direct naar inhoud van Artikel 12 Maatschappelijk
Plan: Buitengebied Beesel
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0889.BPBuitengebied-VA03

Artikel 12 Maatschappelijk

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een zorgboerderij, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'zorgboerderij';
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek', tevens voor het behoud en/of herstel van karakteristieke bebouwing;
  • c. ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding - monument', tevens voor het behoud en/of herstel van de monumentale waarde van bebouwing;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening', een nutsvoorziening;
  • e. wonen in een bedrijfswoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'zorgboerderij';

met daaraan ondergeschikt:

  • f. groenvoorzieningen;
  • g. tuinen, erven en terreinen;
  • h. paden, wegen, ontsluitings- en parkeervoorzieningen;
  • i. boven- en/of ondergrondse waterhuishoudkundige voorzieningen
  • j. paardrijbakken voor het hobbymatig houden van paarden en/of pony's.
12.2 Bouwregels
12.2.1 Algemeen

Op de voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden mogen uitsluitend ten behoeve van de in artikel 12.1 genoemde bestemming worden gebouwd:

  • a. gebouwen;
  • b. bijbehorende bouwwerken;
  • c. bouwwerken, geen gebouw zijnde.
12.2.2 Regels ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'

Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen, de bedrijfswoning, bijbehorende bouwwerken, bouwwerken geen gebouw zijnde en werken, geen bouwwerk zijnde, mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. voor het overige wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 12.2.3, 12.2.4 en 12.2.5.
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats' bedraagt de afstand van bebouwing tot de as van een nabijgelegen weg minimaal 15 meter en tot de overige perceelsgrenzen minimaal 3 meter, uitgezonderd erfafscheidingen en grafzerken e.d..
12.2.3 Bedrijfsgebouwen

Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen en daarbij behorende bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. de goot- en bouwhoogte bedraagt respectievelijk maximaal 4,5 en 8 meter;
  • b. de oppervlakte bedraagt maximaal de oppervlakte zoals aangeduid ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage', met dien verstande dat daar waar die aanduiding niet aanwezig is, het bouwvlak geheel mag worden bebouwd;
  • c. de voorgevel van de bedrijfsgebouwen dient te worden gebouwd achter de voorgevellijn;
  • d. de afstand tot de perceelsgrens bedraagt minimaal 5 meter, behoudens het bepaalde onder 12.2.2 onder c.
12.2.4 Bedrijfswoningen en bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bedrijfswoningen en bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. per bestemmingsvlak is maximaal één bedrijfswoning toegestaan, met dien verstande dat:
    • 1. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' geen bedrijfswoning is toegestaan;
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' bedrijfswoningen zijn toegestaan tot een maximum aantal zoals is aangeduid op de verbeelding;
    • 3. voor de bepaling van de onder 1. en 2. genoemde maximum aantallen middels de figuur 'relatie' met elkaar gekoppelde bouwvlakken samen worden beschouwd als één bouwvlak;
  • b. de voorgevel van de bedrijfswoning wordt gebouwd in de voorgevelrooilijn;
  • c. de inhoud van de bedrijfswoning bedraagt maximaal 1.000 m³;
  • d. de goot- en bouwhoogte van bedrijfswoningen bedraagt respectievelijk maximaal 6 en 9 meter;
  • e. de oppervlakte van bijbehorende bouwwerken bedraagt maximaal 100 m²;
  • f. de goot- en bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken bedraagt respectievelijk maximaal 3,5 meter en 6 meter;
  • g. de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt minimaal 5 meter;
  • h. bijbehorende bouwwerken worden in het achtererfgebied gebouwd.
12.2.5 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde bedraagt maximaal 12 meter, met uitzondering van:
    • 1. erf- en terreinafscheidingen, waarvan de bouwhoogte maximaal 1 meter bedraagt, danwel maximaal 1,80 meter, mits deze voor 90% open is;
    • 2. erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn, waarvan de bouwhoogte maximaal 2 meter bedraagt, danwel 2,25 meter ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats';
    • 3. vlaggen- en lichtmasten, waarvan de hoogte maximaal 15 meter bedraagt;
    • 4. omheiningen rond een paardrijbak in de vorm van een open afscheiding, waarvan de bouwhoogte maximaal 1,50 meter bedraagt;
    • 5. lichtmasten rond een paardrijbak, waarvan de bouwhoogte maximaal 8 meter bedraagt, met dien verstande dat de lichtmasten geen onevenredige hinder mogen opleveren voor de omgeving;
12.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing en aan de inrichting van het bestemmingsvlak:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  • c. ter voorkoming van hemelwaterproblematiek;
  • d. ter waarborging van een goede landschappelijke inpassing.
12.4 Specifieke gebruiksregels
12.4.1 Strijdig gebruik

Onder gebruiken of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:

  • a. detailhandel;
  • b. zelfstandige horeca;
  • c. evenementen;
  • d. seksinrichtingen;
  • e. permanente bewoning van gebouwen, geen (bedrijfs)woning zijnde.
  • f. buitenopslag voor de voorgevelrooilijn.