opgenomen in een aanduiding op de verbeelding. De sluisgebouwen hebben namelijk niet allemaal vergelijkbare bouwhoogten.
Voor de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is de maximale bouwhoogte opgenomen in de regels. Deze is afgestemd op de functie van de betreffende bouwwerken.
Wanneer het noodzakelijk blijkt, kan een deel van de bestemming “Groen” gewijzigd worden naar de bestemming “Bedrijventerrein” en "Woongebied". Voor de wijziging naar "Bedrijventerrein" en "Woongebied" is aangegeven dat hiervoor een beperkte strook beschikbaar is, namelijk 3,00 en 5,00 meter.
Een deel van de wijzigingsmogelijkheden is gekoppeld aan een aanduiding "wro-zone - wijzigingsgebied". Daar gaat het om een gebied dat gewijzigd mag worden naar "Woongebied" en/of "Gemengd". De aanduiding is opgenomen, omdat het gebied waar het om gaat groter is dan de eerder genoemde stroken. De wijzigingsprocedure die gevolgd moet worden is opgenomen in de Wro.
De in het plangebied gelegen recreatieve functies, met een relatief intensieve gebruiksfunctie, zijn opgenomen in de bestemming "Recreatie". Het gaat daarbij om verschillende recreatieve functies langs het Oostvaardersdiep. In verband met de milieubelasting en/of de ruimtelijke en functionele inpassing in de omgeving worden enkele functies specifiek aangeduid, in dit geval een jachthaven en een botenstalling. Andere functies, zoals een zelfstandig horecabedrijf en detailhandel, worden uitgesloten in de specifieke gebruiksregels. Een reden hiervoor is onder meer extra parkeerdruk en daarbij mogelijke overlast te voorkomen.
Bouwen is binnen de bestemming mogelijk. De maximale bouwhoogte van de gebouwen is daarbij op de verbeelding aangeduid. De basis hiervoor is de bestaande situatie. Het gaat bijvoorbeeld om gebouwen die nodig zijn voor de recreatieve hoofdfunctie.
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn met beperkte afmetingen mogelijk. Deze bouwwerken zijn ten dienste van de hoofdfunctie.
De eilanden in het Bovenwater hebben de bestemming “Recreatie - Dagrecreatie”. Deze bestemming is bedoeld voor bad- en surfstrand, water en sport- en speelvoorzieningen. Dit zijn dagrecreatieve voorzieningen.
Gebouwen zijn binnen deze bestemming niet toegestaan. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn met beperkte afmetingen mogelijk. De afmetingen zijn gerelateerd aan de functie van de bouwwerken. Bijvoorbeeld palen en masten met een maximale bouwhoogte van 6,00 meter. Hieronder vallen onder meer verlichtingsmasten bij de jachthaven.
De grotere ontsluitingsroutes in en rond het plangebied hebben de bestemming “Verkeer”. Daarbij is het hoofddoel dat de inrichting hoofdzakelijk gericht is op de afwikkeling van snel en langzaam verkeer. Wanneer van toepassing moeten de wegen en straten, voet- en rijwielpaden worden ingericht volgens het ter plaatse aangegeven dwarsprofiel. In verband met het bieden van de nodige flexibiliteit, zijn bijbehorende functies ook mogelijk binnen verkeer. Het gaat om onder andere groen- en parkeervoorzieningen, maar ook reclameobjecten zijn mogelijk binnen deze bestemming.
Binnen de bestemming zijn gebouwen niet toegestaan. Wel kunnen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals bruggen, informatie- en reclameobjecten, palen en masten en overige bouwwerken worden gerealiseerd. Voor palen en masten is een maximale bouwhoogte van 6,00 meter toegestaan voor alle overig genoemde bouwwerken is de maximale bouwhoogte 5,00 meter. De bouwwerken zijn bedoeld voor de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer. Palen en masten kunnen ook nodig zijn voor reclameobjecten. Bruggen en daarmee overeenkomstige bouwwerken mogen ook maximaal 5,00 meter hoog worden.
De maximale hoogten zijn afgestemd op de functie van de mogelijke bouwwerken.
De bestemming “Water” is gelegd op open water wat ruimtelijke en/of functioneel van belang is. De bestemming is daarom in het hele plangebied te vinden. De bestemming is bedoeld voor waterlopen en -partijen, oevers, bermen en beplanting, aanleggelegenheid, wegen, straten en paden en extensief dagrecreatief medegebruik. Door de verschillende functies toe te staan is het gebruik van de gronden flexibel.
In het plangebied zijn jachthavens aanwezig, waaronder in het Oostvaardersdiep. Deze passen niet bij recht binnen de bestemming, maar zijn door middel van een aanduiding “jachthaven” specifiek mogelijk gemaakt.
Binnen de bestemming zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogelijk. Daarbij kan gedacht worden aan steigers en daarmee vergelijkbare bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Deze mogen maximaal 3,00 meter hoog worden. Bruggen, palen en masten en overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn ook mogelijk. De regels geven hiervoor maximale bouwhoogten die gerelateerd zijn aan de functie van de betreffende bouwwerken.
In het gehele plangebied is sprake van appartementengebouwen en andere vormen van gestapelde woningen. Deze zijn onder de bestemming “Wonen - Woongebouw” gebracht. Kenmerken van deze woongebouwen zijn de boven en naast elkaar gelegen woningen met één of meer gemeenschappelijke toegangen én de eenheid in uiterlijke verschijningsvorm van het gebouw. Daarnaast is het mogelijk gebouwen voor onderhoud en beheer en bergingen en stallingen te bouwen. In verband met de flexibiliteit van het gebruik van de gronden met deze bestemming, zijn daarnaast onder meer tuinen en erven, parkeervoorzieningen en water mogelijk.
Gebouwen moeten binnen het aangegeven bouwvlak worden gebouwd. De maximale goot- en/of bouwhoogte zijn weergegeven in de bouwvlakken. Hierbij is aangesloten op de bestaande mogelijkheden.
Dat binnen het bouwvlak gebouwd moet worden geldt niet voor gebouwen ten behoeve van onderhoud en beheer, bergingen en stallingen. Deze mogen buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits aan de in de regels genoemde afmetingen wordt voldaan. Vaak gaat het hierbij om kleinschalige bouwwerken die slechts een geringe invloed op de omgeving hebben.
Voor het bouwen van trappenhuizen en liftschachten, zijn voor de maximale oppervlakte en bouwhoogte specifieke regels opgenomen. Deze mogen buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits aan de in de regels genoemde afmetingen wordt voldaan.
Daarnaast is het mogelijk bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals erf- en terreinafscheidingen, palen en masten en overige bouwwerken te realiseren. Bij erf- en terreinafscheidingen moet een maximale bouwhoogte van 2,00 meter worden aangehouden, bij een tuin voor de voorgevel van een hoofdgebouw is deze beperkt tot ten hoogste 1,00 meter. Bij palen en masten is een maximale bouwhoogte van 6,00 meter toegestaan en bij overige bouwwerken 3,00 meter.
De bestemming “Woongebied” ligt op alle gebieden waar wonen de hoofdfunctie is. Daarnaast worden ook daarbij horende functie mogelijk gemaakt. Het gaat daarbij om functies als wegen, parkeervoorzieningen, water, speelvoorzieningen, etcetera
Aan huis verbonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten worden via de specifieke gebruiksregels mogelijk gemaakt binnen de bestemming “Woongebied”. In deze gebruiksregels staan ook de randvoorwaarden beschreven waaraan een dergelijke functie moet voldoen.
Binnen de bestemming zijn bouwwerken mogelijk, waarmee gedoeld wordt op hoofdgebouwen, aan- en uitbouwen, bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Algemeen geldt voor alle bouwwerken dat de gezamenlijke oppervlakte per bouwperceel maximaal 50% bedraagt. Uitzondering hierop vormen die gevallen waarbij in de bestaande situatie al meer den 50% bebouwd is. Nieuwe bouwwerken worden mogelijk gemaakt, mits voldaan wordt aan de bij de regels gevoegde parkeernormen.
Hoofdgebouwen moeten binnen de op de verbeelding aangeduide bouwvlakken worden gebouwd. Daarbij wordt uitgegaan van de bestaande afmeting van de hoofdgebouwen. Omdat deze in het plangebied in sterke mate van elkaar verschillen, zijn per bouwvlak de maximale goot- en bouwhoogte aangegeven. In sommige gevallen is - in verband met het ruimtelijke beeld - een plat dak verplicht, daar is een aanduiding 'plat dak' aangegeven. Wanneer een onderdoorgang aanwezig is die behouden moet blijven, is de aanduiding 'onderdoorgang' op de verbeelding aangegeven.
Bij de regeling voor aan- en uitbouwen, bijgebouwen zijn de bestaande mogelijkheden overgenomen. Voor alle aan- en uitbouwen en bijgebouwen is een algemene regeling opgenomen waarin uitspraken worden gedaan over de situering van dit type bebouwing. Voor de maximale oppervlakte zijn meer specifieke regels opgenomen. Dit omdat voor de regeling voor de verschillende woningtypen van elkaar verschillen. Bij grotere bouwpercelen wordt een grotere oppervlakte aan aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogelijk gemaakt. Dit wordt niet alleen in een maximum aantal vierkante meters, maar ook in maximale percentages uitgedrukt (in de regels).
De bouw van bouwwerken, geen gebouwen zijnde wordt mogelijk gemaakt. Daarbij gaat het onder meer om erf- en terreinafscheidingen, maar ook om carports.
Door middel van een binnenplanse afwijking (met omgevingsvergunning) van het bestemmingsplan is het mogelijk om van de bouwregels af te wijken.