Plan: | Buitengebied 2011 |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0757.Bp01buitengeb2011-onh1 |
De functies landbouw, natuur en landschap vormen de grondslag voor de gebiedsbestemmingen in het bestemmingsplan. Het karakter van deze functies is niet gelijk: landbouw en natuur zijn gekoppeld aan bepaalde gebieden, het landschap is overal.
De gebiedsbestemmingen in dit bestemmingsplan betreffen de bestemmingen Agrarisch (A), Agrarisch met Waarden - Natuur en Landschap (AW-NL), Agrarisch met Waarden - Landschap (AW-L), Natuur (N) en Bos (BO). De gebiedsbestemmingen en aanduidingen zijn conform de Standaard vergelijkbare bestemmingsplannen (SVBP 2008) naamgegeven.
Bij het toekennen van gebiedsbestemmingen is zoveel mogelijk aangesloten bij het bestemmingsplan buitengebied 2006, dat op haar beurt is gebaseerd op het destijds geldende streekplan. Met behulp van de waardenkaarten, het huidige gebruik (ecologische hoofdstructuur, bestaande percelen natuur en bos) en recente ontwikkelingen (onder meer natuurontwikkeling en landinrichting) en het gemeentelijk beleid zoals verwoord in de StructuurvisiePlus is de provinciale zonering op perceelsniveau begrensd.
Voor zover percelen nog niet omgevormd zijn naar natuur en nog agrarisch in gebruik zijn, is de bestemming ‘Agrarisch met waarden – Natuur en Landschap’ toegekend. Dit is overeenkomstig het bepaalde in artikel 4.2 van de Verordening ruimte. Voor deze percelen is in aanvulling hierop de aanduiding ‘wro-zone natuurontwikkelingsgebied’ opgenomen. Op grond hiervan kan aan deze percelen een natuurbestemming worden toegekend zodra de natuurontwikkeling aan de orde is.
De provinciale Structuurvisie, waarin de Groenblauwe mantel is begrensd, heeft geen rechtstreekse gevolgen voor de toe te kennen bestemmingen. Slechts enkele als Agrarisch bestemde locaties liggen binnen de Groenblauwe mantel. Wat ontwikkelingsmogelijkheden voor bestaande grondgebonden bedrijven betreft maakt dat niet uit, want die zijn binnen en buiten de Groenblauwe mantel gelijk. Mogelijkheden voor teeltondersteunende voorzieningen verschillen echter wel. Er is echter voor gekozen om de bestemming Agrarisch op de betreffende locaties te handhaven om tegemoet te komen aan vigerende rechten. Overigens geldt voor het toelaten van teeltondersteunden voorzieningen dat getoetst moet worden aan gebiedswaarden. Het toetsingskader is niet vastgelegd met de agrarische gebiedsbestemming, maar met de dubbelbestemmingen (zie ook paragraaf 6.1).
De doorvertaling van de provinciale zonering in gebiedsbestemmingen is in onderstaande tabel weergegeven.
Zonering Streekplan | Bestemmingsplan 2006 | Bestemming in nieuw bestemmingsplan 2011 | |
GHS-natuur | |||
Natuurparel | Huidige waarde is leidend voor toegekende bestemming | Natuur (N) of Agrarisch met waarden - Natuur en Landschap (AW - NL). Beschermingszone heeft dubbelbestemming Waarde - Attentiegebied EHS | |
Overig bos- en natuurgebied | Natuur of Bos/ beplantingsstrook | Natuur of Bos | |
Ecologische verbindingszone | Huidige waarde is leidend voor toegekende bestemming | Agrarisch met waarden - Natuur en Landschap (AW - NL), met aanduiding Milieuzone - ecologische verbindingen | |
GHS-landbouw | |||
Leefgebied kwetsbare soorten | Agrarische doeleinden met landschappelijke en natuurwetenschappelijke waarde + aanduiding | Agrarisch met waarden - Natuur en Landschap (AW - NL). Met dubbelbestemmingen voor aanwezige waarden (zie paragraaf 6.5). | |
Leefgebied struweelvogels | Agrarische doeleinden met landschappelijke en natuurwetenschappelijke waarde + aanduiding | Agrarisch met waarden - Natuur en Landschap (AW - NL). Met dubbelbestemmingen voor aanwezige waarden (zie paragraaf 6.5). | |
Natuurontwikkelings- gebied |
Agrarische doeleinden met landschappelijke en natuurwetenschappelijke waarde + aanduiding | Agrarisch met waarden - Natuur en Landschap (AW - NL), met aanduiding Wro-zone - natuurontwikkelingsgebied | |
AHS-landschap | |||
Leefgebied dassen | Agrarische doeleinden met landschappelijke waarde + aanduiding | Agrarisch met waarden - Landschap (AW - L) Met dubbelbestemmingen voor aanwezige waarden (zie paragraaf 6.5). | |
Waterpotentiegebied | Niet in Boxtel van toepassing | - | |
RNLE-landschapsdeel | Agrarische doeleinden met landschappelijke waarde + aanduiding | Agrarisch met waarden - Landschap (AW - L) | |
AHS-landbouw | Agrarische doeleinden | Agrarisch (A) |
Navolgend worden de afzonderlijke gebiedsbestemmingen, nader toegelicht: achtereenvolgens Natuur (N), Bos (BO), Agrarisch met Waarden - Natuur en Landschap (AW- NL), Agrarisch met Waarden - Landschap (AW-L) en Agrarisch (A).
De betreffende gronden zijn conform de subzonering (zie 6.4.1) voorzien van een dubbelbestemming of gebiedsaanduiding. In hoofdstuk 7 komen de ontwikkelingsmogelijkheden voor de detailbestemmingen aan de orde. Deze zijn in veel gevallen gerelateerd aan de provinciale hoofdstructuur en dus aan de gebiedsbestemmingen, gebiedsaanduidingen en dubbelbestemmingen.
Bepalingen die gelden voor gebiedsaanduidingen zijn in de planregels opgenomen in het artikel van de betreffende gebiedsbestemming (N, BO, AW - NL, AW - L, A). Bepalingen die gelden voor de (de met meerdere bestemmingen overlappende) dubbelbestemmingen voor gebiedswaarden zijn in aparte artikelen vastgelegd. Een toelichting op alle gebiedswaarden (gebiedsaanduidingen en dubbelbestemmingen) staat in 6.4.2.
Landschappelijke waarde is een belangrijke basis voor de ruimtelijke kwaliteit van het buitengebied. Landschap wordt gezien als volgend aan ecologische waarden.
De gehele gemeente is aangewezen als Nationaal Landschap het Groene Woud. In 3.2.1.3 is een omschrijving gegeven van de het Groene Woud. Doelstellingen die in dit kader genoemd worden, zijn relevant voor alle gebiedsbestemmingen 'met waarden'.
Behoud van de fysieke landschapskwaliteiten is dan ook als doel geformuleerd in de planregels, met een verbod op het uitvoeren van bepaalde werkzaamheden wanneer deze aantasting zouden kunnen betekenen voor deze landschapskwaliteiten:
Alle bestaande natuurgebieden in eigendom van natuurbeherende instanties en overheden zijn conform de provinciale zonering bestemd als 'Natuur'. Ook gronden die onlangs in bezit zijn gekomen bij een natuurbeherende organisatie en overheden hebben de bestemming 'natuur' gekregen, voor zover er geen sprake is van langlopende pachtcontracten en wanneer tevens voorzien kan worden dat de natuurontwikkeling op korte termijn gerealiseerd wordt.
Het beleid voor de bestemming Natuur is gericht op behoud en herstel van natuurlijke en aardkundige waarden in combinatie met recreatief medegebruik. Voor de bestaande natuurgebieden is de regeling primair gericht op bescherming van de bestaande natuurwaarden.
Activiteiten die leiden tot een verlies aan natuur-, bos- en landschapswaarden zijn binnen de natuurbestemming niet toegestaan. Zo zijn nieuwvestiging en uitbreiding van bedrijven binnen deze bestemming uitgesloten. Wel is extensief recreatief medegebruik toegestaan in de vorm van wandelen, fietsen, picknicken en dergelijke. Bouwen is in de natuurgebieden uitgesloten behoudens kleinschalige voorzieningen voor recreatief medegebruik.
Ruimtelijke ingrepen zijn alleen toegestaan indien het een ingreep betreft die wordt uitgevoerd ten behoeve van het natuurdoeltype of voor het nastreven van een hoger gewaardeerd natuurdoel (bijvoorbeeld van een bloemrijk grasland naar een vochtig schraalgrasland).
De bestemming 'natuur' is toegekend aan (grote delen van) Kampina, De Geelders, Scheeken, Kleine Aa, Kuppenbunders, Dommeldal en Smalwater. Deze gebieden zijn waardevol voor amfibieën, reptielen, moerasvogels, dassen, natte biotopen dagvlinders en plantengemeenschappen.
De Kampina is in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 tevens aangewezen als Speciale Beschermingszone in het kader van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn. De speciale beschermingszones vormen samen het Natura2000-gebied Kampina & Oisterwijkse Vennen.
Door de bestaande bossen positief te bestemmen is verkleining van het bosareaal in principe niet mogelijk. De bestemming "Bos" heeft een veelzijdige doelstelling.
Dit betekent dat de bossen zowel een functie hebben voor landschap, cultuurhistorie, natuur, bosbouw en recreatie. De gemeente streeft naar een toename van de biodiversiteit in deze bossen.
De bestemming is toegekend aan alle bosgebieden, beplantingsstroken en grotere landschapselementen in het buitengebied van Boxtel. Dit betreft bosgebieden en houtopstanden, waarvan de aanwezige natuurwaarden minder kwetsbaar zijn dan in de gebieden ‘Natuur’. Ook enkele landschapselementen zoals steilranden of poelen vallen binnen deze bestemming. Grotere bosgebieden die bij de natuurgebieden horen hebben de bestemming "natuur" gekregen.
Doel is behoud van bos met de daarin voorkomende natuur en landschapswaarden zoals vegetatie, bodem, reliëf en waterhuishouding. Naast de bescherming van de natuurwaarden zal in de bosgebieden recreatief medegebruik een belangrijke nevenfunctie vormen. Bouwen is uitgesloten, behoudens kleinschalige voorzieningen voor het recreatief medegebruik.
Dit doel leidt voor een groot aantal werkzaamheden tot gebruiksverboden en omgevingsvergunningen voor werken en werkzaamheden. Ingrepen mogen alleen plaatsvinden als de ecologische kwaliteit van het gebied wordt verhoogd. Het omgevingsvergunningstelsel mag geen belemmering vormen voor het normale bos- en natuurbeheer. Het omgevingsvergunningstelsel is onder andere afgestemd op de Boswet, die het kwantitatieve beheer van de bossen regelt.
Alle gronden met hoofdzakelijk agrarisch gebruik die volgens het provinciaal ruimtelijk beleid landschappelijke en/ of ecologische waarden bezitten, zijn bestemd als ‘Agrarisch met Waarden - Natuur en Landschap’. Het betreft hier de gronden die in het Streekplan zijn aangeduid als:
Deze gronden zijn in de Structuurvisie veelal begrensd binnen de Groenblauwe mantel. De leefgebieden voor kwetsbare soorten en struweelvogels komen niet meer terug in de provinciale Structuurvisie. De andere (sub)zoneringen (zie 6.4.1) zijn voorzien van een dubbelbestemming of gebiedsaanduiding. Een toelichting hierop volgt in 6.4.2.
In de GHS-landbouw hangen de landschappelijke waarden samen met de aanwezige natuurwaarden. De aanwezige landschappelijke waarden zijn herkenbaar op het provinciale schaalniveau. Het gaat (in ieder geval) om de landschapswaarden van het Groene Woud. Vooral de in samenhang voorkomende landschappelijke waarden is van waarde. Voor GHS-landbouw benoemt de provincie geen specifieke doelstelling ten aanzien van landschap.
Binnen de bestemming AW - NL dient het agrarisch gebruik mede afgestemd te worden op de aanwezige natuur- of landschapswaarden. De aanwezige waarden maken het agrarisch hoofdgebruik niet onmogelijk, maar kunnen wel extra beperkingen aan het agrarisch gebruik opleggen. Bescherming van deze waarden zal middels een omgevingsvergunningstelsel en gebruiksverboden gewaarborgd worden.
Alle gronden met hoofdzakelijk agrarisch gebruik, die tevens landschappelijke waarden bezitten, zijn bestemd als 'Agrarisch met Waarden - Landschap'. Het betreft hier de gronden die in het Streekplan zijn aangeduid als respectievelijk AHS-landschap, leefgebied das en AHS-landschap, RNLE-landschapsdeel. De voormalige RNLE-landschapsdelen liggen binnen de Groenblauwe mantel of binnen het kerngebied.
In de AHS-landschap zijn de aanwezige landschappelijke waarden herkenbaar op het provinciale schaalniveau. Vooral de in samenhang voorkomende landschappelijke waarden is van waarde. Het gaat dan ook met name om de landschapswaarden van het Groene Woud. Binnen deze bestemming dient het agrarische gebruik mede afgestemd te worden op de aanwezige landschapswaarden.
In het RNLE-landschapsdeel gaat het erom dat de ontwikkeling van natuur en landschap in de regionale eenheid als geheel wordt ondersteund. In de provinciale Structuurvisie is deze subzonering vervallen.
De aanwezige landschapswaarden maken het agrarische hoofdgebruik echter niet onmogelijk, ze zijn zelfs mede afhankelijk van de instandhouding van dit gebruik, maar kunnen wel extra beperkingen aan het agrarische gebruik opleggen. Bescherming van deze waarden wordt via een aantal gebruiksverboden en een omgevingsvergunningstelsel gewaarborgd.
De gronden die in gebruik zijn ten behoeve van de agrarisch productie zijn bestemd als ‘Agrarisch’ In de structuurvisie van de provincie vallen deze gronden binnen 'gemengd landelijk gebied'. Er bevinden zich geen natuurwaarden en daarmee samenhangende landschapswaarden die herkenbaar zijn op het provinciale schaalniveau. Op deze gronden ligt het primaat bij de agrarische functie. In deze gebieden krijgt de grondgebonden landbouw in beginsel de ruimte om zich in de door haar gewenste richting te ontwikkelen, zonder dat daarbij in het kader van het provinciaal ruimtelijke beleid een voorkeur geldt voor bepaalde vormen van landbouw.
Het betreft hier met name het gebied ten zuiden van de kern Boxtel. Binnen deze bestemming komen gebieden voor met lokale (landschaps)waarden, die om een zekere mate van bescherming vragen. Deze lokale (kleine) landschapswaarden leveren geen substantiële bijdrage aan het Groene Woud, maar verdienen wel een bescherming. Het gaat om solitaire bomen, bomenrijen, struweelhagen, houtewallen, persistense perceelgrenzen, steilranden en poelen. Deze elementen zijn niet specifiek aangeduid, maar met een op het betreffende gebied van toepassing zijnde dubbelbestemming beschermd. Voor bepaalde werkzaamheden is een verbod van toepassing of een omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden noodzakelijk.