direct naar inhoud van 5.2 De hoofdlijnen van het plan
Plan: Nieuwe Driemanspolder
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0637.BP00035-0004

5.2 De hoofdlijnen van het plan

Zoals in de voorgaande paragrafen is toegelicht zal de inrichting van de Nieuwe Driemanspolder in de komende jaren ingrijpend veranderen. Daarbij zal een flink deel van het agrarische cultuurlandschap ruimte maken voor andere hoofdfuncties als natuur, water en recreatie. De omvang van de veranderingen heeft ertoe geleid dat het hele voornemen aan een nadere milieutoets is onderworpen. Daarom is een milieueffectrapportage (MER) opgesteld en de hierbij behorende procedure doorlopen (zie voor de documenten behorende bij de MER Bijlage 7, Bijlage 8, Bijlage 9, Bijlage 10 en Bijlage 11 van deze plantoelichting). Belangrijke onderdelen van deze procedure waren:

  • de uitwerking van een programma van eisen voor de inrichting;
  • de ontwikkeling van alternatieve inrichtingsconcepten waarmee een zekere bandbreedte van de toekomstige inrichting is verkend;
  • de uitwerking van een zogeheten Meest Milieuvriendelijk Alternatief (MMA) en een voorkeursalternatief (VA).

Het voorkeursalternatief is uiteindelijk sterk leidend geweest voor een globaal inrichtingsvoorstel voor de herinrichting van de Nieuwe Driemanspolder. Dit voorstel heeft als basis gefungeerd voor de uitwerking van het voorontwerpbestemmingsplan. De drie documenten (MER - rapportage, inrichtingsplan en voorontwerpbestemmingsplan) hebben in 2006 conform de wettelijke procedures ter visie gelegen. De hierop ingediende inspraakreacties zijn vervolgens individueel beoordeeld en hebben her en der tot aanpassingen geleid van zowel het voorontwerpinrichtingsplan als de plankaart voor het ontwerpbestemmingsplan. Gezien de betekenis van de MER en de inrichtingsschets voor het bestemmingsplan zullen de meest relevante elementen uit deze documenten hieronder nader worden toegelicht.

afbeelding "i_NL.IMRO.0637.BP00035-0004_0015.png"

Figuur 5.1: Het MMA en VA volgens de MER voor de Nieuwe Driemanspolder

Op grond van het Meest Milieuvriendelijke Alternatief hebben de gemeenten bij de herinrichting gekozen voor de realisatie van een gecombineerde seizoens- en piekberging in het kerngebied van de Nieuwe Driemanspolder. Ten noorden van dit bergingsgebied (ter hoogte van Potteveen) zal het oude agrarische cultuurlandschap gehandhaafd blijven terwijl ten zuiden van de berging (in het Zoetermeerse parklandschap) een groengebied met flinke bosschages zal ontstaan met recreatieve functies en natuurvriendelijk ingerichte terreinen.

Verder is het de bedoeling dat circa 75% van het kerngebied wordt ingericht als open water voor zoetwatergemeenschappen en circa 25 % als permanent droog gebied met o.a. bloemrijk grasland, bosschages en struweel. De omvang en situering van het bergingsgebied wordt daarbij vooral bepaald door:

  • de bergingsbehoefte voor piekwater in een omvang van 2.000.000 m³;
  • de noodzaak van veilige, landschappelijk goed in te passen kades;
  • de wens tot bestrijding van eutrofe kwel;
  • de ligging van kwelgevoelige plekken aan de randen van het plangebied, die de stabiliteit van kades zou kunnen ondermijnen of ongewenste kwel in het bergingsgebied zouden kunnen bevorderen.

Het piekwater van het Hoogheemraadschap van Rijnland aangevoerd via de route Ringvaart - Limietsloot naar het bergingsgebied.Het piekwater zal uiteindelijk worden afgevoerd via een brede waterzoom langs de Landscheiding of via de huidige Middentocht ter hoogte van Potteveen, die ten behoeve van een betere afvoer verbreed zal worden.

Bij de verdere planontwikkeling voor de Nieuwe Driemanspolder [door middel van het voorkeursalternatief (VA) en het voorlopige ontwerp voor de herinrichting (VO)] hebben ten opzichte van het MMA vier principiële wijzigingen plaatsgevonden. Het betreft:

  • het toekomstige waterpeil is gericht op op een flexibel peil tussen NAP -4,90 meter en NAP -4,50 meter en toekomstige piekpeil van maximaal NAP -3,40 meter;
  • de inrichting van het zuidelijk deel van de Nieuwe Driemanspolder (meer parkachtig en minder besloten bos);
  • de vormgeving van de aanvoerroute voor piekwater van Rijnland (aanvoer door een verbrede Ringvaart in plaats van een nieuwe wetering aan de voet van de Ringvaart);
  • de vormgeving van het bergingsgebied (meer samenhangende waterstructuren en minder compartimentering);
  • Het gebied is verkleind ten opzichte van het gebied dat is beschouwd in het MER. De deelgebieden Roeleveen, Landscheidingsdijk, de Noordoosthoek en het baggerdepot maken geen deel meer uit van het project Nieuwe Driemanspolder.