direct naar inhoud van Artikel 10 Bedrijf
Plan: Buitengebied Beesel
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0889.BPBuitengebied-VA03

Artikel 10 Bedrijf

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven in de categorie 1 of 2 conform bijlage 2 Tabel bedrijfsactiviteiten met dien verstande dat ter plaatse van de navolgende aanduidingen uitsluitend de daarbij aangegeven soorten bedrijven, al dan niet in de milieucategorie 1 of 2, zijn toegestaan:
    • 1. ter plaatse van de aanduiding 'agrarisch loonbedrijf', een agrarisch loonbedrijf;
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'bosbouw', een bosbouwbedrijf;
    • 3. ter plaatse van de aanduiding 'hovenier', een hoveniersbedrijf;
    • 4. ter plaatse van de aanduiding 'opslag', opslag van materialen;
    • 5. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - afsluiterschema', een afsluitervoorziening ten behoeve van een aardgastransportleiding;
    • 6. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - audio-videoproductie', een audio-videoproductiebedrijf;
    • 7. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - autohandelsbedrijf': een autohandelsbedrijf;
    • 8. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - houtbewerking', een houtbewerkingsbedrijf;
    • 9. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - inzameling grof tuinafval', tevens een bedrijfstak voor inzameling van grof tuinafval van particulieren, aanvullend op het agrarisch loonbedrijf;
    • 10. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - opslag zand, grond en tuinafval', tevens opslag van zand, grond en tuinafval;
  • b. wonen in een bedrijfswoning;

met daaraan ondergeschikt:

  • c. uitoefening van een beroep of bedrijf aan huis overeenkomstig het bepaalde in artikel 42.4;
  • d. groenvoorzieningen;
  • e. tuinen, erven en terreinen;
  • f. paden, wegen, ontsluitings- en parkeervoorzieningen;
  • g. boven- en/of ondergrondse waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • h. paardrijbakken voor het hobbymatig houden van paarden en/of pony's.
10.2 Bouwregels
10.2.1 Algemeen

Op de voor 'Bedrijf' aangewezen gronden mogen uitsluitend ten behoeve van de in artikel 10.1 genoemde bestemming worden gebouwd:

  • a. gebouwen;
  • b. een bedrijfswoning;
  • c. bijbehorende bouwwerken;
  • d. bouwwerken, geen gebouw zijnde.
10.2.2 Regels ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'

Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels:

  • a. per bouwvlak is maximaal één bedrijf toegestaan, met dien verstande dat de gronden ter plaatse van de aanduiding 'relatie' gekoppeld zijn ten behoeve van één bedrijf;
  • b. gebouwen, de bedrijfswoning, bijbehorende bouwwerken, bouwwerken, geen gebouw zijnde en werken, geen bouwwerk zijnde, zoals waterbassins, verhardingen en parkeervoorzieningen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gerealiseerd;
  • c. voor het overige wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 10.2.3, 10.2.4 en 10.2.5.
10.2.3 Bedrijfsgebouwen

Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen en daarbij horende bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. de goot- en bouwhoogte bedraagt respectievelijk maximaal 4,5 en 8 meter, met dien verstande dat de goot- en bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - afsluiterschema' maximaal 4 meter bedraagt;
  • b. de oppervlakte bedraagt maximaal de oppervlakte zoals aangeduid ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage', met dien verstande dat daar waar die aanduiding niet aanwezig is, het bouwvlak geheel mag worden bebouwd;
  • c. de voorgevel dient te worden gebouwd achter de voorgevelrooilijn;
  • d. de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt minimaal 5 meter.
10.2.4 Bedrijfswoningen en bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bedrijfswoningen en bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. per bestemmingsvlak is maximaal één bedrijfswoning toegestaan, met dien verstande dat:
    • 1. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' geen bedrijfswoning is toegestaan;
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' bedrijfswoningen zijn toegestaan tot een maximum aantal zoals is aangeduid op de verbeelding;
    • 3. voor de bepaling van de onder 1. en 2. genoemde maximum aantallen middels de figuur 'relatie' met elkaar gekoppelde bouwvlakken samen worden beschouwd als één bouwvlak;
  • b. de voorgevel van de bedrijfswoning wordt gebouwd in de voorgevelrooilijn;
  • c. de inhoud van de bedrijfswoning bedraagt maximaal 1.000 m³;
  • d. de goot- en bouwhoogte van bedrijfswoningen bedraagt respectievelijk maximaal 6 en 9 meter;
  • e. de oppervlakte van bijbehorende bouwwerken bedraagt maximaal 100 m²;
  • f. de goot- en bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken bedraagt respectievelijk maximaal 3,5 meter en 6 meter;
  • g. de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt minimaal 5 meter;
  • h. bijbehorende bouwwerken worden in het achtererfgebied gebouwd.
10.2.5 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde bedraagt maximaal 12 meter, met uitzondering van:
    • 1. erf- en terreinafscheidingen, waarvan de bouwhoogte maximaal 1 meter bedraagt, danwel maximaal 1,80 meter, mits deze voor 90% open is;
    • 2. erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn, waarvan de bouwhoogte maximaal 2 meter bedraagt;
    • 3. erf- en terreinafscheidingen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - afsluiterschema', waarvan de bouwhoogte maximaal 3,5 meter bedraagt;
    • 4. omheiningen rond een paardrijbak in de vorm van een open afscheiding, waarvan de bouwhoogte maximaal 1,50 meter bedraagt;
    • 5. lichtmasten rond een paardrijbak, waarvan de bouwhoogte maximaal 8 meter bedraagt, met dien verstande dat de lichtmasten geen onevenredige hinder mogen opleveren voor de omgeving;
  • b. per bedrijfswoning is een niet-overdekt zwembad toegestaan binnen het bouwvlak, mits de afstand van het zwembad vanaf de voorgevel van de bedrijfswoning maximaal 40 meter bedraagt.
10.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing en aan de inrichting van het bestemmingsvlak:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  • c. ter voorkoming van hemelwaterproblematiek;
  • d. ter waarborging van een goede landschappelijke inpassing.
10.4 Specifieke gebruiksregels
10.4.1 Strijdig gebruik

Onder gebruiken of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:

  • a. detailhandel, behoudens detailhandel in auto's ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - autohandelsbedrijf;
  • b. horeca;
  • c. kamerverhuur;
  • d. mantelzorg;
  • e. woningsplitsing;
  • f. verblijfsrecreatie;
  • g. evenementen;
  • h. seksinrichtingen;
  • i. permanente bewoning van gebouwen, geen (bedrijfs)woning zijnde.
  • j. buitenopslag voor de voorgevelrooilijn.
10.5 Afwijken van de gebruiksregels
10.5.1 Afwijken van de gebruiksregels ten behoeve van omschakeling naar een ander soort bedrijf

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 10.1 ten behoeve van omschakeling naar een ander bedrijf dan is aangeduid op de verbeelding, met dien verstande dat:

  • a. omschakeling uitsluitend is toegestaan naar een ander bedrijf in de categorie 1 of 2 volgens bijlage 2 Tabel bedrijfsactiviteiten en
  • b. sprake is van een gelijke of lagere milieukundige en ruimtelijke impact.
10.5.2 Afwijken van de gebruiksregels ten behoeve van ondergeschikte detailhandel

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 10.4.1 ten behoeve van het gebruik van gebouwen voor ondergeschikte detailhandel in ter plaatse vervaardigde of bewerkte producten, mits:

  • a. maximaal 10% van de binnen het bouwvlak gelegen gebouwen mag worden gebruikt voor de detailhandelsfunctie tot een oppervlakte van maximaal 100 m²;
  • b. er mag geen sprake zijn van een onevenredige verkeersaantrekkende werking.