direct naar inhoud van Artikel 3 Agrarisch met waarden
Plan: Heikantstraat/Dellerweg/Ruiter 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0847.BP02011001-VS01

Artikel 3 Agrarisch met waarden

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Agrarisch met waarden" aangewezen gronden zijn bestemd voor de uitoefening van een agrarisch bedrijf, met uitzondering voor intensieve veehouderij en intensieve teelten als glastuinbouw, vollegrondstuinbouw en bomenteelt en daarin begrepen het behoud en/of herstel van de aldaar voorkomende (of in potentie aanwezige) waarden.

3.2 Bouwregels

Op de voor "Agrarisch met waarden" aangewezen gronden mag niet worden gebouwd, met uitzondering van erfafscheidingen, geen gebouwen zijnde.

3.2.1 Voor het bouwen en inrichten gelden de volgende bepalingen:
  • a. er mogen uitsluitend erfafscheidingen worden geplaatst;
  • b. de hoogte van de erfafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen;
  • c. de erfafscheidingen dienen naar aard en afmetingen bij deze bestemming te passen.
3.3 Nadere eisen

3.3 Nadere eisen

  • a. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
    • 1. de landschappelijke waarde van het gebied;
    • 2. het straat- en bebouwingsbeeld;
    • 3. de milieusituatie;
    • 4. de verkeersveiligheid;
    • 5. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
  • b. Deze nadere eisen kunnen uitsluitend worden gesteld met het oog op de verbetering van de landschappelijke en/of stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving.

3.4 Afwijking van de bouwregels

Zie Algemene gebruiksregels, Artikel 10.

3.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een met de bestemming strijdig gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden en opstallen anders dan het toegestane gebruik op grond van het bepaalde in lid 3.1, meer in het bijzonder:

  • a. als staan- of ligplaats voor onderkomens behoudens voor zover en voor zolang de aanwezigheid van onderkomens nodig is in verband met de tot “3.1" uit te voeren werken of werkzaamheden;
  • b. voor stortdoeleinden van al dan niet aan het gebruik onttrokken voorwerpen, stoffen en materialen;
  • c. als staanplaats voor wagens, geschikt en bestemd voor de uitoefening van handel;
  • d. voor sport-, wedstrijd- of speelterreinen, parkeerterreinen, zwemgelegenheden of buitenmaneges;
  • e. voor het beproeven van voertuigen; voor de beoefening van de motorsport; voor het houden van wedstrijden met motorrijtuigen of bromfietsen, met uitzondering van rally's en puzzelritten; voor het racen of crossen met motorrijtuigen of bromfietsen;
  • f. voor ambachtelijke en/of industriële doeleinden;
  • g. voor detailhandel en groothandel;
  • h. voor transport- en/of garagebedrijven;
  • i. voor horecadoeleinden;
  • j. voor permanente of tijdelijke bewoning;
  • k. voor opslagdoeleinden, uitgezonderd opslagdoeleinden, die verband houden met de agrarische bedrijfsvoering, alsmede met een winterberging van onderkomens;
  • l. voor militaire oefeningen met uitzondering van marsoefeningen waarbij geen gebruik wordt gemaakt van voertuigen;
  • m. voor het winnen van bosstrooisels en mos;
  • n. voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde of van werkzaamheden, geen normale onderhoudswerkzaamheden zijnde, ten behoeve van doeleinden als omschreven in dit lid onder a t/m n.

3.6 Afwijking van de gebruiksregels

Deze gelden voor de hierna genoemde ontwikkelingen / veranderingen, waarbij voor de juridische regeling verwezen wordt naar Artikel 11 en de hierna genoemde specifieke onderdelen daarvan:

11.1 Algemeen

11.2 Kleine schuilgelegenheden, bouwwerken e.d.

3.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden, geen gebouw zijnde
  • a. Het verlagen, vergraven, ophogen of egaliseren van de bodem.
  • b. Het diepploegen, diepwoelen of het uitvoeren van andere ingrepen in de bodem, allen dieper dan 0,50 m, waaronder ook begrepen de aanleg van leidingen.
  • c. Het graven, dempen, danwel verdiepen, vergroten of anderszins herprofileren van waterlopen, sloten en greppels.
  • d. Het vellen of rooien van bos.
  • e. Het verwijderen van landschapselementen.
  • f. Het verwijderen van onverharde wegen of paden.
  • g. Het aanleggen en / of verharden van wegen of paden, dan wel het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen, voorzover groter dan 200 m2.
  • h. Het beplanten van gronden met opgaand houtgewas ten behoeve van tuinbouw, bomenteelt of agrarische houtteelt.

3.8 Wijzigingsbevoegdheid

3.8.1 Ten aanzien van gebied met wijzigingsbevoegdheid voor woningen:

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming binnen het op verbeelding aangeduide 'gebied met wijzigingsbevoegdheid voor woningen' te wijzigen in de bestemming "Wonen" ten behoeve van de bouw van nieuwe (vervangende) woningen, waarbij de volgende voorwaarden gelden:

  • 1. Toepassing van de wijzigingsbevoegdheid is alleen mogelijk om met deze wijziging van de bestemming naar "Wonen" vervangende nieuwbouw voor de op de locatie aan de Heikantstraat aanwezige voormalige bedrijfswoning (25A) en noodwoning (27) mogelijk te maken.
  • 2. Voor het wijzigen van de bestemming "Agrarisch met waarden" moet verzekerd zijn dat de bestaande voormalige bedrijfswoning en/of noodwoning wordt gesloopt.
  • 3. Per gesloopte opstal mag een enkel vervangend nieuw woongebouw worden opgericht conform de inrichtingstekening zoals opgenomen in de toelichting bij dit bestemmingsplan en conform de randvoorwaarden zoals vastgelegd in het kwaliteitsrapport (1003-B).
  • 4. De oppervlakte van een bouwperceel voor een woning dient ten minste 2.000 m² te bedragen en de situering van de woning dient te passen binnen het straatbeeld van de Heikantstraat.
  • 5. De maximale inhoud van betreffende vervangende woning bedraagt 750 m³, met maximaal 100 m² aan bijgebouwen.
  • 6. De afstand van de vervangende woning uit de as van de Heikantstraat dient ten minste 20 meter te bedragen.
  • 7. De vervangende woning dient uit een oogpunt van milieuhinder, waaronder geurhinder van nabijgelegen agrarische bedrijven en geluidshinder van wegverkeer, aanvaardbaar te zijn.

3.8.2 Ten aanzien van overige wijzigingen:

Zie hiervoor Artikel 12.

3.9 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

Zie hiervoor Artikel 7 Wonen.

3.10 Toelaatbaarheid

De in lid 3.7 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van het naastgelegen natuurgebied, de landschappelijke waarden, natuurwaarden, archeologische waarden, hydrologische waarde van de gronden.