Zevenkamp en Nesselande

Artikel 43 Wonen - 6

43.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 6' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

• a. woningen, met de daarbij behorende voorzieningen zoals (inpandige) bergingen en garageboxen, aanbouwen, bijgebouwen, alsmede voor tuinen, groen, water en ontsluitingswegen en -paden; ;
• b. 'Waarde - Archeologie - 2' voor zover de gronden mede als zodanig zijn bestemd.

43.2 Bouwregels

43.2.1 Medebestemming

Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor 'Waarde - Archeologie - 2', is voor het bouwen het bepaalde terzake in genoemde bestemming mede van toepassing.

43.2.2 Bebouwingsnormen

• a. de voorgevelrooilijn valt samen met de bestemming 'Tuin - 2'; de voorgevel dient in deze voorgevelrooilijn te worden gebouwd;
• b. voorzover de woningen gelegen zijn aan de Kurt Schwittersstraat (oostzijde) mag, waar bebouwing ten hoogste in één bouwlaag is toegestaan, deze bebouwing worden afgedekt met een kap met dezelfde hellingshoek als het hoofdgebouw;
• c. alleen vrijstaande woningen en twee-onder-een-kap- (dat wil zeggen twee gekoppelde woningen met een gemeenschappelijk dak) zijn toegestaan, waarbij de afstand van het hoofdgebouw ten opzichte van de zijerfgrenzen bij een vrijstaande woning minimaal 3 meter bedraagt;
• d. bij de twee-onder-een-kap-woningen geldt dat er per woning een bebouwingsvrije zone van minimaal 1.50 meter tussen de aanbouw en de erfgrens aanwezig moet zijn, vanwege de gewenste transparantie tussen deze twee-onder-een-kap-woningen. Het hoofdgebouw ligt dan derhalve op 4.80 meter van de erfgrens;
• e. uitbreidingen van het hoofdgebouw aan de voorgevel zijn niet toegestaan;
• f. aan de zijgevel bij de woningen is een uitbreiding in één bouwlaag mogelijk met een breedte van maximaal 3,30 meter en gelegen minimaal 1,50 meter achter de voorgevelrooilijn. tenzij anders op de verbeelding is aangegeven, en is een evt. kap met dezelfde hellingshoek als het hoofdgebouw toegestaan. De hoogte van de aanbouw mag de vloer van de eerste verdieping met ten hoogste 0,25 meter overschrijden (excl. de evt. kap). Bij een dakterras mag de borstwering de vloer van de eerste verdieping met ten hoogste 1,25 meter overschrijden;
• g. voor zover de gronden niet zijn bebouwd, is voor deze gronden een tuinregeling als bedoeld in artikel “Tuin - 1” van toepassing.

43.2.3 bebouwingsnormen dakkapel

• a. Voor het bouwen van dakkapellen aan de voorzijde gelden bij zadeldaken met een hellingshoek van 30o en groter de volgende bepalingen: De afstand tot de nok dient minimaal 0,5 meter en bovenzijde dient op één lijn te liggen met naastgelegen dakkapellen. De afstand tot dakvoet dient minimaal 0,5 meter en maximaal 1 meter te bedragen. De afstand tot een woningscheidende muur dient minimaal 0,5 meter te bedragen; De afstand tot de zijgevellijn dient minimaal 0,5 meter te bedragen indien zijerf niet grenst aan de openbare weg of openbaar groen en minimaal 2 meter indien dat wel het geval is; De hoogte mag maximaal 1,5 meter bedragen (inclusief dakrand) en de breedte maximaal 1/3 van de woningbreedte, gemeten vanaf de as van de bouwmuur.
• b. Bij zadeldaken met een hellingshoek kleiner dan 30o en andere dakvormen zijn dakkapellen in het voorgeveldakvlak niet toegestaan;
• c. Voor het bouwen van een dakkapel aan de achterzijde gelden de volgende bepalingen: De afstand tot nok dient minimaal 0,5 meter te bedragen; De afstand tot dakvoet dient minimaal 0,5 meter en maximaal 1 meter te bedragen; De afstand tot een woningscheidende muur dient minimaal 0,5 meter te bedragen; De afstand tot de zijkant van het dakvlak dient minimaal 0,5 meter te bedragen; De hoogte mag maximaal 1,5 meter bedragen (inclusief dakrand).

43.3 Afwijken van de bouwregels

Van de bouwregels genoemd onder 43.2.3 kan bij een omgevingsvergunning worden afgeweken, indien er naar het oordeel van de commissie van Welstand en Monumenten een evenwichtiger gevelbeeld ontstaat, bv als plaats en breedte van dakkapellen in overeenstemming zijn met de onder gelegen gevels.

43.4 Specifieke gebruiksregels

Woningen mogen mede worden gebruikt voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep of bedrijf, mits:

• a. de woonfunctie in overwegende mate gehandhaafd blijft, waarbij het bruto vloeroppervlak van de woning voor ten hoogste 30% mag worden gebruikt voor een aan huis gebonden beroep of bedrijf;
• b. ten aanzien van een aan huis gebonden bedrijf sprake is van een bedrijf tot en met categorie 1 als bedoeld in de bij deze regels horende lijst van bedrijfsactiviteiten;
• c. de gevel en dakrand van de woning niet worden gebruikt ten behoeve van reclame-uitingen;
• d. er geen bedrijfsmatige activiteiten plaatsvinden die betrekking hebben op het onderhouden en repareren van motorvoertuigen;
• e. er geen detailhandel plaatsvindt, tenzij als ondergeschikt onderdeel van het aan huis gebonden beroep of bedrijf.