direct naar inhoud van 5.5 Water
Plan: Afrikaweg en omgeving
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0637.BP00030-0004

5.5 Water

Het plangebied ligt in de waterstaatkundige eenheid Nieuwe Driemanspolder. Een waterstaatkundige eenheid is een gebied waarin het watersysteem een geheel vormt. Ook De Leyens, Meerzicht, Driemanspolder, het Westerpark en het Buytenpark liggen in de Nieuwe Driemanspolder. Het hoogheemraadschap van Rijnland is waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheerder in het plangebied.

5.5.1 Watersysteem

Het waterpeil in het plangebied is gemiddeld N.A.P. – 5,80 meter. Het watersysteem van Afrikaweg en omgeving bestaat uit een aantal waterpartijen die met elkaar verbonden zijn door duikers. De waterpartijen zijn vrij uniform vormgegeven. Degene langs de Boerhaavelaan, Van Leeuwenhoeklaan, Ierlandlaan en de Voorweg behoren tot de primaire watergangen. Daar waar wegen het water kruisen zijn duikers aangelegd.

De primaire watergangen hebben op de plankaart de bestemming 'Water' gekregen. Aan weerszijden van de watergangen ligt een onderhoudsstrook van vijf meter. De Voorweg heeft vanwege de waterkerende functie de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering' gekregen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0637.BP00030-0004_0009.jpg"

Figuur 5.1: Waterstructuur in Afrikaweg en omgeving

5.5.2 Waterkwaliteit

In opdracht van de hoogheemraadschappen heeft in 2008 een Ecologische beoordeling van de watergangen in de gemeente Zoetermeer plaatsgevonden. De resultaten van dit onderzoek voor het water langs de Boerhaavelaan laten zien dat de beleving van de oever wordt beoordeeld als matig. De vegetatie in de oeverzone is laag, er is een hoge kroesbedekking. Op de oever staan siersoorten zoals gele lis, harig wilgenroosje, heen en waterzuring. In het water is veenwortel aanwezig. Er is geen fauna waargenomen. De ecologie van de oever wordt beoordeeld als slecht. De ecologie van de overige oevers en water binnen het plangebied is eveneens beoordeeld als matig tot slecht. Alleen de beleving van het water langs de Voorweg is als goed beoordeeld.

5.5.3 Rioolstelsel

In het plangebied ligt een gescheiden rioolstelsel. Bij een gescheiden rioolstelsel wordt het regenwater van verharde oppervlakken via het schoonwaterriool afgevoerd naar het oppervlaktewater. Het afvalwater wordt via het vuilwaterriool afgevoerd naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie. Bij nieuwbouw en herbouw wordt het huishoudelijk afvalwater gescheiden van het regenwater, waardoor ook nieuwe verharde oppervlakken zijn afgekoppeld. Op deze wijze wordt uitvoering gegeven aan zowel landelijk beleid als het beleid van de waterbeheerder. Indien er sprake is van een substantiële toename van verhard oppervlak, dienen de mogelijkheden voor het daadwerkelijk kunnen afvoeren van het hemelwater goed te worden onderzocht. Dit is met name van belang voor gebieden die op grotere afstand van oppervlaktewater liggen. Er bevindt zich in het plangebied geen rioolpersleiding (zie paragraaf 3.5).

5.5.4 Ontwikkelingen in het plangebied in relatie tot water

In overleg met het Hoogheemraadschap van Rijnland is bekeken of bepaalde ontwikkelingen die mogelijk worden gemaakt in het plangebied eventueel de noodzaak van extra waterberging met zich meebrengen.

Indien er sprake is van een toename van verhard oppervlak ten opzichte van ontwikkelingen die voorzien waren in de voorheen geldende bestemmingsplannen, dient deze te worden gecompenseerd door het realiseren van aanvullende waterberging. Bij iedere toename van meer dan 500 m2 moet 15% van die toename gecompenseerd worden door de aanleg van oppervlaktewater.

Uit een vergelijking tussen de vorige planologische regelingen en de in dit bestemmingsplan Afrikaweg en omgeving opgenomen ontwikkellocaties blijkt dat in zijn algemeenheid geldt dat op deze locaties reeds in de betreffende (toename van) verharding was voorzien. Bij de aanleg van het watersysteem van Afrikaweg en omgeving is dan ook rekening gehouden met deze toekomstige bebouwing/verharding.

In een overlegreactie heeft het Hoogheemraadschap van Rijnland aangegeven dat elk nieuwbouwplan waarbij meer dan 500m2 wordt verhard compensatieplichtig is op grond van de Keur. Naar aanleiding van deze overlegreactie heeft op 19 november 2012 ambtelijk overleg plaatsgevonden tussen de gemeente Zoetermeer en het Hoogheemraadschap. Afgesproken is dat de gemeente voor het plangebied inzichtelijk maakt hoeveel oppervlaktewater in de vigerende plannen is opgenomen en wat op dit moment de feitelijk gerealiseerde omvang van het oppervlaktewater is. Op basis daarvan worden in samenspraak met het Hoogheemraadschap nadere afspraken gemaakt over de uitgangspunten die m.b.t. het aspect watercompensatie in het plangebied worden gehanteerd.

De drooglegging in het plangebied Afrikaweg en omgeving en daarmee de toelaatbare peilstijging bedraagt circa 1,5 m. Deze toelaatbare peilstijging moet ook in de toekomst gegarandeerd blijven. Dit stelt eisen aan de aanleghoogte en/of het vloerpeil van toekomstige bebouwing. Deze dient minimaal N.A.P. -4,50 m te bedragen. Bij het daadwerkelijk bebouwen dient voorts het gebruik van uitlogende bouwmaterialen te worden voorkomen. Dit ter voorkoming van vertontreiniging van het hemel- en oppervlaktewater.

5.5.5 Keur en beleid van het Hoogheemraadschap van Rijnland

Op het water is de keur van het Hoogheemraadschap van Rijnland van toepassing. In deze keur is een vergunningenstelsel opgenomen waarmee de waterstaatkundige aspecten van het water worden gewaarborgd. Bij ontwikkelingen op gronden waar een keur van toepassing is wordt in overleg met de waterbeheerders gestreefd naar coördinatie tussen vergunningverlening en beheersaspecten. In paragraaf 2.3.1 is nader ingegaan op het beleid van het Hoogheemraadschap en de Keur. In het geval van ondergronds bouwen (zoals bijvoorbeeld bij een parkeergarage) dient in verband met de eventuele gevolgen voor kwelwater en grondwater altijd advies gevraagd te worden bij het Hoogheemraadschap.