Plan: | Afrikaweg en omgeving |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0637.BP00030-0004 |
In bestemmingsplan Afrikaweg en omgeving zijn twee ontwikkellocaties meegenomen die onbenutte bouwmogelijkheden bevatten met name ten behoeve van de functie kantoren. Het betreft de locatie 'Ontwikkeling Boerhaavelaan' en de locatie 'Kop Bredewater'. Voor de ligging van de twee ontwikkellocaties wordt verwezen naar het aan het einde van dit hoofdstuk opgenomen overzichtskaartje. In het navolgende zullen de twee ontwikkellocaties nader worden omschreven.
Ontwikkeling Boerhaavelaan
De locatie 'Ontwikkeling Boerhaavelaan' (locatie 1 op het overzichtskaartje van de ontwikkellocaties) ligt ten oosten van Afrikaweg. In het geldende bestemmingsplan is voor deze locatie een kantorenbestemming opgenomen. In dit bestemmingsplan is wederom de bestemming 'Kantoor' aan deze gronden toegekend met in beginsel dezelfde bouwmogelijkheden. Er is echter sprake van het volgende verschil. De plek waar op een deel van de 'Ontwikkeling Boerhaavelaan' volgens het bestemmingsplan 'Kantorenstrook Driemanspolder-Meerzicht' de bestemming 'Water' ligt, komt niet overeen met het feitelijke aanwezige water dat bovendien deel uitmaakt van het watersysteem van Afrikaweg en omgeving (zie paragraaf 5.5). Verder is op deze plek feitelijk een kantoor gebouwd. Om deze redenen is de bestemming 'Water' gelegd op de plek waar nu het water aanwezig is.
Kop Bredewater
Aan de kop Bredewater (locatie 2 op het overzichtskaartje van de ontwikkellocaties) ligt een braakliggend perceel. Volgens het bestemmingsplan 'Rokkeveen-kantoren, locatie Bredewater (Meerzicht)' heeft deze locatie de bestemming 'kantoren en dienstverlening'. Op grond hiervan zijn kantoren en dienstverlening tot gezamenlijk maximaal 25.000 m2 bruto vloeroppervlak toegestaan en is verder horeca en detailhandel tot ieder maximaal 500 m2 bruto vloeroppervlak toegestaan. In dit bestemmingplan zijn dezelfde gebruiksmogelijkheden toegekend. Op de bouwmogelijkheden (de bouwhoogte) van deze locatie is de zogenoemde '30°-regel' toegepast. Deze 30°-regel is verwerkt in de toegestane maximale bouwhoogten zoals aangeduid op de plankaart (inclusief 10% vrijstelling van de toegestane bouwhoogte). De plankaart verschilt daarmee van de voorgaande plankaart bij het bestemmingsplan 'Rokkeveen-kantoren, locatie Bredewater (Meerzicht)'. In Bijlage 1 is de werking van de 30°-regeling en de uitwerking daarvan voor de locatie 'Kop Bredewater' nader toegelicht.
Figuur 4.1: Overzicht ontwikkellocaties in Afrikaweg en omgeving
Ten tijde van het opstellen van het bestemmingsplan Afrikaweg en omgeving is bekend dat er plannen zijn voor het bebouwen van locatie 1 'Ontwikkeling Boerhaavelaan', alsmede voor een onderwijsbestemming voor het pand aan het Bredewater 24. Deze plannen zullen, zoals het zich laat aanzien, niet (volledig) passen binnen het geldende bestemmingsplan en dus ook niet binnen het bestemmingsplan Afrikaweg en omgeving. De plannen voor deze locaties zijn echter nog onvoldoende uitgekristalliseerd om deze te kunnen meenemen in het bestemmingsplan Afrikaweg en omgeving. Voor de realisatie van deze plannen zal (te zijner tijd) een separate ruimtelijke procedure doorlopen moeten worden, apart van dit bestemmingsplan.
Verkeerseffecten interne verkeersstructuur Zoetermeer
In opdracht van de gemeente Zoetermeer is door Goudappel Coffeng BV een onderzoek (analyse) uitgevoerd naar de verkeerseffecten van het bestemmingsplan Afrikaweg en omgeving. De resultaten van het onderzoek zijn opgenomen in het rapport 'Verkeerseffecten bestemmingsplan Afrikaweg e.o.' van 27 maart 2013 (met kenmerk ZTM103/Mdm/1205). Het volledige onderzoek is opgenomen in Bijlage 2 van de plantoelichting.
Uit het onderzoek komt naar voren dat de planontwikkeling conform het bestemmingsplan bij een omvang van minder dan 80.000m2 bvo aan kantoortoevoeging niet zal leiden tot noodzakelijke infrastructurele aanpassingen aan de interne wegenstructuur van Zoetermeer. Indien meer dan 80.000 m2 bvo van de planologische capaciteit benut gaat worden zullen infrastructurele maatregelen op de interne wegenstructuur benodigd zijn conform de resultaten uit het verkeerseffectenonderzoek. Het gaat hierbij om de volgende maatregelen:
Voor het bepalen van het moment dat deze maatregelen noodzakelijk zijn, is gekeken naar de ontwikkeling van de intensiteiten tussen 2011 zonder het plan en 2022 met het plan. Daarbij is verondersteld dat de autonome ontwikkeling gelijke tred houdt met de ontwikkeling van het plangebied.
De uitvoering van een turborotonde aan het Bredewater – Meerzichtlaan is binnen dit bestemmingsplan planologisch mogelijk gemaakt door een deel van de groenbestemming aan de oostkant van de rotonde Bredewater – Meerzichtlaan te wijzigen in een verkeersbestemming en voor de overige groenbestemming rond de rotonde een wijzigingsbevoegdheid op te nemen naar een verkeersbestemming. Voor de uitvoering van de twee overige maatregelen hoeft geen extra verkeersruimte gereserveerd te worden. Deze passen binnen de huidige bestemming ter plaatse.
Mobiliteitseffecten A12
In het onderzoek 'Verkeerseffecten bestemmingsplan Afrikaweg e.o.' zijn ook de gevolgen voor de verkeersafwikkeling op de A12 in beeld gebracht. In de analyse van de effecten op de A12 zijn de intensiteiten op de A12 en de toe- en afrit op de Afrikaweg in ogenschouw genomen. Hierbij is gekeken naar de toename van de verkeersbelasting als gevolg van de ontwikkelingen in het bestemmingsplan. Het planjaar waar naar gekeken is, is 2022. In de analyse van de verkeersontwikkeling is alleen de A12 ten westen van de aansluiting Zoetermeer en de toe- en afrit van de A12 op de Afrikaweg in beschouwing genomen. Het betreft hier namelijk een halve aansluiting, waarbij verkeer alleen tussen Zoetermeer en Den Haag kan rijden.
Uit het onderzoek 'Verkeerseffecten bestemmingsplan Afrikaweg e.o' komt naar voren dat zowel in de autonome situatie als met de volledige planinvulling de verkeersintensiteiten de capaciteiten zullen benaderen, maar nog wel af te wikkelen zijn zonder dat grote knelpunten ontstaan. De verkeersafwikkeling op de toerit naar de A12 zal mogelijk minder goed verlopen in de toekomst met name bij inschakeling van de aanwezige toeritdoseerinstallatie (TDI). Indien hier knelpunten ontstaan, zal in overleg met rijkswaterstaat naar oplossingsrichtingen worden gezocht om de verkeersafwikkeling beter te laten verlopen. Hierbij wordt gedacht aan sturing met de verkeersregelinstallaties (VRI's), verkeersmanagementmaatregelen, spitsreducering of afstelling van de TDI.