Plan: | Binnenstad |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0620.bp0009-VG01 |
In de nota ' Cultuurhistorische inventarisatie, Vianen ' is een beknopte geschiedenis van de binnenstad opgenomen. Deze is hieronder integraal overgenomen.
Archeologische vondsten maken duidelijk dat er al in de bronstijd (2000-800 v. Chr.) sprake was van menselijke bewoning in het noordelijk deel van het gebied dat we nu kennen als de Vijfheerenlanden. Pas vanaf de vroege middeleeuwen kan worden gesproken van kleine nederzettingen in deze omgeving.
In het midden van de 10de eeuw zijn het de Utrechtse kapittels van de Dom en van Oudmunster, welke de grootschalige ontginning van het gebied ter hand nemen. Ook het terrein waarop in 1335 het nieuwe Vianen werd aangelegd viel binnen deze ontwikkeling. Ondanks latere wijzigingen zijn in de huidige stadsplattegrond elementen aan te wijzen die waarschijnlijk teruggaan op de oorspronkelijke ontginning. De vroegere Haagwetering vormde daarvan een onderdeel en ging later op in de zuidelijke stadsgracht. In het oostelijk deel van de stad bleven restanten van het waaiervormige verkavelingspatroon van de ontginning Klein Hagen bewaard.
Vianen ontving al in 1271 marktrechten van bisschop Jan van Nassau. Met het aantreden van Willem van Duivenvoorde, die direct met de Hollandse graaf was verbonden, kwam in 1335-1336 een eind aan de Utrechtse invloed. Hij was het die de stad liet omgrachten en bemuren en verleende de stad nieuwe privileges. In de stadsbrief werd onder meer gesproken over jaar- en weekmarkten, de organisatie van het plaatselijk bestuur en de rechtspraak.
Afbeelding - Vianen omstreeks 1565 (bron: Jacob van Deventer) |
De nieuwe stad kreeg een grondplan op basis van een onregelmatig vierkant van ongeveer 500 bij 500 m. In de noordwesthoek kwam rond 1370 het kasteel Batestein tot stand (afgebrand in 1696). Aan de westzijde kwam een meer planmatige invulling tot stand met twee evenwijdig aan de Voorstraat lopende achterstraten met een tussenafstand van circa 40 m. Het patroon met drie bebouwingsstroken aan weerszijden van de Voorstraat met secundaire dwarsstegen is vandaag de dag nog steeds herkenbaar.
De stadsmuur was oorspronkelijk voorzien van 17 halfronde muurtorens en rondelen. De defensieve functie kwam in de loop van de 17de eeuw te vervallen. Na het opheffen van de tol werden de Oostpoort aan het einde van de Langendijk en de Landpoort bij de Grote Kerk in de 19de eeuw gesloopt.
Afbeelding - Vianen omstreeks 1645 (bron: John Blaeu) |
Grote veranderingen in het stadsbeeld hebben zich tot het midden van de 20ste eeuw nauwelijks voorgedaan. Het stratenplan zoals Van Deventer, dat de situatie van omstreeks 1560 weergeeft, komt in grote lijnen overeen met dat van vandaag de dag. Wanneer we deze kaart echter vergelijken met de kaart van Blaeu (1649) en de kadastrale minuut (1822) is wel opvallend dat de dichtheid van de bebouwing in de loop der eeuwen aan veranderingen onderhevig is.
Blaeu toont aan de randen van de stad minder bebouwing en laat aan de oost- en westzijde verschillende hooibergen zien. Ook de kadastrale minuut toont opvallend veel lege plekken. Mogelijke verklaring vormt de ernstige wateroverlast in de 18de eeuw. Mede daardoor vond een ernstige waardedaling van de huizen plaats en werden toen tal van panden gesloopt.
Afbeelding - Vianen omstreeks 1822 (bron: Kadastrale Minuut) |
De oudste vermelding van de buitenstad dateert uit 1520. Op de bekende kaart van Jacob van Deventer is te zien dat er sprake is van een haventje, maar tevens van een havenhoofd aan de zijde van de Lek. In het midden van de 17de eeuw was er sprake van een echte havenwijk. Na de aanleg van het Merwedekanaal in 1892 verloor de haven zijn functie en kreeg de buitenstad een ondergeschikt karakter. Rond de wijk ligt een verhoogde brede strook, welke thans de ruimtelijke begrenzing vormt.