a. Het is verboden de in dit plan begrepen gronden en daarop voorkomende opstallen te gebruiken, waaronder tevens verstaan in gebruik te nemen of te laten gebruiken, voor een doel of op een wijze, die strijdig is met de in dit plan daaraan gegeven bestemming.
b. Onder strijdig gebruik als bedoeld in lid 1 van dit artikel wordt in ieder geval verstaan, voorzover niet rechtstreeks dienend voor het normale gebruik overeenkomstig de bestemming:
1. het gebruik van gronden en opstallen voor doeleinden van opslag, stort of lozing;
2. het gebruik van gronden en opstallen voor doeleinden van handel, detailhandel of bedrijf;
3. het gebruik van gronden en opstallen voor dag- of verblijfsrecreatie, tenzij expliciet toegestaan in deze voorschriften;
4. het gebruik van opstallen voor bewoning, behoudens bewoning van bedrijfswoningen en woningen overeenkomstig dit plan;
5. het gebruik van gronden en/of opstallen dat in de voorschriften van hoofdstuk 1 en 2, in aanvulling op het bepaalde in dit artikel, eveneens als strijdig gebruik wordt aangemerkt.
c. Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 1 van dit artikel indien een strikte toepassing van deze bepaling zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.