direct naar inhoud van Artikel 10 Maatschappelijk
Plan: Binnenstad
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0620.bp0009-VG01

Artikel 10 Maatschappelijk

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het uitoefenen van activiteiten gericht op sociale, maatschappelijke, educatieve en openbare dienstverlening, waaronder begrepen: gezondheidszorg, zorg en welzijn, jeugd- en kinderopvang, onderwijs, religie, bibliotheken, openbare dienstverlening, verenigingsleven, een en ander zoals genoemd in de categorieën 1 en 2 van de bij deze planregels behorende bijlage Staat van maatschappelijke voorzieningen;
  • b. een feestzaal ter plaatse van de aanduiding 'feestzaal';
  • c. een kerk ter plaatse van de aanduiding 'religie';
  • d. ondersteunende horeca, tot een bedrijfsvloeroppervlakte van 150 m² per vestiging
  • e. groen-, parkeer- en overige voorzieningen, zoals in- en uitritten.
10.2 Bouwregels
10.2.1 Algemeen

Op of in de in lid 10.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend met de bestemming verband houdende gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.

10.2.2 Binnen het bouwvlak

Voor het bouwen binnen het bouwvlak gelden de volgende regels:

  • a. het bebouwingspercentage bedraagt 100%;
  • b. de goothoogte en bouwhoogte van gebouwen mogen niet minder en niet meer bedragen dan de bestaande goothoogte en bouwhoogte of niet meer dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is aangegeven;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' mag ten hoogste één bedrijfswoning worden gebouwd;
  • d. van aan- of uitbouwen en bijgebouwen bij bedrijfswoningen mag:
    • 1. de gezamenlijke oppervlakte bij elke woning niet meer dan 60 m² bedragen;
    • 2. de goothoogte niet meer dan 3 m en de bouwhoogte niet meer dan 5 m bedragen;
  • e. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 m bedragen.
10.2.3 Buiten het bouwvlak

Voor het bouwen buiten het bouwvlak gelden de volgende regels:

  • a. het bebouwingspercentage bedraagt 75% of op elk bouwperceel zoveel als ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' is aangegeven;
  • b. gebouwen mogen uitsluitend achter de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw worden gebouwd;
  • c. de goothoogte van gebouwen mag niet meer dan 3 m bedragen of niet meer dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' is aangegeven;
  • d. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer dan de bestaande goothoogte plus 3 m bedragen;
  • e. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan hierna is aangegeven:
bouwwerken   max. bouwhoogte  
erf- of perceelafscheidingen   2,2 m  
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde   5 m  
10.3 Afwijken van de bouwregels
10.3.1 Afwijking goothoogte en bouwhoogte

Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde in sublid 10.2.2, onder b:

  • a. ten behoeve van het bouwen met een ten hoogste 1 m lagere dan wel hogere goothoogte respectievelijk bouwhoogte dan daar is bepaald;
  • b. ten behoeve van het bouwen van achtergevels en zijgevels met een lagere goothoogte respectievelijk bouwhoogte dan daar is bepaald, welke hoogte niet meer dan 2 m mag afwijken van de bestaande goothoogte respectievelijk bouwhoogte;

mits:

  • 1. het betreffende bouwwerk, voor zover het staat ter plaatse van de aanduiding 'zone A', redelijkerwijs past of blijft passen in het Stadsbeeld A;
  • 2. het advies van de Erfgoedcommissie is ingewonnen.