direct naar inhoud van Artikel 31 Algemene afwijkingsregels
Plan: Dorpen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0744.BSPDorpen-d001

Artikel 31 Algemene afwijkingsregels

31.1 Algemeen

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het volgende:

  • a. de in de regels gegeven maten, afmetingen en percentages, tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages;
  • b. de bestemmingsbepalingen en toestaan dat bouwgrenzen, of bouwvlakken worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
  • c. de bestemmingsbepalingen en toestaan dat voorzieningen van algemeen nut, wachthuizen ten behoeve van het openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwen ten behoeve van de bediening van kunstwerken, toiletgebouwen, en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwen, worden gebouwd, mits de inhoud per gebouw maximaal 50 m³ bedraagt;
  • d. de bestemmingsbepalingen en toestaan dat een gebouw wordt gebouwd ten behoeve van het houden van dieren of het kweken van planten, zoals een volière of een groente-kas, mits:
    • 1. de oppervlakte van een gebouw maximaal 10 m² bedraagt;
    • 2. de bouwhoogte van een gebouw maximaal 4,50 m bedraagt;
    • 3. achter de bebouwingsgrens wordt gebouwd;
  • e. de bestemmingsbepalingen en toestaan dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van communicatievoorzieningen, wordt vergroot tot niet meer dan 40 meter;
  • f. de bestemmingsbepalingen en toestaan dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot maximaal 6 meter mits de gebruiksfunctie op de aanliggende percelen niet wordt beperkt en de belangen van derden niet worden geschaad.

31.2 Cultuurhistorisch waardevolle panden

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikelen 9 Centrum), 13 Gemengd - 1), 14 Gemengd - 2) en 25 Wonen) voor de splitsing van een bestaande woning ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde – rijksmonument', 'specifieke vorm van waarde – gemeentelijk monument' en van MIP-panden opgenomen in een lijst, die als bijlage 3 bij deze regels is gevoegd, onder de volgende voorwaarden:

  • a. er mag maximaal één woning worden toegevoegd binnen een bestaand hoofdgebouw;
  • b. het hoofdgebouw moet een inhoud hebben van minimaal 600 m³ (inclusief aangebouwde bijbehorende bouwwerken);
  • c. de bestaande woning dient na splitsing een minimale inhoud te hebben van 400 m³ en de nieuwe woning 200 m³, beide exclusief bijbehorende bouwwerken;
  • d. het karakteristieke karakter van het pand en/of perceel mag niet worden aangetast;
  • e. de hoofdentree van de woning(en) dient gericht te zijn op de openbare ruimte;
  • f. parkeren dient te geschieden op eigen terrein. Indien dit niet mogelijk is mag parkeren geschieden in de openbare ruimte, mits de parkeerdruk in de openbare ruimte niet onevenredig toeneemt;
  • g. er mogen geen milieuhygiënische belemmeringen zijn;
  • h. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van in het geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en nabijgelegen bedrijven;
  • i. de woning dient passend te zijn binnen de gemeentelijke en provinciale woningbouwprogrammering.
  • j. voor het oprichten van bijbehorende bouwwerken dienen de regels in acht te worden genomen van de geldende bestemming.
  • k. de voormalige bedrijfsgebouwen dienen, voor zover de toegestane oppervlakte aan vrijstaande bijbehorende bouwwerken wordt overschreden, te worden geamoveerd, tenzij ze beschikken over cultuurhistorische waarde. In gevallen waar mogelijk sprake is van aanwezige cultuurhistorische waarde raadplegen burgemeester en wethouders een ter zake deskundige commissie of instantie, alvorens te besluiten.