direct naar inhoud van Artikel 10 Water
Plan: Barrier 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0772.80174-0301

Artikel 10 Water

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor `Water´ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. alle oppervlaktewateren, zoals kanalen, riveren, beken en andere waterlopen, alsmede sloten, greppels, (infiltratie)vijvers ook als deze incidenteel of structureel droogvallen;
  • b. waterberging;
  • c. waterhuishouding;
  • d. waterlopen
  • e. behoud, herstel en bevordering van de cultuurhistorische waarden;

met de daarbij behorende:

  • f. andere voorzieningen voor de waterhuishouding;
  • g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

10.2 Bouwregels
10.2.1 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt een maximale bouwhoogte van 2 m.

10.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 10.1 wordt in ieder geval gerekend het opslaan, storten of bergen van voorwerpen, stoffen, materialen of chemicaliën en soortgelijke producten, behoudens voor zover zulks nodig is voor het op de bestemming gerichte gebruik.

10.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
10.4.1 Werk en werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden) op of in de gronden met de bestemming 'Water' de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het dempen van water;
  • b. het vergraven van oevers;
  • c. het verleggen van water;
  • d. het herprofileren van waterlopen.
10.4.2 Uitzonderingen

Het in lid 10.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden:

  • a. welke noodzakelijk zijn in verband met het op de bestemming gerichte normale onderhoud en beheer;
  • b. welke de aanleg van ecologische oevers betreft;
  • c. welke op het moment van kracht worden van dit plan reeds in uitvoering zijn;
  • d. waarvoor ten tijde van het van kracht worden van dit plan reeds een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden is verleend.

10.4.3 Toelaatbaarheid

De in lid 10.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien:

  • a. er geen sprake is van een onevenredige aantasting van de waterhuishoudkundige situatie met betrekking tot de waterkwantiteit en de waterkwaliteit, en
  • b. geen onevenredige aantasting van de cultuurhistorische waarden ontstaan of kunnen ontstaan.

10.4.4 Advies

Burgemeester en wethouders verlenen de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden slechts nadat advies is ingewonnen bij de waterbeheerder met betrekking tot de vraag of door de ingreep het waterhuishoudkundig belang niet onevenredig wordt aangetast.