direct naar inhoud van 6.3 Visie op hoofdlijnen
Plan: Buitengebied 2011
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0757.Bp01buitengeb2011-onh1

6.3 Visie op hoofdlijnen

Het buitengebied van Boxtel kent een sterke verwevenheid van landbouw, natuur, wonen, watersystemen en recreatie. In het gemeentelijke beleid ten aanzien van het buitengebied wordt ingespeeld op deze verwevenheid en wordt getracht deze te behouden en uit te bouwen. Het buitengebied van Boxtel moet in samenhang bezien worden. Daarbij wordt enerzijds gestreefd naar verbetering en verbreding van de agrarische gebruiksmogelijkheden en anderzijds naar versterking van natuurwaarden en cultuurhistorische waarden. Hierbij is de realisatie van het Nationaal Landschap Het Groene Woud een belangrijke doelstelling van de gemeente (zie paragraaf 3.2.2.1.1). De belangrijkste beleidspunten hiervoor zijn in het Boxtelse plattelandsvernieuwingsbeleid terug te vinden, namelijk het versterken van de identiteit, de cultuurhistorische waarden en de natuurwaarden.

Voor het bestemmingsplan Buitengebied 2011 zijn de gemeentelijke Structuurvisie, de Nota Ruimte (m.b.t. het nationaal landschap) en het Reconstructieplan, die goed overeenkomen, van groot belang. De beleidsuitgangspunten van deze plannen worden in dit bestemmingsplan nader uitgewerkt.

Dit betekent dat de gemeente streeft naar:

  • a. het behouden én versterken van de essentiële cultuurhistorische waarde van het natuurrijke cultuurlandschap. Bebouwing en erfinrichting moeten in maat en vorm zoveel mogelijk aansluiten bij de kleinschaligheid en de cultuurhistorie van het landschap. De historische (land)wegen, structuur en waardevolle morfologie moeten zoveel mogelijk worden behouden evenals de bestaande groenstructuren en perceelsscheidingen;
  • b. het beschermen en versterken van de natuurwaarden. Beheer van bos moet zoveel mogelijk op ecologische basis plaatsvinden. Biodiversiteit moet zoveel mogelijk worden vergroot;
  • c. het verbeteren van de recreatieve gebruiksmogelijkheden (waarbij vooral wordt gedacht aan 'groene' vormen van recreatie). De gemeente wil actief meewerken aan bevordering van extensief recreatief gebruik via de ontsluiting van het gebied voor voetgangers en fietsers;
  • d. het verbeteren van de ecologische relaties tussen de natuurgebieden. Bestaande en geplande ecologische verbindingszones langs beken moeten worden versterkt/ontwikkeld. Ontsnippering draagt eveneens bij aan het verbeteren van de ecologische relaties. Aan de ene kant beschermt het bestemmingsplan de bestaande natuurlijke kwaliteiten. Aan de andere kant is herstel en ontwikkeling mogelijk door afstemming op de meer uitvoeringsgerichte plannen zoals het Reconstructieplan. De Gemeente Boxtel heeft de Europese oproep "Countdown 2010" (2005) ondertekend waarmee ze zich verplicht om zich extra in te zetten voor het bevorderen/ versterken van de biodiversiteit. De gemeente streeft dan ook naar een toename van de gebiedskwaliteiten c.q. toename van de biodiversiteit. Met het bestemmingsplan wordt in dit kader echter geen actief beleid gevoerd, wel worden bestaande en nieuwe projecten ruimtelijk gefaciliteerd. De algemene lijn van de Gemeente Boxtel in dit bestemmingsplan is dat de waarden van groot belang zijn voor de omgevingskwaliteit. Waarden komen terug in de hoofdbestemmingen en daaraan gekoppelde bouw-, ontwikkelings- en gebruiksmogelijkheden; specifieke waarden worden apart beschermd door een aan de waarde gekoppeld omgevingsvergunningenstelsel.
  • e. De gemeente erkent de belangrijke rol van de landbouw in het buitengebied. Gestreefd wordt naar een duurzaam perspectief voor de landbouwsector waarbij "multifunctionaliteit" en "kwaliteitsproductie" voorop staan. Deze beleidsuitgangspunten passen goed binnen de ontwikkeling van Het Groene Woud als Nationaal Landschap: bij behoud en/of versterking van de kernkwaliteiten van het gebied, zijn ruimtelijke ontwikkelingen binnen het plangebied mogelijk.

Ten aanzien van de ontwikkelingskansen in de agrarische sector wordt gestreefd naar extensivering van grondgebonden bedrijven en het creëren van mogelijkheden voor zowel verbrede als (reguliere) duurzame landbouw. Intensievere vormen van landbouw passen minder in het buitengebied van Boxtel, maar worden gerespecteerd binnen de randvoorwaarden van duurzaamheid.

Het bestemmingsplan moet duidelijk en eenduidig zijn richting gebruikers en bewoners van het buitengebied, maar moet eveneens flexibel genoeg zijn om in te kunnen spelen op gewenste en verwachte ontwikkelingen. In het bestemmingsplan Buitengebied 2011 zijn dan ook op lokale schaal ontwikkelingen mogelijk, mits daarbij de waarden van het buitengebied er per saldo op vooruit gaan en een toename van ruimtelijke kwaliteit uitgangspunt is.

6.3.1 Kwaliteitsverbetering

In de Verordening ruimte (artikel 2.2) is vastgelegd dat bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen de initiatiefnemer zorg draagt voor een kwaliteitsverbetering van het landschap om daarmee het verlies aan omgevingskwaliteit te beperken. De gemeente dient in de toelichting bij het bestemmingsplan dat voorziet in een ontwikkeling buiten bestaand stedelijk gebied te verantwoorden op welke wijze de beoogde landschapsversterkingsverbetering is verzekerd.

Dit instrument is voor de gemeente Boxtel absoluut niet nieuw. In het bestemmingsplan Buitengebied 2006 worden ontwikkelingen toegestaan onder de voorwaarde dat de gebiedswaarden substantieel worden versterkt. Deze versterking kan plaatsvinden door middel van het aanleggen van landschaps- of natuurlijke elementen, het aanbrengen van beeldkwaliteit en/of het herstellen van cultuurhistorische elementen aan gebouwen en/of omgeving. Aan initiatiefnemer wordt gevraagd om middels een landschapsversterkingsplan aan te tonen op welke wijze deze versterking plaatsvindt. Inmiddels zijn al meerdere landschapsversterkingsplannen opgesteld en uitgevoerd.

Deze aanpak is in het bestemmingsplan 2011 overgenomen en is geheel in lijn met hetgeen in de Verordening wordt voorgestaan.

Bij het toestaan van ontwikkelingen, door het verruimen van de beleidsruimte, zal een ontwikkeling op gang moeten komen die is gericht op een versterking van de gebiedswaarden.

Derhalve zijn aan functiewijzigingen, bouwblokvergroting (via wijziging) en afwijken van bouwen en gebruik (zoals nevenactiviteiten) voorwaarden verbonden.