Plan: | Barrier 2013 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0772.80174-0301 |
De planregels zijn ondergebracht in inleidende regels, in bestemmingsregels, in algemene regels en in overgangs- en slotregels.
De Inleidende regels bestaan uit begrippen en de wijze van meten, teneinde te voorkomen dat discussie ontstaat over de interpretatie van de regels.
In Artikel 1 Begrippen wordt een omschrijving gegeven van de in de regels gehanteerde begrippen. Als in de regels gebruikte begrippen niet in dit artikel voorkomen, dan geldt de uitleg/interpretatie conform het normale taalgebruik.
In "Artikel 2 Wijze van meten" worden de te gebruiken meetmethodes vastgelegd.
De regels bij de bestemmingen worden hierna afzonderlijk toegelicht.
Bestemming `Wonen - 1'( Artikel 11)
Deze bestemming is gelegd op de in het plangebied gelegen gronden met woningen en de bijbehorende voor- en achtererven. In de regels is onderscheid gemaakt tussen hoofdgebouwen en bijgebouwen, aanbouwen en uitbouwen. Het gebouw dat door zijn constructie of afmetingen als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken, wordt beschouwd als het hoofdgebouw. Bijgebouwen, aanbouwen en uitbouwen zijn in architectonisch opzicht te onderscheiden van, en ondergeschikt aan, het hoofdgebouw.
Hoofdgebouwen moeten binnen de bouwvlakken worden gebouwd waarbij de bouwvlakken volledig mogen worden bebouwd. Bij de "grondgebonden woningen" is in beginsel uitgegaan van een diepte van het bouwvlak van 12 m, gemeten vanaf de voorgevel(rooilijn). Daarbij dient de resterende achtertuin een diepte van minimaal 10 m te hebben. Indien deze minimale diepte in de gegeven situatie niet mogelijk is, is voor het bouwvlak een diepte van 10 m aangehouden. Indien ook dan een ontoereikende diepte van de achtertuin resteert, is een diepte van het bouwvlak overeenkomstig de bestaande situatie aangegeven. Er is gekozen voor standaardisering van de diepte van het bouwvlak met het oog op rechtsgelijkheid. Veel "grondgebonden woningen" hebben een bestaande diepte van 8 tot 10 m. Mogelijkheden tot uitbreiding van hoofdbebouwing naar 12 m is substantieel en praktisch. Bij de bepaling van de minimaal te behouden tuindiepte worden reeds in de tuin gerealiseerde bijgebouwen buiten beschouwing gelaten. Door het bepalen van de diepte van het bouwvlak vervalt de noodzaak om de achtergevelrooilijn vast te leggen.
De "Beleidsregels ruimtelijk omgevingsrecht" zijn zoveel mogelijk opgenomen in het bestemmingsplan zodat voor bepaalde gevallen uitbreidingen aan de voorgevel, aan- en uitbouwen en bijgebouwen direct zijn toegestaan.
Aan huis-verbonden-beroepen
Het gebruik van ruimten voor aan huis verbonden beroepen is binnen de woonbestemming zonder voorwaarden toegestaan (tot maximaal 50 m2). Onder bepaalde voorwaarden is het mogelijk om maximaal 75 m² vloeroppervlak te benutten voor aan huis gebonden beroepen.
Tevens is het onder bepaalde voorwaarden mogelijk om maximaal 30 m2 te benutten voor kleinschalige bedrijvigheid. Voor de kleinschalige bedrijvigheid is aansluiting gezocht bij bedrijven c.q. bedrijfsactiviteiten die behoren tot categorie 1 zoals vastgelegd in de Staat van bedrijfsactiviteiten. Deze staat is gebaseerd op de VNG brochure 'Bedrijven en milieuzonering', editie 2009. Verder zijn bedrijfsactiviteiten toegestaan die naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met de bedrijfsactiviteiten als genoemd in voornoemde Staat van bedrijfsactiviteiten. Hieronder kan bijvoorbeeld vallen een schildersbedrijfje, een en ander natuurlijk afhankelijk van welke activiteiten (met name welke stoffen opgeslagen worden) plaatsvinden. Daarover zal duidelijkheid moeten worden gegeven in de aanvraag om omgevingsvergunning. Daarnaast zijn dienstverlenende bedrijven en/of dienstverlenende instellingen mogelijk die niet zijn genoemd in de bij de regels opgenomen Bijlage 3 Lijst van
bedrijfsactiviteiten maar naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met de bedrijven c.q. bedrijfsactiviteiten als genoemd in deze lijst. Dienstverlenende bedrijven zoals een hondentrimsalon en een tattoostudio kan onder deze omschrijving vallen. Ook hier is van belang dat de aanvraag om omgevingsvergunning voldoende duidelijkheid biedt over welke activiteiten plaatsvinden zodat beoordeeld kan worden of dergelijke activiteiten naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijfsactiviteiten die vallen onder voornoemde lijst.
Functieaanduiding
'Maatschappelijk'
Daar waar naast de functie wonen maatschappelijke voorzieningen/functies plaatsvinden, is de aanduiding 'maatschappelijk' opgenomen. De functie maatschappelijke voorzieningen is echter wel beperkt tot niet geluidgevoelige functies in de zin van de Wet geluidhinder.
'Nutsvoorziening'
Kleine nutsvoorzieningen kunnen veelal vergunningsvrij gerealiseerd worden. Nutsvoorzieningen die groter zijn dan 15m2 en/of hoger zijn dan 3 meter zijn vergunningsplichtig. Binnen deze bestemming is in het plangebied één nutsvoorziening aanwezig die groter is dan 15m2. Deze nutsvoorziening is op de verbeelding aangeduid als 'nutsvoorziening'. In de regels is hiervoor een regeling getroffen.
Bouwaanduidingen
Op de verbeelding zijn binnen de bestemming 'Wonen - 1' twee bouwaanduidingen opgenomen, 'specifieke bouwaanduiding - 2' en 'specifieke bouwaanduiding - 3'. Deze aanduidingen zijn opgenomen voor aan- en/of uitbouwen die niet binnen de regels voor aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden. Op deze manier worden dergelijke aan-/uitbouwen positief bestemd en vallen ze niet onder het overgangsrecht.
Bestemming `Wonen - 2´ (Artikel 12 )
Deze bestemming is gelegd op de in het plangebied gelegen gronden met meergezinswoningen (bijv. flats, galerij-, portiek-, beneden- en bovenwoningen, appartementen) en de bijbehorende voor- en achtererven. Anders dan bij 'Wonen - 1' is bij meergezinswoningen voor de bepaling van het bouwvlak de bestaande situatie aangehouden. Net als binnen de bestemming 'Wonen -1' is ook hier aan huis verbonden beroepen mogelijk.
Functieaanduiding
'Maatschappelijk'
Ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk' bevindt zich een activiteitencentrum van Stichting SWZ ten behoeve van mensen met een lichamelijke of meervoudige beperking en mensen met niet aangeboren hersenletsel (NAH). Om deze activiteiten (maatschappelijke voorzieningen) mogelijk te maken binnen deze bestemming is de aanduiding 'maatschappelijk' opgenomen.
'Cultuurhistorische waarden'
Binnen de bestemming 'Wonen - 2' zijn de gronden ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' tevens bestemd voor het behoud, herstel en bevorderen van de aanwezige cultuurhistorische waarden. De cultuurhistorische waarden bestaan hier in de rationele straatindeling met een orthogonale structuur. De bebouwing zelf heeft geen cultuurhistorische waarden waardoor op deze bebouwing geen sloopvergunningsstelsel van toepassing is.
Bouwaanduiding
'Onderdoorgang'
Ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' dient een minimale vrije hoogte in acht te worden genomen van 2 meter. Deze onderdoorgangen geven toegang tot het achterterrein van het complex.
Bestemming “Wonen - 3” ( Artikel 13)
Deze bestemming is gelegd op de in het plangebied gelegen gronden die ingevolge de cultuurhistorische waardenkaart van Eindhoven zijn aangeduid als 'historisch stedenbouwkundige structuur'. De gronden binnen deze bestemming zijn naast wonen ook bestemd voor het behoud, herstel en bevorderen van de aanwezige cultuurhistorische waarden. De aanwezige cultuurhistorische waarden worden zoveel mogelijk behouden binnen deze bestemming doordat:
Verder zijn net als binnen de bestemming 'Wonen -1' en 'Wonen - 2' ook hier de aan huis verbonden beroepen mogelijk.
Functieaanduiding
'Detailhandel'
Deze functieaanduiding ligt op het perceel 2e Lieven de Keylaan 2. Op dit perceel is sinds lange tijd een winkel gevestigd.
'Nutsvoorziening'
Hiervoor geldt hetzelfde als onder 'Wonen -1' is aangegeven ten aanzien van nutsvoorzieningen.
Bouwaanduidingen
Op de verbeelding is binnen de bestemming 'Wonen - 3' de 'specifieke bouwaanduiding - 1' opgenomen. Deze aanduiding is opgenomen voor de in het plangebied aanwezige beeldbepalende schuurtjes. Het is van belang dat deze schuurtjes in beginsel in 'de huidige vorm' behouden blijven. Daarnaast is het niet zonder meer mogelijk om de schuurtjes te slopen. Zoals hierboven aangegeven, is een omgevingsvergunning voor de activiteit slopen vereist voor deze schuurtjes.
Bestemming `Maatschappelijk' (Artikel 5 )
Het betreft hier een “verzamelbestemming” ten behoeve van medische, sociaal-culturele, religieuze, educatieve en openbare dienstverlenende (non-profit) instellingen en voorzieningen ten behoeve van sport. Concreet gaat het hier om voorzieningen als kerken, scholen, buurtcentra, sporthallen, welzijnsvoorzieningen, medische (groeps)praktijken e.d.. Gekozen is voor een flexibele regeling, zodat uitwisseling van alle functies die passen binnen de omschrijving mogelijk is. Binnen deze bestemming is horeca uitsluitend toegestaan ondergeschikt aan, dan wel ter ondersteuning van de desbetreffende maatschappelijke functie(s). Dat wil (zoals vermeld in het gemeentelijke Horecabeleidsplan) zeggen dat de openingstijden van de horeca-activiteit niet ruimer mogen zijn dan die van de hoofdactiviteit, dat de horecavoorziening geen eigen toegang mag hebben en dat er geen separate reclame-uitingen zijn toegestaan.
Bouwaanduiding
'Karakteristiek'
Het 'oude' gedeelte van de Saltoschool de Opbouw is aangewezen als monument. Het is van belang dat de bestaande goot-en bouwhoogtes, alsmede de kapvorm, dakhelling en nokrichting van het pand niet verandert. Dit wordt in dit bestemmingsplan gewaarborgd door deze aanduiding en de in de regels opgenomen regeling.
Bestemming `Groen” (Artikel 4)
Het groen (met uitzondering van kleine groenstroken) dat in de uitwerking van het gemeentelijke Groenbeleidsplan is aangemerkt als "structureel groen op stedelijk niveau” en “structureel groen op wijk- en buurtniveau” is in het voorliggende plan expliciet voorzien van de bestemming `Groen´. Ter bescherming van de aanwezige structuur van het Hendrik de Keyzerplein is deze bestemming tevens bestemd voor het behoud, herstel en bevorderen van de cultuurhistorische waarden. Om te voorkomen dat de structuur wordt gewijzigd, is in de regels bepaald dat voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden een omgevingsvergunning nodig is.
Bestemming `Gemengd´ (Artikel 3 )
Deze bestemming voorziet in de functies detailhandel, horeca en dienstverlening op de begane grond en wonen op de verdiepingen.De functies zijn onderling uitwisselbaar. Het betreft een pand waarbij een diversiteit aan functies aanwezig mag zijn. Voor wat betreft de functie horeca is bij deze bestemming gebruik gemaakt van een "Lijst van horeca-activiteiten". Deze is gebaseerd op basis van het Horecabeleidsplan ´Kwaliteit door differentiatie´. De Wet milieubeheer en de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) bieden onvoldoende mogelijkheden om alle relevante vormen van hinder ten gevolge van de aanwezigheid van horeca-inrichtingen te voorkomen. De "Lijst van horeca-activiteiten, behorende bij de regels van het bestemmingsplan, wordt gehanteerd als een aanvulling op de reikwijdte van beide genoemde instrumenten en ter uitvoering van het Horecabeleidsplan. Voor deze bestemmijng geldt dat alleen horeca is toegestaan behorend tot categorie 1, van de "Lijst van horeca-activiteiten" (opgenomen als Bijlage 2 bij de regels):
Horeca - 1 "Maaltijdverstrekkend"
Een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het verstrekken van maaltijden of etenswaren die ter plaatse genuttigd plegen te worden.
Bestemming 'Verkeer' (Artikel 7)
Deze bestemming is geprojecteerd op de wegen die primair gericht zijn op de afwikkeling van het doorgaande verkeer.
Bestemming 'Verkeer - Garagebox' (Artikel 8)
In verband met de specifieke verschijningsvorm is voor solitair staande garageboxen een aparte bestemming opgenomen.
Bestemming `Verkeer - Verblijfsgebied' ( Artikel 9 Verkeer - Verblijfsgebied )
Het gaat bij deze bestemming om de wegen die primair dienen c.q. zullen dienen voor de ontsluiting van de aangrenzende of nabijgelegen gronden, zoals winkelerven, pleinen, woonstraten, woonerven en paden. Ook is deze bestemming bedoeld voor de parkeerterreinen en voor de groenstrookjes die een onderdeel zijn van de straatinrichting.
Bestemming `Water´ ( Artikel 10 )
Binnen deze bestemming vallen de grotere oppervlaktewateren c.q. die oppervlaktewateren die een functie hebben in het watersysteem.In het plangebied is dat één locatie, te weten aan Het Hendrik de Keyzerplein.Ter bescherming van de aanwezige structuur van het Hendrik de Keyzerplein is deze bestemming tevens bestemd voor het behoud, herstel en bevorderen van de cultuurhistorische waarden. Om te voorkomen dat de structuur wordt gewijzigd, is in de regels bepaald dat voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden een omgevingsvergunning nodig is.
Bestemming 'Recreatie - Dagrecreatie'(Artikel 6)
Deze bestemming is gelegd op de gronden waar de speeltuin is gerealiseerd en het daarnaast gelegen (nog) braakliggend terrein. Deze locatie is ook wel bekend als het 'Veld'. Dit terrein wordt ingericht als groen en parkachtig gebied met ruimte voor recreatie; een ontmoetingsplek voor alle leeftijdscategorieën. De oppervlakte van gebouwen mag maximaal 100 m2 bedragen.
Onder de Algemene regels zijn opgenomen de Anti-dubbeltelregel , de Parkeereisen, de Gebruiksregels, Algemene aanduidingsregels en de Algemene afwijkingsregels.
Onder de Algemene aanduidingsregels is de Veiligheidszone - Barim opgenomen. Binnen het plangebied is een gasdrukregel- en meetstations (type B, open opstelling/vrijstaand gebouw) gelegen. Hiervoor gelden in het kader van externe veiligheid veiligheidsafstanden ten aanzien van beperkt kwetsbare objecten en kwetsbare objecten.
In de Overgangs- en slotregels zijn het Overgangsrecht en de Slotregel opgenomen.