direct naar inhoud van Artikel 19 Wonen
Plan: Woonkernen 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0881.BPwoonkernen2013-VG01

Artikel 19 Wonen

19.1 Bestemmingsomschrijving
19.1.1 Algemeen

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. recreatief nachtverblijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'recreatie';
  • c. caravanstalling, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'caravanstalling';
  • d. hoveniersbedrijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'hovenier';

met daaraan ondergeschikt:

  • 1. aan huis gebonden activiteiten, overeenkomstig artikel 19.5.2;
  • 2. detailhandel als aan huis gebonden activiteit (inclusief webshops) ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van gemengd - 3' en 'specifieke vorm van gemengd - 4', overeenkomstig artikel 19.5.3;
  • 3. horeca van categorie 1 en 2 ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van gemengd - 1' en 'specifieke vorm van gemengd - 3', overeenkomstig artikel 19.5.4;
  • 4. verblijfsrecreatieve voorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 1', overeenkomstig artikel 19.5.5;
  • 5. mantelzorg, overeenkomstig artikel 19.5.7;
  • 6. tuinen;
  • 7. parkeervoorzieningen op eigen terrein;
  • 8. garages, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'garage';
  • 9. groenvoorzieningen;
  • 10. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
19.1.2 Dubbelbestemmingen en aanduidingen

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 34.2.

19.2 Bouwregels
19.2.1 Algemeen

Op de voor 'Wonen' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. woningen (aaneengebouwd, twee-aan-een, vrijstaand), uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak';
  • b. gestapelde woningen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld';
  • c. de daarbij behorende bijgebouwen;
  • d. de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouw zijnde.
19.2.2 Regels ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'

Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels:

  • a. binnen het bouwvlak mogen woningen, de daarbij behorende bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, worden gebouwd;
  • b. het bouwvlak mag voor maximaal 100% worden bebouwd;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' is het samenvoegen van woningen toegestaan, mits:
    • 1. de samenvoeging vanuit stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar is;
    • 2. de verschijningsvorm van karakteristieke bebouwing niet wordt aangetast;
    • 3. de inhoud en oppervlakte van de samengevoegde woningen inclusief aan- en uitbouwen en bijgebouwen niet wordt vergroot;
    • 4. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
      • de verkeersveiligheid;
      • het woon- en leefklimaat;
      • de milieusituatie;
      • de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is maximaal het aantal aangegeven (nieuwe) woningen toegestaan ;
  • e. de afstand van de woning tot de zijdelingse perceelsgrens minimaal 3,00 meter bedraagt, waarbij bijgebouwen niet worden meegerekend. Bij het woningtype 'twee-aan-een' mag één zijde van de woning in de zijdelingse perceelsgrens worden geplaatst. Het woningtype 'aaneengebouwd' mag met twee zijden in de zijdelingse perceelsgrens worden gebouwd met uitzondering van de hoek- c.q. eindwoningen. Deze mogen ook maar met één zijde van de woning in de zijdelingse perceelsgrens worden geplaatst, overeenkomstig het woningtype 'twee-aan-een'.
  • f. de voorgevel van de woning wordt geplaatst in of evenwijdig aan de naar de weg gekeerde bouwgrens;
  • g. de breedte van de woning dient minimaal 6 meter en mag maximaal 20 meter bedragen:
  • h. de grenzen van het bouwvlak mogen worden overschreden door erkers, luifels, balkons en dergelijke, mits:
    • 1. de diepte gemeten vanaf de bouwvlakgrens niet meer dan 1,50 meter bedraagt;
    • 2. de breedte niet meer bedraagt dan 50% van de breedte van de woning;
    • 3. de goothoogte maximaal gelijk is aan de hoogte van de eerste verdiepingsvloer + 0,30 meter;
  • i. gebouwen worden voor minimaal 50% van het hoofdgebouw/bouwvlak met een kap van maximaal 60° afgedekt, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'plat dak' waar de bebouwing uitsluitend plat mag worden afgedekt en de bouwhoogte maximaal 2,80 meter mag bedragen;
  • j. de goothoogte bedraagt maximaal 7,00 meter, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' de aangeduide maximale goothoogte geldt;
  • k. de bouwhoogte bedraagt maximaal 12,00 meter, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' de aangeduide maximale bouwhoogte geldt;
  • l. voor de maatvoering van bijgebouwen wordt verwezen naar artikel 19.2.3;
  • m. voor de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde wordt verwezen naar artikel 19.2.4.
19.2.3 Bijgebouwen

Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' gelden de volgende regels:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' mogen uitsluitend bijgebouwen, overkappingen/carports en bouwwerken, geen gebouw zijnde worden gebouwd;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen en overkappingen/carports bij woningen mag maximaal 100 m2 bedragen, met dien verstande dat de grond ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' voor maximaal 50% mag worden bebouwd, uitgezonderd:
    • 1. ter plaatse van de aanduiding 'maximum oppervlakte' waar het oppervlak aan bijgebouwen maximaal 110 m2 mag bedragen met dien verstande dat de grond ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' voor maximaal 50% mag worden bebouwd;
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'hovenier' waar maximaal 80 m2 aan bijgebouwen is toegestaan ten behoeve van een hoveniersbedrijf;
  • c. bijgebouwen worden plat of met een kap van maximaal 60° afgedekt;
  • d. de gezamenlijke diepte van het hoofdgebouw en van een aan de achtergevel aangebouwd bijgebouw mag niet meer bedragen dan 18,00 meter, met dien verstande dat een aangebouwd bijgebouw de achtergevelrooilijn, alsmede de zijgevel van het hoofdgebouw en het verlengde van de zijgevel met niet meer dan 4,00 meter mag overschrijden, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'diepte' waar de diepte van het hoofdgebouw in combinatie met aangebouwde bijgebouwen maximaal 30 meter mag bedragen;
  • e. de goothoogte bedraagt maximaal 3,50 meter;
  • f. de bouwhoogte van bijgebouwen bedraagt maximaal 5,00 meter, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'garage' waar de bouwhoogte maximaal 3,00 meter mag bedragen;
  • g. de afstand van een vrijstaand bijgebouw tot het hoofdgebouw en eventuele aan het hoofdgebouw aangebouwde dan wel aan te bouwen bijgebouwen dient ten minste 3,00 meter te bedragen;
  • h. voor de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde wordt verwezen naar artikel 19.2.4.
19.2.4 Bouwwerken, geen gebouw zijnde
  • a. Binnen de bestemming mogen bouwwerken, geen gebouw zijnde en overkappingen/carports worden gebouwd;
  • b. overkappingen/carports worden op een afstand van minimaal 1,00 meter achter de voorgevelrooilijn gebouwd;
  • c. de bouwhoogte van overkappingencarports bedraagt maximaal 3,00 meter;
  • d. bouwwerken, geen gebouw zijnde, mogen uitsluitend achter de naar de weg gekeerde bouwgrens worden gebouwd, met uitzondering van erfafscheidingen, kunstwerken, tuinornamenten en vlaggenmasten;
  • e. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde mag maximaal 5,00 meter bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erfafscheidingen voor de naar de weg gekeerde bouwgrens maximaal 1,00 meter en achter de naar de weg gekeerde bouwgrens alsmede in hoeksituaties ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - erfafscheiding' maximaal 2,00 meter mag bedragen.
19.3 Nadere eisen

Niet van toepassing.

19.4 Afwijken van de bouwregels

Niet van toepassing.

19.5 Specifieke gebruiksregels
19.5.1 Strijdig gebruik

Onder gebruiken of laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:

  • a. het plaatsen van meer dan 1 onderkomen en/of kampeermiddel en van al dan niet afgedankte voer- en vaartuigen;
  • b. buitenopslag, behalve als dit noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte tijdelijke gebruik en dan niet voor de voorgevel van het hoofdgebouw;
  • c. bedrijf, uitgezonderd een aan huis gebonden activiteit in de woning en/of in de vrijstaande bijgebouwen, anders dan bedoeld in artikel 19.5.2;
  • d. woningsplitsing;
  • e. detailhandel, uitgezonderd detailhandel als aan huis gebonden activiteit ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van gemengd - 3' en 'specifieke vorm van gemengd - 4';
  • f. dienstverlening;
  • g. horeca van catergorie 1 en 2, uitgezonderd ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van gemengd - 1' en 'specifieke vorm van gemengd - 3';
  • h. horeca van categorie 3 en 4;
  • i. horeca van categorie 5;
  • j. dagrecreatieve voorzieningen;
  • k. verblijfsrecreatieve voorzieningen, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 1'.
19.5.2 Aan huis gebonden activiteiten

Een aan huis gebonden activiteit, waartoe ook webshops behoren, is toegestaan onder de volgende voorwaarden:

  • a. een aan huis gebonden activiteit wordt uitsluitend uitgeoefend in de woning of in de bijgebouwen;
  • b. maximaal 40 m2 van het bebouwde oppervlak van de woning en de bijgebouwen wordt gebruikt voor een aan huis gebonden activiteit;
  • c. de woonfunctie blijft in overwegende mate gehandhaafd en de verschijningsvorm als woning wordt niet wezenlijk aangetast;
  • d. de beroepsmatige activiteiten worden alleen uitgevoerd door de bewoner(s) van de woning;
  • e. het gebruik mag geen (ernstige of onevenredige) hinder opleveren voor het woonmilieu en geen afbreuk doen aan het woonkarakter van de omgeving;
  • f. er vindt geen bedrijfsmatige opslag in de buitenlucht plaats;
  • g. in de parkeerbehoefte wordt in voldoende mate voorzien op eigen terrein, waarbij als uitgangspunt geldt dat de bestaande parkeervoorzieningen niet onevenredig mogen worden belast;
  • h. er vindt geen zelfstandige detailhandel plaats, met uitzondering van detailhandel inherent aan de betreffende activiteit gerelateerde producten, waarvoor maximaal 10 m2 van de voor het aan huis gebonden activiteit gebruikte oppervlakte mag worden gebruikt.
19.5.3 Detailhandel als aan huis gebonden activiteit

Detailhandel als een aan huis gebonden activiteit bij een woning is ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van gemengd - 3' en specifieke vorm van gemengd - 4' toegestaan onder de volgende voorwaarden:

  • a. de detailhandel als aan huis gebonden activiteit wordt uitsluitend uitgeoefend in de woning of in de bijgebouwen;
  • b. maximaal 40 m2 van het bebouwde oppervlak van de woning en de bijgebouwen wordt gebruikt voor detailhandel als aan huis gebonden activiteit;
  • c. de woonfunctie blijft in overwegende mate gehandhaafd en de verschijningsvorm als woning wordt niet wezenlijk aangetast;
  • d. de detailhandelsactiviteiten worden alleen uitgevoerd door de bewoner(s) van de woning;
  • e. het gebruik mag geen (ernstige of onevenredige) hinder opleveren voor het woonmilieu en geen afbreuk doen aan het woonkarakter van de omgeving;
  • f. er vindt geen bedrijfsmatige opslag in de buitenlucht plaats;
  • g. in de parkeerbehoefte wordt in voldoende mate voorzien op eigen terrein, waarbij als uitgangspunt geldt dat de bestaande parkeervoorzieningen niet onevenredig mogen worden belast.
19.5.4 Horeca van categorie 1 en 2

Horeca van categorie 1 en 2 bij een woning is ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van gemengd - 1' en 'specifieke vorm van gemengd - 3' toegestaan onder de volgende voorwaarden:

  • a. horeca-activiteiten van categorie 1 en 2 worden uitsluitend uitgeoefend in de woning of in de bijgebouwen;
  • b. maximaal 40 m2 van het bebouwde oppervlak van de woning en de bijgebouwen wordt gebruikt voor de horeca-activiteiten van categorie 1 en 2;
  • c. maximaal 50 m2 van de buitenruimte op eigen terrein mag ingericht worden als terras;
  • d. de woonfunctie blijft in overwegende mate gehandhaafd en de verschijningsvorm als woning wordt niet wezenlijk aangetast;
  • e. de horeca- activiteiten van categorie 1 en 2 worden alleen uitgevoerd door de bewoner(s) van de woning;
  • f. het gebruik mag geen (ernstige of onevenredige) hinder opleveren voor het woonmilieu en geen afbreuk doen aan het woonkarakter van de omgeving;
  • g. er vindt geen bedrijfsmatige opslag in de buitenlucht plaats;
  • h. in de parkeerbehoefte wordt in voldoende mate voorzien op eigen terrein, waarbij als uitgangspunt geldt dat de bestaande parkeervoorzieningen niet onevenredig mogen worden belast;
  • i. er vindt geen zelfstandige detailhandel plaats, met uitzondering van detailhandel inherent aan de betreffende activiteit gerelateerde producten, waarvoor maximaal 10 m2 van de voor horeca van categorie 1 en 2 gebruikte oppervlakte mag worden gebruikt.
19.5.5 Verblijfsrecreatieve voorzieningen

Verblijfsrecreatieve voorzieningen bij een woning zijn ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - 1' toegestaan onder de volgende voorwaarden:

  • a. de verblijfrecreatieve voorzieningen worden uitsluitend uitgeoefend in de woning of in de bijgebouwen;
  • b. het pand heeft een minimale inhoud van 500 m³;
  • c. ten hoogste worden 8 slaapplaatsen per verblijfsrecreatieve voorziening gerealiseerd;
  • d. de woonfunctie blijft in overwegende mate gehandhaafd en de verschijningsvorm als woning wordt niet wezenlijk aangetast;
  • e. de verblijfsrecreatieve voorzieningen worden binnen de bestaande bebouwing gerealiseerd;
  • f. het gebruik mag geen (ernstige of onevenredige) hinder opleveren voor het woonmilieu en geen afbreuk doen aan het woonkarakter van de omgeving;
  • g. in de parkeerbehoefte wordt in voldoende mate voorzien op eigen terrein, waarbij als uitgangspunt geldt dat de bestaande parkeervoorzieningen niet onevenredig mogen worden belast;
  • h. de verblijfsrecreatieve voorzieningen kunnen door de bouwkundige opzet, indeling en maatvoering niet functioneren als een zelfstandige woning. Een aparte kookgelegenheid bij de bed and breakfast is niet toegestaan.
19.5.6 Garages

Ter plaatse van de aanduiding 'garage' mogen garageboxen uitsluitend gebruikt worden voor de stalling van motorvoertuigen, fietsen en opslag inherent aan de woonfunctie. Het gebruik als bedrijfsmatige werk- en/of opslagruimte, opslagruimte, detailhandel of horecadoeleinden is in strijd met het beoogde gebruik.

19.5.7 Mantelzorg/inwoning

Mantelzorg/inwoning bij een woning is toegestaan onder de volgende voorwaarden:

  • a. de mantelzorgvoorziening is bedoeld voor de huisvesting van één huishouden;
  • b. de behoefte aan mantelzorg is aangetoond en de persoonsgebondenheid is gebleken;
  • c. er ontstaat geen zelfstandige woning;
  • d. het oppervlak van de mantelzorgvoorziening bedraagt maximaal 80 m²;
  • e. de mantelzorgvoorziening leidt niet tot een onevenredige aantasting van de omgeving;
  • f. zodra de noodzaak van de mantelzorgvoorziening is komen te vervallen, wordt het gebruik als woonruimte beëindigd.
19.6 Afwijken van de gebruiksregels

Niet van toepassing.

19.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Niet van toepassing.

19.8 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

Niet van toepassing.

19.9 Wijzigingsbevoegdheid
19.9.1 Wijziging naar 'Wonen' met aanduiding bijgebouwen, 'Groen' en/of 'Verkeer'

Burgemeester en Wethouders kunnen de bestemming 'Wonen' wijzigen naar de bestemming Wonen' met de aanduiding 'bijgebouwen', Groen en/of Verkeer, met dien verstande dat:

  • a. de woonfunctie geheel of grotendeels is komen te vervallen;
  • b. de betreffende woning past binnen het kader van de voorliggende krimpopgave van de gemeente Onderbanken;
  • c. de woning gesloopt wordt;
  • d. bij wijziging in de bestemming 'Wonen', 'Groen' en/of 'Verkeer' voldaan wordt aan het bepaalde in de artikelen 19, 12, en/of 17.