direct naar inhoud van Artikel 12 Wonen
Plan: Sion - ’t Haantje
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0603.bpsionthaantje-VA02

Artikel 12 Wonen

12.1 Bestemmingsomschrijving
12.1.1

De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. aan huis gebonden beroepen;
  • c. bedrijfsmatige activiteiten (zie 12.4 sub b),

met daaraan ondergeschikt:

  • d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • e. parkeervoorzieningen,

met de daarbij behorende:

  • f. tuinen en erven;
  • g. gebouwen;
  • h. bouwwerken geen gebouwen zijnde.
12.1.2

Ter plaatse van de aanduiding 'gemengd' zijn de in lid 12.1.1 gronden tevens bestemd voor kantoren, maatschappelijke voorzieningen, ambachtelijke bedrijven en restaurants.

12.2 Bouwregels
12.2.1 Hoofdgebouwen
  • a. het hoofdgebouw (de woning) mag uitsluitend worden gebouwd binnen een bouwvlak;
  • b. het aantal woningen mag niet meer bedragen dan het bestaande aantal;
  • c. de goothoogte en bouwhoogte van hoofdgebouwen mogen niet meer bedragen dan de bestaande hoogte.
12.2.2 Erfbebouwing

Op ieder perceel met een bestaande woning mogen aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen worden gebouwd, met dien verstande, dat:

  • 1. de gezamenlijke oppervlakte per bouwperceel niet meer bedraagt dan 60 m2;
  • 2. indien de oppervlakte van het bouwperceel meer bedraagt dan 1000 m², bedraagt de gezamenlijke oppervlakte niet meer dan 100 m²;
  • 3. 50% van het zijerf en 50% van het achtererf onbebouwd dient te blijven;
  • 4. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen niet meer mag bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag, vermeerderd met 0,25 m tot een maximum van 4 m;
  • 5. de bouwhoogte van bijgebouwen en overkappingen niet meer mag bedragen dan 3 m;
  • 6. aan de achterzijde van de woning, vanaf de grens van het bouwvlak of, indien die niet aanwezig is, vanaf de oorspronkelijke achtergevel van de woning, een aan- of uitbouw gerealiseerd mag worden met een maximale diepte van 3 m;
  • 7. alle erfbebouwing op het zijerf dat grenst aan openbaar gebied tenminste op 1 m afstand van de perceelsgrens geplaatst dient te worden;
  • 8. alle erfbebouwing op het zijerf met een breedte tot 2,50 m op tenminste 1 m achter het verlengde van de voorgevellijn geplaatst dient te worden. Erfbebouwing breder dan 2,50 m dient minimaal op een afstand van 1 m plus daarbij opgeteld de grotere breedte dan de eerdergenoemde 2,50 m, achter het verlengde van de voorgevellijn te worden geplaatst;
  • 9. de breedte van aan- en uitbouwen op het zijerf niet meer bedraagt dan 3 m;
  • 10. dakterrassen niet zijn toegestaan.
12.2.3 Bestaande erfbebouwing

Bestaande legale erfbebouwing die niet voldoet aan de maatvoering als bedoeld in lid 12.2.2 mag worden gehandhaafd en herbouwd waarbij de bestaande maatvoering als maximale maatvoering geldt en de situering van het gebouw niet mag worden gewijzigd.

12.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer mag bedragen dan:

  • 1. 1 m voor erf- en terreinafscheidingen op het voorerf en 2 m op het zij- en achtererf;
  • 2. 6 m voor palen en vlaggenmasten;
  • 3. 1 m voor het overige op het voorerf en 3 m op het zij- en achtererf.
12.3 Specifieke gebruiksregels
12.3.1

Het is toegestaan om een deel van de woning of bijbehorend bouwwerk bij een woning als afhankelijke woonruimte (inwoning) te gebruiken, met dien verstande dat:

  • a. een dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit het oogpunt van mantelzorg;
  • b. op het perceel al een wooneenheid aanwezig is;
  • c. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in het geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en bedrijven;
  • d. per wooneenheid maximaal één situatie van inwoning ten behoeve van mantelzorg is toegestaan;
  • e. inwoning in beginsel dient plaats te vinden bij, in of direct aansluitend aan de wooneenheid, waarbij de afhankelijke woonruimte een onderlinge verbinding met de wooneenheid dient te hebben; het gebruik van een bijbehorend bouwwerk als afhankelijke woonruimte is uitsluitend toegestaan indien realisering van de inwoning in of aan het wooneenheid voor de inwoner of andere bewoner(s) onredelijk bezwarend is;
  • f. maximaal 75 m2 van het hoofdgebouw en/of bijbehorend bouwwerk mag worden gebruikt ten behoeve van de inwoning.
12.3.2

Het is verboden hoofdgebouwen, aan- en uitbouwen, vrijstaande bijgebouwen

en overkappingen te gebruiken als kantoor- en praktijkruimte voor aan huis

gebonden beroepen of voor bedrijfsactiviteiten of voor horeca, met dien

verstande dat onder dit verbod niet valt het medegebruik van hoofdgebouwen,

aan- en uitbouwen, vrijstaande bijgebouwen en overkappingen als kantoor- en

praktijkruimte voor aan huis gebonden beroepen, mits:

  • a. de woonfunctie als primaire functie gehandhaafd blijft;
  • b. het vloeroppervlak van de kantoor- en praktijkruimte niet groter is dan 40% van het gezamenlijk vloeroppervlak van de hoofdgebouwen, aan- en uitbouwen, vrijstaande bijgebouwen en overkappingen met een maximum van 40 m²;
  • c. de onderneming wordt gedreven door degenen die op het perceel woonachtig zijn;
  • d. ten behoeve van de kantoor- en praktijkruimte kan worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid.
12.4 Afwijking van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het

bepaalde in lid 12.3 en toestaan dat hoofdgebouwen, aan- en uitbouwen,

vrijstaande bijgebouwen en overkappingen worden gebruikt voor:

  • a. voor kleinschalige bedrijfsactiviteiten en/of handel in en verkoop van goederen en diensten via internet, met dien verstande dat:
    • 1. de woonfunctie als primaire functie gehandhaafd blijft;
    • 2. geen afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefmilieu in de omgeving;
    • 3. het vloeroppervlak voor de bedrijfsactiviteiten niet groter is dan 40% van het gezamenlijk vloeroppervlak van de hoofdgebouwen, aan- en uitbouwen, vrijstaande bijgebouwen en overkappingen met een maximum van 40 m²;
    • 4. de bij de betreffende woning behorende gronden geen buitenopslag van goederen ten behoeve van de bedrijfsactiviteiten plaatsvindt;
    • 5. er geen sprake is van winkel- of uitstallingsruimte van goederen ten behoeve van de bedrijfsactiviteit;
    • 6. voorzien kan worden in voldoende parkeergelegenheid;
    • 7. de onderneming wordt gedreven door degenen die op het perceel woonachtig zijn;
    • 8. geen detailhandel mag plaatsvinden, uitgezonderd een beperkte verkoop ondergeschikt aan de uitoefening van de kleinschalige bedrijfsactiviteiten en/of handel in en verkoop van goederen en diensten via internet;
  • b. bedrijfsactiviteiten, voor zover gelegen langs Haantje en Sionsweg, uitsluitend in de vorm van ambachtelijke bedrijven, maatschappelijke voorzieningen en het kweken van gewassen, met daarbij behorende ondergeschikte detailhandel en horeca activiteiten, met dien verstande dat:
    • 1. de woonfunctie gehandhaafd blijft;
    • 2. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefmilieu in de omgeving;
    • 3. de oppervlakte van het bouwperceel 1000 m² of meer bedraagt;
    • 4. de brutovloeroppervlakte van de bedrijfsactiviteiten niet groter is dan 80 m²;
    • 5. voorzien kan worden in voldoende parkeergelegenheid;
    • 6. de onderneming wordt gedreven door degenen die op het perceel woonachtig zijn.
12.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen indien de wijziging betrekking heeft op:

  • a. het veranderen van de bestemming ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone - wijzigingsgebied 4' in:
  • b. het bouwen van nieuwe woningen ter plaatse van de aanduiding "Wro-zone - wijzigingsgebied 5" waarvoor het volgende geldt:
    • 1. per gebied mogen niet meer dan 4 woningen worden gebouwd;
    • 2. voldaan moet worden aan de Wet geluidhinder;
    • 3. gebouwd dient te worden op basis van een door burgemeester en wethouders goedgekeurd inrichtingsplan;
    • 4. de goothoogte van hoofdgebouwen mag niet meer dan 6 m bedragen;
    • 5. de bouwhoogte van hoofdgebouwen mag niet meer dan 10 m bedragen;
    • 6. het bepaalde in artikel 12 is voor het overige van toepassing.