Plan: | Buitengebied Terneuzen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0715.BPBG01-VG98 |
De Structuurvisie Terneuzen 2025 is mede de basis voor het bestemmingsplan Buitengebied. Vanuit de structuurvisie kan de gebiedsvisie specifiek voor het buitengebied worden vormgegeven. De samengestelde basiskaart uit de structuurvisie is daarom doorvertaald naar een gebiedsvisiekaart op het niveau van een bestemmingsplan. De gebiedsvisiekaart is hieronder weergegeven.
Figuur 4.1. Gebiedsvisie (onder andere gebaseerd op Structuurvisie 2025, gemeente Terneuzen en Natuur- en landschapsplan Zuidrand Terneuzen)
In de gemeentelijke structuurvisie is al een beschrijving opgenomen hoe het landschap in de gemeente Terneuzen te verdelen is (zie ook paragraaf 2.2.3).
Doorvertaald naar het plangebied is sprake van vier landschapstypen.
Het open polderlandschap
Dit landschap komt binnen het plangebied het meest voor. In de jongere polders is de verkaveling grootschaliger en rechthoekiger. Het open polderlandschap wordt op de verbeelding van het bestemmingsplan doorvertaald naar de bestemming 'Agrarisch'.
Het coulissenlandschap
Van een besloten polderlandschap met microreliëf - zoals het coulissenlandschap ook wordt genoemd - is sprake bij de oudere polders en kenmerkt zich door een rondere vorm en een kleinschaliger verkaveling. Dit type bevindt zich vooral rond de Braakman en Hoek en ten noorden van Axel. Het natuur- en landschapsplan voor de Zuidrand Terneuzen ligt hieraan mede ten grondslag. Het coulissenlandschap wordt op de verbeelding van het bestemmingsplan doorvertaald naar de bestemming 'Agrarisch met waarden - Coulisselandschap en Microreliëf'.
Het dekzandlandschap
Het dekzandgebied is gelegen rondom Koewacht, Overslag en Zuiddorpe. Het landschap hier kenmerkt zich door de begroeide dijken met veel vegetatie aan de randen van wegen en water. Het dekzandgebied biedt veel afwisseling met doorkijken met een verschillend karakter. Het dekzandlandschap wordt op de verbeelding van het bestemmingsplan ook doorvertaald naar de bestemming 'Agrarisch met waarden - Dekzandgebied'.
Staats-Spaanse Linies
Een bijzondere plaats in het gebied nemen de Staats Spaanse linies in. De herkenbaarheid van deze linies dient in het bestemmingsplan gewaarborgd te blijven. Dit wordt bereikt door aan de linies een beschermende bestemming toe te kennen. De schootsvelden zijn veelal nog agrarisch in gebruik. Aan deze gronden wordt een bestemming 'Agrarisch met waarden - Staats-Spaanse Linies' toegekend.
Op de gebiedsvisiekaart zijn diverse natuurgebieden opgenomen. Het betreft:
Bestaande natuur
De gebieden die onder de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en onder Natura 2000 vallen, zijn bestemd als (bestaande) 'Natuur'. De Westerschelde die ook onder Natura 2000 valt, krijgt echter een hoofdbestemming 'Water - Deltawater'. Deze bestemming komt overeen met de bestemming die buurgemeenten voor de Westerschelde hanteren en daarmee kan een specifieke regeling worden opgenomen, gericht op de bescherming van de natuurwaarden.
Ook reeds (planologisch) gerealiseerde natuurgebieden, krijgen de aanduiding bestaande natuur.
Nieuwe natuur
In het Natuurbeheerplan 2012 dat door de provincie is vastgesteld, zijn tevens gebieden opgenomen waar nieuwe natuur gepland is. Deze gebieden zijn op de gebiedsvisiekaart opgenomen als 'nieuwe natuur'. Actualiseringen van het Natuurbeheerplan worden in het ontwerpbestemmingsplan meegenomen. In het bestemmingsplan wordt een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor het kunnen omzetten van de 'Agrarische' bestemming naar 'Natuur'.
Bosgebied
Naast de aangegeven natuurgebieden, zijn er de bestaande bosgebieden. Vooral op het dekzandgebied komen deze veelvuldig voor. Een natuurbestemming is in veel gevallen te zeer beperkend. Deze bosgebieden zijn in het verleden vaak gerealiseerd ten behoeve van houtproductie en zijn nu zeer kenmerkend in het landschap. Gekozen wordt in deze gevallen voor de bestemming 'Bos' om toch de kenmerkende waarden te beschermen. Deze kleinschalige gebieden zijn niet op de gebiedsvisiekaart weergegeven.
Op de gebiedsvisiekaart zijn de bestaande beschermde dijken (overeenkomstig de kaarten van de Verordening Ruimte Provincie Zeeland) weergegeven. Beschermde dijken kunnen een verschillende functie hebben. Ze kunnen onderdeel vormen van infrastructuur, maar ze kunnen ook agrarisch gebruikt worden (begrazing) of een functie hebben als onderdeel van een natuurgebied. In het bestemmingsplan wordt de hoofdbestemming conform het functionele gebruik (uitgangspunt SVBP2008) opgenomen (Agrarisch, Verkeer of Natuur) en wordt een functieaanduiding 'natuur- en landschapswaarden' toegevoegd. In de bestemmingsomschrijving van de verschillende bestemmingen wordt aangegeven dat op de gronden met de aanduiding 'natuur- en landschapswaarden' de specifieke waarden van de dijken worden beschermd.
De Westerschelde, het spaarbekken ten noorden van Philippine en enkele kreken (niet zijnde EHS) en waterlopen worden aangemerkt als 'Water'. Zoals reeds onder 4.2.2 is vermeld heeft de Westerschelde ook bijzondere natuurwaarden. Deze worden binnen de bestemming Water - Deltawater specifiek geregeld.
Op de gebiedsvisiekaart zijn zoekgebieden opgenomen voor landgoederen. Kortheidshalve wordt verwezen naar hetgeen in 4.4.5 onder 'Landgoederen' hierover is geschreven.
Op de gebiedsvisiekaart zijn zoekgebieden opgenomen voor aquacultuur. Kortheidshalve wordt verwezen naar hetgeen in 4.3.10 onder 'Aquacultuur' hierover is geschreven.
Op grond van het provinciaal beleid geldt een afstemming tussen enerzijds specifieke agrarische activiteiten en anderzijds woonfuncties en natuurgebieden. Deze afstemming dient vertaald te worden in een zogenaamde bufferzone die fluctueert tussen 50 en 100 meter. Deze zones worden niet op de plankaart (verbeelding) opgenomen, maar zullen in de regels worden vastgelegd. In bufferzones worden bepaalde activiteiten uitgesloten, zoals intensieve veehouderij en fruitteelt, danwel gestimuleerd, zoals semi-agrarische activiteiten (bijvoorbeeld maneges en hoveniers).
In 2011 is het interimbeleid archeologie 'De onderste steen boven?' vastgesteld. Dit interimbeleid is ten behoeve van dit bestemmingsplan Buitengebied vertaald en aangevuld. Uitgangspunt is dat er verschillende archeologische zones worden opgenomen, zoals weergegeven in paragraaf 6.4.