direct naar inhoud van Artikel 13 Woongebied
Plan: Sion - ’t Haantje
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0603.bpsionthaantje-VA02

Artikel 13 Woongebied

13.1 Bestemmingsomschrijving
13.1.1

De voor Woongebied aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. aan huis gebonden beroepen,

met daaraan ondergeschikt:

  • c. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • d. gebiedsontsluitingswegen, inclusief busbanen;
  • e. bruggen, viaducten en tunnels ten behoeve van kruisende infrastructuur;
  • f. parkeervoorzieningen, al dan niet (half) ondergronds;
  • g. speelvoorzieningen;
  • h. nutsvoorzieningen, waaronder een rioolgemaal en leidingen;
  • i. wegen en paden;
  • j. geluidwerende voorzieningen;
  • k. bermen en beplanting;
  • l. straatmeubilair,

met de daarbij behorende:

  • m. tuinen en erven;
  • n. gebouwen;
  • o. bouwwerken geen gebouwen zijnde.
13.1.2

Ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van verkeer - fietspad" zijn de in lid 13.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor:

  • a. een doorgaande verbinding voor langzaamverkeer;
  • b. behoud en versterking van de landschappelijke waarde van de route.
13.1.3

De waterbergingscapaciteit in de gezamenlijke bestemmingen als bedoeld in de artikelen 6, 8, 9, 10, 11, 13, 14, 15 en 16 dient ten minste 325 m³ per hectare te bedragen.

13.2 Bouwregels
13.2.1 Hoofdgebouwen
  • a. binnen de bestemming dienen tenminste 25 woningen en mogen maximaal 250 woningen worden gebouwd, waarvan maximaal 30% gestapelde woningen;
  • b. van het aantal woningen binnen de bestemmingen als bedoeld in de artikelen 13, 15 en 16 worden ten minste 10% sociale huurwoningen gebouwd;
  • c. verwezenlijking van het plan dient plaats te vinden vanaf de Prinses Beatrixlaan;
  • d. de bouwhoogte van de grondgebonden woningen mag maximaal 12 m bedragen;
  • e. de bouwhoogte van gestapelde woningen mag maximaal 30 m bedragen.
13.2.2 Erfbebouwing

Op ieder perceel met een bestaande woning mogen aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen worden gebouwd, met dien verstande, dat:

  • 1. de gezamenlijke oppervlakte per bouwperceel niet meer bedraagt dan 60 m2;
  • 2. 50% van het zijerf en 50% van het achtererf onbebouwd dient te blijven;
  • 3. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen niet meer mag bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag, vermeerderd met 0,25 m tot een maximum van 4 m;
  • 4. de bouwhoogte van bijgebouwen en overkappingen niet meer mag bedragen dan 3 m;
  • 5. aan de achterzijde van de woning, vanaf de grens van het bouwvlak of, indien die niet aanwezig is, vanaf de oorspronkelijke achtergevel van de woning, een aan- of uitbouw gerealiseerd mag worden met een maximale diepte van 3 m;
  • 6. alle erfbebouwing op het zijerf dat grenst aan openbaar gebied tenminste op 1 m afstand van de perceelsgrens geplaatst dient te worden;
  • 7. alle erfbebouwing op het zijerf met een breedte tot 2,50 m op tenminste 1 m achter het verlengde van de voorgevellijn geplaatst dient te worden. Erfbebouwing breder dan 2,50 m dient minimaal op een afstand van 1 m plus daarbij opgeteld de grotere breedte dan de eerdergenoemde 2,50 m, achter het verlengde van de voorgevellijn te worden geplaatst;
  • 8. de breedte van aan- en uitbouwen op het zijerf niet meer bedraagt dan 3 m.
13.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer mag bedragen dan:

  • a. 10 m voor palen, lichtmasten, vlaggenmasten, beeldende kunstwerken en reclame-installaties;
  • b. 6 m voor geluidwerende voorzieningen;
  • c. 2 m voor erf- en terreinafscheidingen;
  • d. 3 m voor overige bouwwerken, geen gebouwen.
13.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 13.2.1 onder e ten behoeve van een afwijking van niet meer dan 2 m.

13.4 Specifieke gebruiksregels
13.4.1

Het is toegestaan om een deel van de woning of bijbehorend bouwwerk bij een woning als afhankelijke woonruimte (inwoning) te gebruiken, met dien verstande dat:

  • a. een dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit het oogpunt van mantelzorg;
  • b. op het perceel al een wooneenheid aanwezig is;
  • c. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in het geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en bedrijven;
  • d. per wooneenheid maximaal één situatie van inwoning ten behoeve van mantelzorg is toegestaan;
  • e. inwoning in beginsel dient plaats te vinden bij, in of direct aansluitend aan de wooneenheid, waarbij de afhankelijke woonruimte een onderlinge verbinding met de wooneenheid dient te hebben; het gebruik van een bijbehorend bouwwerk als afhankelijke woonruimte is uitsluitend toegestaan indien realisering van de inwoning in of aan het wooneenheid voor de inwoner of andere bewoner(s) onredelijk bezwarend is;
  • f. maximaal 75 m2 van het hoofdgebouw en/of bijbehorend bouwwerk mag worden gebruikt ten behoeve van de inwoning.
13.4.2

Het is verboden hoofdgebouwen, aan- en uitbouwen, vrijstaande bijgebouwen

en overkappingen te gebruiken als kantoor- en praktijkruimte voor aan huis

gebonden beroepen of voor bedrijfsactiviteiten of voor horeca, met dien

verstande dat onder dit verbod niet valt het medegebruik van hoofdgebouwen,

aan- en uitbouwen, vrijstaande bijgebouwen en overkappingen als kantoor- en

praktijkruimte voor aan huis gebonden beroepen, mits:

  • a. de woonfunctie als primaire functie gehandhaafd blijft;
  • b. het vloeroppervlak van de kantoor- en praktijkruimte niet groter is dan 40% van het gezamenlijk vloeroppervlak van de hoofdgebouwen, aan- en uitbouwen, vrijstaande bijgebouwen en overkappingen met een maximum van 40 m²;
  • c. de onderneming wordt gedreven door degenen die op het perceel woonachtig zijn;
  • d. ten behoeve van de kantoor- en praktijkruimte kan worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid.
13.5 Afwijking van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het

bepaalde in lid 13.4:

  • a. en toestaan dat hoofdgebouwen, aan- en uitbouwen, vrijstaande bijgebouwen en overkappingen worden gebruikt voor kleinschalige bedrijfsactiviteiten en/of handel in en verkoop van goederen en diensten via internet, met dien verstande dat:
    • 1. de woonfunctie als primaire functie gehandhaafd blijft;
    • 2. geen afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefmilieu in de omgeving;
    • 3. het vloeroppervlak voor de bedrijfsactiviteiten niet groter is dan 40% van het gezamenlijk vloeroppervlak van de hoofdgebouwen, aan- en uitbouwen, vrijstaande bijgebouwen en overkappingen met een maximum van 40 m²;
    • 4. de bij de betreffende woning behorende gronden geen buitenopslag van goederen ten behoeve van de bedrijfsactiviteiten plaatsvindt;
    • 5. er geen sprake is van winkel- of uitstallingsruimte van goederen ten behoeve van de bedrijfsactiviteit;
    • 6. voorzien kan worden in voldoende parkeergelegenheid;
    • 7. de onderneming wordt gedreven door degenen die op het perceel woonachtig zijn;
    • 8. geen detailhandel mag plaatsvinden, uitgezonderd een beperkte verkoop ondergeschikt aan de uitoefening van de kleinschalige bedrijfsactiviteiten en/of handel in en verkoop van goederen en diensten via internet.
  • b. voor bedrijfsactiviteiten van de in Bijlage 1 van de Staat van bedrijfsactiviteiten opgenomen categorie 1, met dien verstande dat:
    • 1. de woonfunctie als primaire functie gehandhaafd blijft;
    • 2. geen afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefmilieu in de omgeving;
    • 3. de bij de betreffende woning behorende gronden geen buitenopslag van goederen ten behoeve van de bedrijfsactiviteiten plaatsvindt;
    • 4. er geen sprake is van winkel- of uitstallingsruimte van goederen ten behoeve van de bedrijfsactiviteit;
    • 5. voorzien kan worden in voldoende parkeergelegenheid;
    • 6. de onderneming wordt gedreven door degenen die op het perceel woonachtig zijn;
    • 7. geen detailhandel mag plaatsvinden, uitgezonderd een beperkte verkoop ondergeschikt aan de uitoefening van de bedrijfsactiviteiten.
13.6 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen voor het afwijken van de bouwhoogte van gestapelde woningen met ten hoogste 20%.