direct naar inhoud van 3.2 Ruimtelijk structuur
Plan: Binnenstad
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0620.bp0009-VG01

3.2 Ruimtelijk structuur

3.2.1 Stedenbouwkundige analyse

In het kader van de opgestelde ' Cultuurhistorische inventarisatie, Vianen ' is voor het plangebied een stedenbouwkundige analyse uitgevoerd.

Binnenstad
Als gestichte stad kent Vianen een regelmatig grondplan met een vrij recht stratenverloop. De Voorstraat en de Korten- en Langendijk dateren in aanleg vrijwel zeker uit de pre-stedelijke periode. De verklaring voor het afwijkende stratenpatroon in de noordoosthoek van de binnenstad wordt eveneens gezocht in een reeds van voor de aanleg van de stad daterende situatie. Concrete bronnen omtrent de planmatige aanleg ontbreken. Naar een mogelijke samenhang tussen de breedte en diepte van de oorspronkelijk uitgegeven percelen is tot op heden maar beperkt onderzoek gedaan. Opvallend is dat de kadastrale minuut laat zien dat de perceelscheidingen in de bouwblokken aan de Voorstraat niet doorlopen in die langs de achterstraten. Gezien de in de bouwblokken van west-oost en oost-west doorlopende perceelgrenzen zal aan weerszijden van de Voorstraat aanvankelijk sprake zijn geweest van doorgaande kavels in handen van één eigenaar. De hoofdbebouwing ontwikkelde zich langs de Voorstraat, terwijl aan de achterstraten sprake was van ondergeschikte bebouwing.

Het gebied aan de westzijde van de Voorstraat kent twee van noord naar zuid lopende straten, thans de Achterstraat en de Brederodestraat, oorspronkelijk de Eerste en Tweede Westachterstraat. Langs deze straten ontwikkelde zich aanvankelijk een hoofdbebouwing aan de oostzijde, waarbij de opzet (bouwmassa en -hoogte) aanzienlijk kleiner was dan langs de Voorstraat. Opvallend is de aanwezigheid van tuinen en boomgaarden in het doorgaande bouwblok tussen de huidige Brederodestraat en de vroegere stadsmuur. Hiervan is het beeld ten opzichte van de kadastrale minuut nauwelijks gewijzigd. Vergeleken met Blaeu, die een vrijwel aaneengesloten bebouwing laat zien, geeft de kadastrale minuut grote delen met onbebouwde percelen. Sinds het eerste kwart van de 19de eeuw zijn echter weer vrijwel volledig aaneengesloten straatwanden ontstaan.

Aan de oostzijde van de Voorstraat was eveneens sprake van twee achterstraten, met het aan de noordzijde al genoemde afwijkende verloop. Opvallend is hier - in tegenstelling tot de westzijde - de aanwezigheid van een veststraat [Walsland]. In het laatste kwart van de 20ste eeuw is het stratenverloop in het zuidwestelijke deel van de binnenstad ingrijpend gewijzigd. De kaart van Blaeu toont aan de oostzijde van de stad eigenlijk het spiegelbeeld van de westzijde. Ook hier is sprake van grote open gebieden met tuinen. Hooibergen geven aan dat er sprake was van agrarische activiteit.

Straatbeeld
In het algemeen kan worden gesteld dat er vooral langs de Voorstraat sprake is van bebouwing met een meer stedelijk karakter. De gevels van de huizen hebben veelal een bovengemiddelde kwaliteit. De huizen verschillen in karakteristiek veel van elkaar door verschil in bouwmassa en (voorgevel)architectuur. Dat geldt in mindere mate ook voor de zijstraten van de Voorstraat en voor de Korte- en Langedijk.
Bij de overige straten met oudere bebouwing geldt dat de gevels hier wel bijdragen aan het totaalbeeld, maar in zichzelf vaak weinig kwaliteit hebben. De waarde van het straatbeeld wordt hier bepaald door de samenhang van het geheel. Bij de verbindende stegen tussen de Voorstraat en de van noord naar zuid lopende vroegere 'achterstraten' (Lombardstraat, Bakkerstraat, Stadhuisstraat, Keizerstraat, Stalstraat, Oliestraat en Koestraat) is de bebouwing van de hoekpanden van de hoofdstraten vaak beeldbepalend. In de stegen zelf is over het algemeen sprake van eenvoudige kleinschalige bebouwing.

In de Cultuurhistorische inventarisatie, Vianen worden de diverse straten in de binnenstad nader beschreven.

Zuidoosthoek binnenstad
De zuidoostelijke kwadrant van de historische binnenstad is in het laatste kwart van de 20ste eeuw ingrijpend gewijzigd. Volgens de kadastrale minuut was er rond 1822 weinig bebouwing en waren de terreinen in gebruik als tuin of boomgaard. Bij de aanleg van de tegenwoordige straten is niet of nauwelijks rekening gehouden met het oorspronkelijke stratenpatroon. Vooral in het zuideinde van de Weesdijk veranderde het verloop van de vroegere rooilijnen ingrijpend.

Langs het zuidelijk deel van het Walsland en ’t Klooster vormde de nog aanwezige stadsmuur de begrenzing van de bebouwing. Aan de zuidzijde werden muur en het rondeel op de zuidoosthoek ingrijpend gerestaureerd. Het verloop van de Korte Kerkstraat bleef tot aan het Klooster vrijwel ongewijzigd. Aan de zuidzijde bleef de historische bebouwing gehandhaafd. De straatnaam Klooster herinnert aan een mogelijke kloosterstichting rond 1500, maar het is niet geheel duidelijk of deze ook tot uitvoering kwam. Achter en aan de zuidzijde vormt het groen achter de stadsmuur een belangrijke ruimtelijke component. Het zelfde geldt voor de groenstrook aan de voet van de stadsmuur, die vooral vanaf de Lijnbaan zichtbaar is.

Buitenstad
De Buitenstad ontleent haar naam letterlijk aan de buiten de middeleeuwse ommuring gelegen bebouwing. Hoewel het hoogteverschil ten opzichte van het omringende terrein gering is, wordt de straat gevormd door een weg op een lage dijk, welke de verbinding vormt tussen de Lekpoort en de rivier. De oudste vermelding is uit 1541. Toen was er kennelijk al sprake van buitendijkse bebouwing.
De toegang tot de buitenstad wordt vanaf de Ringdijk en de Zomerdijk gemarkeerd door twee forse panden (Buitenstad 12 -Ringdijk 1 en Zomerdijk 2).

De Buitenstad vormt een vrij brede straat die ter hoogte van de Schippersplaats naar het westen uitwaaierd. De afbuigende rooilijn vormt de voornaamste herinnering aan de vroegere haven. Uit de cultuurhistorische analyse blijkt dat het merendeel van de bebouwing uit later tijd dateert. Mogelijk was er in de beginfase sprake van houten huizen, die in geval van beleg makkelijk konden worden gesloopt om zo een vrij schootsveld te krijgen.

Ringdijk-Zomerdijk
De verhoogde rivierdijken aan de noordzijde van de binnenstad vormen de afsluiting met de rivier. Alleen aan weerszijden van de aansluiting met de buitenstad is sprake van bebouwing. Voor het overige bieden beide dijken vrij uitzicht op de rivier de Lek en op de binnenstad. De Ringdijk maakt vanouds een bocht om het voormalige kasteelterrein.

3.2.2 Ruimtelijke kwaliteit

In het kader van de Cultuurhistorische inventarisatie, Vianen is een ruimtelijke kwaliteitskaart opgesteld waarop de kwaliteit van de openbare ruimte in samenhang met de bebouwing en het groen is aangegeven.
De Ruimtelijke waarderingskaart Vianen is als bijlage 3 bij het bestemmingsplan opgenomen.

Stratenpatroon
Het stratenpatroon van de binnenstad van Vianen is grotendeels behouden gebleven. Met uitzondering van de zuidwesthoek in het laatste kwart van de twintigste eeuw zijn grote stedenbouwkundige ingrepen uitgebleven. De stedenbouwkundige structuur bestaat langs de Voorstraat, de Kortendijk en de Langendijk uit gesloten bouwblokken. Langs de vroegere achterstraten is sprake van een meer gemengde structuur. Soms is sprake van langere gedeelten met gesloten gevelwanden, maar in veel gevallen is ook sprake van panden die terugliggen ten opzichte van de doorgaande rooilijn.

Openbare ruimte
De inrichting van de openbare ruimte is vooral de laatste vijftig jaar ingrijpend gewijzigd. De straten hadden tot ver voorbij het midden van de vorige eeuw de klassieke inrichting met een aan weerszijden stoepen en in het midden een rijbaan voorzien van klinkers of keien. Aan de Voorstraat, de Kortendijk en de Langendijk was in veel gevallen nog sprake van eigen hardstenen stoepen, al dan niet voorzien van een smeedijzeren hekwerk met stoeppalen. Het slingerend verloop van de rijloper van de Voorstraat heeft een storende invloed op de ruimtelijke kwaliteit. In de overige straten bleef het oorspronkelijke beeld grotendeels bewaard.

afbeelding "i_NL.IMRO.0620.bp0009-VG01_0008.jpg"  
Afbeelding - Uitsnede Ruimtelijke waarderingskaart Vianen   

Bebouwing
Langs de hoofdstraten is thans sprake van de klassieke typologie van stadshuizen waarbij veel de combinatie van winkel met bovenwoningen vertonen. Toch bleven veel panden met uitsluitend een woonhuisfunctie in belangrijke mate behouden.

Het oorspronkelijke gevelbeeld is vooral langs de Voorstraat sterk gewijzigd. Bij de woonhuizen waarvan de functie veranderde in winkel, maakte de oorspronkelijke klassieke indeling met een deur en twee vensters, in de 19de eeuw plaats voor een winkelpui met een centrale entree geflankeerd door grote etalagevensters. In het recente verleden zijn bij tal van panden nieuwe winkelpuien gerealiseerd. Daarbij werden oorspronkelijke houten exemplaren vaak vervangen in kunststof. De omlijsting van puien werd veelal gestuct of geschilderd, of van een betegeling of beplating voorzien. Veel van de meer plastische oudere winkelpuien maakten plaats voor meer vlakke glazen inlooppuien.
Langs de overige straten is bij het merendeel van de gevels bij uitzondering sprake van een eigen bovengemiddelde kwaliteit. Toch is er in het totaalbeeld sprake van een zekere samenhang. Dit laatste geldt nog in sterkere mate voor de bebouwing van de buitenstad. Bijzondere architectuur ontbreekt hier vrijwel volledig, maar de samenhang van het geheel leidt tot een positieve waardering van de openbare ruimte.

De binnenstad kent vier bijzondere gebouwen die door hun bovengemiddelde omvang, markante situering en bijzondere architectuur dominant in het stadsbeeld aanwezig zijn. De Grote Kerk (vanaf 14de eeuw) is het oudste voorbeeld en vormt een bijzondere afsluiting aan de zuidzijde van de Voorstraat. Aan de noordzijde van dezelfde straat vormt de Lekpoort (ca. 1500) een kleinere tegenhanger. De twee andere bijzondere gebouwen zijn de rooms-katholieke kerk aan de Achterstraat (1877-'78) en de watertoren (1905) aan het Hofplein.
De vier genoemde gebouwen zijn niet alleen opvallen binnen het straatbeeld van de binnenstad zelf, maar zijn ook kenmerkend voor de herkenbaarheid of identiteit van buitenaf. Zij bepalen in belangrijke mate het stadssilhouet vanaf de overzijde van de Lek, maar ook vanaf de A2.

Op de ruimtelijke waarderingskaart is de ruimtelijke kwaliteit van de panden aangegeven in drie verschillende categorieën:

  • er zijn panden die een beeldbepalende bijdrage leveren aan het ruimtelijk beeld (donkerbruin), en
  • panden met een beeldondersteunende bijdrage (lichtbruin),
  • voor panden uit een meer recent verleden (jonger dan 50 jaar) is in de cultuurhistorische inventarisatie afgezien van een waardeoordeel omtrent de bebouwing (aangegeven in grijs).

Groen
De binnenstad van Vianen kent nauwelijks openbaar groen. De verdichting van de bebouwing in de laatste honderd jaar leidde er toe dat ook op de particuliere terreinen binnen de bouwblokken weinig groen bewaard bleef. Het groen wat nog rest heeft een zeer divers karakter en bestaat uit bomen, struikgewas en laag groen.
Belangrijke uitzonderingen vormen de tuinen van de rooms-katholieke pastorie aan de Achterstraat, van de Grote Kerk en die van het pand Kerkstraat 62-64,

Van buitenaf draagt de groenstrook aan de voet van de stadsmuur in belangrijke mate bij aan de ruimtelijke kwaliteit. Dit groen is vooral aan de zuid-, oost- en noordzijde van de stad waarneembaar. Uiterst belangrijk is het beeld vanaf de Singel aan de westzijde van de binnenstad. Dit pad (met aan weerszijden bomen) biedt een vrijwel onbelemmerde blik op de westzijde van de binnenstad, met op de voorgrond de moestuinen en boomgaarden en daarachter de bebouwing aan de westzijde van de Brederodestraat.

Het groen ter plaatse van het vroegere kasteel sluit aan de zuidzijde van het Hofplein aan op dat van de moestuinen achter de Brederodestraat. Aan de noordzijde daarvan wordt het omsloten door de Lekdijk. Door het ontbreken van enige vorm van beplanting heeft dit gedeelte een wat indifferent karakter.