Plan: | Palenstein |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0637.BP00028-0004 |
De Stadsvisie 2030, die op 15 december 2008 is vastgesteld door de gemeenteraad, verwoordt negen opgaven die in de periode tot 2030 moeten worden opgepakt om als stad voldoende perspectief op een welvarende ontwikkeling te behouden. Daarnaast geeft de Stadsvisie aan welke kansen de gemeente wil benutten om de stad extra perspectief te geven.
In de Stadsvisie worden vier buurten genoemd die op termijn het risico lopen om in leefbaarheid achteruit te gaan. Eén van deze wijken is Palenstein. Ter voorkoming van de aantasting van de leefbaarheid zijn in de wijk Palenstein inmiddels al verschillende maatregelen getroffen op verschillende vlakken (sociaal en fysiek), is een begin gemaakt met de herstructurering van een deel van de wijk.
Afbeelding 2.2: Kaart uit de Stadsvisie 2030 |
Ter voorkoming van aantasting van de leefbaarheid in de buurten zal de veiligheid en leefbaarheid voortdurend worden bewaakt en worden er zo nodig maatregelen getroffen ter verbetering.
In het kader van het wijkenbeleid is Palenstein aangewezen als zogenaamde 40+ wijk en heeft de gemeente Zoetermeer extra middelen gekregen voor de aanpak van de leefbaarheidsproblemen in Palenstein.
Deze maatregelen worden genomen op verschillende vlakken: er zijn maatregelen op sociaal vlak genomen en delen van de wijk zijn of worden in de naaste toekomst vernieuwd. Er vindt een grootschalige sloop en nieuwbouw plaats waarbij het creëren van leefbare buurten voorop staat. Nieuwe woningen, maatschappelijke voorzieningen, detailhandel en dienstverlening worden in hoge mate gemengd.
De op 16 maart 2009 door de gemeenteraad vastgestelde Woonvisie vormt een basis voor verschillende uitvoeringsplannen van de gemeente op het gebied van wonen. De Woonvisie gaat nadrukkelijk uit van een nieuwe aanpak voor het wonen. Deze nieuwe aanpak houdt rekening met het feit dat Zoetermeer in de toekomst – na het voltooien van de laatste uitbreidingswijk Oosterheem – niet langer meer ruime hoeveelheden nieuwe eengezinswoningen zal realiseren. Ook speelt het in op de veranderende bevolkingssamenstelling van Zoetermeer, waarbij jongeren en senioren een steeds belangrijkere positie gaan innemen binnen de stad. De Woonvisie omvat een aantal richtinggevende keuzen voor het Zoetermeerse woonbeleid in de komende jaren. Zo wordt onder meer de kwaliteit van het wonen boven het realiseren van aantallen gesteld, en wordt een accent gelegd op het zoeken naar nieuwe gestapelde woonvormen met grondgebonden kwaliteiten. Bovendien zal op plekken waar in de toekomst nog woningbouw gaat of kan plaatsvinden, de behoefte van de wijken en buurten in eerste instantie leidend zijn bij het invullen van het woonprogramma.
De ontwikkelingen in Palenstein sluiten aan bij de Woonvisie. De planontwikkelingen voorzien in de realisatie van een meer gedifferentieerd woonmilieu.
Op 10 januari 2011 heeft de gemeenteraad het beleidsdocument Stedelijk Beleidskader Economie vastgesteld. De lijn van het huidige economische beleid uit het vorige Stedelijk Beleidskader Economie wordt voortgezet. Het beleid heeft drie doelstellingen:
Voor deze doelstellingen afzonderlijk zijn beleidsmaatregelen geformuleerd die in de periode 2010 tot en met 2014 uitgevoerd zullen gaan worden.
In het plan zijn de bestaande voorzieningen en bedrijven positief bestemd. Daarnaast wordt ingezet op de toevoeging van nieuwe voorzieningen in het kader van de herstructurering aan het Croesinckplein en de Du Meelaan. Hiermee wordt ingezet op het creëren van werkgelegenheid.
In het Stedelijk Beleidskader Economie is bepaald dat het beleid uit de Structuurvisie Detailhandel 2006-2010 (vastgesteld door de gemeenteraad op 18 juni 2007) van kracht blijft en uitgevoerd moet worden. In de Structuurvisie Detailhandel 2006-2010 geeft de gemeente aan welke ontwikkelingen nodig zijn om de detailhandel gezond te houden en de fijnmazige winkelstructuur in stand te houden. In het Stedelijk Beleidskader Economie is het beleid uit deze Structuurvisie Detailhandel verlengd.
Ontwikkelingen in de detailhandel kunnen daarbij zowel verbeteringen als uitbreidingen betreffen, waardoor de bestaande ruimtelijk-economische winkelstructuur gehandhaafd blijft en waar mogelijk versterkt kan worden. Onder meer door uitbreiding en modernisering van de stedelijke winkelcentra Stadshart, Woonhart en Dorpsstraat wordt gestreefd naar een toename van het (recreatief) winkelen in het centrumgebied van de stad. Ook een betere en meer aantrekkelijke verbinding tussen de bovengenoemde winkelcentra wordt daartoe wenselijk geacht.
Voor bestaande wijkwinkelcentra wordt ingezet op het vergroten van de leefbaarheid en kwaliteit. Hiervoor kan het nodig zijn maatregelen te treffen op:
Winkelcentrum Croesinckplein
Het openbare gebied aan de oostkant van dit winkelcentrum is recent geheel opnieuw ingericht, waarbij ook het milieueiland onder de grond is gebracht. Belangrijke dragers voor het winkelcentrum zijn de aanwezige supermarkt, een drogist en een slijter. Met name de supermarkt trekt consumenten aan vanuit geheel Zoetermeer.
Er bestaat grote behoefte aan uitbreiding van de supermarkt, maar de fysieke mogelijkheden daartoe zijn echter beperkt. Ook het openbaar gebied en de parkeersituatie aan de westzijde van het centrum verdienen verbetering. De mogelijke verdere ontwikkelingen van dit centrum worden bekeken in het kader van het project Palenstein. Het winkelcentrum voldoet aan het keurmerk veilig ondernemen, dat in 2010 behaald is.
Binnen dit bestemmingsplan wordt de verplaatsing van het winkelcentrum mogelijk gemaakt. Bij deze verplaatsing zal eveneens sprake zijn van het uitbreiden van het detailhandelsoppervlak.
In hoofdstuk 4 wordt hier nader ingegaan op deze ontwikkeling.
De op 12 september 2011 door de raad vastgestelde Verkenningennota biedt het inzicht in de ruimtelijke opgaven en kansen waarop de in voorbereiding zijnde Structuurvisie Zoetermeer 2030 een antwoord dient te geven. Het vormt daarmee de ruimtelijke onderlegger voor de Structuurvisie Zoetermeer. De Verkenningennota omvat een aantal thematische verkenningen en wensbeelden die voortbouwen op de opgaven uit de Stadsvisie 2030 en draagt tevens een aantal nieuwe beleidsideeën aan die als onderzoeksvragen in de Structuurvisie worden meegenomen. Het wensbeeld ten aanzien van wonen voor het plangebied Palenstein omvat het verbeteren van het bestaande woonmilieu o.m. door herstructurering van een deel van de wijk Palenstein. Verder is het gebied tussen de Du Meelaan en de Australiëweg aangeduid als zoekgebied voor de toevoeging van jongerenwoningen.
Ten aanzien van het wensbeeld maatschappelijke voorzieningen is de wens aanwezig om in het plangebied een nieuw gezondheidscentrum/woonservicezone te realiseren. Van belang is namelijk dat ouderen en mensen met een beperking zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen. Om dit mogelijk te maken wordt ingezet op het realiseren van meer levensloop bestendige woningen en woonomgevingen, in de vorm van woonservicezones,
Het wensbeeld ten aanzien van economie & werken concentreert zich wat het plangebied Palenstein betreft op de ontwikkeling van een nieuw wijkwinkelcentrum en het aanmerken van de zone langs de Australiëweg als zoekgebied voor de ontwikkeling van leisurevoorzieningen.
Ten aanzien van het wensbeeld groen & water is de wens aanwezig om bij herontwikkeling in het plangebied de groene verbinding op stedelijk niveau te verbeteren.
De nieuwe ontwikkelingen die in het bestemmingsplan mogelijk worden gemaakt passen binnen de ambities uit de Verkenningennota. Een deel van bovengenoemde ambities en opgaven moet in het kader van de Structuurvisie Zoetermeer echter nog nader onderzocht of uitgewerkt moeten. Het gaat daarbij met name om de gebieden die als zoekgebied zijn aangeduid in de Verkenningennota. In dit bestemmingsplan wordt hier nog geen rekening mee gehouden.
De Hoogbouwvisie geeft antwoord op de vragen waar in de stad hoogbouw -gebouw van 30 meter of hoger- mogelijk, gewenst of ongewenst is. In de visie zijn aan de verschillende zones, knooppunten en assen in de stad maximale bouwhoogten toegekend. De visie laat zich daarmee kenschetsen als een “zoneringsplan” en is uitdrukkelijk geen locatieonderzoek. Dit betekent dat initiatieven voor hoogbouw -ook al is deze gesitueerd in de aangegeven zones en ook al wordt voldaan aan de opgenomen indicatieve maximale bouwhoogten- altijd moeten passen in een voor die locatie op te stellen stedenbouwkundig plan en bestemmingsplan. De consequenties van hoogbouw voor de omgeving (o.a. windhinder, bezonning, uitzicht, privacy en zichtlijnen) moeten in deze planvormen aan de orde komen.
In Palenstein is sprake van relatief veel hoogbouw. In het kader van de herstructurering worden juist veel hoogbouwflats gesloopt aangezien deze niet meer voldoen aan kwaliteitseisen. De nieuwe bebouwing op deze locaties bestaat uit een mix van laagbouw en hoogbouw.
In de Hoogbouwvisie is de zone langs de Australiëweg aangewezen als een potentieel hoogbouwgebied met een maximale hoogte van 60 meter. In dit bestemmingsplan wordt hier nog geen rekening mee gehouden.
Op 8 december 2008 heeft de gemeenteraad het Definitief Ontwerp stedenbouwkundig plan Culturele As vastgesteld. Het plan omvat de kaders en randvoorwaarden voor de toekomstige ontwikkeling van het gebied tussen de historische dorpskern en het Stadshart. Onderdeel van dit ontwerp is ook de ontwikkeling van een nieuw Park tussen het centrum en de wijk Palenstein (Park Palenstein).
Om te bepalen hoe de binnenstad van Zoetermeer bruisender kan worden is de Visie Binnenstad opgesteld. De Visie Binnenstad is in januari 2012 vastgesteld door de gemeenteraad.
In de Visie Binnenstad wordt ook aandacht besteed aan de voorziene ontwikkeling van het Park Palenstein.
Op 8 december 2008 heeft de gemeenteraad de Transformatiestudie Kantoren vastgesteld. In de Transformatiestudie is een scan uitgevoerd naar de mogelijkheden voor transformatie van kantoorlocaties en naar functiemenging op bedrijventerreinen. Op basis van een analyse van de kantorenmarkt in Zoetermeer en de afspraken die binnen Haaglanden zijn gemaakt, is een transformatieopgave voor kantoren benoemd. Tevens is bij de behandeling van de bestuursovereenkomst Bleizo in 2008 gevraagd naar de mogelijkheden om bestaande kantoorlocaties binnen de gemeente Zoetermeer als het ware te "schuiven" naar het gebied Bleizo. Daarmee kan de ontwikkeling van Bleizo een impuls krijgen en kunnen de minder courante locaties binnen Zoetermeer mogelijk worden vrijgespeeld voor andere functies zoals woningbouw, voorzieningen, leisure en dergelijke. Binnen de Transformatiestudie is aangegeven dat met name in en rondom het Stadscentrum winst te behalen valt bij het transformeren van bestaande kantorenlocaties/-ruimten naar andere functies. De bestaande kantoorruimte in Palenstein heeft een kleinschalig karakter en vervult onder meer een belangrijke rol voor startende ondernemers.
In dit bestemmingsplan zijn de bestaande kantoren positief bestemd. Er ligt hier geen specifieke transformatieopgave.
Het ’Plan van Aanpak Transformatiekantoren’/ Uitvoeringsplan Transformatie Kantoorlocatie Zoetermeer (2011) is op 21 maart 2011 goedgekeurd door de gemeenteraad.
Het Uitvoeringsplan Transformatie Kantoorlocaties Zoetermeer volgt op de hiervoor beschreven Transformatiestudie. In het Uitvoeringsplan gaat het bij transformatie niet alleen om het transformeren van minder courante (leegstaande) kantoren naar andere functies. Ook het transformeren van nog te ontwikkelen kantoorlocaties maakt onderdeel uit van het plan, oftewel het omzetten van geplande maar nog niet gerealiseerde kantorenbestemmingen in andere functies/bestemmingen.
Belangrijk om vooraf aan te geven is dat het transformeren van bestaande kantoren op verschillende manieren kan plaatsvinden: van fysiek ombouwen tot sloop/nieuwbouw of tussenvarianten. Voor het college zijn al deze vormen van transformatie denkbaar. Per project zal de specifieke doelstelling (beoogde functie, doelgroep en kwaliteit), als ook de financiële haalbaarheid en de medewerking van eigenaren van gebouwen bepalend zijn bij het kiezen van de wijze van transformeren. De rol van de gemeente is met name het juridisch-planologisch faciliteren van transformatie en het geven van financiële incentives. De gemeente wordt geen (financieel) probleem-eigenaar van leegstand en transformatie van kantoren. Die blijft bij de ontwikkelaar/investeerder/eigenaar van het leegstaande kantoor. In het Plan van Aanpak zijn de randvoorwaarden genoemd ten aanzien transformatieprojecten.
In dit bestemmingsplan is geen sprake van concrete plannen om kantoren te transformeren. De bestaande planologische rechten worden gecontinueerd. Eventuele transformatieopgaven zullen met afzonderlijke planologische procedures gerealiseerd moeten worden.
De Horecanota dient als kader voor het horecabeleid van de gemeente Zoetermeer. De nota omvat onder meer per horecasector een analyse van het aantal, de omvang en de situering van de horecavestigingen. Op basis daarvan is per sector aangegeven of er moet worden gestreefd naar groei, inkrimpen of handhaven van het aantal en/of omvang van het huidige aanbod. Tevens zijn aanbevelingen opgenomen over de meest aangewezen locaties waar een eventuele verdere groei zou moeten of kunnen plaatsvinden. Hierbij is zoveel mogelijk aangesloten bij de projectgebieden en locaties zoals gedefinieerd in het beleidskader Leisure.
In Palenstein komen enkele horecavoorzieningen voor en worden nieuwe horecavoorzieningen mogelijk gemaakt. Deze voorzieningen bestaan in combinatie met andere voorzieningen waarbij het van belang is dat deze geen overlast voor de omgeving veroorzaken. Het betreft hier alleen de lichtere horecavoorzieningen, zoals lunchrooms en restaurants (categorie 2 van de in de bijlagen van de regels gevoegde horecalijst).
Het beleidskader Leisure geeft de hoofdrichting aan voor het leisurebeleid in Zoetermeer. Gericht investeren in leisure versterkt de identiteit en de economie van de stad. Het beleidskader geeft de kansen weer die in de stad aanwezig zijn en de plekken en voorzieningen waar de aandacht op moet worden gericht.
Een deel van het plangebied (Scholenstrook /Van Doornenplantsoen) ligt in het gebied dat binnen het Beleidskader Leisure alsook binnen de Stadsvisie en Verkenningennota Structuurvisie is aangeduid als De Leisure-as. In het beleidskader is aangegeven welke leisure-voorzieningen in principe een plaats kunnen krijgen. Het gaat hier onder andere om casino's, partycentra, hotels, evemenenten, recreatieve routes, musea, sporthallen en -accomodaties en activiteitencentra. In dit bestemmingsplan worden voor dit deel van de leisure-as geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Er is geen sprake van nieuwe initiatieven.
Vanuit de vrijetijdsfunctie ligt de nadruk op de ontsluiting van de woongebieden naar de vrijetijdsvoorzieningen. “Van de voordeur naar…” is hier het leidende principe. Ook in de buurten en wijken buiten de leisure-as speelt leisure een belangrijke rol in het versterken van de sociale cohesie. De leisurevoorzieningen en – evenementen die hier worden gevestigd of plaatsvinden, worden nog directer bij de wensen van de burgers in deze woongebieden betrokken. In woon- en werkgebieden kunnen de volgende voorzieningen in principe een plaats krijgen: hotels, (sport)evenementen, recreatieve routs, kwaliteitshoreca, sporthallen en -accomodaties en activiteitencentra. In dit bestemmingsplan worden in het nieuw te realiseren Park Palenstein en bij het nieuwe winkelcentrum evenementen mogelijk gemaakt. Volgens het Beleidskader Leisure is dit een passende ontwikkeling.
De Evenementennota geeft aan op welke evenementen de gemeente Zoetermeer inzet en hoe de bijbehorende regelgeving eruit dient te zien. De hoofdrichting van het evenementenbeleid kent bijzondere aandacht toe aan stadspromotionele evenementen en sociale cohesieversterkende evenementen. In de Evenementennota worden ook de verschillende evenementenlocaties binnen Zoetermeer benoemd. De twee voorziene evenemententerreinen in dit bestemmingsplan (Park Palenstein en nabij nieuwe winkelcentrum) staat nog niet genoemd in de Evenementennota. Het gaat in dit geval om cohesieversterkende evenementen.
Cohesieversterkende evenementen dienen met name bij te dragen aan het versterken van relaties tussen de bewoners onderling en het vergroten van de binding van de bewoners met de stad. Goede sfeer, onderlinge samenwerking, de mogelijkheid tot ontmoeting en versterken van het ‘gevoel van trots zijn op de stad’, zijn daarbij sleutelwoorden. Woorden die overigens ook bij een aantal stadspromotionele evenementen van toepassing kunnen zijn, maar met name passen bij de wat kleinschalige, overzichtelijke en vaak buurt- en wijkgerichte activiteiten. Onder meer de herkenbaarheid, de korte lijnen, de directe relatie met de eigen woonomgeving en de mogelijkheid om de bewoners te betrekken dragen daaraan bij. Kortom met betrekking tot sociale cohesieversterkende evenementen ligt het voor de hand om met name buurt- en wijkgerichte evenementen hiervoor in aanmerking te laten komen. Belangrijk is hierbij de mate waarin de eigen bewoners kunnen bijdragen of deelnemen aan een dergelijk evenement.
In dit bestemmingsplan zijn twee terreinen aangeduid als evenemententerrein. In de regels bij het bestemmingsplan wordt nader ingegaan op de aard en de omvang van de jaarlijks terugkerende evenementen op deze locaties.
De eerste betreft een evenemententerrein in het nieuw te realiseren Park Palenstein en de tweede betreft een evenementenplaats naast het bestaande winkelcentrum. In paragraaf 4.6 wordt nader ingegaan op de voorziene evenemententerreinen.
In 2004 heeft het college van burgemeester en wethouders, in opdracht van de gemeenteraad, een scenariostudie verricht naar de mogelijkheden van binnenstedelijk bouwen in Zoetermeer. De eindrapportage "Bouwen aan Zoetermeer" bevat de resultaten van deze studie. Hierin zijn drie scenario's uitgewerkt voor het binnenstedelijk bouwen. Op 27 juni 2005 heeft de gemeenteraad over de scenario's besloten. Één van de locaties/gebieden die in Bouwen aan Zoetermeer is opgenomen betreft een deel van de wijk Palenstein. Over dit gebied is opgemerkt dat hier een grootschalige herstructurering van galerijflats in de wijk Palenstein plaats zal vinden, waarbij ook het ouderencomplex Schoutenhoek en de schoolgebouwen vervangen worden.
Het bestemmingsplan maakt de herontwikkeling van een deel van het hoogbouwgebied van Palenstein mogelijk. Het voormalige ouderencomplex Schoutenhoek is inmiddels gesloopt en ter plaatse is momenteel en nieuw complex met woningen en voorzieningen in aanbouw. Een deel van de basisscholen is inmiddels vervangen en ondergebracht in de nieuwe Brede Schoolvoorziening aan het Rakkersveld. Voor de Prins Bernhardschool is vervangende nieuwbouw gerealiseerd op de locatie van de voormalige Schoutenhoek.
Het Stadsnatuurplan geeft richting aan het natuurbeleid van Zoetermeer. In het Stadsnatuurplan wordt antwoord gegeven op de vraag hoe de gemeente wil omgaan met de natuur die zij nu al rijk is en hoe het nog beter zou kunnen. Het doel van het Stadsnatuurplan is het realiseren van meer en betere natuur en het vergroten van het draagvlak voor de natuur. Het gemeentelijk natuurbeleid kent drie niveaus met elk een eigen ambitie: groen op regioniveau, groen op stadsniveau en groen op wijkniveau. Voor natuur op regioniveau geldt het compensatiebeginsel. Dit betekent dat bij verlies van natuur compensatie moet plaatsvinden door nieuwe natuur. Op stads- en wijkniveau geldt de natuurimpulsregel. Hierbij dient het natuurbelang nadrukkelijk te worden meegewogen in de besluitvorming over (her)ontwikkelingslocaties. Op stads- en wijkniveau is het gemeentelijk natuurbeleid vooral gericht op het creëren van soortenrijke natuur.
Ten behoeve van de ontwikkelingen in Palenstein zijn onderzoeken verricht naar de gevolgen voor de natuur. In paragraaf 5.9 wordt dieper op dit onderwerp ingegaan.
Het Waterplan Zoetermeer is opgesteld door de gemeente Zoetermeer tezamen met het voormalige waterschap Wilck en Wiericke (dat inmiddels deel uitmaakt van het Hoogheemraadschap van Rijnland) en het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard. De doelstelling van het Waterplan Zoetermeer is het behouden en versterken van een duurzaam watersysteem. Kortom een watersysteem dat betrouwbaar, levend en boeiend is. Om ook in de toekomst een veilig en goed functionerend watersysteem in Zoetermeer te behouden, moet meer ruimte voor water worden gerealiseerd. In het Waterplan Zoetermeer is afgesproken dat bij herontwikkeling gestreefd wordt naar het realiseren van extra water in het gebied dat (her)ontwikkeld wordt. In het stedelijk gebied wordt daarnaast ingezet op het vertragen van piekafvoeren, onder meer door het toepassen van open verharding of het realiseren van vegetatiedaken.
Een ander aandachtspunt uit het Waterplan is de waterkwaliteit. De kaderrichtlijn water (KRW) voorziet in het verbeteren van de waterkwaliteit. Er wordt gestreefd naar een waterkwaliteit, die minimaal voldoet aan de landelijk geldende normen en ook een aantrekkelijk leefgebied vormt voor plant en dier. Hiervoor is het van belang dat geen uitlogende, milieubelastende materialen, zoals zink, koper en lood, worden toegepast in oppervlakken welke direct of via het schoonwaterriool afwateren naar het oppervlaktewater.
Lange duikers hebben een negatief effect op de waterkwaliteit, omdat het water aan licht en lucht onttrokken wordt. Bovendien is het water in duikers niet zichtbaar. In het Waterplan wordt er dan ook naar gestreefd waterpartijen zoveel mogelijk via open water met elkaar te verbinden.
In hoofdstuk 4 en in paragraaf 5.5 wordt nader ingegaan op het thema water.
Het Waterbeheersingsplan Zoetermeer is vrij gedateerd (vastgesteld in 1973) maar de uitgangspunten zijn nog steeds van toepassing, vooral voor de wijk Palenstein (ligging in Palensteinse polder). Grote delen van Zoetermeer bestaan uit zeer lage polders waarbij de omgang met water een zeer grote rol speelt.
Ten aanzien van nieuwe ontwikkelingen zijn de volgende thema's relevant:
Eén maal per tien jaar wordt een peilstijging verwacht tot 1 meter onder straatniveau, en 1 keer per 50 jaar tot straatniveau. Hierbij is uitgegaan van een maaiveldhoogte van -4 meter NAP. Hierbij moet worden opgemerkt dat de kans op een peilstijging de laatste jaren is toegenomen (intensievere buien). Bij de aanleg van parkeergarages, danwel verdiepte parkeervakken dient rekening gehouden te worden met het bovenstaande.
Het Milieubeleidsplan, dat op 31 januari 2005 is vastgesteld door de gemeenteraad, heeft als algemene doelstelling: het realiseren van een duurzame ontwikkeling, het zoeken naar oplossingen en/of maatregelen waarmee de leefbaarheid voor de huidige en toekomstige bewoners, hier en elders wordt gediend. Aspecten van duurzaamheid zijn een volwaardige afwegingsfactor bij alle gemeentelijke (beleids)beslissingen. Er wordt gestreefd naar een ruimtelijke inrichting binnen de compacte stad waarin leefbaarheid, integratie van functies en meervoudig ruimtegebruik centraal staan. De fysieke groei van Zoetermeer heeft tot nog toe op een grotendeels duurzame manier plaatsgevonden (dat wil zeggen er is rekening gehouden met lokale milieuaspecten). De uitdaging naar de toekomst toe is om deze kwaliteiten te behouden en waar mogelijk verder uit te bouwen.
De klimaatveranderingen, de groei van Zoetermeer en de toenemende luchtvervuiling vragen om maatregelen. In het programma Duurzaam Zoetermeer (uitvoeringsprogramma 2012-2016) zijn maatregelen opgenomen om Zoetermeer te verduurzamen. De ambities zijn hoog: Zoetermeer wil tot de tien duurzaamste gemeenten van Nederland behoren. Zoetermeer zal een groene, schone en milieuvriendelijke stad moeten zijn, waarin we zuinig zijn op natuurlijke hulpbronnen en de beschikbare groene ruimte. Duurzaam Zoetermeer geeft hier op een praktische manier invulling aan, samen met lokale milieuorganisaties, het bedrijfsleven en de inwoners van Zoetermeer. De doelstellingen voor 2030 zijn:
De Nota Duurzaam Bouwen (vastgesteld door de gemeenteraad 21 september 2009) besteedt aandacht aan nieuwbouw, bestaande bouw en gemeentelijke gebouwen. Daarnaast wordt specifiek aandacht besteed aan klimaatbeleid, omdat het een speerpunt is binnen het Programma Duurzaam Zoetermeer. In de Nota is bepaald dat voor projecten vanaf 25 woningen of vergelijkbare grootte de ontwikkelaar van het vastgoed een energievisie dient uit te werken. Daarnaast geldt voor nieuwbouwlocaties met meer dan 1 woning dat GPR-gebouw wordt toegepast. Voor overige locaties zal voor alle labels van het instrument GPR een ambitieniveau van minimaal 7 worden gehanteerd. Voor 6 locaties die in het programma Duurzaam Zoetermeer waren aangewezen als innovatieve gebieden of projecten (Stadsboerderij Oosterheem, Paltelaan, Denemarkenlaan, Bleizo, Culturele as en Vlek A Oosterheem) blijven scherpe ambities gelden op energiebeleid. Deze liggen allen buiten het plangebied.
De uitvoering van de nota Duurzaam Bouwen zal plaats vinden in het traject van de omgevingsvergunning.
Voor de herstructurering van Palenstein zijn in overeenkomsten afwijkende afspraken gemaakt. De partijen zullen in nader overleg treden over over de mogelijkheden om duurzaam bouwen verder vorm te geven.
De Nota Mobiliteit Zoetermeer biedt het kader om de komende jaren invulling te geven aan het verkeers- en vervoersbeleid. De nota analyseert voor welke uitdagingen Zoetermeer staat, nu en in de toekomst. De aanwezige en de te verwachten knelpunten zijn hierin betrokken, alsmede de daarbij behorende oplossingsrichtingen. De nota beschrijft het verkeers- en vervoersbeleid en geeft een doorkijk naar 2025.
Modelonderzoek naar de situatie in 2010 laat zien dat er sprake is van een hoge verkeersdruk op het hoofdwegenstelsel en de aansluiting op de A12. De huidige ringstructuur rust zwaar op maatregelen die het verkeer op bepaalde plekken vasthoudt om het verkeer op de ring zelf te laten doorstromen, of verkeer snel van de ring te laten afvloeien. De intentie van deze nota is het leveren van een substantiële bijdrage aan de bereikbaarheid van Zoetermeer. Een belangrijk onderdeel van de studie is het onderzoeken en aanbrengen van relaties tussen huidige, vastgestelde en potentiële uitbreidingslocaties voor voorzieningen, kantoren en wonen en de effecten daarvan op de interne en externe bereikbaarheid, verkeersroutes en de gevolgen die een aantal verkeersbeperkende maatregelen zal hebben op deze routes. Bovengenoemde aspecten worden in onderlinge samenhang bezien en zijn gerelateerd aan de Toekomstvisie 2025 en het Masterplan Zoetermeer 2025.
De herstructureringsopgave in Palenstein in samenhang met het Verkeersplan Dorp (12 december 2012) brengt wijzigingen met zich mee voor de mobiliteitsstructuur. Deze bestaan onder andere uit:
De eerste twee maatregelen zijn in dit bestemmingsplan mogelijk gemaakt en opgenomen als nieuwe ontwikkeling. De andere twee maatregelen zijn zonder meer mogelijk binnen het vigerende en vast te stellen bestemmingsplan. In paragraaf 4.3 wordt nader op de verkeersstructuur ingegaan.
Het parkeerbeleid van Zoetermeer bestaat uit de Integrale kaderstellende beleidsnotitie parkeren Zoetermeer en de Nota Parkeernormen en Uitvoeringsregels. Het beleid is op 21 mei 2012 vastgesteld.
Integrale kaderstellende beleidsnotitie parkeren Zoetermeer
De Integrale kaderstellende beleidsnotitie (auto)parkeren Zoetermeer, die is vastgesteld door de gemeenteraad op 21 mei 2012, geeft uitwerking aan het parkeerbeleid. Als basis voor het nieuwe parkeerbeleid in Zoetermeer geldt: ‘vraagvolgend’ waar dat kan en ‘sturend’ waar dat moet. Met andere woorden: parkeerplaatsen realiseren op die plaatsen waar daar behoefte aan is én er de mogelijkheden zijn (ruimtelijk en financieel) en sturen op het gebruik van beschikbare parkeerplaatsen waar de vraag naar parkeercapaciteit groter is dan het aanbod en uitbreiding van parkeercapaciteit niet aan de orde is. In deze beleidsnotitie is vastgelegd hoe zal worden omgegaan met parkeervraagstukken in de bestaande stad. Hierbij wordt onderscheid gemaakt naar verschillende gebruikersgroepen zoals bewoners, bezoekers en werknemers.
Als basis voor het nieuwe parkeerbeleid in Zoetermeer geldt: 'vraagvolgend' waar dat kan en 'sturend' waar dat moet. Met andere woorden:
In deze beleidsnotitie is vastgelegd hoe zal worden omgegaan met parkeervraagstukken in de bestaande stad. Hierbij wordt onderscheid gemaakt naar verschillende gebruikersgroepen zoals bewoners, bezoekers en werknemers.
De concrete parkeernormen zijn niet in deze notitie vastgelegd maar in de Nota Parkeernormen en Uitvoeringsregels.
Nota Parkeernormen en uitvoeringsregels
In de Nota Parkeernormen en uitvoeringsregels, welke is vastgesteld door de gemeenteraad op 21 mei 2012, zijn voor uiteenlopende functies en voorzieningen parkeernormen opgenomen. Bij de parkeernormen is veelal sprake van een bandbreedte en kan per situatie bepaald worden welke norm binnen de bandbreedte het meest geschikt is. De parkeernormen worden toegepast bij nieuwe ontwikkelingen. Het parkeernormenbeleid van de gemeente Zoetermeer is dan ook bedoeld om parkeeroverlast door nieuwe ontwikkelingen te voorkomen. Er zijn echter altijd situaties die enige flexibiliteit vragen in de toepassing van de parkeernormen. Hiertoe bevat de nota uitvoeringsregels welke kunnen worden toegepast. De parkeernormen gelden voor nieuwe ontwikkelingen binnen de gemeente. Indien nader onderbouwt, bestaat de mogelijkheid om af te wijken van de parkeernormen. Bij nieuwe ontwikkelingen geldt dat parkeercapaciteit zoveel mogelijk binnen de ontwikkelkavel (op eigen terrein) moet worden aangelegd. Als dat in alle redelijkheid en billijkheid niet lukt, dan kan gekeken worden of de gemeente binnen de kaders van de overige beleidsuitgangspunten de restvraag aan parkeerplaatsen in het openbare gebied kan realiseren.
Voor dit bestemmingsplan is relevant dat in de Nota Parkernormen en Uitvoeringsregels een overgangsregeling is opgenomen die, eenvoudig gezegd, bepaalt dat t.b.v. de wijkvernieuwing Palenstein de normen uit de Parkeernota 2005 kunnen worden toegepast. In de paragraaf 'Overgangsregeling parkeernormen' van de 'Nota Parkeernormen en Uitvoeringsregels', punt 6, staat: Andere normering kan van toepassing zijn voor:
"Een bouwinitiatief ten aanzien waarvan de gemeente voor de publicatiedatum van deze Nota met de initiatiefnemer(s) in een précontractuele fase reeds afspraken heeft gemaakt waarin in bepaald dat de realisering de Beleidsnota Parkeren 2005 of een andere normering van toepassing is."
De wijkvernieuwing Palenstein voldoet aan deze omschrijving. Deze is vastgelegd in de 'Samenwerkingsovereenkomst Palenstein' d.d. 31 oktober 2005 en de (precontractuele) afspraken in de hierbij behorende Allonge op de Samenwerkingsovereenkomst Palenstein, en uitgewerkt in de 'Structuurvisie Palenstein' van oktober 2005.
Tegelijk met de Integrale kaderstellende beleidsnotitie (auto)parkeren Zoetermeer is een nieuwe Nota Parkeernormen en Uitvoeringsregels opgesteld. Op grond van de nieuwe Parkeernota geldt voor nieuwe ontwikkelingen dat in beginsel op eigen terrein in voldoende parkeergelegenheid moet worden voorzien.
In de Nota Parkeernormen en Uitvoeringsregels zijn voor uiteenlopende functies en voorzieningen parkeernormen opgenomen. Bij de parkeernormen is veelal sprake van een bandbreedte en kan per situatie bepaald worden welke norm binnen de bandbreedte het meest geschikt is. Het parkeernormenbeleid van de gemeente Zoetermeer is bedoeld om parkeeroverlast door nieuwe ontwikkelingen te voorkomen. Er zijn echter altijd situaties die enige flexibiliteit vragen in de toepassing van de parkeernormen. Hiertoe bevat de nota uitvoeringsregels die kunnen worden toegepast. Kortom, de parkeernormen gelden voor nieuwe ontwikkelingen binnen de gemeente. Indien nader onderbouwd bestaat de mogelijkheid om af te wijken van de parkeernormen. Bij nieuwe ontwikkelingen geldt dat de parkeercapaciteit zoveel mogelijk op eigen terrein moet worden aangelegd. Als dat in alle redelijkheid en billijkheid niet lukt, dan kan gekeken worden of de gemeente binnen de kaders van de overige beleidsuitgangspunten de restvraag aan parkeerplaatsen in het openbare gebied kan realiseren.
Binnen het kader van deze beleidsnota is een stappenplan ontwikkeld. Deze leidt tot een logische, transparante en communiceerbare behandeling, beantwoording of oplossing van vragen, opmerkingen of klachten over parkeeroverlast van bewoners, hulpverleningsdiensten en het bedrijfsleven.
In de nota zijn parkeernormen opgenomen. Dit stappenplan beoordeelt wat de parkeernormen moeten zijn en of ontheffing van de parkeereis mogelijk is. Dit stappenplan wordt doorlopen bij elke omgevingsvergunningaanvraag voor de activiteit bouwen.
Voor woningen geldt een uitsplitsing van parkeernormen per woningtype en woonoppervlak. Daarnaast zijn parkeernormen gegeven voor de volgende groepen: winkels, werkgelegenheid, vrije tijd, zorgvoorzieningen, onderwijsvoorzieningen en overig. De normen worden gekoppeld aan de aanwezigheidspercentages. De normen zijn een handvat bij nieuwe ontwikkelingen.
In deze rapportage zijn de archeologisch waardevolle gebieden in de gemeente Zoetermeer opgenomen. In deze gebieden is het zonder vergunning (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) verboden om:
In Palenstein is geen sprake van de ligging van archeologisch waardevolle gebieden. Alleen rondom de wijk bevinden zich beschermde gebieden, zoals een zone aan de oostzijde van de Zegwaartseweg. In paragraaf 3.1 en 5.6 van de plantoelichting wordt nader ingegaan worden op de historische ontwikkeling van het gebied en de archeologische waarden van het gebied.
Het project Verkeersplan Dorp (vastgesteld 12 december 2011) is een pakket aan verkeersmaatregelen dat zich richt op het verbinden van de beide winkelgebieden van de oostelijke en westelijke Dorpsstraat, het verminderen van het autoverkeer in Palenstein en het verbeteren van de verkeersdoorstroming en verkeersveiligheid rondom de Dorpsstraat. Tevens bevat het plan een bebordingssysteem om de voldoende aanwezige parkeerplaatsen beter vindbaar aan te geven. Hierdoor wordt de bereikbaarheid verbeterd.
De maatregelen die voor dit bestemmingsplan relevant zijn, betreffen:
Deze maatregelen zijn in dit bestemmingsplan mogelijk gemaakt.
De gemeente Zoetermeer heeft aangegeven haar wegennet te willen inrichten volgens de uitgangspunten en uitwerkingsprincipes van Duurzaam Veilig. Dit komt onder meer tot uiting in de nota Duurzaam Veilig 1e fase (1998). In het kader van Duurzaam Veilig wordt onderscheid gemaakt in de volgende functies van wegen: stroomwegen, drukke gebiedsontsluitingswegen, stille gebiedsontsluitingswegen en erftoegangswegen.
Aangenomen wordt dat het streven naar een duurzaam veilig verkeerssysteem in Zoetermeer leidt tot:
De extra voorzieningen die vanuit dit verkeersveiligheidsbeleid voortvloeien betekenen in algemene zin een verhoging van de beheerlast en een afname van groen. Hoe hoog dit zal zijn hangt af van de mate waarin de voorgestelde aanpassingen doorgang vinden.
Het doel van het Fietsplan is het bevorderen van het fietsgebruik in en rondom Zoetermeer en het verbeteren van de kwaliteit van het netwerk van fietspaden. Het Fietsplan geeft een integrale visie op de fietsroutes in Zoetermeer, waarbinnen onder andere voorstellen worden gedaan ter verbetering van het fietsnetwerk in Zoetermeer en welke nieuwe plannen voor het fietsverkeer ontwikkeld kunnen worden. In het Fietsplan is het fietsnetwerk onderverdeeld in drie functies: regionaal netwerk, hoofdfietsnetwerk en verbindend fietsnetwerk.
De fietsverbinding evenwijdig aan de Australiëweg behoort tot het regionale fietsnetwerk en de Leidse Wallenwetering tot het hoofdfietsnetwerk. De fietspaden langs de Du Meelaan, van Aalstlaan, Osylaan en van Diestlaan behoren tot het verbindend fietsnetwerk (zie ook afbeelding paragraaf 3.3.2).
Het gemeentelijk beleid met betrekking tot verkeer en vervoer staat beschreven in de "Nota Mobiliteit Zoetermeer". Mede op basis van deze nota over mobiliteit kan een aantal algemene randvoorwaarden en uitgangspunten voor verkeersregelinstalllaties en kruispunten gedefinieerd worden. In de Standaard verkeerskundige randvoorwaarden voor verkeersregelinstallaties 2008 zijn deze standaard verkeerskundige bepalingen en randvoorwaarden vastgelegd.
Indien het verkeer op een kruispunt geregeld moet worden, is het uitgangspunt dat, daar waar mogelijk, voor een rotonde wordt gekozen. Hierop zijn uitzonderingen van toepassing. De belangrijkste zijn:
In dit bestemmingsplan zijn geen ontwikkelingen voorzien die in strijd zijn met deze uitgangspunten.
De Visie Openbare Ruimte (VOR) 2008 is vastgesteld voor de middellange termijn en verwoordt alle belangrijke uitgangspunten voor de openbare ruimte in Zoetermeer. In de VOR zijn de doelstellingen voor de openbare ruimte afgestemd met andere beleidsterreinen en relevante beleidsnota's (waaronder de Stadsvisie, Stadsnatuurplan). De VOR stelt als doel een vitale, veilige, plezierige, (be)leefbare, duurzame ingerichte en goed beheerbare openbare ruimte voor iedereen die er gebruik van maakt.
Om de ambities te kunnen categoriseren is Zoetermeer ingedeeld in structuurelementen. Een indeling op basis van ruimtelijke en functionele kenmerken, zoals de gebiedsdruk. De benoemde ambities zijn steeds gekoppeld aan één of meer structuurelementen.
Palenstein behoort tot het structuurelement 'woonwijken'. Het structuurelement 'woonwijken' kent een inrichtingsniveau 'standaard'. Voor het openbare gebied in de wijk Oosterheem en het herstructureringsgebied van Palenstein (de hoogbouw) is besloten het niveau 'extra' toe te kennen. Voor Palenstein is dit van toepassing op het plein voor het huidige winkelcentrum, het park Palenstein en de Centrale As. In Palenstein worden hierbij de meerkosten 'terugverdiend' door het feit dat er in de nieuwe situatie per saldo minder openbare ruimte zal zijn. Voor het overige openbare gebied in Palenstein geldt een basisniveau.
In het collegeprogramma neemt de uitvoer van reeds in gang gezette en nieuwe projecten een belangrijke plaats in. Het project Palenstein is hierbij specifiek benoemd. Onderwerpen die op de herstructurering van Palenstein van toepassing zijn, betreffen:
Op 25 maart 2010 is de nieuwe Welstandsnota Zoetermeer van kracht geworden. In de Welstandsnota staan de criteria waarop de Stadsbouwmeester zijn advies over bouwplannen baseert. Er worden drie beleidsniveaus onderscheiden, die aan een gebied kunnen worden toegekend, te weten; intensief, regulier en een luw welstandsbeleid. Deze drie niveaus geven de kwalitatieve ambities en de mate van vrijheid aan in het omgaan met de bestaande structuur en het bebouwingsbeeld, stedenbouwkundig en architectonisch. Ze zijn vertaald in algemene criteria, die naar gelang het niveau hoger is, uitgebreider worden.
Voor de woonwijk Palenstein geldt een regulier welstandsbeleid. In een regulier welstandsgebied is het zich rekenschap geven van de hoofdkarakteristieken van de structuur en de architectuur het uitgangspunt. De samenhang van structuur en bebouwingsbeeld staat voorop. Alleen voor de Zegwaartseweg, de Australiëweg, het Van Doornenplantsoen en de buurt rondom de Van der Werffstraat geldt een intensief welstandsbeleid. Hier is behoud of zelfs herstel van de structuur en het bebouwingsbeeld uitgangspunt. Er worden hogere eisen gesteld aan het ontwerp en de relatie met de omgeving. Er dient te worden voortgebouwd op de oorspronkelijke context: dit kan traditioneel of vernieuwend zijn, met gebruikmaking van nieuwe interpretaties.
Voor de herstructureringsgebieden is een nader Welstandskader (beeldkwaliteitsplan) opgesteld.
Aangezien de gemeente Zoetermeer vaak partijen grond over heeft en de regio rond Gouda door bodemdaling vaak grond nodig heeft is in 2009 het besluit genomen om voor het opstellen van de nieuwe Bodemkwaliteitskaart een samenwerking aan te gaan met de Milieudienst Midden-Holland te Gouda. Door het opstellen van een gezamenlijke bodemkwaliteitskaart is het mogelijk om partijen grond en bagger uit te wisselen in een groter gebied en zonder of met een beperkte partijkeuring.
In de Nota Bodembeheer worden de milieuhygiënische randvoorwaarden voor grond- en baggerverzet beschreven, hierbij is gekozen voor gebiedsspecifiek beleid. De keus voor gebiedsspecifiek beleid houdt o.a. in dat de kwaliteit van de toe te passen grond en bagger wordt afgestemd op de functie van het gebied waar de grond wordt toegepast en niet, zoals voorheen, op de kwaliteit van de ontvangende bodem.
De gemeenteraad heeft op 3 oktober 2011 de Nota Grondbeleid 2011 "Veranderde stad, nieuwe koers, nieuw beleid" vastgesteld. De nota Grondbeleid schetst de uitgangspunten van het grondbeleid van de gemeente Zoetermeer, binnen de kaders van het ruimtelijk en sectoraal beleid. In de nota staat hoe de gemeente omgaat met grondverwerving, gronduitgifte, kostenverhaal en risicomanagement. Ook staat in de nota hoe ruimtelijk-fysieke ontwikkelingen financieel worden beheerd. Ten slotte is in de nota vastgelegd hoe winst uit het Grondbedrijf wordt genomen en op welke manier de gemeente verliesgevende projecten financiert.