direct naar inhoud van Artikel 5 Centrum - 1
Plan: Binnenstad
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0620.bp0009-VG01

Artikel 5 Centrum - 1

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Centrum - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de hierna aangegeven functies en voorzieningen op de daarbij aangegeven plaatsen:
    functies en voorzieningen   begane grondlaag   boven-
    verdiepingen  
    detailhandel   ja   nee1)  
    publiekgerichte dienstverlening   ja   nee1)  
    horeca in categorie 1 van de bij deze regels behorende bijlage Staat van horeca-activiteiten   ja   nee1)  
    horeca in categorie 1 en 2 van de bij deze regels behorende bijlage Staat van horeca-activiteiten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 2'   ja   nee1)  
    kantoren   nee1)   nee1)  
    museum ter plaatse van de aanduiding 'museum'   ja   ja  
    ondersteunende horeca   ja   nee1)  
    wonen en beroep of bedrijf aan huis   ja2)   ja3)  
    bij wonen behorende toegangen en bergingen   ja   ja  
    bij hiervoor bedoelde functies en voorzieningen behorende werkplaatsen en atelier-, praktijk-, kantoor- en opslagruimten, niet zijnde garageboxen   ja   nee1)  
    1) behoudens daar waar het bestaand gebruik betreft
    2) uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'wonen'
    3) behoudens ter plaatse van de aanduiding 'wonen uitgesloten'  
  • b. erven en tuinen;
  • c. groen-, parkeer- en overige voorzieningen, zoals fiets- en voetpaden, in- en uitritten en nutsvoorzieningen.
5.2 Bouwregels
5.2.1 Algemeen

Op of in de in lid 5.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend met de bestemming verband houdende gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.

5.2.2 Binnen het bouwvlak

Voor het bouwen binnen het bouwvlak gelden de volgende regels:

  • a. het bebouwingspercentage bedraagt 100%;
  • b. de goothoogte en bouwhoogte van gebouwen mogen niet minder en niet meer bedragen dan de bestaande goothoogte en bouwhoogte of niet meer dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is aangegeven;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' mogen bouwwerken uitsluitend zodanig worden gebouwd dat ze op de begane grond zijn voorzien van een onderdoorgang met een vrije doorgangshoogte van ten minste 2,5 m;
  • d. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 m bedragen.
5.2.3 Buiten het bouwvlak

Voor het bouwen buiten het bouwvlak gelden de volgende regels:

  • a. het bebouwingspercentage bedraagt 75% of op elk bouwperceel zoveel als ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' is aangegeven;
  • b. gebouwen mogen uitsluitend achter de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw worden gebouwd;
  • c. de goothoogte van gebouwen mag niet meer dan 3,5 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer dan de bestaande goothoogte plus 3 m bedragen;
  • e. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan hierna is aangegeven:
bouwwerken   max. bouwhoogte  
erf- of perceelafscheidingen   2,2 m  
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde   5 m  
5.3 Specifieke gebruiksregels
5.3.1 Beroep- en bedrijf aan huis

Een woning en daarbij behorende aan- of uitbouwen en bijgebouwen mogen worden gebruikt voor de uitoefening van een beroep of bedrijf aan huis, mits:

  • a. niet meer dan 25% van de vloeroppervlakte van de gebouwen daarvoor wordt gebruikt met een maximum van 100m²;
  • b. uitsluitend beroeps- of bedrijfsactiviteiten worden toegestaan in categorie 1 van de bij deze regels behorende Staat van bedrijfsactiviteiten aan huis;
  • c. er geen detailhandel plaatsvindt;
  • d. er geen horeca plaatsvindt met uitzondering van een bed & breakfast;
  • e. bed & breakfast uitsluitend plaatsvindt in hoofdgebouwen.
5.4 Afwijken van de bouwregels
5.4.1 Afwijking goothoogte en bouwhoogte

Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde in sublid 5.2.2, onder b:

  • a. ten behoeve van het bouwen met een ten hoogste 1 m lagere dan wel hogere goothoogte respectievelijk bouwhoogte dan daar is bepaald;
  • b. ten behoeve van het bouwen van achtergevels en zijgevels met een lagere goothoogte respectievelijk bouwhoogte dan daar is bepaald, welke hoogte niet meer dan 2 m mag afwijken van de bestaande goothoogte respectievelijk bouwhoogte;

mits:

  • 1. het betreffende bouwwerk, voor zover het staat ter plaatse van de aanduiding 'zone A', redelijkerwijs past of blijft passen in het Stadsbeeld A;
  • 2. het advies van de Erfgoedcommissie is ingewonnen.
5.5 Afwijken van de gebruiksregels
5.5.1 Afwijking functies en voorzieningen op bovenverdiepingen of begane grondlaag

Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 5.1, onder a, omtrent de op de begane grond en bovenverdiepingen toegestane of niet toegestane functies en voorzieningen, ten behoeve van het toestaan van:

  • a. detailhandel op maximaal één bovenverdieping in het betreffende gebouw, mits:
    • 1. de noodzaak daarvan voor een doelmatige exploitatie van de op de begane grond gevestigde detailhandel is aangetoond;
    • 2. het straatbeeld en het aanzicht ter plaatse van de betreffende bebouwing daardoor niet onevenredig worden aangetast;
  • b. publiekgerichte dienstverlening op maximaal één bovenverdieping in het betreffende gebouw, mits:
    • 1. de noodzaak daarvan voor een doelmatige exploitatie van de op de begane grond gevestigde dienstverlening is aangetoond;
    • 2. het straatbeeld en het aanzicht ter plaatse van de betreffende bebouwing daardoor niet onevenredig worden aangetast;
  • c. horeca categorie 1 op maximaal één bovenverdieping in het betreffende gebouw, mits:
    • 1. de noodzaak daarvan voor een doelmatige exploitatie van de op de begane grond gevestigde horeca is aangetoond;
    • 2. het straatbeeld en het aanzicht ter plaatse van de betreffende bebouwing daardoor niet onevenredig worden aangetast;
  • d. wonen op de begane grond, mits:
    • 1. redelijkerwijs aannemelijk is dat er op de betreffende plaats geen behoefte bestaat aan invulling van de begane grond met andere daar toegestane functies en voorzieningen als bedoeld in lid 5.1, onder a;
    • 2. het straatbeeld en het aanzicht ter plaatse van de betreffende bebouwing daardoor niet onevenredig worden aangetast;
  • e. bij de in lid 5.1, onder a, genoemde functies en voorzieningen behorende werkplaatsen en atelier-, praktijk-, kantoor- en opslagruimten, op maximaal één bovenverdieping in het betreffende gebouw, mits:
    • 1. de noodzaak daarvan voor een doelmatige exploitatie van de op de begane grond gevestigde functies en voorzieningen is aangetoond;
    • 2. het straatbeeld en het aanzicht ter plaatse van de betreffende bebouwing daardoor niet onevenredig worden aangetast.
5.6 Wijzigingsbevoegdheid
5.6.1 Wijziging wonen op bovenverdiepingen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen zodanig dat de aanduiding 'wonen uitgesloten' wordt verwijderd en de aanduiding 'wonen' wordt opgenomen op het perceel Voorstraat 92-94, waardoor daar wonen wordt toegestaan, mits op geen van de gevels van woningen bij voltooiing de geluidbelasting vanwege een weg de ten hoogste toegestane grenswaarde overschrijdt, tenzij het betreft dove gevels die als zodanig gerealiseerd zijn en blijven.