direct naar inhoud van Artikel 31 Algemene afwijkingsregels
Plan: Woonkernen 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0881.BPwoonkernen2013-VG01

Artikel 31 Algemene afwijkingsregels

31.1 Meetverschillen

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van de aangeduide bouwgrenzen indien een meetverschil of onnauwkeurigheid ten opzichte van de feitelijke situatie daartoe aanleiding geeft, mits de afwijking maximaal 3,00 meter bedraagt.

31.2 Kleine bouwwerken van openbaar nut

Het bevoegd gezag kan, behoudens op de voor 'Bos' aangewezen gronden en met inachtneming van het bepaalde in de dubbelbestemmingen en (gebieds)aanduidingen, een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van de bouw- en/of gebruiksregels voor het bouwen van kleine, niet voor bewoning bestemde bouwwerken van openbaar nut, zoals wachthuisjes, transformatorhuisjes, schakelhuisjes, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, pinautomaten, afval- en glascontainers en dergelijke, met dien verstande dat:

  • a. de oppervlakte maximaal 15 m2 mag bedragen;
  • b. de goothoogte maximaal 3,50 meter mag bedragen;
  • c. de bouwhoogte maximaal 5,00 meter mag bedragen.
31.3 Evenementen

Het bevoegd gezag kan, behoudens op de voor 'Bos' aangewezen gronden en met inachtneming van het bepaalde in de dubbelbestemmingen en (gebieds)aanduidingen, een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van de regels van het plan ten aanzien van het toestaan van evenementen die met een zekere regelmaat plaatsvinden en een planologische relevantie hebben vanwege de duur van de activiteit, waaronder het opbouwen en afbreken en/of vanwege de omvang van de activiteit, waaronder het aantal deelnemers/toeschouwers, mits:

  • a. de evenementen zijn toegestaan overeenkomstig de bepalingen in de 'Nota regulering evenementen, vastgesteld door de gemeenteraad van Onderbanken op 9 oktober 2007 of diens opvolger;
  • b. het evenement maximaal 15 dagen duurt, inclusief het opbouwen en afbreken van voorzieningen ten behoeve van het evenement;
  • c. per kern een locatie niet meer dan 3 maal per jaar voor een evenement wordt gebruikt;
  • d. er geen horeca ter plaatse plaatsvindt, anders dan ondergeschikt en inherent aan het toegestane evenement;
  • e. er geen detailhandel ter plaatse plaatsvindt, anders dan ondergeschikt en inherent aan het toegestane evenement, met uitzondering van vlooien- en/of rommelmarkten;
  • f. in de parkeerbehoefte in voldoende mate wordt voorzien;
  • g. aan de van toepassing zijnde milieuwet- en regelgeving wordt voldaan;
  • h. geen onevenredig nadelige gevolgen voor het woonmilieu ontstaan;
  • i. de verkeershinder beperkt blijft dan wel voorzien wordt in alternatieve routes;
  • j. belangen van derden niet onevenredig worden geschaad.
31.4 Afwijken van de gebruiksregels ten behoeve van detailhandel

Het bevoegd gezag kan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 3' een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in de artikelen 4.5.1, 5.5.1 en 19.5.1, ten behoeve van het gebruik voor detailhandel, met dien verstande dat:

  • a. de detailhandel als aan huis gebonden activiteit uitsluitend wordt uitgeoefend in de woning of in de bijgebouwen;
  • b. maximaal 80 m2 van het bebouwde oppervlak van de woning en de bijgebouwen wordt gebruikt voor detailhandel als aan huis gebonden activiteit;
  • c. de woonfunctie in overwegende mate gehandhaafd blijft en de verschijningsvorm als woning niet wezenlijk wordt aangetast;
  • d. de detailhandelsactiviteiten alleen worden uitgevoerd door de bewoner(s) van de woning;
  • e. het gebruik geen (ernstige of onevenredige) hinder mag opleveren voor het woonmilieu en geen afbreuk doen aan het woonkarakter van de omgeving;
  • f. er geen bedrijfsmatige opslag in de buitenlucht plaats vindt;
  • g. in de parkeerbehoefte in voldoende mate wordt voorzien op eigen terrein, waarbij als uitgangspunt geldt dat de bestaande parkeervoorzieningen niet onevenredig mogen worden belast.
31.5 Afwijken van de gebruiksregels ten behoeve van horeca van categorie 1 en 2

Het bevoegd gezag kan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 4' een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in de artikelen 4.5.1, 5.5.1 en 19.5.1, ten behoeve van het gebruik voor horeca van categorie 1 en 2, met dien verstande dat:

  • a. horeca-activiteiten van categorie 1 en 2 uitsluitend worden uitgeoefend in de woning of in de bijgebouwen;
  • b. maximaal 40 m2 van het bebouwde oppervlak van de woning en de bijgebouwen wordt gebruikt voor de horeca-activiteiten van categorie 1 en 2;
  • c. maximaal 75 m2 van de buitenruimte op eigen terrein ingericht mag worden als terras;
  • d. de woonfunctie in overwegende mate gehandhaafd blijft en de verschijningsvorm als woning niet wezenlijk aangetast wordt;
  • e. de horeca- activiteiten van categorie 1 en 2 alleen uitgevoerd worden door de bewoner(s) van de woning;
  • f. het gebruik een (ernstige of onevenredige) hinder mag opleveren voor het woonmilieu en geen afbreuk doen aan het woonkarakter van de omgeving;
  • g. er geen bedrijfsmatige opslag in de buitenlucht plaats vindt;
  • h. in de parkeerbehoefte in voldoende mate wordt voorzien op eigen terrein, waarbij als uitgangspunt geldt dat de bestaande parkeervoorzieningen niet onevenredig mogen worden belast;
  • i. er geen zelfstandige detailhandel plaats vindt, met uitzondering van detailhandel inherent aan de betreffende activiteit gerelateerde producten, waarvoor maximaal 10 m2 van de voor horeca van categorie 1 en 2 gebruikte oppervlakte mag worden gebruikt.
31.6 Afwijken van de gebruiksregels ten behoeve horeca van categorie 3 en 4

Het bevoegd gezag kan ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van gemengd - 1' en 'specifieke vorm van gemengd - 3' een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaald in de artikelen 4.5.1, 5.5.1 en 19.5.1, ten behoeve van het gebruik voor horeca van categorie 3 en 4, met dien verstande dat:

  • a. horeca-activiteiten van categorie 3 en 4 uitsluitend worden uitgeoefend in de woning of in de bijgebouwen;
  • b. maximaal 40 m2 van het bebouwde oppervlak van de woning en de bijgebouwen gebruikt wordt voor de horeca-activiteiten van categorie 3 en 4;
  • c. maximaal 50 m2 van de buitenruimte op eigen terrein ingericht mag worden als terras;
  • d. de woonfunctie in overwegende mate gehandhaafd blijft en de verschijningsvorm als woning niet wezenlijk aangetast wordt;
  • e. de horeca- activiteiten van categorie 3 en 4 alleen uitgevoerd worden door de bewoner(s) van de woning;
  • f. het gebruik geen (ernstige of onevenredige) hinder mag opleveren voor het woonmilieu en geen afbreuk doen aan het woonkarakter van de omgeving;
  • g. er geen bedrijfsmatige opslag in de buitenlucht plaats vindt;
  • h. in de parkeerbehoefte in voldoende mate wordt voorzien op eigen terrein, waarbij als uitgangspunt geldt dat de bestaande parkeervoorzieningen niet onevenredig mogen worden belast;
  • i. er geen zelfstandige detailhandel plaats vindt, met uitzondering van detailhandel inherent aan de betreffende activiteit gerelateerde producten, waarvoor maximaal 10 m2 van de voor horeca van categorie 1 en 2 gebruikte oppervlakte mag worden gebruikt.
31.7 Afwijken van de gebruiksregels ten behoeve van dagrecreatieve voorzieningen

Het bevoegd gezag kan ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van gemengd - 1' een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in de artikel 19.5.1, ten hoeve van het gebruik voor dagrecreatieve voorzieningen, met dien verstande dat:

  • a. de dagrecreatieve voorzieningen uitsluitend worden uitgeoefend in/rondom de woning of in/rondom de bijgebouwen;
  • b. de woonfunctie in overwegende mate gehandhaafd blijft en de verschijningsvorm als woning wordt niet wezenlijk aangetast;
  • c. de dagrecreatieve voorzieningen binnen de bestaande bebouwing dan wel bijbehorende buitenruimte gerealiseerd worden;
  • d. het gebruik geen (ernstige of onevenredige) hinder mag opleveren voor het woonmilieu en geen afbreuk doen aan het woonkarakter van de omgeving;
  • e. in de parkeerbehoefte in voldoende mate wordt voorzien op eigen terrein, waarbij als uitgangspunt geldt dat de bestaande parkeervoorzieningen niet onevenredig mogen worden belast;
  • f. de dagrecreatieve voorzieningen door de bouwkundige opzet, indeling en maatvoering niet kunnen functioneren als een zelfstandige woning.
31.8 Afwijken van de gebruiksregels ten behoeve van verblijfsrecreatieve voorzieningen

Het bevoegd gezag kan ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van gemengd - 2', 'specifieke vorm van gemengd - 3' en 'specifieke vorm van gemengd - 4' een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in de artikelen 4.5.1, 5.5.1 en 19.5.1, ten behoeve van het gebruik voor verblijfsrecreatieve voorzieningen, met dien verstande dat:

  • a. de verblijfrecreatieve voorzieningen uitsluitend worden uitgeoefend in de woning of in de bijgebouwen;
  • b. ten hoogste 12 slaapplaatsen per verblijfsrecreatieve voorziening gerealiseerd worden;
  • c. de woonfunctie in overwegende mate gehandhaafd blijft en de verschijningsvorm als woning niet wezenlijk aangetast wordt;
  • d. de verblijfsrecreatieve voorzieningen binnen de bestaande bebouwing gerealiseerd worden;
  • e. het gebruik geen (ernstige of onevenredige) hinder mag opleveren voor het woonmilieu en geen afbreuk doen aan het woonkarakter van de omgeving;
  • f. in de parkeerbehoefte in voldoende mate wordt voorzien op eigen terrein, waarbij als uitgangspunt geldt dat de bestaande parkeervoorzieningen niet onevenredig mogen worden belast;
  • g. de verblijfsrecreatieve voorzieningen door de bouwkundige opzet, indeling en maatvoering niet kunnen functioneren als een zelfstandige woning. Een aparte kookgelegenheid bij de bed and breakfast is niet toegestaan.