direct naar inhoud van Artikel 21 Algemene bouwregels
Plan: Binnenstad
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0620.bp0009-VG01

Artikel 21 Algemene bouwregels

21.1 Bestaande afmetingen en afstanden

In die gevallen dat de bestaande goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud, afstand tot enige grens van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de ter zake geldende wet- en regelgeving tot stand zijn gekomen, minder dan wel meer bedraagt dan in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven respectievelijk toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud, afstand of plaats in afwijking daarvan als minimaal respectievelijk maximaal toegestaan.

21.2 Dakkapellen en gevelopbouwen
21.2.1 Bouwregels

Dakkapellen en gevelopbouwen mogen voor zover gebouwd aan de naar de weg gekeerde zijde van een gebouw een breedte hebben van ten hoogste een derde van de breedte van deze zijde van dat gebouw en voor zover gebouwd aan de achtergevel van een gebouw een breedte hebben van ten hoogste de helft van de breedte van de achtergevel van dat gebouw en mits de hoogte van de dakkapel of gevelopbouw, gemeten ten opzichte van de goothoogte van de onderliggende gevel niet meer bedraagt dan 3 m.

21.2.2 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde in sublid 21.2.1 voor dakkapellen tot over de volle breedte van een gebouw, mits:

  • a. indien het een gebouw betreft ter plaatse van de of met de aanduiding 'zeer hoge cultuurhistorische waarden', 'hoge cultuurhistorische waarden', 'belangrijke cultuurhistorische waarden' of 'geringe cultuurhistorische waarden' op de bij deze regels behorende bijlage 'Cultuurhistorische kaart Vianen', het gebouw blijft passen in Stadsbeeld A en geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de bestaande architectonische waarde;
  • b. advies wordt ingewonnen bij de Erfgoedcommissie.
21.3 Ondergeschikte bouwdelen

Ondergeschikte delen van een bouwwerk mogen de bouwgrens als volgt overschrijden:

  • a. tot gebouwen behorende plinten, pilasters, kozijnen, standleidingen voor regenwater, gevelversieringen en wanden van ventilatiekanalen en schoorstenen mogen de bouwgrens met maximaal 20 cm overschrijden;
  • b. tot gebouwen behorende gevellijsten, kroonlijsten, overstekende daken, luifels en hijsinrichtingen mogen, mits gelegen op een hoogte van ten minste 2,2 m boven een voetpad of ten minste 4,2 m boven een rijweg, de bouwgrens met maximaal 50 cm overschrijden.
21.4 Parkeernormen

Een omgevingsvergunning voor het bouwen van hoofdgebouwen op gronden met de bestemmingen 'Bedrijf', 'Centrum - 1', 'Centrum - 2', 'Gemengd - 1', 'Gemengd - 2', 'Maatschappelijk' en 'Wonen', wordt slechts verleend, indien bij de aanvraag wordt aangetoond dat ten behoeve van de betreffende vestiging waar de gebouwen worden gebouwd, op eigen terrein of elders, in voldoende parkeergelegenheid wordt of zal worden voorzien.