direct naar inhoud van Artikel 43 Algemene aanduidingsregels
Plan: Buitengebied Beesel
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0889.BPBuitengebied-VA03

Artikel 43 Algemene aanduidingsregels

43.1 archeologisch waardevol gebied
43.1.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding 'archeologisch waardevol gebied' zijn de gronden tevens bestemd voor instandhouding van de archeologische waarden van AMK-terreinen;

43.2 bebouwingscluster
43.2.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding 'bebouwingscluster' zijn de gronden tevens bestemd als een bebouwingscluster.

43.3 bebouwingslint
43.3.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding 'bebouwingslint' zijn de gronden tevens bestemd als een bebouwingslint.

43.4 beekdal
43.4.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding 'beekdal' zijn de gronden tevens bestemd voor instandhouding van beekdalen.

43.5 bos en natuur
43.5.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding 'bos en natuur' zijn de gronden tevens bestemd voor instandhouding en/of herstel van bos en natuur.

43.6 cultuurhistorie Meerlebroek
43.6.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorie Meerlebroek' zijn de gronden tevens bestemd voor behoud en/of herstel van de historisch-geografische waarde van het gebied.

43.6.2 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats, de afmetingen en de verschijningsvorm van bebouwing en de inrichting van gronden en opstallen:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de historisch-geografische waarde;
  • b. in het belang van het behoud, versterking en/of herstel van de historisch-geografische waarde.
43.6.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde of van werkzaamheden
  • a. Vergunningplichtige werken en/of werkzaamheden.

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren:

    • 1. het wijzigen van de verkaveling van gronden;
    • 2. het aanpassen van de erfinrichting;
    • 3. het verwijderen van beplanting;
    • 4. het aanbrengen van beplanting.
  • b. Uitzondering.

Het verbod als bedoeld onder a. geldt niet voor het uitvoeren van:

    • 1. werken en/of werkzaamheden, die van geringe omvang zijn danwel het normale onderhoud en beheer betreffen;
    • 2. werken en/of werkzaamheden, welke op het tijdstip waarop het plan in werking treedt, in uitvoering zijn;
    • 3. werken en/of werkzaamheden die mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning;
    • 4. werken en/of werkzaamheden in de vorm van het planten en/of verwijderen van bomen en struiken op percelen welke op het moment van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan legaal in gebruik zijn voor de boom- of sierteelt, danwel waarvoor na inwerkingtreding van dit bestemingsplan een omgevingsvergunning als bedoeld onder a. is verleend.
  • c. Afwegingskader.

De vergunning als bedoeld onder a.wordt slechts verleend indien:

    • 1. door de werken en/of werkzaamheden of door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen de historisch-geografische waarde van het gebied niet onevenredig wordt verkleind;
    • 2. de werken en/of werkzaamheden mede zijn gericht op het behoud, het versterken of herstel van de voor het gebied karakteristieke structuren, landgebruik, watersystemen, wegen en beplanting.
43.7 cultuurhistorie Rijkel
43.7.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorie Rijkel' zijn de gronden tevens bestemd voor behoud en/of herstel van de cultuurhistorisch waardevolle elementen en structuren in het buurtschap Rijkel.

43.7.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen gelden de volgende regels:

  • a. het aantal bouwlagen mag niet meer bedragen dan het bestaande aantal bouwlagen, met dien verstande dat bij voorkeur wordt gebouwd in één bouwlaag;
  • b. gebouwen dienen te worden voorzien van een kap;
  • c. de goot- en bouwhoogte bedraagt maximaal de bestaande goot- en bouwhoogte;
43.7.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats, de afmetingen en de verschijningsvorm van bebouwing en de inrichting van gronden en opstallen:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de bestaande openheid die bijdraagt aan het waardevolle agrarische karakter van het gebied;
  • b. in het belang van het behoud, versterking en/of herstel van de streekeigen kenmerken van de karakteristieke bebouwing, waarbij dient zoveel mogelijk rekening dient te worden gehouden met de bestaande karakteristiek van de hoofdvorm, nokrichting en materiaalgebruik.
43.7.4 Specifieke gebruiksregels

Onder gebruiken of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:

  • a. verandering van het wegen- en padenpatroon, bestaande uit de Kerkweg, Klerkenhofweg, Rijkel, Donderbergweg, Gubbelsweg, Caeffertweg, Bovenste Solbergweg, Sint Antoniusstraat en Vreebergweg;
  • b. verandering van het bestaande dwarsprofiel van de onder a. genoemde wegen;
  • c. het verharden van bestaande onverharde wegen;
  • d. het wijzigen van de bestaande kavelrichting.

43.8 geluidzone - industrie
43.8.1 Bouwregels

Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' mogen geen geluidgevoelige objecten worden gerealiseerd.

43.8.2 Afwijken van de bouwregels

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 43.8.1 ten behoeve van het bouwen van geluidgevoelige objecten, met dien verstande dat de geluidbelasting vanwege industrielawaai op de gevels van de te realiseren geluidgevoelige objecten niet hoger mag zijn dan de daarvoor geldende voorkeurgrenswaarde of een verleende hogere grenswaarde.

43.9 geluidzone - spoor
43.9.1 Aanduidingsomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - spoor' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met de geluidbelasting van de spoorweg.

43.9.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mag geen nieuw geluidgevoelig gebouw worden gebouwd.

43.9.3 Afwijken van de bouwregels

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van artikel 43.9.2 voor het bouwen van nieuwe geluidgevoelige gebouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits de geluidbelasting vanwege de spoorweg aan de gevels van deze geluidgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde.

43.10 gebied waar hoogzitten niet zijn toegestaan
43.10.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding 'gebied waar hoogzitten niet zijn toegestaan' is het plaatsen van tijdelijke hoogzitten niet toegestaan.

43.11 hoge archeologische verwachtingswaarde
43.11.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding 'hoge archeologische verwachtingswaarde' zijn de gronden tevens bestemd voor voor gebieden met een hoge archeologische verwachtingswaarde;

43.12 karakteristiek
43.12.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' zijn de gronden tevens bestemd voor het behouden en/of herstel van de karakteristieke waarde van gemeentelijke monumenten.

43.12.2 Instandhoudingsregels
  • a. Het is verboden een gemeentelijk monument te beschadigen of te vernielen;
  • b. Het is verboden zonder een omgevingsvergunning:
    • 1. een gemeentelijk monument af te breken, te verstoren, te verplaatsen of in enig opzicht te wijzigen;
    • 2. een gemeentelijk monument te herstellen, te gebruiken of te laten gebruiken op een dusdanige wijze dat het wordt ontsierd of in gevaar gebracht;
  • c. Het verbod en de vergunningsplicht als bedoeld onder b. gelden niet indien door burgemeester en wethouders nadere regels worden gesteld met betrekking tot de wijze waarop werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd;
  • d. Een omgevingsvergunning voor een monument met een religieuze bestemming wordt alleen verleend in overeenstemming met de eigenaar indien en voorzover het een vergunning betreft, waarbij wezenlijke belangen van de godsdienstuitoefening in het monument in het geding zijn;
  • e. Een vergunning als bedoeld onder b. wordt slechts verleend:
    • 1. nadat de monumentencommissie heeft geadviseerd omtrent de aanvraag om vergunning. Daarbij gelden de volgende regels:
      • het bevoegd gezag zendt onmiddellijk een afschrift van de ontvankelijke aanvraag om vergunning aan de monumentencommissie;
      • de monumentencommissie brengt binnen 8 weken na de datum van verzending van het afschrift schriftelijk advies uit aan het bevoegd gezag;
    • 2. indien het belang van de monumentenzorg zich daartegen niet verzet, waarbij het bevoegd gezg rekening houdt met het gebruik van het monument;
  • f. Een vergunning als bedoeld onder b. kan worden ingetrokken indien:
    • 1. blijkt dat de vergunning ten gevolge van een onjuiste of onvolledige opgave is verleend;
    • 2. de omstandigheden aan de kant van de vergunninghouder zich zodanig hebben gewijzigd, dat het belang van het monument zwaarder dient te wegen.
43.13 kernrandzone
43.13.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding 'kernrandzone' zijn de gronden tevens bestemd als een kernrandzone.

43.14 kleinschalig agrarisch gebied
43.14.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding 'kleinschalig agrarisch gebied' zijn de gronden tevens bestemd voor de instandhouding van het kleinschalig agrarisch gebied.

43.15 lage archeologische verwachtingswaarde
43.15.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding 'lage archeologische verwachtingswaarde' zijn de gronden tevens bestemd voor gebieden met een lage archeologische verwachtingswaarde.

43.16 middelhoge archeologische verwachtingswaarde
43.16.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding 'middelhoge archeologische verwachtingswaarde' zijn de gronden tevens bestemd voor gebieden met een middelhoge archeologische verwachtingswaarde;

43.17 milieuzone - stiltegebied
43.17.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - stiltegebied' geldt een natuurlijk heersend geluidsniveau van 40 dB(A). Er zijn binnen de aanduiding geen activiteiten toegestaan die het geluidsniveau structureel aantasten, tenzij hiervoor een ontheffing is verleend volgens de Omgevingsverordening Limburg.

43.18 open agrarisch gebied
43.18.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding 'open agrarisch gebied' zijn de gronden tevens bestemd voor de instandhouding van het open agrarisch gebied.

43.19 reconstructiewetzone - extensiveringsgebied
43.19.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied' zijn de gronden tevens bestemd als extensiveringsgebied.

43.20 reconstructiewetzone - verwevingsgebied
43.20.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - verwevingsgebied' zijn de gronden tevens bestemd als verwevingsgebied.

43.21 recreatieve ontwikkelingszone
43.21.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiging 'recreatieve ontwikkelingszone' zijn de gronden tevens bestemd als recreatieve ontwikkelingszone.

43.22 rivierdal
43.22.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding 'rivierdal' zijn de gronden tevens bedoeld voor de instandhouding van het rivierdal.

43.23 specifieke bouwaanduiding - monument

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument' zijn de gronden tevens bestemd voor het behouden en/of herstel van de monumentale waarde van bebouwing. Op deze gronden is de Monumentenwet 1988 van toepassing.

43.24 veiligheidzone - leiding
43.24.1 Bouwregels

Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidzone - leiding' mogen geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten worden gerealiseerd.

43.24.2 Afwijken van de bouwregels

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 43.24.1 ten behoeve van het bouwen van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten, met dien verstande dat:

  • a. voldaan wordt aan de normen die gelden voor het plaatsgebonden risico;
  • b. indien sprake is van toename van het groepsrisico, hiervoor een verantwoording als bedoeld in het Besluit Externe Veiligheid inrichtingen plaatsvindt.
43.25 vrijwaringszone - molenbiotoop
43.25.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' zijn de gronden tevens bestemd voor het beschermen van:

  • a. de functie als werktuig van de beltmolen 'De Grauwe Beer';
  • b. de waarde van de onder a. genoemde molen als landschapsbepalend element.
43.25.2 Bouwregels

Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' gelden de volgende regels:

  • a. binnen een straal van 100 m1, gerekend vanaf het middelpunt van de molen, mag geen bebouwing worden opgericht, hoger dan het onderste punt van de verticale staande wiek van de molen;
  • b. binnen een straal van 100 tot 500 m1, gerekend vanaf het middelpunt van de molen, mag geen bebouwing worden opgericht met een grotere hoogte dan 1/30 van de afstand, gemeten tussen de bebouwing en het onderste punt van de verticaal staande wiek van de molen.
43.25.3 Afwijken van de bouwregels

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 43.25.2, mits vooraf advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de molen over de vraag of het bouwplan ter plaatse aanvaardbaar is in verband met de belangen van de molen.

43.25.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Verbod

Het is verboden op of in de ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden uit te voeren, hoger dan 1/30 van de afstand tussen het bouwwerk en de onderste punt van de verticaal staande wiek van de molen:

    • 1. het aanbrengen van bovengrondse constructies, installaties of apparatuur;
    • 2. het ophogen van gronden;
    • 3. het planten van bomen, heesters en andere opgaande beplanting
  • b. Uitzonderingen

Het bepaalde onder .a is niet van toepassing op:

    • 1. normale onderhoudswerkzaamheden;
    • 2. werken of werkzaamheden, welke op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip verleende (omgevings)vergunning mogen worden uitgevoerd;
    • 3. het planten van bomen en struiken op percelen welke op het moment van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan legaal in gebruik zijn voor de boom- of sierteelt, danwel waarvoor na inwerkingtreding van dit bestemingsplan een omgevingsvergunning als bedoeld onder a. is verleend.
  • c. Afwegingskader

Een vergunning als bedoeld onder a. wordt slechts verleend, mits:

    • 1. daardoor de functie van de molen als werktuig en de waarde als landschapsbepalend element niet onevenredig worden geschaad;
    • 2. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de molen over de vraag of verlening van de omgevingsvergunning aanvaardbaar is in verband met de belangen van de molen.
43.26 vrijwaringszone - spoor
43.26.1 Bouwregels

Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - spoor' is het niet toegestaan om gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde op te richten, behoudens het bepaalde in artikel 20.

43.26.2 Afwijken van de bouwregels

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 43.26.1 voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde, met dien verstande dat:

  • a. voldaan wordt aan de Wet geluidhinder;
  • b. voldaan wordt aan de wet- en regelgeving met betrekking tot externe veiligheid;
  • c. er geen sprake is van afleidende verlichting en reclame voor de railgebruiker;
  • d. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen van de beheerder van de spoorlijn.
43.26.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Verbod.

Het is verboden op of in de ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - spoor' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden uit te voeren:

    • 1. het aanleggen van aarden wallen;
    • 2. het planten van bomen, heesters en andere opgaande beplanting,

behoudens het bepaalde in artikel 20.

  • a. Uitzonderingen.

Het bepaalde onder a.is niet van toepassing op:

    • 1. normale onderhoudswerkzaamheden;
    • 2. werken of werkzaamheden, welke op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip verleende (omgevings)vergunning mogen worden uitgevoerd.
  • b. Afwegingskader.

Een vergunning als bedoeldonder a. wordt slechts verleend, mits:

    • 1. daardoor de gebruiksmogelijkheden van het spoor niet onevenredig worden geschaad;
    • 2. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de spoorlijn.
43.27 vrijwaringszone - straalpad
43.27.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - straalpad' zijn de gronden tevens bestemd voor een straalpad.

43.27.2 Bouwregels

Voorzover gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die zijn toegestaan op grond van de andere voor deze gronden aangewezen bestemmingen, zijn gelegen ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - straalpad', mag de hoogte van de gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer dan 35,00 m bedragen.

43.28 vrijwaringszone - vaarweg
43.28.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - vaarweg' zijn de gronden tevens bestemd voor het voorkomen van belemmeringen voor:

  • a. de doorvaart van de scheepvaart in de breedte, hoogte en diepte;
  • b. de zichtlijnen van de bemanning en de op het schip aanwezige navigatieapparatuur voor de scheepvaart;
  • c. het contact van de scheepvaart met bedienings- en begeleidingsobjecten;
  • d. de toegankelijkheid van de rijksvaarweg voor hulpdiensten;
  • e. het uitvoeren van beheer en onderhoud van de rijksvaarweg.
43.28.2 Bouwregels

Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - vaarweg' mogen geen bouwwerken worden gebouwd, behoudens bouwwerken die direct verband houden met mogelijke toekomstige reconstructies en/of uitbreidingen aan de nabij gelegen vaarweg, alsmede voor het creëren van een optimale nautische omgeving.

43.28.3 Afwijken van de bouwregels

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 43.28.2 voor het bouwen van bouwwerken welke zijn toegelaten krachtens de onderliggende bestemming:

  • a. mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van het vaarverkeer;
  • b. nadat de vaarwegbeheerder is gehoord.
43.28.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een met de aanduiding 'vrijwaringszone - vaarweg' strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden, voorzover dit de in artikel 43.28.1 bedoelde belangen aantast. In ieder geval wordt daaronder verstaan het gebruik van gronden voor opslagdoeleinden, tenzij daardoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van het vaarverkeer.

43.29 vrijwaringszone - waterstaatswerk 1
43.29.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - waterstaatswerk 1' zijn de gronden mede bestemd als beschermingszone voor de waterkerende functie van waterkeringen. Op deze gronden is de Keur van het waterschap van toepassing.

43.30 vrijwaringszone - waterstaatswerk 2
43.30.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - waterstaatswerk 2' zijn de gronden mede bestemd als buitenbeschermingszone voor de waterkerende functie van waterkeringen. Op deze gronden is de Keur van het waterschap van toepassing.

43.31 vrijwaringszone - weg 1
43.31.1 Bouwregels

Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - weg 1' mag niet worden gebouwd binnen een afstand van 50 meter uit de as van de meest nabijgelegen rijstrook van de Rijksweg A73, met uitzondering van bouwwerken welke nodig zijn voor het wegverkeer.

43.32 vrijwaringszone - weg 2
43.32.1 Bouwregels

Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - weg 2' mag niet worden gebouwd binnen een zone tussen 50 en 100 meter uit de as van de meest nabijgelegen rijbaan van de Rijksweg A73, met uitzondering van bouwwerken welke nodig zijn voor het wegverkeer.

43.32.2 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 43.32.1 en toestaan dat in de andere voor die gronden aangewezen bestemming, bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat:

  • a. het bouwwerk in overeenstemming is met de ter plaatse aangegeven bestemming en door de bouw of situering van het bouwwerk het verkeersbelang niet onevenredig wordt aangetast;
  • b. de wegbeheerder wordt gehoord.
43.33 zeer hoge archeologische verwachtingswaarde
43.33.1 Aanduidingsomschrijving

Ter plaatse van de aanduiding 'zeer hoge archeologische verwachtingswaarde' zijn de gronden tevens bestemd voor gebieden met een hoge archeologische verwachtingswaarde;