direct naar inhoud van 5.3 Inrichting Nieuwe Driemanspolder
Plan: Nieuwe Driemanspolder
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0637.BP00035-0004

5.3 Inrichting Nieuwe Driemanspolder

Door de functieverandering van agrarisch landschap naar waterbergings- en recreatiegebied zullen de kenmerken van de droogmakerij grotendeels verloren gaan. Dit neemt echter niet weg, dat de herinrichting kan worden aangegrepen om een deel van de ontstaansgeschiedenis van de polder op een passende manier inzichtelijk te maken. Basis voor het veranderende landschapsbeeld blijft immers het casco van oude ontginningsassen, Landscheiding en Molenvaart en het oude verkavelingspatroon. De oude verkavelingrichting komt terug in de positionering van de (schier)eilanden, het padenverloop en het ontwerp van de boselementen.

Door een situering van het nieuwe oppervlaktewater langs de randen van de polder worden de oude structuurdragers van Wilsveen en Voorweg sterker geaccentueerd en ontstaat een fors binnenterrein dat kan worden ingericht ten behoeve van struinnatuur, extensieve recreatie en een duurzaam waterbeheer. De kades rond de waterberging zijn dan wel nieuw, maar het zijn vertrouwde elementen in het Zuid-Hollandse polderlandschap. Het tracé van de kruin zal strak en recht zijn, parallel aan de oude linten in het landschap. De taluds en het voorland kunnen echter wisselend qua helling en breedte zijn, zodat de voorbijganger toch een afwisselend beeld ervaart.

Referentiekader voor de toekomstige inrichting is het landschapsbeeld van petgatenlandschappen, veenplassen en droogmakerijen. De hoofdkenmerken hiervan zijn omvangrijke, relatief ondiepe plassen, droogvallende plandelen met een opstrekkende kavelstructuur en oude restpercelen met een eveneens langgerekt karakter. Dergelijke landschapstypen bieden uitstekende mogelijkheden voor extensieve waterrecreatie enerzijds maar ook voor de realisatie van ecologisch interessante gradiëntsituaties met veel oeverlengte en beschermende biotopen als rietkragen en natte houtwallen.

Inrichtingsvoorstel

In het rapport "Inrichtingsvoorstel Potteveen, Nieuwe Driemanspolder, Roeleveen" van juni 2006 is het concept inrichtingsvoorstel voor de Nieuwe Driemanspolder nader toegelicht. Het concept inrichtingsvoorstel is een uitwerking van het Voorkeursalternatief uit het MER. Het concept inrichtingsvoorstel heeft geresulteerd in een Definitief Ontwerp Inrichtingsplan (zie Bijlage 3 van de plantoelichting). In onderstaande figuur is een uitsnede van het Definitief Ontwerp Inrichtingsplan afgebeeld.

afbeelding "i_NL.IMRO.0637.BP00035-0004_0016.jpg"

Figuur 5.2: Uitsnede Definitief Ontwerp Inrichtingsplan

De uitgangspunten voor het Concept Inrichtingsplan zijn bij het uiteindelijke Definitieve Ontwerp niet gewijzigd. Hieronder worden de uitgangspunten van het ontwerp en de toekomstige inrichting nader toegelicht.

Uitgegaan van cultuurhistorisch waardevolle elementen
Bij het opstellen van het inrichtingsvoorstel is gekeken welke elementen waardevol zijn om te behouden en om opnieuw te gebruiken. De elementen die voor het Zoetermeerse deel van de Nieuwe Driemanspolder relevant zijn, zijn: bebouwingslinten, de Hoogeveenseweg, verkavelingsrichting en de Landscheiding.

A. Bebouwingslinten
De Nieuwe Driemanspolder wordt omzoomd aan de oost- en noordzijde door twee bebouwingslinten: Wilsveen en de Voorweg. De oostelijke helft van Wilsveen en de Voorweg liggen langs de Voorwegwetering. Dit is een oude hoger gelegen waterafvoer in een veenkade (van voor de droogmakerij). De bebouwing aan de Voorweg en de oostelijke helft van Wilsveen staat meestal ongeveer halverwege de kade en is daardoor hoger gelegen dan het maaiveld in de polder. De bebouwing van het westelijke deel van de Wilsveen staan op de maaiveld van de droogmakerij.

afbeelding "i_NL.IMRO.0637.BP00035-0004_0017.jpg"

Figuur 5.3: Bebouwingslinten Voorweg en Wilsveen.

In het inrichtingsvoorstel wordt het karakter van de oude bebouwingslinten gehandhaafd. De ligging en de hoogte van de kaden rond de waterberging zijn afgestemd op de aanwezige bebouwing. De nieuwe kaden liggen op enige afstand van de bebouwing en vanaf de Voorweg kan over de kade van de waterberging heen gekeken worden (zie ook Bijlage 25 en Bijlage 26 van de plantoelichting). Door de afstand tussen de kade en de weg zal de kade echter niet dominant aanwezig zijn en blijft het gevoel van ruimte en openheid bestaan.

B. Verkavelingsinrichting
De verkavelingsrichtingen in de polder zijn haaks op de bebouwingslinten gesitueerd. Voor de Nieuwe Driemanspolder zal met de functieverandering van het gebied ook de verkaveling verdwijnen. In de nieuwe situatie komt de oude verkavelingsrichting wel terug in de positionering van de (schier)eilanden, als ook in het water, het padenverloop en het ontwerp van de boselementen van in het zuidelijke deel.

afbeelding "i_NL.IMRO.0637.BP00035-0004_0018.jpg"

Figuur 5.4: Verkavelingsrichting polder

C. Landscheiding
Aan de westzijde van het plangebied, direct tegen de woonwijk Leidschenveen aan, ligt een oude landscheiding. Deze kade dateert uit ongeveer 1200 na Chr. en is daarmee het oudste cultuurhistorisch element in het gebied. De Landscheiding is van oudsher de scheiding tussen twee waterschappen: Het Hoogheemraadschap van Delfland en het Hoogheemraadschap van Rijnland.

afbeelding "i_NL.IMRO.0637.BP00035-0004_0019.jpg"

Figuur 5.5: Landscheiding

De Landscheiding wordt geaccentueerd doordat tussen de Landscheiding en de kade van de waterberging een waterpartij komt te liggen.

Water en land

De verschillende waterbergende functies (seizoensberging en piekberging) bieden interessante mogelijkheden voor recreatie en natuur.

In de zomer is het gebied goed toegankelijk voor de wandelaar. De plas-dras-gebieden uitgezonderd, maar deze zijn daardoor interessant voor de natuur die ongestoord haar gang kan gaan. In de winter zullen delen van de stroken land onder water lopen. Dat is niet erg, omdat de vegetatie ter plaatse er goed tegen kan en de nesten van eventuele broedvogels verlaten zullen zijn. Tijdens piekberging komt het water hoger te staan waardoor hele eilanden onder water komen te staan. Het gebied is voor grote delen niet meer begaanbaar. Het gaat echter om korte perioden. De inrichting is zodanig dat dieren nog altijd tijdig via een hoger gelegen pad weg kunnen komen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0637.BP00035-0004_0020.jpg"

Figuur 5.6: Wateroppervlak tijdens zomer

afbeelding "i_NL.IMRO.0637.BP00035-0004_0021.jpg"

Figuur 5.7: Wateroppervlak tijdens winter

afbeelding "i_NL.IMRO.0637.BP00035-0004_0022.jpg"

Figuur 5.8: Wateroppervlak tijdens piekberging

Kunstwerken

In het gebied zullen verschillende kunstwerken aangelegd worden, waaronder kaden en bruggen (zie ook Bijlage 5 van de plantoelichting voor een indruk) .

Kaden
Rondom het waterbergingsgebied wordt een kade aangelegd. Deze is lager dan de kade langs de Voorweg. De kruin van de kade heeft vrijwel een recht tracé. De variatie van het gebied wordt vooral gerealiseerd door de vormgeving van de oevers en de toevoeging van (schier)eilanden en de paden die niet altijd over de kruin van de kade lopen.

Bruggen
In het gebied worden een aantal bruggen gerealiseerd ten behoeve van de toegankelijkheid van het gebied. Bruggen hebben als voordeel dat het water in ruimtelijk en functioneel opzicht optimaal met elkaar verbonden zijn. Het gebied blijft als één waterrijk gebied waarneembaar en gebruikers hebben een goed verbonden gebied tot hun beschikking.

Beplanting

Er zijn verschillende vormen van beplanting in het gebied voorzien, waaronder bos, bossingels, bloemrijk grasland, plas/dras. Bij de uiteindelijke uitvoering zal dit verder worden uitgewerkt.

afbeelding "i_NL.IMRO.0637.BP00035-0004_0023.jpg"

Figuur 5.9: Beplanting

Bos
De op de bovenstaande figuur donkerpaars gekleurde delen zullen ingevuld worden met bos. De bomen die hiervoor geschikt zijn, zijn essen, iepen, zomereik, beuk, populier en wilg. De laatste twee soorten zijn snelgroeiende soorten die in eerste instantie invulling moeten geven aan het bos. Wanneer de andere boomtypen gegroeid zijn, zullen de eerste typen verwijderd worden. Als struikvormers wordt gedacht aan hazelaar in de bosdelen en aan meidoorn, vlier en veldesdoorn in de bosranden. De bosstroken hebben een dusdanige breedte dat er middenin een echt bosmilieu zal ontstaan, waarbij bijbehorende kruidachtigen zich spontaan zullen vestigen.
De bosgebieden (afgezoomd met ruigte en graslandstroken) in het zuidelijke deel van de Nieuwe Driemanspolder vormen een goede overgang van de Nieuwe Driemanspolder naar het Westerpark.

Bossingels
De bossingels in de Nieuwe Driemanspolder zijn voornamelijk voorzien aan de westzijde in het Roeleveense deel. Daarnaast zijn er enkele opgenomen vanaf de nieuwe kade richting de Voorweg. De bossingels zijn veel smaller dan de hiervoor genoemde bosstroken, waardoor geen echt bosmilieu ontstaat, maar eerder de zogenaamde “zoomvegetaties” (bosrandvegetaties). De bossingels zullen hoofdzakelijk worden opgebouwd uit elzen en aangevuld worden met meidoorn, vlier en sleedoorn. Bij de Voorweg kan ook aan een rij fruitbomen gedacht worden. De bossingels sluiten op een goede manier aan op de kleine landschapselementen als knotwilgen, hakhout- en pestbosjes die op de erven aan de Voorweg aanwezig zijn. Hierdoor is er een goede landschappelijke overgang van de Nieuwe Driemanspolder naar de Voorweg.

afbeelding "i_NL.IMRO.0637.BP00035-0004_0024.jpg"

Figuur 5.10: Elzensingel

Bloemrijk grasland
Een groot deel van de Nieuwe Driemanspolder zal niet beplant worden met bomen. Hier wordt uitgegaan van ruigere graslanden, bij voorkeur bloemrijk. Naar verwachting zullen zich op deze delen ook spontaan bomen vestigen, zoals wilg.

afbeelding "i_NL.IMRO.0637.BP00035-0004_0025.jpg"

Figuur 5.11: Bloemrijk grasland

Plas / dras
De onderwateroevers van de (schier)eilanden zullen planten die nu al in het gebied aanwezig zijn (zoals lidsteng, zwanebloem en dotterbloem), zich spontaan ontwikkelen. Riet zal zich ook spontaan ontwikkelen, maar om afslag van oevers te voorkomen is het wellicht nodig om het riet tijdig aan te planten in het gebied.

afbeelding "i_NL.IMRO.0637.BP00035-0004_0026.jpg"

Figuur 5.12: Lidstengen

Toegankelijkheid van het gebied en aansluiting op de omgeving
De woonwijk Leidschenveen is door een aantal langzaamverkeersroutes aangesloten op de Nieuwe Driemanspolder. De hoofdontsluiting (voor autoverkeer) is gesitueerd aan de N469. Vanaf de Voorweg zal het gebied ook via twee paden toegankelijk zijn. Daarnaast zal de Nieuwe Driemanspolder ook verbonden worden met het Westerpark door een fietsbrug over de N469 en sluiten de fietspaden door de Nieuwe Driemanspolder aan op het fietsnetwerk in het Buytenpark. Hierdoor ontstaat een aaneengesloten recreatiegebied (zie ook paragraaf 5.8 van de plantoelichting).

Conclusie

De aanleg van het waterbergings- en recreatiegebied Nieuwe Driemanspolder betekent dat de huidige karakteristiek van de droogmakerij verloren zal gaan. Bij de inrichting van de Nieuwe Driemanspolder blijft de historie echter zichtbaar door onder andere de verkavelingsstructuur van het gebied en het behoud van de bebouwingslinten Voorweg en Wilsveen. Door de ontwikkeling van het gebied zal er een aangesloten recreatiegebied ontstaan aan de westrand van Zoetermeer. Bij de keuze van de beplanting is daarmee rekening gehouden, zodat er op een goede wijze een overgang is naar de omgeving. Er zal een aantrekkelijk gebied ontstaan waar veel mensen gebruik van kunnen maken. De Nieuwe Driemanspolder zal op het gebied van recreatie en natuur in het verstedelijkte gebied van Haaglanden een belangrijke toegevoegde waarde zijn op de aanwezige recreatiegebieden in de regio.